DE Groot Parlement. Zondag 12 September 1915 In oorlogstijd 5 centiemen het nummer 68"« Jaar IV»4670 K ATHOL! I k MliLWS- E\ A A lV KO V DIGLVGSU LA I) VAN DE PUTTE-GOOSSENS Kronyke DENDERBODE Abonnementsprijs 3 frank 's jaars Men schrijft in te Aalst 31, KORTE ZOUTSTRAAT, 31 DRUKKERUITGEVER AANKONDIGINGEN Kleine één maal 0,75 fr. twee maal 1,25 lr. Gewone annoncen 0,15 fr. de regel. Vonnissen, sterfgevallen, enz, 0,50 fr. de regel. Dikwijls te herhalen volgens akkoord. Aalst, den 11 September 1915. Eene prachtige Geloofsbelijdenis. Onlangs nog, heeft Vooruit zijn naam en zijn rol gelrouw, heel lichthar tig geschreven er is geen God Mullatuli heeft het gezegd, en de starrenblusschers uil Vooruit zeggen het hem na, en daarmee is 't bewezen gelijk twee en twee vier is er is geen God Goed zoo, mijnheeren, er is maar één druppel inkt van 1100de om dit neer te schrijven maar zeg me dan even ons wereldje heeft zich zelf gemaakt E11 de zon ook En die ontelbare starren (de geleerden zeggen ons dat er meer dan tachtig millioen staan) welke als zoo vele wereldbollen hun wondere baan be wandelen in het oneindig rijk der schep ping, hebben ook allen zich zelf ge schapen Dat zijn andere papieren En onze volksdichter Eons Vande- maele wacht nog altijd naar antwoord op 't volgend versje dat hij aan 't adres van alle godloochenaars stuurde Gij spot met uvvon Schepper Blik op en tel dan mij De sterren dio or blinken... En zet er eene bij Indien uw sterre draait dan Zoo, zonder één verschot, lk zal met u bekennen 't Is waar Er is geen God Intusschen weze dit nog aan Vooruit gezegd machtige en onsterfelijke ge leerden, gelijk Copernic, Képler, New ton, die algemeen worden beschouwd als de grondloggers der moderne sterren kunde, waren niet zoo haastig in liet schrijven van er is geen God Integendeel, zij bogen heel nederig den knie voor dien God, wiens wonderwer ken zij bestudeerden en leerden bewon deren, en zij hielden niet op Hem allen lof en eer toe te zwaaien. Wij laten hier de prachtige Geloofsbelijdenis volgen, waarmede de groote IvÉpler zijne vermaarde studiën besloot Alvorens deze tafel te verlaten op dowelke ik al mijne werken heb ge schreven, blijft er mij nog slechts een ding te doen oogen en handen hemol waarts te heffen on met vroomheid mijn ootmoedig gebed tot den Maker van alle licht te sturen. O Gij die, door de heer lijke glanzing welke gij over al het ge schapene hebt uitgestort, ons verlangen doet stijgen naar het. goddelijk licht uwer genade, opdat wij eenmaal zouden opgo nomen worden in het eeuwig licht uwer glorie, ik dank U, myn Heer en mijn Schepper, om al de vreugden welke ik heb mogen smaken toen ik door de be schouwing van het werk uwer handen in verrukkingen werd opgevoerd Zie hier nu dat ik het boek kom te voleinden dat al de vrucht van mijn arbeid inhoudt, en ik heb er ai het verstand aan gewijd dal ik van li kreeg. Ik heb in het aan schijn der menschen do heerlijkheid uwer werken uitgeroepen, en ik heb er hun getuigenis van gegeven voor zooveel als mijn begrensd begrip de onbegrensde grootheid er van kon vatten. Ik heb al gedaan wat ik kon om langs de wegen der wijsbegeerte tot de waarheid op te klimmen en moest het mij, nietige worm, gebeurd zijn iels te zeggen wat uwer ouwaardig is, doet iiot mij kennen, opdat ik liet uitvage. Heb ik mij niet tot hoogmoed laten bekuren voor de weergalooze schoonheid van uw werk Heb ik niet te zeer mijn eigen lof onder de menschen Qp 't oog gehad, bij het oprichten van dit monument dat héél en gansch tul uwe verheerlijking moest strekken O, indien het zoo ware, wees mij dan genadig en barmhartig, en ver leen mij deze gunst: dat de arbeid welke ik zoo juist afmaak, allijd onmachtig zij tot liet stichten van eenig kwaad, maar dat hij moge bijdragen lot uwe glorie en hel heil der zielen - Wat doet het deugd, na al hel hoog moedig en waanzinnig gezwets van Vooruit, zoo iets le lezen En wanneer ik nu een kruisken maak, of den knie buig, of «bij het beschouwen der schepping, den naam van God op de lippen krijg en daarmede den spotlust dier - starrenblusschers - verwek, of 't bijtend sarcasme van een Mullatuli in zijn graf wakker roep dan zal ik onkel medelijden govoe'.en met dio mannen, die verblind 't zij door haal, of eigenwaan, of drift, den naain van God niet wilden lezen in liet boek der schepping, terwijl diezelfde naam op iedere bladzijde zoo schitterend straalde in 't oog van al die geleerden, wier genie de wereld heeft verbaasd Christianus. Hier kan men lezen wat er over een goed honderdtal jaren in Rusland gebeurde met Napoleon. Wie we daar hobben Dag Bode Hoe is met Stillekens aan, vrienden. Ik kom met deze grillige,killigo Septemberdagen nog oens afgestoken, 'tls al '11 heel tijde- ken geleden dat we mot mekaar nog eens gepraat hebben,maar, och Gollekens toch, veel meer nieuws is er niet De oorlogsgebeurtenissen blijven duis ter voor ons allen gelijk het boek met de zeven sloten. Ja, zeg maar duister, vuil, zwaar, grof en... ...en heel gesteld om te lijden? Juist. Maar misschien zijn we tocli dich ter bij 't einde dan iemand vermoedt. Wie weet, komt de onlknooping van dit groot werelddrama niet eerder dan we denken... Laat hel ons hopen, Bode - 1 De hoop is ook iets, al is hel maar oen ma gere kost 0111 van te fretten... A propos, is er goen nieuws van Rusland Nieuws Nieuws De gazetten staan er vol van,maar wie weet er'tfijne van En Rusland ligt, jandorie, zóó ver van hier Zeggen ze niet dat de Russen zich voor eene groote winter campagne' op nieuw gereed maken Ja's. 't Zal daar boel zeker nog sluiven, vrienden Die reuzigo worste lingen welke daar sedert maanden aan gang zijn, hebben weer in elks geheugen den zoo akelig-vermaarden 10irder-veld tocht van Napoleon opgeroepen. Ho ja, Napoleon Vertel ons daar van wat, Bode -, terwijl we. hier nu allen zoo gezellig samenzilten Over Na poleon hebben we al zoo veel gehoord, maar de eene zegt dit, de andere dal, en op den duur geraakt men er niet meer wijs uit. Gij zult het wel beter welen, 't Zal zoo een klein lesje van historie worden. Dal wil ik wel, maar om het in 't langen in 'L breed te vertollen, bob ik veel tijd noodig en ik kan het dus niet allemaal in éénen koer zeggen. Dat doet er niks aan, Bode Hoe langer dat 'I duurt, hoe schooner dat 't is, en daarna blijft de belangstelling aanhouden. Het was dus in 1812 dal Napoleon het stout plan opvatte den oorlog te gaan voeren in het hartje van Rusland dat zijne verbinlenisson had gebroken. In dit jaar stond nagenoeg ook héél Europa weerom te vuur en te zwaard. Héél Europa, zegt ge Inderdaad.Engeland,Rusland, Zwe den en Spanje- stonden gewapend op togen Frankrijk, Pruisen, Duitschland en Italien. Nap deon die, wanneer hij iets in zijn kop gestoken had, er niet op rustte en rap was gelijk de wind, vertrok den 9 Mei 1812 uit Frankrijk, na de hoede van zijn land en de bewaking van diens grenzen aan de nationale wacht toevertrouwd te hebben. Het leger was liern reeds voorop gegaan. De keizerin vergezelde hom tot aan Dresden, de hoofdstad van Saksen, alwaar hij den 17 Mei aankwam. Men vergde niet dal er toen noch ijzeren wegen, noch stoom tuigen bestonden. De menschen kenden nog niets van dat alles. Het ging dan al maal te voet of per charrabari. Hot was dan ook geen klein bier voor groote legermassa's om zich honderden kilo meters vei' te verplaatsen. Zooals ge zegt,- Bode Nu hooren wij dag en nacht de treinen daveren die de troepen van het eene front naar het andere vervoeren. Maar in dien ouden tijd. was er daar geen spraak van, en toch, '1 marcheerde ook. niet waar Daarbij mol een man gelijk Napoleon aan 't hoofd moest alles wel op wielkens loopen De groote man vertrok dus in een poslkoots ofte charraban uit Parijs Dat waren zeker wel flinke paardjes die er voorgespannen waren Dal kunt ge denken Bij hein had iedere minuut, iedere sekond zijn botee- kenisen zijn waarde, eu zijn gerij vloog in een stofwolk over de baan Te Dresden aangekomen, onlving hij daar de lofbe- wijzen van een aantal koningen die liem onderworpen waren en onder zijne arenden vochten. Een groot hof van vorsten was daar vergaderd. De keizer en de keizerin van Oostenrijk, wier dochter, Marie Louise, hij pas eon jaar gohuwd had, na zijne vrijwillige echt scheiding met zijne eerste vrouw, haddon uil eigen beweging Weenon verlaten om hem op zijnen doortocht te komen groe ten. Do koning van Pruisen bood zijn eigen zoon aan als adjudant van Napo leon. Al de monarkon van aaii de Bal- lische zee lot aan den Rhijn, wier sol daten bij do Fransche legers ingelijfd waren, stonden daar om hem heen ge schaard, juichten hem toe, en verheugden zich reeds op voorband in zijne zege praal Napoleon moest toch wel een mach tig man zijn. - Bodo - Dat was bij vrienden, maar die macht had haar toppunt bereikt, en ging nu stillekens aan dalen om ten slotte, als met eon donderslag, geheel verbrijzeld te worden. Napoleon w ilde te veel. Zijn hoogmoed was even groot als zijn genie. Hij had een halve wereld overwonnen, maar om dien wereld in bedwang te houden moest hij gedurig het zwaard in de hand hebben En zoo is het juist zijn overgroots, haast bovemnenschelijke macht die de oorzaak is geweest van zijn ondergang. Waht altijd oorlog voeren, altijd nieuwe geslachten voor den muil der kanons sleuren en met hunne lijken al de Europeesche slagveldon bezaaien dat kan niet blijven duren. Eene inaclit welke te dien p rij ze moet gekocht wor don is op zand gebouwd. Want Ion slotte staal héél de menschhoid verontwaardigd op tegen zooveel bloedzucht, en dan storten de sterkste tronen in puin. Ten andere, sinds hij de kerk zoo stiefmoe derlijk behandelde en zelfs niet aarzelde zijne handen aan den troon van den Paus te slaan, is de gelukster van den ver maarden veldheer beginnen te verblee- ken... Zoodat hetaltijd waar blijft, -Bode- hoog vliegen, diep vallen Zoo is het, doch laten wij voortgaan met ons verhaal. Den 29 Mei, om 3 uren van den morgen, verlaat Napoleon Dres den en gaal zijne legers vervoegen. Den 30® doel hij zijne intrede in Polen, en komt aan in de stad Posen. Vandaar begoeft hij zich naar Thorn, en van hier uit bestuurt hij de eerste bewegingen van zijn leger voor den doortocht en den aanval op de verschillende punten welke hij zelf, zooals gewoonte, op voorhand zórgvuldig heeft bepaald. D011 7 Juni is hij reeds to Dantzig waar hij de verdedi gingswerken in oogenschouw neemt. Hij ga;it verder, inspekteert onderweg hot schoon legerkorps van Davoust, een zijner beroemde generalen die in op- marsch is, en bereikt Koenigsberg, op de grenzen van Pruisen. Den 18e is hij te Insterbnrg waar honderd en twintig dui zend soldaten, langs vier wegen tegelij kertijd toostroomon. Den 19® legert hij te Gumbinen Den 22e rukt hij binnen in Wolkowiski, op Russisch grondgebied. Hel is hier dat hij, alvorens met zijne vierhonderd duizend soldaten ten strijde te trekken, eene vurige proclamatie richt tot de zijnen. - Bode laat ons nog een» onder breken. Vier honderd duizond soldaten, zegt go. Dal waren toch al geen Fran sehen Bij lango niet, vrienden In dit getal waren de bondgenooten van Napoloon begrepen, maar in dien lijd was dat eene kolossale legermacht. Zij was verdeeld in lien legerkorpsen.Den 24 Juni trekken 200,000 man met Napoleon over den stroom, genaamd do Niémen in de nabijheid der stad Kowno Men had er vier verschillende bruggen óver gewor pen, en van op eene hoogte woont do veldheer den overtocht zijner troepen bij, en zijn arendsoog ziet en onderzoekt alles. Do leerling was geworpen Onversaagd trokken die oindelooze legerscharen op door Rusland, naar die velden van snoeuw en ijs waar liun zulke lormonten le wachten stonden. Dat zullen wij een volgende maal vertellen. ofte Merckweerdige geschiedenissen 't sedert het jaar 1780 inhoudende het bezonderste voorgevallen ten tijde der Brabantsche en Fransche Revolutién. etc (3e Vervolg.) Nieuwe edikten van Jozef II. Af schaffing dér kermissen, broe derschappen, bedevaarten, enz. Afschaffing der theologie van Leuven. 1786. Don 11 february, wederom een edikt -an den selvon Kyser, in het- welcke wierden verboden alle de kermis sen, als oock allo de korekwijdingen vernietigd de kermissen en de kerek- wijdlogen moesten gohouden worden op oenen en denselven dag, die hij stelde eenigo soiulaegen nae Paschen, die men noemde Kijzers kermis. Den 8 April al wederom een edict, waarin vernietigd wierdon alle de broe derschappen zij moesten alle hun meu bels en de effecten naer het sladhuys brengen, hetgene men sag gebeuren. Don 10 Mey wiord alwederom van den keyser Joseplnis II een edict- aengo- plaekt, waerin do processieën verboden werden, en de Jubilëen afgeschaft, als- oock alle de bedevaarten in vorm van processieën daor en mochten in ioder parochie maer tweo processieën gaen de eerste moeste gebeuren op eenon en denselven dag, wesende op H. Sacra mentsdag den anderen dag liet hij vol gens hot goedduucken van non bisschop, maer het en mochle op geenen sondagh

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1915 | | pagina 1