Oorlog in TurKeye
OORLOGSBERICHTEN.
JIJLES VERGE'S
Wie is de moordenaar
ServisGte-Oosisurijkscfie oorlog.
Zondagrust.
Raadselvrienden
fllmanak en Qagklapper voor oen
Yiaamscip Haard.
LANDBOUW.
In België en Frankrijk
flalinnnschc Oorlog.
gen over - Bietje De kader van dit stuk is
nogmaals Brugge dat wit ligt van den
sneeuw, ('t is een Nieuwjaarsdag) en 't stukje
zelf is tintel-frisch als pas gevallen vlokken.
In het drama zagen we de groote, wondere
liefde van Monica dit wonder verrichten
een verloren zoon met lijf en ziel in de
donkere poelen van 't genot gedompeld, die
verrijst tot hel Licht en de Gratie. In Bietje-
zien we dit ander mirakeltje gebeuren hoe
de dartele, zonnige liefde van een verrukke
lijk peetdochtertje, twee broeders die ln
jaren lang geen hartelijk woord tot mekaar
gesproken hebben, weer onderling doet ver
zoenen, hen dwingt tot den liefdekus, en
vooral het oude hart van Monne, den sufferd,
den verstooteling, zaligt met haar vlei-gedoe
en geminnekoos. Hoe jammer dat van her
veel, véél van de brozen teerheid van dit
kantfijn bedrijfje, verloren ging voor den
gewonen toeschouwer Want Sabbe heeft
daarin véél meer gelegd dan men wel ver
moeden zou het is niet enkel een spelletje
van pret en lievigheid, er steekt hier weer
almachtig véél ziel, véél sehnsucht (wij
vinden geen beter woord) en melancolisch,
diep gevoel in. Men zou eigenlijk, om dit
alles goed te vatten, eerst - De Nood der
Bariseele's moeten gelezen hebben. Daarin
schildert den schrijver ons den kleinen
Monne af als een tenger, vrouwelijk-schuch-
ter ventje, waarvan de menschen zegden
«dat manneken heeft een te groot hart in zijn
lijfje. Monnetje was het kakkernestje van
moeder, doch moederke stierf toen hij nog
geen zeven jaar oud was. En van toen af was
't koekebrood-Ieventje voor hem gedaan.
Monnetje was van de slimsten niethij ver
langde niet naar veel wijsheid zijn te groot
hartje snakte alleen naar veel zon, naar
veel schoonheid en oneindig-veel vriend
schap in 't leven. Dat jongetje zat zoo
vol gevoel 1 Hij kon zich zoo dol aan iemand
hechten 1 En weinigen die hem begrepen.
Zijn broer Jean-Baptiste was van een gansch
anderen deeg hij had wil en verstand, maar
bijna geen hart Hij was notarisklerk gewor
den, en keek héél uit de hoogte neer op
Monne, den vernepeling.
Toen vader er dan ook niet meer was, en
zij te samen hun dagen gingen verdoen in
't groote koude oudershuis, werd hij natuur
lijk de meester, en Monne de knecht. Hij
won de centen hij mocht kommandeeren
En Monne verdroeg alles geduldig als een
goeie sukkel hij sloofde zich af om zijn
broer te dienen. En in zijn vrijen tijd fokte
hij konijntjes, kweekte duifjes, en deed aan
snijwerk want daarin was hij zeer behendig.
Doch nooit drong er voor hem een zonne
straalken in dat muffe, doodsche huis nooit
een vriendelijke blik, een goed woord dat
was niet gemaakt voor onnoozelaars van
zijn slag... En zijn oud hart hongerde zóó
naar een beetje liefde Tot op zekeren dag
Bietje Van Hoogenbemd, het dochtertje van
den notaris en 't petekind van Jean-Baptiste,
bij hen kwam binnengevallen als een bui van
jeugd en vroolijkheid. Toen ging er weereen
hel zonnetje aan 't schijnen over de grijze
triestigheid van Monne's laatste levensdagen.
Hij wordt zot van Bietje Hij Iaat haar met
Het wil om voorkomen «lat SaM>e, niet zon
der inzicht, dien naam van Monicn zal gekozen
hebhen. Was iinmcrs de moeder van dien anderen
zondaar die een heilige is geworden, van den
H. Augiisiintift, niet de H. Monicn, wier groote,
trouwe liefde zoolang over haar zoon waakte on
weende, tot het Licht voor hem scheen I Sabbe zal
ook wel de roerende parabel van den Verloren
Zoon dikwi-rf gelezen en genoten hebben. Sabbe
is geen katholiek (dit noel niets al aan de waarde
zijner kunst,) maar als katholieken, en zonder in
het minst kortzichtig te gaan doen, mogen wij er
toch wel even op wijzen, hoe een schrijver als «ieze,
die zich vooral veropenbaart als een eerlijk en
oprecht artiest, putten ging aan godsdienstige bron
nen, om al dat fijn en ideaal-niooi werk te leveren.
Meu denke maar even aan zijn heerlijk verhaal
Een Mei van Vroomheid dat als met een gear
van kloostertucht en bloesems is doortrokken. Ten
andere.men cijferu nil Brnggehet godsdien.stigkunst
element weg de meesterstukken van den primi
tief-schilder Memlinghet Begijnhof de prachtige
kerken en kapellen die juweel«-n zijn van middel-
eeuw'scheo bouwtrant, en het vredig gekout hunner
klokjes af en aan laten babbelen over de oude stad;
en de xiel van Brugge ware dood
zijn konijntjes en zijn duifjes spelen hij
snijdt voor haar in 't hout mannekens en
beesten, en honderd lieve prutsen meer. Van
daar jaloerschheid en nieuwe drift-vlagen bij
den kregeligen Jean-Baptiste, die het op alle
tonen herhaalt dat hij hier alleen de baas en
de peter is, en dreigt zijn broer in 't pee
kenshuis te steken, als hij met die «zottig
heden voordoet. Het fijne, geslepen din
getje, dat Bietje heet, heeft alras beet dat er
wat hapert tusschen de twee broers haar
plan is gemaakt. Zij zal zich dan tusschen
her. plaatsen met hare lieftalligheid die aan
trekt als '11 magneetsteen, om die twee weer
naar mekaar toe te halen, en terwijl haar
gestreel de toornige rimpels uit Jean-Baptiste's
wezen algauw weet weg te aaien, houdt zij
in 't geniep, toch liet meest van al van haar
zoete, beste Peetje Monne Dit wordt
alzoo een verrukkelijk, argeloos kinderspel
een peet dochtertje dat in zich niets anders
draagt dan zang en zonneschijn niet begrij
pen kan dat er veete of haat onder de men
schen doornt, en ook niet tevreden is voor
aleer alles om haar heen weer zon en vreugde
is. Dit is dan het thema dat de schrijver zoo
meesterlijk heeft uitgewerkt in zijn «Bietje.»
En met de zoo naief-innige rol van den ver
stooteling Monne, klinkt even een noot van
stillen, schreierigen weemoed boven al die
zonnigheid uit. Deze rol werd - hoeven wij het
te zeggen schitterend vertolkt door den Heer
Em. Van Lierde. Een uiterste zorg heeft hij
besteed om al die broos-gevoelige schakee
ringen van Monne's karakter-waar er als een
waas van treurige poëzy ligtover uitgespreid-te
doen uitkomen, en 't is hem volkomen gelukt.
Hoe prachtig o. a. is die scène van den broe
derkus. van het clavecimbel-spel en den dans
niet uitgevoerd geweest En aan 't slot, toen
de sukkelende Monne, zich weer bij het oud
speeltuig neerliet, er het deuntje van 't menuet
weer huppelen deed, en er zoo hartstochtelijk
bij verzuchten ging «MoederkeBietje
Dat was effenaf schoon en aandoenlijk om er
bij te weenen Ook de Heer J. Quintyn
speelde kunstvol in zijn rol van Jean Baptiste
en wekte de bewondering met een vertolking
die zoo vol van waar, schilderachtig leven
was. En Mej. Claeys (Bietje) heeft een zoo
schoonen als wel verdienden triomf beleefd
met hare stijl-volle interpretatie.
Hoe graag schreven we nog meer daarover,
maar het wordt hoog tijd te sluiten
Dit mogen we niet zonder ook nog een
warm woord van lof te reppen over het orkest,
dat onder de leiding van den Heer Coessens,
ons mooie muziek te proeven gaf.
Aldus zijn deze twee vertooning-avonden,
avonden geweest van verkwikkende, verede
lende kunst avonden die ook ginder ver, in
de droeve krijgsgevangenen-kampen, wat zon
en troost zullen brengen
Jef CRICK.
De 48 Boekdeelen van
W ONDERREIZEN
zijn ter inzage ten bureele dezes, 31,
Korte Zoutslraat, Aalst.
Niettegenstaande den zeer goedkoopen
prijs willen wij nochtans, de personen
die deze werken begecren de gelegen
heid bieden ze zich per boekdeel aan
te schaffen.
Wekelijks of tweemaal per week, naar
begeerte dos koopers. kunnen een of twee
exemplaren afgehaald worden, aan 1,25
fr. per exemplar, alleen als waarborg
«lat al de exemplaren zullen genomen
worden, moeten vijf frank gestort wor
den als borg. Bij het afnemen vaD het
laatste boekdeel wordt het gestorte geld
terug betaald.
De afzonderlijke exemplaren zullen
zonder kosten ten huize besteld worden.
De betaling geschied telkens tegen kwijt-
schxift.
BERLIJN, 26 Januari 1916. Geen
bijzondere voorvallon.
Uit Oostenrijksche bron
WEENEN, 26 Januari 1916. Niets
nieuws.
In Galicien en aan de Strypa
artilleriegevechten.
Van 's middags tot middernacht, eenige
dienstdoende apotheek, Zondag 30 Jan.
M. Callebaut, Botermarkt.
Aangenaam en nuttig kunt gij
uwen tijd verdrijven, met de raad
sels op te lossen in den
Onder de goede oplossers wor
den 20 buitengewone prachtige
prijzen verlot.
Deze Alm mak kost slechts o 25
en is bij de verkoopers en ten
bureele van De Denderbode ver
krijgbaar.
Haast u, slechts nog en-
kele exemplaren zijn voor
handen.
Het zoet worden der aardappels.
Dikwijls heeft men te klagen over het
zoet worden van aardappelknollen en
iedereen weet genoeg dat zulke aardap
pels aan tafel veelal slechts tegenzin
verwekken. Zoete knollen zijn geenszins
smakelijk in tegenstelling van veel spij
zen die eerst door hun zoeten smaak
werkelijk den eetlust verwekken of
'l water in den mond doen komen.
Het zoet worden is geene eigenschap
van zekere soorten aardappels, maar
kan onder alle soorten voorkomen, aan
gezien het vooral afhangt van den
warmtegraad waarop de knollen be
waard worden. Laat men de knollen
lang op lage warmte liggen, zonder ze
daarom tot op 't vriespunt te laten afkoe
len of te laten vervriezen, dan worden
ze zoet, min of meer volgens hunne
samenstelling en vooral volgens hun
zetmeelgehalte.
De knollen vervriezen eerst bij afkoe
ling op 3 graden beneden het vriespunt,
dus op 3*. Bij hooger graden vervrie
zen ze niet maar worden ze zoet, name
lijk wanneer ze lot bij het vriespunt af
koelen. L)e oorzaak van die verandering
is nog niet goed beke id, maar ze kan
aldus verklaart worden de aardappel
knol is een levend wezen, die zelfs 's win
ters in den kelder of in den kuil, tot zijn
levensonderhoud gedurende den winter
slaap ademt, waardoor de knol inwendig
zekere, alhoewel geringe, scheikundige
veranderingen ondergaat. Aldus wordt
or uit het zetmeel langzamerhand suiker-
ge vormd, die door de ademing evenwel
stilletjes aan verbrandt en weer ver
dwijnt. Op eiken warmtegraad heeft
aldus eene vervorming van zelm- ol tot
suiker plaats, zoolang de knol niet ver
vriest. Evenwel vermindert de ademing
naarmate de thermometer zinkt en bij
het vriesput houdt ze geheel op. Worden
aldus de knollen langen tijd op een lage
warmte bewaard, dan wordt de gevorm
de suiker door de adorning niet verbruikt
en de aardappels worden zoet. Op 6 tot 7
graden houdt zich het evenwicht tus
schen de vorming en 't verbruik van
suiker, zoodat die warmtegraad als de
meest geschikte voor de goede bewaring
en overwintering der knollen zou mogen
aanzien worden. Bij grooter warmte
wordt het kiemen bevordert, waardoor
de gevormde suiker eveneens verbruikt
wordt. Bij lager warmte neemt de suiker
vorming de overhand, aangezien de ge-
vormde suiker door de ademing niet ver
bruikt wordt, en deknolleu worden zoet.
De zoete aardappels kan men verbete
ren, door ze gedurende twe9 tot drie
weken op een warmte van boven de 10
graden te houden of gedurende 4 tot 5
heer en graaf Beaucourt zette zich in de
zadel.
Op eenigen afstand van het huis keerde
de graaf zich in den zadel om. Lepage
was niet meer zichtbaar, evenmin als
Sofie maar zijn overvol hart zegde hem,
dat zij, achter eene gordijn verscholen,
hem nazag. Hij wuifde voor het laatst
met zijnen hoed en zette met zijne bege
leiders snelt de reis voort.
Toen zij door den hollen weg en de
olijvenbosschen reden,zagdegraaf scherp
uit of Leondari in het kreupelhout niet
tot den aanval gereed lag. Hij uitte zijne
vrees aan eenen der Grieken, die lachende
zegde
Er is geen gevaar, mijnheer, in
't geheel geen gevaar.
Zijt gij daar zeker van vroeg de
graaf.
Ja, mijnheer. Nadat Leondari u
dezen zomer in vrijheid stelde, maakten
de soldaten deze streken den roover zoo
onaangenaam, dat zij eene andere schuil
plaats opzochten, waar zij tot nu toe zijn
gebleven. De soldaten hebben de vervol
ging reeds lang genoeg gestaakt.Leondari
is hen te slim.
Dan hebben wij niets te vreezen,
merkte de graaf op.
Neen Morgen of overmorgen zou
de zaak reeds moeilijk zijn, zegde de
Griek, zacht.
(Wordt voortgezet).
(140 Vervolg.)
Alvorens wy elkander verlaten,
mijnheer Lepage, wensch ik u mijne
geheele dankbaarheid te betuigen voor
de gastvrijheid, welke gij mij zoo edel
moedig hebt gegeven, alsmede voor de
lielderijke zorgen, welke ik in uw huis
genoten.
Hetzelfde zou ik voor den eersten
den besten gedaan hebben, mijnheer,
maar ik had wel gowenseht, dat de Voor
zienigheid u een ander huis had aange
wezen. Ik ben diep beproefd als ik aan
mijne lieve Sofie denk, voor wie het leven
voortaan geene bekoorlijkheid meer heb
ben kan.
En nochtans, mijnheer Lepage, 't is
alleen aan u haar gelukkig te doen zijn.
Is die afgrond dan zoo groot, die zoo
nootlottig twee zielen van elkander
scheidt
Spreken wij er niet van, spreken
wij er nooit over sprak mijnheer Lepage
met holle stem, ik begrijp, mijn jonge
vriend, dat uwe teleurstelling wreed is,
maar <"e tijd zal uw verdriet lenigen. Gij
zult later eene bruid vinden van hooger
geboorte, wier naam den uwen, nieuwen
luister zal bijzetten gij stamt af van een
groot geslacht, en nooit hebb«m de Bcau-
courts zich door een ongelijk huwelijk
onteerd.
Kent gij dan mijne familie
Ik heb over haar hooren spreken,
antwoordde mijnheer Lepage verlegen.
Sedert eeuwen zijn do graven Beaucourt
bekend door hunnen rijkdom, hunne fier
heid
Gij hebt dus in Frankrijk gewoond
viel Alfred hem in de rede.
De kluizenaar liet het hoofd zakkenr
-— lk geloof dat gij Fransehman zijt
riep de graaf. Is het lang geleden, dat gij
niet in uw geboorteland geweest zijt
Mijnheer Lepage deed een teeken, dat
littgeeaierlei zin kan worden uitgelegd.
Ér is niemand van wien gij gaarne
berichten zoudt hebben
Bij 't hooren dezer woorden, werd
Sofie's vader doodsbleek, eene plotselinge
ontroering overviel hem en hij wendde
het hoofd af om zijn betrokken gelaat
voor de oogen van zijnen ondervrager te
verbergen.
- Er is geen enkel persoon, in wien
ik belang stel, antwoordde hij, noch in
Frankrijk, noch in heel de wereld.
Zoudt gij ooit mijnen vader gekend
hebben vroeg Alfred opnieuw.
Ik heb hem menigmaal gezien.
Hij is sedert zes jaren dood en mijne
moeder is hem van nabij gevolgd.
Een vreemd gevoel overmeesterde den
rampzalige, bij het hooren van die laai.
Sedert zestien^aren had hij niets meer uit
zijn land vernomen, hij wist niet of de
weezens die hij had lief gehad, dood of
levend waren. O neen hij wilde de
eenige gelegenheid niet laten ontsnap
pen, die zicli voor hem opdeed om
narichten te hebben, welke hij nu ver
langde te kennen.
Toen ik in Frankrijk was, zegde
hij op oenen toon, welke hij onverschil
lig wilde doen zijn, heb ik vele groote
mannen hooren noemen.... Welke zijn
tegenwoordig de geslachten, wier leden
zich 't meest werkdadig met de staat
kunde bezig houden, of hooge ambten
bekleeden
De graaf noemde verscheidene mannen,
welke bij zijnen gastheer geen belang
schenen op te wekken, toen hij onver
hoeds ook den naam noemde van den heer
Alexander Cbarlemont.
Ik meen dat mijn voogd als een der
toonaangevende persoonlijkheden kan
worden aangewezen, merkte de graaf op.
Het spreekt van zelf, dat hij thans mijn
voogd niet meer is, maar hij was na den
dood van mijnen vader, gedurende den
tijd van mijne minderjarigheid.
Mijnheer Lepage rilde t hoofd tot de
voeten
Zoo, mijnheer Alexander Charlc-
mont is uw voegd geweest vroeg liy
met beklemde stem. Is hij getrouwd
Neen, hoewel hij een der schoonste
mannen is. die men kan ontmoeten. Het
schijnt dat hij sedert verscheidene jaren
eene vrouw zoekt die zijne vereering niet
beantwoordt. Evenwel sprak men veel
over die vereering, voor mijn vertrek
naar Griekenland.
-- En wie is die vrouw
Eene deugdzame, hoewel zij niet
meer in haar lentejaren is Zij heet me
vrouw Eugenic Mixtome, dochter van de
Montfagon.
Een diepe zucht ontsnapte de lippen
van mijnheer Lepage en zijne gelaats
trekken werden bleek als een lijk.
Op dit oogenblik trok hel paardenge
trappel de aandacht van graaf Beaucourt,
waardoor hij de ontroering van zijnen
gastheer niet bemerkte.
Gij moet die namen hebben hooren
noemen, mijnheer Lepage, hervatte de
graaf, want het is omtrent achttien jaren
geleden, dat door geheel Europa de mare
van een bloedig treurspel de ronde deed,
waarin die personen voorkwamen.
De gidsen naderden, luid sprekende,
de warande.
Mijnheer Lepage stond op en was ge
noodzaakt zich aan eenen pilaar vasl te
houden, zijne knieën knikten onder hem
weg.
Vertrek mijnheer de graaf zegde
hij met heesche stem. Het eenigste wat
ik u smeek, is dat gij met niemand ter
wereld over mij of Sofie spreeket. Vaar
wel, dat de Hemel u zegene
Met deze woorden drukte hij den jon
ker de had, en ging storapelend naar
binnen.
Philippe bracht het paard voor zijnen
Uit Duitsche bron.
BERLIJN, 26 Januari 1916. - De
Franschen poogden gisteren door een
getal tegenaanvallen hunne ontnomen
schutsgraven ten ooste van Neuville lerug
te nemen Zij werden iedermaal na hand
gemeen gevechten afgeslagen.
Franscho mijnenontploffliigen in de Ar-
gonnon deden op eene kleine oppervlakte
onze graven tegen de hoogte 285,instor
ten ten noorde van La Chalade. Wij bo-
zettoden den springtrechlor, nadat wij
den aanval des vijands deden mislukken.
Marinevliegtuigen vielen de militaire
aanlagen des vijandsaan bij La Panne,
onze krijgsvliegtuigen de ijzerenweg
aanlagen van Loo, ten zuid-weste van
Dixmuide en van Bétiiune.
Uit Fransche bron
PARIJS, 20 Januari 1916. Ambte
lijk bericht van 25 Januari 's namiddags:
In Bel, ië gaat de artillerie van beide
zijden voort, in den loop van den nacht,
rond Nieuwpoort een levendige bedrij
vigheid te ontplooien. Nieuwe eenheden
bestatigden dal vijandelijke aanvalspo-
gingen tegen dc IJzermonding door onze
artillerie werd afgeslagen. Het gelukte
de duitschers niet zich te ontwikkelen,
uilgenomen op een punt, waar enkele
groepen in onze vooruitgeschovene gra
ven drongen.
I11 Arlesie werden gisteren de door den
vijand tegen Neuville-St-Vaast onderno
men werkingen,welke volkomen misluk
ten, tegen den avond wederom, doch in
meerderen omvang, ondernomen. Na
eene geheele rij mijneiionlploffingen,
welke door eene lievige beschieting bege
leid waren, vielon de duitschers op een
front van 1500 meters aan, in de streek
uitmakende ongeveer dc straat Arras-
Lens en Neuvillo-St-Vaast-Thélus. Op
twee punten daar waar onze schutsgra
ven door de ontploffing vernietigd waren,
bezette «le vijand de trechters, waarvan
een deel door ons werden terug geno
men.In de Vogezen beschoten wij kracht
dadig de vijandelijke werken bij Ban de-
Sapt.
Ambtelijk avondbericht van 25 Jan.
In België ton zuid-oosten van Boe-
singlie beschiet onze artillerie te samen
met de engelseho hevig de vijandelijke
werken. Hoden voormiddag wierpen
twee duitsche vliegtuigen bommen op
Duinkerke eu naaste omgeving. Vijf per
sonen werden gedood en drie gewond. In
Artesie was de kanonade zeer levendig
ten oosten Neuville en in de streek vau
Bally. Noorderlijk de Aisne verstrooiden
wij een beduidend vijandelijk transport.
I11 de streek van Craonnc werd eene
duitsche batterij, welke de brug bij
Berry-au-Bac poogde te vernietigen, door
het vuur van ons zwaar geschut bescha
digd. Op de Maashoogten in den seklor
van Neuilly werd eene vijandelijke af-
deeling, welke na een zeer hevigbombar-
dement, onze linies trachtte te naderen,
door ons vuur licht verstrooid. In de
Vogezen krachtdadig vuur onzer artille
rie op de vijandelijke stellingen bij Muhl-
bach, Stossweier en de onderkomens van
Pain des-Chènes.
Tamelijk levendig artilleriegevecht op
verscheidene punten van het Belgisch
front.
Uit Duitsche bron.
Uit Russische bron
St. PETERSBURG, 26 Januari 1916.
Ambtelijk bericht van 25 Januari.
Onze artillerie beschoot gisteren do
duitsche stellingen aan de Diiua stroom
afwaarts Frederikstad. Op 24 Januari
wierp een vijandelijk vliegtuig twee bom
men op Pünaburg eene vrouw werd ge
dood. In de omstreken van liet dorp
Ossnischki, ten weste der Bojinskoje
mimren wierpen wijeenen tegen onze hin
dernissen gerichten aanval terug.
Oostenrijksch-Hongaarsch-
Uit Oostenrijksche bron.
WEENEN, 26 Januari 1916. - Aan
den Görzer bruggenkop namen onze troe
pen in de gevechten bij Oslavija een deel
der vijandelijke stellingen in bezit
hierbij vielen 1197 man, waaronder 45
officieren, en twee machine geweren in
onze handen. Ook op verschillende pun
ten van het Izonzofronl namen de ge
vechten in hevigheid toe. De aanvallen en
de naderings pogingen der italianen togen
Podgora, het Monte san Michele en onze
stellingen ten ooste. van Monfalcone ^er-
don afgeslagen.Onze vliegeniers belegden
magazijnen en loodsen des vijands in
Borgo en Alia met bommen.
Uit ItaliaandChe bron
ROME, 25 Januari 1916. In het
Lagarinadal sloegen onze troepen in den
nacht van 24 en later in de stellingen
der omgeving van Mori eene vijandelijke
afdeeling terug, welke bij verrassing
zocht te naderen. In het Suganadal wierp
de vijandelijke artillerie eene granaat op
Borgo en Roncegno, waardoor in laatst
genoemde plaats een vuurgloed ontsond.
Oze artillerie begon opnieuw de beschie
ting van de spoorwegstatie van Ga'.do
nazzo. In den sektor der Tolmeinon
poogde de vijand, door nevel begunstigt,
tweemaal de stellingen van St. Lucia aan
te vallen. Aan den midden Izonzo hevig
vijandelijk artillerievuur tegen onze stel
lingen op de hoogte van Görz.
Op het overige front geene veranderin
gen.
Uit Oostenrijksche bron.
De overeenkomst aangaande den wa
penstilstand van het montenegrijnsch
leger werd gisteren om 6 uur door de
gevolmachtigden der montenegrijnsehe
regoering onderteekend. De ontwapening
gaat zonder moeilijkheden vooruit. Zij
werd ook tot het gebied Kolasin en Andri-
jevica uitgebreid.
Uit Turksche bron
KONSTANTINOPEL, 26 Januari 1916.
Aan het Irakfrontondernam de vijand,
na zijne groote verliezen bij Felahie
geen nieuwen aanval. Bij Kut-el-Amara
met tusschenpoozen arlilleriegevechten.
I11 den nacht van 18 Januari overviolen
wij bij verrassing een vijandelijk kamp
ten weste van Korna en dooden talrijke
soldaten en veel vee. Aan dit front
sneeuwt het bij uitzondering, hevige
koudo volgde.
Aan het Kaukasus front niets van
beteokenis, uitgenomen eenige schermut
selingen aan den rechten vleugel ten
noorde van den Muradstroom. Aan de
overige fronton geen verandering.
Uit Russische bron