Oorlog in TurKeye OORLOGSBERICHTEN. JIJLES VERGE'S Wie is de moordenaar ServisGte-Oosisurijkscfie oorlog. Zondagrust. Raadselvrienden fllmanak en Qagklapper voor oen Yiaamscip Haard. LANDBOUW. In België en Frankrijk flalinnnschc Oorlog. gen over - Bietje De kader van dit stuk is nogmaals Brugge dat wit ligt van den sneeuw, ('t is een Nieuwjaarsdag) en 't stukje zelf is tintel-frisch als pas gevallen vlokken. In het drama zagen we de groote, wondere liefde van Monica dit wonder verrichten een verloren zoon met lijf en ziel in de donkere poelen van 't genot gedompeld, die verrijst tot hel Licht en de Gratie. In Bietje- zien we dit ander mirakeltje gebeuren hoe de dartele, zonnige liefde van een verrukke lijk peetdochtertje, twee broeders die ln jaren lang geen hartelijk woord tot mekaar gesproken hebben, weer onderling doet ver zoenen, hen dwingt tot den liefdekus, en vooral het oude hart van Monne, den sufferd, den verstooteling, zaligt met haar vlei-gedoe en geminnekoos. Hoe jammer dat van her veel, véél van de brozen teerheid van dit kantfijn bedrijfje, verloren ging voor den gewonen toeschouwer Want Sabbe heeft daarin véél meer gelegd dan men wel ver moeden zou het is niet enkel een spelletje van pret en lievigheid, er steekt hier weer almachtig véél ziel, véél sehnsucht (wij vinden geen beter woord) en melancolisch, diep gevoel in. Men zou eigenlijk, om dit alles goed te vatten, eerst - De Nood der Bariseele's moeten gelezen hebben. Daarin schildert den schrijver ons den kleinen Monne af als een tenger, vrouwelijk-schuch- ter ventje, waarvan de menschen zegden «dat manneken heeft een te groot hart in zijn lijfje. Monnetje was het kakkernestje van moeder, doch moederke stierf toen hij nog geen zeven jaar oud was. En van toen af was 't koekebrood-Ieventje voor hem gedaan. Monnetje was van de slimsten niethij ver langde niet naar veel wijsheid zijn te groot hartje snakte alleen naar veel zon, naar veel schoonheid en oneindig-veel vriend schap in 't leven. Dat jongetje zat zoo vol gevoel 1 Hij kon zich zoo dol aan iemand hechten 1 En weinigen die hem begrepen. Zijn broer Jean-Baptiste was van een gansch anderen deeg hij had wil en verstand, maar bijna geen hart Hij was notarisklerk gewor den, en keek héél uit de hoogte neer op Monne, den vernepeling. Toen vader er dan ook niet meer was, en zij te samen hun dagen gingen verdoen in 't groote koude oudershuis, werd hij natuur lijk de meester, en Monne de knecht. Hij won de centen hij mocht kommandeeren En Monne verdroeg alles geduldig als een goeie sukkel hij sloofde zich af om zijn broer te dienen. En in zijn vrijen tijd fokte hij konijntjes, kweekte duifjes, en deed aan snijwerk want daarin was hij zeer behendig. Doch nooit drong er voor hem een zonne straalken in dat muffe, doodsche huis nooit een vriendelijke blik, een goed woord dat was niet gemaakt voor onnoozelaars van zijn slag... En zijn oud hart hongerde zóó naar een beetje liefde Tot op zekeren dag Bietje Van Hoogenbemd, het dochtertje van den notaris en 't petekind van Jean-Baptiste, bij hen kwam binnengevallen als een bui van jeugd en vroolijkheid. Toen ging er weereen hel zonnetje aan 't schijnen over de grijze triestigheid van Monne's laatste levensdagen. Hij wordt zot van Bietje Hij Iaat haar met Het wil om voorkomen «lat SaM>e, niet zon der inzicht, dien naam van Monicn zal gekozen hebhen. Was iinmcrs de moeder van dien anderen zondaar die een heilige is geworden, van den H. Augiisiintift, niet de H. Monicn, wier groote, trouwe liefde zoolang over haar zoon waakte on weende, tot het Licht voor hem scheen I Sabbe zal ook wel de roerende parabel van den Verloren Zoon dikwi-rf gelezen en genoten hebben. Sabbe is geen katholiek (dit noel niets al aan de waarde zijner kunst,) maar als katholieken, en zonder in het minst kortzichtig te gaan doen, mogen wij er toch wel even op wijzen, hoe een schrijver als «ieze, die zich vooral veropenbaart als een eerlijk en oprecht artiest, putten ging aan godsdienstige bron nen, om al dat fijn en ideaal-niooi werk te leveren. Meu denke maar even aan zijn heerlijk verhaal Een Mei van Vroomheid dat als met een gear van kloostertucht en bloesems is doortrokken. Ten andere.men cijferu nil Brnggehet godsdien.stigkunst element weg de meesterstukken van den primi tief-schilder Memlinghet Begijnhof de prachtige kerken en kapellen die juweel«-n zijn van middel- eeuw'scheo bouwtrant, en het vredig gekout hunner klokjes af en aan laten babbelen over de oude stad; en de xiel van Brugge ware dood zijn konijntjes en zijn duifjes spelen hij snijdt voor haar in 't hout mannekens en beesten, en honderd lieve prutsen meer. Van daar jaloerschheid en nieuwe drift-vlagen bij den kregeligen Jean-Baptiste, die het op alle tonen herhaalt dat hij hier alleen de baas en de peter is, en dreigt zijn broer in 't pee kenshuis te steken, als hij met die «zottig heden voordoet. Het fijne, geslepen din getje, dat Bietje heet, heeft alras beet dat er wat hapert tusschen de twee broers haar plan is gemaakt. Zij zal zich dan tusschen her. plaatsen met hare lieftalligheid die aan trekt als '11 magneetsteen, om die twee weer naar mekaar toe te halen, en terwijl haar gestreel de toornige rimpels uit Jean-Baptiste's wezen algauw weet weg te aaien, houdt zij in 't geniep, toch liet meest van al van haar zoete, beste Peetje Monne Dit wordt alzoo een verrukkelijk, argeloos kinderspel een peet dochtertje dat in zich niets anders draagt dan zang en zonneschijn niet begrij pen kan dat er veete of haat onder de men schen doornt, en ook niet tevreden is voor aleer alles om haar heen weer zon en vreugde is. Dit is dan het thema dat de schrijver zoo meesterlijk heeft uitgewerkt in zijn «Bietje.» En met de zoo naief-innige rol van den ver stooteling Monne, klinkt even een noot van stillen, schreierigen weemoed boven al die zonnigheid uit. Deze rol werd - hoeven wij het te zeggen schitterend vertolkt door den Heer Em. Van Lierde. Een uiterste zorg heeft hij besteed om al die broos-gevoelige schakee ringen van Monne's karakter-waar er als een waas van treurige poëzy ligtover uitgespreid-te doen uitkomen, en 't is hem volkomen gelukt. Hoe prachtig o. a. is die scène van den broe derkus. van het clavecimbel-spel en den dans niet uitgevoerd geweest En aan 't slot, toen de sukkelende Monne, zich weer bij het oud speeltuig neerliet, er het deuntje van 't menuet weer huppelen deed, en er zoo hartstochtelijk bij verzuchten ging «MoederkeBietje Dat was effenaf schoon en aandoenlijk om er bij te weenen Ook de Heer J. Quintyn speelde kunstvol in zijn rol van Jean Baptiste en wekte de bewondering met een vertolking die zoo vol van waar, schilderachtig leven was. En Mej. Claeys (Bietje) heeft een zoo schoonen als wel verdienden triomf beleefd met hare stijl-volle interpretatie. Hoe graag schreven we nog meer daarover, maar het wordt hoog tijd te sluiten Dit mogen we niet zonder ook nog een warm woord van lof te reppen over het orkest, dat onder de leiding van den Heer Coessens, ons mooie muziek te proeven gaf. Aldus zijn deze twee vertooning-avonden, avonden geweest van verkwikkende, verede lende kunst avonden die ook ginder ver, in de droeve krijgsgevangenen-kampen, wat zon en troost zullen brengen Jef CRICK. De 48 Boekdeelen van W ONDERREIZEN zijn ter inzage ten bureele dezes, 31, Korte Zoutslraat, Aalst. Niettegenstaande den zeer goedkoopen prijs willen wij nochtans, de personen die deze werken begecren de gelegen heid bieden ze zich per boekdeel aan te schaffen. Wekelijks of tweemaal per week, naar begeerte dos koopers. kunnen een of twee exemplaren afgehaald worden, aan 1,25 fr. per exemplar, alleen als waarborg «lat al de exemplaren zullen genomen worden, moeten vijf frank gestort wor den als borg. Bij het afnemen vaD het laatste boekdeel wordt het gestorte geld terug betaald. De afzonderlijke exemplaren zullen zonder kosten ten huize besteld worden. De betaling geschied telkens tegen kwijt- schxift. BERLIJN, 26 Januari 1916. Geen bijzondere voorvallon. Uit Oostenrijksche bron WEENEN, 26 Januari 1916. Niets nieuws. In Galicien en aan de Strypa artilleriegevechten. Van 's middags tot middernacht, eenige dienstdoende apotheek, Zondag 30 Jan. M. Callebaut, Botermarkt. Aangenaam en nuttig kunt gij uwen tijd verdrijven, met de raad sels op te lossen in den Onder de goede oplossers wor den 20 buitengewone prachtige prijzen verlot. Deze Alm mak kost slechts o 25 en is bij de verkoopers en ten bureele van De Denderbode ver krijgbaar. Haast u, slechts nog en- kele exemplaren zijn voor handen. Het zoet worden der aardappels. Dikwijls heeft men te klagen over het zoet worden van aardappelknollen en iedereen weet genoeg dat zulke aardap pels aan tafel veelal slechts tegenzin verwekken. Zoete knollen zijn geenszins smakelijk in tegenstelling van veel spij zen die eerst door hun zoeten smaak werkelijk den eetlust verwekken of 'l water in den mond doen komen. Het zoet worden is geene eigenschap van zekere soorten aardappels, maar kan onder alle soorten voorkomen, aan gezien het vooral afhangt van den warmtegraad waarop de knollen be waard worden. Laat men de knollen lang op lage warmte liggen, zonder ze daarom tot op 't vriespunt te laten afkoe len of te laten vervriezen, dan worden ze zoet, min of meer volgens hunne samenstelling en vooral volgens hun zetmeelgehalte. De knollen vervriezen eerst bij afkoe ling op 3 graden beneden het vriespunt, dus op 3*. Bij hooger graden vervrie zen ze niet maar worden ze zoet, name lijk wanneer ze lot bij het vriespunt af koelen. L)e oorzaak van die verandering is nog niet goed beke id, maar ze kan aldus verklaart worden de aardappel knol is een levend wezen, die zelfs 's win ters in den kelder of in den kuil, tot zijn levensonderhoud gedurende den winter slaap ademt, waardoor de knol inwendig zekere, alhoewel geringe, scheikundige veranderingen ondergaat. Aldus wordt or uit het zetmeel langzamerhand suiker- ge vormd, die door de ademing evenwel stilletjes aan verbrandt en weer ver dwijnt. Op eiken warmtegraad heeft aldus eene vervorming van zelm- ol tot suiker plaats, zoolang de knol niet ver vriest. Evenwel vermindert de ademing naarmate de thermometer zinkt en bij het vriesput houdt ze geheel op. Worden aldus de knollen langen tijd op een lage warmte bewaard, dan wordt de gevorm de suiker door de adorning niet verbruikt en de aardappels worden zoet. Op 6 tot 7 graden houdt zich het evenwicht tus schen de vorming en 't verbruik van suiker, zoodat die warmtegraad als de meest geschikte voor de goede bewaring en overwintering der knollen zou mogen aanzien worden. Bij grooter warmte wordt het kiemen bevordert, waardoor de gevormde suiker eveneens verbruikt wordt. Bij lager warmte neemt de suiker vorming de overhand, aangezien de ge- vormde suiker door de ademing niet ver bruikt wordt, en deknolleu worden zoet. De zoete aardappels kan men verbete ren, door ze gedurende twe9 tot drie weken op een warmte van boven de 10 graden te houden of gedurende 4 tot 5 heer en graaf Beaucourt zette zich in de zadel. Op eenigen afstand van het huis keerde de graaf zich in den zadel om. Lepage was niet meer zichtbaar, evenmin als Sofie maar zijn overvol hart zegde hem, dat zij, achter eene gordijn verscholen, hem nazag. Hij wuifde voor het laatst met zijnen hoed en zette met zijne bege leiders snelt de reis voort. Toen zij door den hollen weg en de olijvenbosschen reden,zagdegraaf scherp uit of Leondari in het kreupelhout niet tot den aanval gereed lag. Hij uitte zijne vrees aan eenen der Grieken, die lachende zegde Er is geen gevaar, mijnheer, in 't geheel geen gevaar. Zijt gij daar zeker van vroeg de graaf. Ja, mijnheer. Nadat Leondari u dezen zomer in vrijheid stelde, maakten de soldaten deze streken den roover zoo onaangenaam, dat zij eene andere schuil plaats opzochten, waar zij tot nu toe zijn gebleven. De soldaten hebben de vervol ging reeds lang genoeg gestaakt.Leondari is hen te slim. Dan hebben wij niets te vreezen, merkte de graaf op. Neen Morgen of overmorgen zou de zaak reeds moeilijk zijn, zegde de Griek, zacht. (Wordt voortgezet). (140 Vervolg.) Alvorens wy elkander verlaten, mijnheer Lepage, wensch ik u mijne geheele dankbaarheid te betuigen voor de gastvrijheid, welke gij mij zoo edel moedig hebt gegeven, alsmede voor de lielderijke zorgen, welke ik in uw huis genoten. Hetzelfde zou ik voor den eersten den besten gedaan hebben, mijnheer, maar ik had wel gowenseht, dat de Voor zienigheid u een ander huis had aange wezen. Ik ben diep beproefd als ik aan mijne lieve Sofie denk, voor wie het leven voortaan geene bekoorlijkheid meer heb ben kan. En nochtans, mijnheer Lepage, 't is alleen aan u haar gelukkig te doen zijn. Is die afgrond dan zoo groot, die zoo nootlottig twee zielen van elkander scheidt Spreken wij er niet van, spreken wij er nooit over sprak mijnheer Lepage met holle stem, ik begrijp, mijn jonge vriend, dat uwe teleurstelling wreed is, maar <"e tijd zal uw verdriet lenigen. Gij zult later eene bruid vinden van hooger geboorte, wier naam den uwen, nieuwen luister zal bijzetten gij stamt af van een groot geslacht, en nooit hebb«m de Bcau- courts zich door een ongelijk huwelijk onteerd. Kent gij dan mijne familie Ik heb over haar hooren spreken, antwoordde mijnheer Lepage verlegen. Sedert eeuwen zijn do graven Beaucourt bekend door hunnen rijkdom, hunne fier heid Gij hebt dus in Frankrijk gewoond viel Alfred hem in de rede. De kluizenaar liet het hoofd zakkenr -— lk geloof dat gij Fransehman zijt riep de graaf. Is het lang geleden, dat gij niet in uw geboorteland geweest zijt Mijnheer Lepage deed een teeken, dat littgeeaierlei zin kan worden uitgelegd. Ér is niemand van wien gij gaarne berichten zoudt hebben Bij 't hooren dezer woorden, werd Sofie's vader doodsbleek, eene plotselinge ontroering overviel hem en hij wendde het hoofd af om zijn betrokken gelaat voor de oogen van zijnen ondervrager te verbergen. - Er is geen enkel persoon, in wien ik belang stel, antwoordde hij, noch in Frankrijk, noch in heel de wereld. Zoudt gij ooit mijnen vader gekend hebben vroeg Alfred opnieuw. Ik heb hem menigmaal gezien. Hij is sedert zes jaren dood en mijne moeder is hem van nabij gevolgd. Een vreemd gevoel overmeesterde den rampzalige, bij het hooren van die laai. Sedert zestien^aren had hij niets meer uit zijn land vernomen, hij wist niet of de weezens die hij had lief gehad, dood of levend waren. O neen hij wilde de eenige gelegenheid niet laten ontsnap pen, die zicli voor hem opdeed om narichten te hebben, welke hij nu ver langde te kennen. Toen ik in Frankrijk was, zegde hij op oenen toon, welke hij onverschil lig wilde doen zijn, heb ik vele groote mannen hooren noemen.... Welke zijn tegenwoordig de geslachten, wier leden zich 't meest werkdadig met de staat kunde bezig houden, of hooge ambten bekleeden De graaf noemde verscheidene mannen, welke bij zijnen gastheer geen belang schenen op te wekken, toen hij onver hoeds ook den naam noemde van den heer Alexander Cbarlemont. Ik meen dat mijn voogd als een der toonaangevende persoonlijkheden kan worden aangewezen, merkte de graaf op. Het spreekt van zelf, dat hij thans mijn voogd niet meer is, maar hij was na den dood van mijnen vader, gedurende den tijd van mijne minderjarigheid. Mijnheer Lepage rilde t hoofd tot de voeten Zoo, mijnheer Alexander Charlc- mont is uw voegd geweest vroeg liy met beklemde stem. Is hij getrouwd Neen, hoewel hij een der schoonste mannen is. die men kan ontmoeten. Het schijnt dat hij sedert verscheidene jaren eene vrouw zoekt die zijne vereering niet beantwoordt. Evenwel sprak men veel over die vereering, voor mijn vertrek naar Griekenland. -- En wie is die vrouw Eene deugdzame, hoewel zij niet meer in haar lentejaren is Zij heet me vrouw Eugenic Mixtome, dochter van de Montfagon. Een diepe zucht ontsnapte de lippen van mijnheer Lepage en zijne gelaats trekken werden bleek als een lijk. Op dit oogenblik trok hel paardenge trappel de aandacht van graaf Beaucourt, waardoor hij de ontroering van zijnen gastheer niet bemerkte. Gij moet die namen hebben hooren noemen, mijnheer Lepage, hervatte de graaf, want het is omtrent achttien jaren geleden, dat door geheel Europa de mare van een bloedig treurspel de ronde deed, waarin die personen voorkwamen. De gidsen naderden, luid sprekende, de warande. Mijnheer Lepage stond op en was ge noodzaakt zich aan eenen pilaar vasl te houden, zijne knieën knikten onder hem weg. Vertrek mijnheer de graaf zegde hij met heesche stem. Het eenigste wat ik u smeek, is dat gij met niemand ter wereld over mij of Sofie spreeket. Vaar wel, dat de Hemel u zegene Met deze woorden drukte hij den jon ker de had, en ging storapelend naar binnen. Philippe bracht het paard voor zijnen Uit Duitsche bron. BERLIJN, 26 Januari 1916. - De Franschen poogden gisteren door een getal tegenaanvallen hunne ontnomen schutsgraven ten ooste van Neuville lerug te nemen Zij werden iedermaal na hand gemeen gevechten afgeslagen. Franscho mijnenontploffliigen in de Ar- gonnon deden op eene kleine oppervlakte onze graven tegen de hoogte 285,instor ten ten noorde van La Chalade. Wij bo- zettoden den springtrechlor, nadat wij den aanval des vijands deden mislukken. Marinevliegtuigen vielen de militaire aanlagen des vijandsaan bij La Panne, onze krijgsvliegtuigen de ijzerenweg aanlagen van Loo, ten zuid-weste van Dixmuide en van Bétiiune. Uit Fransche bron PARIJS, 20 Januari 1916. Ambte lijk bericht van 25 Januari 's namiddags: In Bel, ië gaat de artillerie van beide zijden voort, in den loop van den nacht, rond Nieuwpoort een levendige bedrij vigheid te ontplooien. Nieuwe eenheden bestatigden dal vijandelijke aanvalspo- gingen tegen dc IJzermonding door onze artillerie werd afgeslagen. Het gelukte de duitschers niet zich te ontwikkelen, uilgenomen op een punt, waar enkele groepen in onze vooruitgeschovene gra ven drongen. I11 Arlesie werden gisteren de door den vijand tegen Neuville-St-Vaast onderno men werkingen,welke volkomen misluk ten, tegen den avond wederom, doch in meerderen omvang, ondernomen. Na eene geheele rij mijneiionlploffingen, welke door eene lievige beschieting bege leid waren, vielon de duitschers op een front van 1500 meters aan, in de streek uitmakende ongeveer dc straat Arras- Lens en Neuvillo-St-Vaast-Thélus. Op twee punten daar waar onze schutsgra ven door de ontploffing vernietigd waren, bezette «le vijand de trechters, waarvan een deel door ons werden terug geno men.In de Vogezen beschoten wij kracht dadig de vijandelijke werken bij Ban de- Sapt. Ambtelijk avondbericht van 25 Jan. In België ton zuid-oosten van Boe- singlie beschiet onze artillerie te samen met de engelseho hevig de vijandelijke werken. Hoden voormiddag wierpen twee duitsche vliegtuigen bommen op Duinkerke eu naaste omgeving. Vijf per sonen werden gedood en drie gewond. In Artesie was de kanonade zeer levendig ten oosten Neuville en in de streek vau Bally. Noorderlijk de Aisne verstrooiden wij een beduidend vijandelijk transport. I11 de streek van Craonnc werd eene duitsche batterij, welke de brug bij Berry-au-Bac poogde te vernietigen, door het vuur van ons zwaar geschut bescha digd. Op de Maashoogten in den seklor van Neuilly werd eene vijandelijke af- deeling, welke na een zeer hevigbombar- dement, onze linies trachtte te naderen, door ons vuur licht verstrooid. In de Vogezen krachtdadig vuur onzer artille rie op de vijandelijke stellingen bij Muhl- bach, Stossweier en de onderkomens van Pain des-Chènes. Tamelijk levendig artilleriegevecht op verscheidene punten van het Belgisch front. Uit Duitsche bron. Uit Russische bron St. PETERSBURG, 26 Januari 1916. Ambtelijk bericht van 25 Januari. Onze artillerie beschoot gisteren do duitsche stellingen aan de Diiua stroom afwaarts Frederikstad. Op 24 Januari wierp een vijandelijk vliegtuig twee bom men op Pünaburg eene vrouw werd ge dood. In de omstreken van liet dorp Ossnischki, ten weste der Bojinskoje mimren wierpen wijeenen tegen onze hin dernissen gerichten aanval terug. Oostenrijksch-Hongaarsch- Uit Oostenrijksche bron. WEENEN, 26 Januari 1916. - Aan den Görzer bruggenkop namen onze troe pen in de gevechten bij Oslavija een deel der vijandelijke stellingen in bezit hierbij vielen 1197 man, waaronder 45 officieren, en twee machine geweren in onze handen. Ook op verschillende pun ten van het Izonzofronl namen de ge vechten in hevigheid toe. De aanvallen en de naderings pogingen der italianen togen Podgora, het Monte san Michele en onze stellingen ten ooste. van Monfalcone ^er- don afgeslagen.Onze vliegeniers belegden magazijnen en loodsen des vijands in Borgo en Alia met bommen. Uit ItaliaandChe bron ROME, 25 Januari 1916. In het Lagarinadal sloegen onze troepen in den nacht van 24 en later in de stellingen der omgeving van Mori eene vijandelijke afdeeling terug, welke bij verrassing zocht te naderen. In het Suganadal wierp de vijandelijke artillerie eene granaat op Borgo en Roncegno, waardoor in laatst genoemde plaats een vuurgloed ontsond. Oze artillerie begon opnieuw de beschie ting van de spoorwegstatie van Ga'.do nazzo. In den sektor der Tolmeinon poogde de vijand, door nevel begunstigt, tweemaal de stellingen van St. Lucia aan te vallen. Aan den midden Izonzo hevig vijandelijk artillerievuur tegen onze stel lingen op de hoogte van Görz. Op het overige front geene veranderin gen. Uit Oostenrijksche bron. De overeenkomst aangaande den wa penstilstand van het montenegrijnsch leger werd gisteren om 6 uur door de gevolmachtigden der montenegrijnsehe regoering onderteekend. De ontwapening gaat zonder moeilijkheden vooruit. Zij werd ook tot het gebied Kolasin en Andri- jevica uitgebreid. Uit Turksche bron KONSTANTINOPEL, 26 Januari 1916. Aan het Irakfrontondernam de vijand, na zijne groote verliezen bij Felahie geen nieuwen aanval. Bij Kut-el-Amara met tusschenpoozen arlilleriegevechten. I11 den nacht van 18 Januari overviolen wij bij verrassing een vijandelijk kamp ten weste van Korna en dooden talrijke soldaten en veel vee. Aan dit front sneeuwt het bij uitzondering, hevige koudo volgde. Aan het Kaukasus front niets van beteokenis, uitgenomen eenige schermut selingen aan den rechten vleugel ten noorde van den Muradstroom. Aan de overige fronton geen verandering. Uit Russische bron

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1916 | | pagina 2