DB Groot Parlement OORLOGSBERICHTEN. 3,. 31 VAX '>K PW'1 k-goossevs October. EEN BEETJE WETENSCHAP VOOR IEDEREEN. Zondag October 19 I 5 In oorlogstijd centiemen het nummer 70™ Jaar V" 4675 DENDERBODE KATHOLIEK iMliUWS- KV AANKOMHGÜUGSttLA» Abonnementsprijs 3 frank 's jaar, DRUKKER UITGEVER K, AANKONDIGINGEN:. Aalst, den 2 October 1915. De regenvlaag heeft uitgewoed. De westerhemel baadt in bloed De zon gaat dood Zoo rood. De zachte wolken-verven Héél lijze, lijze sterven... October-mist zweeft grijzend aan Om fijn-gekuifde popel-laan. Al de avondboomen staan Met eeuwen-zware rust In 't broze licht dat hen bekust. Van ieder blad Druipt 't tikkend nat Van regen neer, Met lichte spatten, eindloos teer, Die zilvrig vooizen in het rond Als zoen-muziek van kindermond. Een waas van smeltende innigheid Ligt over 't scheetnrend land gespreid Een smachtend wee dat 't harte streelt En met een lach in de oogen speelt. Wijl op de wangen De tranen hangen... Daar zingt in 't nevelig verschiet De gonzende klacht van een klokkenlied, 't Zijn dooden-getijen Die traag opbloeien in melod-jen, En grauwen rouw over 't land uitschreien De zon Is verdwenen, De zomerpracht henen, De herfstboomen weenen Jef Crick. over Napoleon's Win- terveldtocht in Rus land in 1812. (3* Vervolg Wel Bode Bode ge zijt zoo schoon vandaag I Go komt precies uit een doosken 1 Is er wat op handen man Weet ge dan niet, vrienden, dat ik mijn zeventigsten verjaardag vier Sapperlippopetten Hoe hebben wij daar niet eerder aan gedacht 1 Allo, Bode proficiat hoor Zeventig jaar dat begint te tellen. En er nog zoo kloek en pront op staan Ge zult er wel hon derd worden. Eu nog meer, als ik niet sterf. Nu, menschen, bedankt voor uwe genegen heid. Wij gaan voort met ons parlement. Over den winterveldtocht van Na poleon in Rusland Ja. Wij hebben laatst gezien dat do Russen voor do derde maal teruggetrok ken waren, en de verlaten stad Witepsk met al het omliggende in do handen van Napoleon geleverd hadden. Rond deze stad verleent de Franscho keizer eene welverdiende rust aan dozijnen, doch hij zelf rust niet. Zijn bedrijvigheid is onge meen. Snelberichton ontvangen, bevelen voorschrijven, waken op do levensmid delen, op den dienst der hospitalen, op de behoeften der soldaten, zich op de hoogte stellen van hunne ziekten, hen onderscheidingen uildeeleu voor hunnen moed, enz. daarmede brengt hij al zijne dagen door.En des nachts zit hij gebogen over de oorlogskaarten, en maakt de diepzinnigste krijgskundige berekenin gen. Bode dat moest een ijzeren man zijn Dat was hij. Iutusschen blijven zijne generalen ook niet werkeloos. Men zal zich herinneren dat de hertog van Reggio uitgezonden was geweest om het ontruimd legerkamp der Russen in Drissa te vornietigeu, de stad Polotsk te be zetten, en daarna te beproeven den weg af te snijden aan den Rus Wittgenstein op zijnen aftocht naar Sinl-Petersburg. De Franscho generaal was er er in gelukt een groot voordeel op zijnen vijand te behalen, doch hij kan er geene partij ge noeg van trekken on moot. voor Witt genstein terug achteruitwijken lot aan Polotsk. Napoleon, zend hem den gene raal Simt Cyr aan het hoofd van het Beierse!) legerkorps, en de hertog van Tarenten ter hulp: door dezen bijgestaan krijgt de hertog van Reggio orde aan slonds het offensief legen Wittgenstein te hernemen. Aan den anderen kant doet Napoleon de generaal Schwartzemborg, do horlogen van Bellune en Castiglione lor hulp komen aan generaal Reynier die het te kwaad had gekregen legen den rus Tormasoff. Aldus volgde de keizer van ver de minsLe beweging van zijne generalen Zooals ge zegt, vrienden. Doch nu gaat de kat op de koorde. Ge moet we ten, de Russen hadden zich na hunnen terugtocht uit Witepsk, in den omtrek der versterkte stad Smolensk opgesteld. Smolensk ligt aan den overkant van don grooten stroom die men Dnieper heet. Daar had het legerkorps van Barclay tie Tolly zijne verbinding kunnen uitvoeren met dat van Bagralion die, na lang ach tervolgd gpweost te zijn door de Fran schen, eindelijk toch ontsnapt was Thans kwamen beide generalen rechtop do stad Witepsk afgezakt waar Napoleon ver bleef. Wat gaat deze doen Een zoo stoutmoedig als geniaal plan schiet gelijk een bliksemstraal door zijn brein hij komt op'i. gedacht aanstonds op to ruk ken naar den linkeroever van den Dnié- per waar de generaal Davoust hom roods wacht, de vesting van Smolensk op het onverwachts in te nemen, daarna den stroom weer over te trekken bij middel van de bruggen der vesting zelf, welke de Russen komen te verlaten, en het leger van dezen in den achterflank aan te ran den. Aldus zou hij, Napoleon, gelijk eon donderslag op de hielen der vijanden vallen die dachten hem te verrassen en te gemoel te komen... «Bode» dat was wel oen stout plan I En werd het ook uitgevoerd Gij zult gaan hoorei). In acht en veertig uren bereiken honderd en vijf en twintig duizen I Franschen den overkant van den Dnieper, en dit, op zulk een ge heimzinnige wijze dat de Russische gene ralen er niets van bemerkt hebben. Smo lensk, op 't onvoorziens overvallen, gaat in de handen van Napoleon komen. Ei, dat was wel een fijne kneep I Lacht nog niet te vroeg, want zoo gemakkelijk ging het toch niet. Op 't laatste oogenblik wordt Bagration de eerste verwittigd van het meesterlijk inanoeuver der Franschen. Aanstonds keert hij op zijne stappen terug om de vesting ter hulp te ijlen, en Barclay snelt hem weldra achterna. Zoo stonden de zaken toen, op 16 Oogst, Smolensk op het punt was te bezwijken voor de troe pen van maarschalk Neg, een der dap perste en beroemdste vuldheeren die Napoleon aan 't hoofd zijner uitgelezen legers telde. Op dit oogenblik kwam do eerste hulp der Russen aan Toen de kei zer Bagralion en Barclay met gansch hunne strijdmacht in 't verschiet zag af komen,riep hij jubelend uit: Ik heb ze Maar hij zou ze niet hebben. Zoodat hij weerom de kans van eenen groolnn veldslag zag ontsnappen Ja, en 't was de laatsto maal niet de Russen waren uitgeslapen, en ze leg den het altijd zoo aan boord dat zij een algemeeuen veldslag met een zoo geducht man als Napoleon konden vermijden. Eu de reusachtige eii verraderlijke uitge strektheid van hun land hielp hen daar toe niet weinig. Doch luistert hoe het hier verder verging. Toen Napoleon dus zag dat Bagralion, in de vrees van de baan naar Moscou te zien afsnijden, deze ging bezetten, terwijl Barclay, zich aan den rechteroever van den Dnieper, op de omliggende hoogten plaatste begreep hij dat er van een algemeene worsteling geen spraak meer kon zijn, en er niets anders te doen viel dan Smolensk te bo- stormen en te bemachtigen. En op 17 Oogst begon er dan tegen die vesting eenen vreeselijken stormloop die van af 2 uren van den namiddag tot laat in den avond aanhield.Smolensk was eeno sterk verdedigde vesting die prachtig was ge legen en beschermd door den Dniéper. Het zou te lang zijn om u te vertellen hoe alles in zijn werk ging. Wij leven thans ook in oorlogstijd en kunnen ons een weinig verbeelden hoo de bestorming van eeno vesting moet gebeuren. Ja <1 Bode maar toen waren er toch geen vliegmachienen, noch reuzen- kanons, noch mitrailleusen, noch scher- penels Inderdaad, maar hot was daarom niet min schrikkelijk, integendeel. Men vocht toon in geen loopgraven, 011 door dat ile legers en do draagwijdte van het geschut toen op verre na zoo groot niet waren, werd de Worsteling in een veel beperktoren kring uitgestreden waarbij het veelal lot een gevecht van lijf om lijf kwam, en alzoo ontaardde dat in slach tingen die nu niet meer plaats grijpen. Van weerskanten dus werd er hier ijse lijk gevochten Smolensk was omringd als met een gordel van vuur, en voor den woesten moed der Franschen die toen, onder Napoleon, do felste soldaten van Europa waren, moest, de vesting ten slotte bezwijken. Doch 't was een droeve overwinningeen overwinning zonder buit. Het garnizoen was er in gelukt zich in de duisternis terug te trekken, en toen de Franschen met de muzieken aan 't hoofd die een zegemarsch speelden, de stad in trokken stond deze heelemaal in brand en lag vol dooden: lijken van vriend en vijand. En toch, zoo zoggen de geschied schrijvers,gingen die flinke krijgers daar nog met fleren, dreunenden stap, op de maat der muziek, to midden van al die verwoesting en den gloed der vlammen... Maar velen van hunne oversten waren in pijnlijk gepeins verzonken, en wie weet wat er toen al is omgegaan in de ziel van den grooten Napoleon die met zijn arendsblik de toekomst peilde Ja - Bode - wie zal t ooit welen 't Zijn wreede dingen Tol toekomende week niet waar t Het verhaal begint zeker nu eerst roerend te worden 7 En nogmaals proficiat, hoor, met uwen 70® verjaardag Dank, Danke menschen Gesalu- weerd Over Bliksem en Donder. (3® Vervolg.) Nog over de snelheid van den blik sem. - Welke voorwerpen treft hij het meest Fransche statistiek. Als gij den donder hoort knetteren tegelijkertijd als gij den blikseraslingcr ziet, moogt gij overtuigd zijn dat hel onwedcr hoven uw hoofd hangt.. Ten andere, alhoewel in die omstandigheid, het gevaar van getroffen te worden 'grooter is, heeft men toch niets te vree zen van den slag van den donder en dit, omdat het eigenlijk de weerlicht is die dien slag teweegbrengt, en dat die weer licht zoo ongelooflijk kort duurt. Men heeft een gemakkelijk middel om over de razende snelheid van den bliksem te oordeelen, te weten wanneer een expres-trein die in volle vaart is, door den weerlicht wordt verlicht, kan men de speeken der wielen net zo goed onderscheiden alsof de trein zich niet verroerde. De voiiken-ontploffing welke plaats heeft tnsschen twee wolken kan soms een tiende van een sekond duren maar lusschen do wolken en de aarde duurt zij, volgens de berekening der geleerden, ternauwernood hot millioen- sle van een sekond. Hieruit komt voort dat diegenen welke door die vonk geraakt worden, neerge bliksemd en dood zijn alvorens zij er iets h'-bben kunnen van gewaar worden, want om een gevoel langs onze zenuw draden tot de hersens over te zetten is er nog al een merkel ij ken lijd van noode. De uitwerkselen van den bliksem zijn uiterst verschillend, en de geleerden kun nen moeilijk, ingezien do vele punten die voor hen nog duister blijven, de juiste wetten van de baan der electrische vonk omschrijven. tn algemeeuen regel nochtans is hot uitgemaakt dat de bliksem oone voor liefde heeft tot ieder voorwerp dat een goede geleider is van de electriciteit natte voorwerpen, vloeistoffen, metalen, enz. Als men dan nog weet dat hij bij voor keur die punten treft welke in zijnen omtrek boven den grond zijn verheven, kan men zekere voorzorgen nemen tijdens een ónweder. Voor Frankrijk heeft men berekend dat er jaarlijks, opeen middelmatig getal van honderd getroffenen, de 4/5 van dit getal lofbehooreu aan het mannelijk ge slacht. Mag men daaruit opmaken dat de vrouwen min gevaar lijden getroffen te worden dan de mannen Geenszins. Doch die statistiek kan gemakkelijk uit gelegd worden als men bedenkt, dat de mannen door den aard van hunne bezig heid, meer in de open lacht vertoeven en dus meer blootgesteld staan aan den bliksem dan de vrouwen, door hun werk in huis weerhouden. ('t Vervolgt.) In België en Frankrijk Uit Duitsche bron. BERLIJN 29.September. Do vijan delijke pogingen tot doorbraak, in de tot nu toe gemelde aangrypsplaalsen, worden nijdig voortgezet Een gasbom benaan val der Eugelsche mislukte opnieuw en onze tegenaanval stelde ons terug 111 liet bezit van een door ons, noordelijk Loos, verlaten ter rein. Hevige Eugelsche aanvallen in do streek van Loos vernietigden zich met zware verlieven. Dikwijls vernieuwd® Fransche aanvallen in de streek Souchez- Neuvillo worden gedeeltelijk door hevige tegenaanvallen afgeslagen. In Champagne bleven alle vijandelijke pogingen om door te breken zonder ge volg. Zijn cciiige uitslag is, «lat wij de vijand noord-westelijk Souain op eene lengte van 100 meters uit onze loopgra ven nog niet lu bben kunnen verwijderen. Op den onbuigzainen weder.-tand der Badensche bataljons, alsook der 65® Rijn-reservefegiinonten en van het 158® Wostfaalsclie infunterièregimeöt stuiten zich de voortdurende Fransche aanvallen. De zware verliezen welke de vijand zich berokkende bij do herhaalde bestor ming der hoogten van Massige waren

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1915 | | pagina 1