BussiSGh- Duüsehe Oorlog.
Oorlog in Tnrkeye
OORLOGSBERICHTEN.
Wie is de moordenaar
Oorlog in den Ralkan
Kronyke
Op den Balkan
Een en ander.
Italiaansche Oorlog.
ofte Merckweerdige geschiedenissen
't sedert het jaar 1780
inhoudende het besonderste voorgevallen
ten tijde der Brabantsche en Fransche
Revolutiên. etc.
(13* Vervolg.)
Keizer Jozef II doet zijne opge-
schorste edikten en ordonnantieën
weer in toepassing komen. Hij
pleegt geweld tegen den Raad van
Brabant.
1788. Den 22 Juny is dein Souve-
rijnen Raed van Braband berin geld (om
ringd) door de kyserlycke dragonders,
en de canons wierden voor den zei ven
geposteerd, om do raedsheeren in hunne
te nemen besluyten te dwingen. Dien
selveu dag, smorgens om acht uren, sond
de Staatsminister aen den selven raed
eenen staetsbrief of depeche waarbij hij
hun liet welen dat hij volstrektelijk
wilde (overeenkomstig zijne vorige beve
len) dat het edict van den 17 december
1787 zou verkondigt worden binnen den
tijd van vier en twintig uren, die reeds
bijnae verloopen waeren dat hy hun
nogmaels gebood daeraen te voldoen.
Hy verbood hun stiptelijk te scheyden of
het raedhuys te veriaeten, alvorens deze
verkonding volbragt en hem rekenschap
van hun genomen besluyt gegeven te
hebben. Hij berigte hun oock seffens
dat hy geen hoegenaeint vertoogschrift
zou aanveerden, en, indien men hem er
eenig zond dat de Raed zich bloot zou
stellen aen deze versmaeding, dal men
het hun selfs onopengedaen weder zou
zenden, en dat wel met eene naedere
aenzegging (bepaling) in deze duydelijke
woorden begrepen dat, gelijk hij hun
den dag te voren vier en twintig ueren
tot beraeming verleent had, hij er dien
dag maer vier koude toestaen, en, dat in
geval de publicatie of verkonding niet
binnen den bepaelden lijd van twee ueren
verricht werd, hij ze met geweld zou
doen uitvoeren
Door deze dépêche liet de Keizer verstaan
dat al de vroegere edikten, ordonnantieën,
reglementen, vóór den 1 April 1787 afgekondigd
hunne rolle kracht behielden, en dus aanstonds
weer in toepassing kwamen. Dit bracht weerom
nieuwe onlusten teweeg De Raad van Brabant,
tot half twee uren van den morgen vergaderd,
J;af toe, door 't geweld gedwongen. Weldra zul-
en wij de Brabanteche Revolutie zien uitbre
ken.
In België en Frankrijk
Uit Duitsche bron.
BERLIJN, 23 Februari 1916. Door
etne ontploffing in de nabijheid der door
ons op 21 Februari veroverde graven ten
ooste van Souchez werd de vyandelijke
stelling erg beschadigd. Het getal gevan-
gonen vermeerderd zich met 11 officieren
en 348 man. Den buit bedraagt 3 machi
negeweren.
Op de maashoogten duurden de arlil-
leriegevechten met onverminderde hevig
heid voort. Ten ooste van den stroom
vielen wij de stellingen aan, welke de
vijand ongeveer op de hoogte der dorpen
Consenvoye-Azannes sedert anderhalf
jaar met al de middelen der versterkings
kunst verbouwd hadden, om eene voor
ons moeielijke inwerking met onze ver
bindingen in het noordelijk deel van
Woevre te behouden.
De aanval stiet door op eene lengte van
goed 10 kilometers, op de welke hij aan
gezet was, en 3 kilometers diep. Behalve
groote bloedige verliezen boette de vijand
meer dan 3000 man aan gevangenen uit
en eene talrijke, nog niet te schatten
materiaal.
(18* Vervolg.)
Bij het aanbreken van den dag landde
de yacht aan den Piraeus.
De reizigers zetten voet aan wal en
begaven zich onmiddelijk naar de statie
van den spoorweg. Te Athene aangeko
men, namen zij hunnen intrek in een
klein hotel. Sofle bleef daar alleen, ter
wijl haar vader zijnen zaakwaarnemer
ging opzoeken, wien hij de beweegrede
nen toevertrouwde, waarom hij ver
plicht was geworden zijn landgoed te
verlaten. Hij verzocht hem tevens er
heen te gaan, om te zien in welken staat
het zich na den brand bevond; hij ver
kocht hem ook zijne yacht die hem van
geen nut meer kon zijn. Bij zijne doch
ter teruggekomen, zegde zij hem
Eene groote afdeeling militairen is,
ten gevolge van de mededeelingen, die
graaf Beaucourt aan den gouverneur en
den Franschen consul gegeven heeft,
reeds in de richting van Korinthe ver
trokken om hem te zoeken. Mogelijk
nemen zij hem gevangen.
Het is mogelijk, antwoordde mijn
heer Ix;page met eenen spotlach, maar
niet waarschijnlijk. Ik zal eene plek
grond uitzoeken, die meerdere zekerheid
voor leven en eigendom aanbiedt.
Sofle, ik geloof dat gij goed zult
doen de Grieksche kleeding af te leggen,
In Opper Elzas voerde den aanval ten
weste van Heidweilcr tot de inname der
vyandelijke stellingen op eene lengte van
700 en eene diepte van 400 meters,
waarbij ongeveer 80 gevangenen in onze
handen bleven.
In talrijke luehtkampen van gene zijde
der vijandelijke linies behielden onze
vliegers de bovenhand.
Uit Fransche bron
PARIJS, 23 Februari 1916 Ambte
lijk bericht. In Arlesie ondernam de
vijand na hevige beschieting die reeds
gisteren gemeld wierd, tegen het vallen
van den dag eenen sterken aanval op
onze stellingen bij het woud van Gyven-
chy. Hij is in onze gravon der eerste linie
gedrongen, die op eene frontlengie van
ongeveer 800 meters volledig vernield
waren, en aan eenige punten onzer twee
de graven, waarvan er na eenen tegen
aanval, van dnze zijde nog een deel bezet
blijft.
Ten zuid ooste van Rolincourt deed de
vijand eene mijn springen waarvan wij
den trechter bezetten. Na versterkte ar
tilleriebedrijvigheid in de streek van Ver
dun grepen de Duitschers bij 't eindigen
van den dag onze stellingen ten oosten
Brabant sur Meuse tusschen het woud
van Haumet en Herbedois aan. Zij vatten
vasten voet in eenige deelen onzer voor-
geschoven graven, maar stieten niet tol
in de tweede stelling door. Zij wierden
door onzen tegenaanval teruggeworpen.
Wij mieken ongeveer 60 gevangenen.
Ten oosten van Obersept werden twee
aanvallen der Duitschers afgeslagen.
Tamelijk sterke artilleriebedrijvigheid
op het front bij Chapelotte en Ban de
Sapt. Een Zeppelin-luchtschip overvloog
gisteren avond Lunéville en wierp bom-
ben af, die weinig schade aanrichten. Het
werd door onze vlieger» vervolgd, ver
trok het zich naar Metz.
Ambtelijk bericht van Dinsdag avond.
In België beschieten wij de vijandelijke
schutsgraven ten oosten van Boesinghen.
InArtesie verhinderde een rijkesneeuwval
iedere aanvalsbeweging. In Champagne
voerden wij een vernietigingsvuur op de
vyandelijke werken ten weste van Nava-
rin. I11 de streek ten noorde van Verdun
richtten de Duitschers 11a hevige beschie
ting op de beide Maasoevers in den loop
van den dag eene reeks uiterst hevige
infanterie aanvallen tegen ons front tus
schen Maas en Herbedois. Alle aanvallen
tegen Brabant sur Meuse en Herbedois
werden afgeslagen. Tusschen deze beide
fronten kwam de vijand vooruit in het
woud van Heumont in eene vooruitge-
schove stelling die onze linie ten noorde
van Beaumont uitmaakten.
Ten noord weste van Fromezy verhin
derde ons spervuur eenen in bereiding
zijnde aanval, zich te ontwikkelen. Ta
melijk levendige bedrijvigheid der beide
artillerieën inde streek van Ban de Sapt
en ten weste Altkirch.
Op het Belgisch front is alles rustig.
Uit Engelsche bron
LONDEN, 23 Februari 1916. Ajmbte-
lijk oorlogsbericht van Dinsdag. Ge
durende den laalsten nacht liet de vijand
ten oosten van Givenchy eene mijn sprin
gen.Wij hadden geen verliezen. De vijand
beschoot 's nachts Poperinghe. I11 don
vroegen morgen lieten wij in de nabij
heid der Holienzollernschans eene mijn
springen en bezetten den rand des trech
ters. Onze artillerie beschoot de vijande
lijke schutsgraven iu de nabijheid van
Naricourt, Ovilliers en aan het Kanaal
Yper-Comines. Vyandelijke artillerie be
schoot de stellingen ten zuid-ooste van
Yper en gebruikte daarvoor tranenver-
wekkende granaten. Onze schutsgraven
ten noorde van Yper tusschen den ijze-
renweg en het kanaal werden eveneens
beschoten. Een konzer vliegtuigen word
door een schot getroffen, waardoor den
want gij zult te veel aandacht trekken
als wij buiten dit land zijn.
Hebt gij de plaats gekozen, waar
wij heen gaan, vader
Nog niet. Ik heb gedacht naar eene
oase in eene woestijn, naar een eiland
van den Stillen Oceaan of wel naar de
steppen van Rusland...
Maar ik zou wel zelfzuchtig zijn, niet
waar, als ik u naar zulke eenzame oor
den bande
Och mijn vaderIk heb nimmer
iemaud dan u en Alfred Beaucourt ge
kend, en daar ik aan het maatschappelijk
leven niet gewoon ben, kan het geene
derving voor mij zijn.
Geloof zeker, mij kind, dat zoo ik
aldus handel, ik daartoe door het nood
lot gedwongen ben.
Daar ben ik van overtuigd, mijn
vader, maar het bedroeft mij u uwe smar
ten te zien dragen, zonder dat gij mij een
gedeelte van dien last kunt opleggen.
Mijnheer Lepage schudde het hoofd.
Veronderstellen wij eens, dat ik
uw geheim geraden hadde, vervolgde
Sofle met bewogen stem.
Onmogelijk, riep hij met verwron
gen stem.
Gij gelooft,, lieve vader, dat ik niets
ter wereld weet, omdat ik in strenge af
zondering geleefd heb; maar gij vergeet
dat ik vele werken van Walter Schott
en andere schrijvers gelezen heb, waar
uit ik het leven heb leeren kennen.. En
stuurman een been volledig werd afge
rukt niettegenstaande landde hij geluk
kig zonder dat de beschouwer eenig
letzel bekwam.
Uit Oostenrijksche bron.
WEENEN, 23 Februari 1916. Ten
noord westi! van Tarnapol sloegen onze
verzekerings troepen russische voorstoo-
ten tegen de reeds herhaaldelijk genoem
de veld wachten af. Anders niels bezonders
te melden.
Uit Russische bron
St. PETERSBURG. 22 Februari 1916.
In den sektor van Riga op de büna
lusschen Ogeren Probstingshof overvloog
een vijandelijk vliegtuigen-smaldeeltrols
het artillerievuur, onze stellingen. Bij
Duckern in den sector van Jakobstadl
(5 kilometers ten zuide) artilleriegeveclit
met alle kalibers. In de stellingen van
Dunaburg <iuurt het gevecht, ondersteunt
door artillerie, om een mijnentrechter bij
Uluxt, voort. Afdeelingen onzer Kauka-
sische regimenten voerden eene gevolg
rijke verkenning uit ten noord weste der
Swenten-meeren. Zij sneden eenen duit-
schon post van 100 man en 2 officieren
af, vernietigden deze alsook eenen schuls-
graaf. Nadat zij met de medehulp der
artillerie en bijkomende versterking dim
vijand teruggeworpen hadden gingen zij
naar hunne stellingen terug en namen
gevangenen en talrijke buitgemaakte ge-
weeren mede.
In de streek van Sraorgon vernietigde
een onzer afdeelingen de vijandelijke
draadhindernissen en drong in de graven.
Aan de oppèr Strypa poogde de vijand
onze graven te naderen. Hij leed echter
veel van ons artillerie en infanlerievuur
en werd door oen tegenaanval in zime
stellingen teruggeworpen. Op het dorp
Chimielowka (twintig kilometers ten
noorde Buczacz) wierpen vijandelijke
vliegtuigen brandende lappen.Ten noorde
Bogau deeden wij van eene mijnenkamer
verscheidene mijnen springen, door
dewelke de vijandelijke stellingen op
eene groote oppervlakte vernietigd en
uiteengesleurd wierden.
Oostenrijksch-Hongaarsch-
Uit Oostenrijksche bron.
WEENEN, 23 Februari 1916. De
levendige artillerie gevechten aan het
kustenlandscli front duren voort. Achter
de vijandelijke linies werden groote
branden beiperkt.
Uit Italiaansche bron
ROME, 22 Februari 1916 In het
Suganadal veroverden onze troepen door
eene doelmatige offensive eene bergzone
lusschen de rivioren Larganza en Geggio,
de aanval begon 's morgens om 9 uur.
In dichte nevel bereikten afdeelingen
Alpiuis en vreiwilligers-verkenners over
de sneeuwvelden het einde der hellingen
en der nabij zijnde hoogten, uit de welke
zij de vijandelijke groepen, die ze bezet
hielden, verdreven. Uit hare stellingen
bij Frawortop den Monte Cola en Gonel-
le heropende de vijar delijke artillerie een
hevig vuur, dat door de onze krachtdadig
nedergeslagen wierd. Herhaalde tegen
aanvallen des vijands werden door ons
artillerievuur teruggehouden en afgesla
gen. In den nacht van 15 Februari breid
den onze troepen de door hen bezette
stellingen door eenen nieuwen sprong
nog verder naar 't westen, in de richting
naar Selle eu het Monte Cola uit. De
nieuwe stellingen, die daarop versterkt
wierden, beheerschen het bekken van
Borgo evenals de streek van Torcegno,
Ronchi en Ronceyns die van ons bezet is.
sedert ik u aan den graaf Beaucourt heb
hooren zeggèn, dat ik hem immer waar
dig zoude zijn heb ik veel nagedacht. Ik
heb mij ook herinnerd dat gij mij nooit
over mijne moeder hebt gesproken, gij
hebt mij niet gezegd of zij dood of levend
is, of...
Sofle uwe moeder is de waardig
ste, de braafste der vrouwen.
O daarvoor dank ik den hemel
riep zij uit, na een oogenblik stilte. Zeg
mij dan toch, leeft zij nog.
Mijnheer Lepage stond op en ging aan
het venster staan. Een oogenblik kwam
bij hem de begeerte op, aan zijn kind de
geschiedenis van zijn leven te herhalen,
dit vertrouwen zou hem van eenen zwa-
ren last verlicht hebben, want de teeder-
heid van Sofle zou een balsem geweest
zijn voor de wreede wonden, die zijne
ziel verscheurden.
Ik zou vroolijk sterven, zegde mijn
heer Lepage, wanneer ik de vroegere
plekken nog eens terug kon zien, die ik
zoo lief heb gehad.
Kunnen wij daar niet heengaan,
vader Ook ik verlang naar Frankrijk
riep Sofle vol geestdrift uit. Zoudt gij in
Parijs niet zeker zijn Lieve vader, ik
heb gelezen dat. Parijs met eene wilder
nis gelijk staatzouden wij ons daar
niet beter kunnen verbergen dan in de
woestijn of in de steppen
Eene do nkere blos kwam over liet ge
laat van mijnheer Lepagede sterkte
Uit Oostenrijksche bron.
WEENEN, 23 Februari 1916. Ten
zuid ooste van Durrazo werd de tegen-
staanilor uil eene voorste stelling gewor
pen Een Oostenrijksch-Hongaargch vlie
ger belegde de in de haven van Durazzo
liggende italiaansche bodems met bom-
ben. Een transportschip geraakte in
brand en zonk.
Uit Turksche bron
KONSTANTINOPEL 22 Februari 1916
Het hoofdkwartier deelt mee
Op de verschillende fronten zijn geen
meldenswaardige veranderingen.
Bij Koning Konstantijn.
Uit Athene wordt gemeld dat generaal
Sarrail daar aangekomen is en door
koning Konstantyn in verhoor is ontvan
gen.
Na het verhoor bij den koning is gene
raal Sarrail bij de prinsen en princessen
gekomen. Onderwege werd hij door de
bevolking hartelijk toegejuicht. Om 1.15
uur had bij den Franschen gezant een
ontbijt plaats, waarbij verscheidene hof
beambten, eenige Grieksche officieren van
den algemeenen Staf en vertegenwoordi
gers der bevriende machten tegenwoor
dig waren. Daarna begaf de generaal
zich bij Skuludis en legde eindelijk een
bezoek af by den vroegeren minister
voorzitter Venizelos en Zaimis.
De Engelsche Oorlogskredieten.
LONDEN. 21 Februari. In het La
gerhuis (Kamer) vroeg hoofdminister
Asquith de aangekondigde nieuwe oor
logskredieten voor een bedrag van 420
miljoen pond sterling. Hiervan vallen 120
miljoen op het nog loopende flnanciejaar
en 300 miljoen op het flnanciejaar 1916.
De gezamenlijke kredieten voor 1915-16
beloopen dus tot 1420 miljoen pond ster
ling. Sinds het begin van den oorlog is
door Engeland reeds 2082 miljoen pond
sterling ter beschikking gesteld. Volgens
de verklaring van den heer Asquith had
men gedacht met de in November laatst
gestemde kredieten maar tot half Februari
te reiken, doch die zullen de onkosten
dekken tot 10 Maart eerstkomende.Onder
bijval werden de gevraagde kredieten
eenstemmig toegestaan.
(Een pond sterling is 25 frank.)
Levensmiddelen voor Servie
Naar eene melding uit Epoca zyn in de
Vereenigde Si aten van Noord-Amerika
komiteiten tot stand gekomen, met het
doel de arme bevolking van Servië met
levensmiddelen te voorzien. Tot hetzelfde
doel stelde de Roemeensche regeering
100 wagons meel ter beschikking.
Sneeuwstormen.
GLEIWIZ, 21 Februari. In gansch
Opper-Slessingen heerscht, sinds ver
scheidene dagen een ongewoon hevige
sneeuwstorm. Op zekere plaatsen ligt de
sneeuw een meter hoog. Verscheidene
onderbrekingen in het verkeer worden
door de sneeuwstormen gemeld.
Nieuwe binnenroepingen in Italië.
ROME, 20 Februari. Tegen den 24
en 28 Februari zijn eenigo oudere jaar
gangen van verschoidene wapenafdeelin-
gen binnengeroepen.
van zijn heimwee was in zijne oogen te
lezen.
In achttien jaren tijds moet ik veel
veranderd zijn, zegde hij nadenkend. Wie
van hen, met wie ik toen verkeerde, zul
len mij herkennen Maar het is onmoge
lijk, ik durf het niet wagen. Wij kunnen
niet gaan, Sofle. een wonderlijke aan
drang drijft mij u de geschiedenis te ver
halen. Wilt gij haar hooren.
Sofle boog zacht het hoofd.
Doe de deur toe zegde hij.
Sofle sloot de deur.
Draai de lamp neder
De lamp werd nedergedraaid, zoodat
slechts een zwakke schemering in de
kamer heerschte.
Wend uw gezicht af, beval de vader
met eene holle, gebrokene stem. Zie mij
niet zoo aan, mijn kind, ik kan niet ver
dragen uw blik te ontmoeten, totdat ik
met mijn verhaal begonnen ben God
geve, dat gij dan de oogen nog tot mij
moget opheffen, beminnend en vertrou
wend als altijd. Zijt gij gereed
Ja vader 1 klonk het zachte ant
woord.
Nu, dan zal ik, de geschiedenis van
den vloek verhalen, die zoowel op u als
op mij rust. Ik zal u mededeelen waar
om gij uit de samenleving zijt verstooten,
waarom zelfs de armste bedelaar in
Frankrijk met verachting op u neer zal
zien.
In den Engelschen Senaat.
In het Engelsch Hoogerhuis had Dins
dag eene nieuwe bespreking plaats over
de zeesperre. Lord Sydenham heeft een
voorstel voorgelegd, volgens hetwelk
verklaard wordt dat de Vloot der Ver
bondenen ten overvloede moet aangewend
worden, om te beletten dat nog koop
waren de vijandelijke landen bereiken.
Engeland en de Belgische
Nijverheid.
De Belgische diplomaat bij de Engel
sche regeering te Londen, M. Karei
Hymans, heeft van sir Edward Grey, den
Engelschen minister van buitenlaudsche
zaken, een brief en een gedenkschrift
ontvangen, waarin gehandeld wordt over
den invoer naar België der fabriekant-
benoodigheden, over de opeischingen
door de Duitsche bezetting en over de
voorwaarden tot uitvoer dei' Belgische
produkten. In die stukken wordt gezegd
dat vanwege de Engelsche regeering
sinds de maand November aan de Duit
sche bezetting voorstellen zijn gedaan en
die voorstellen onbeantwoord zijn geble
ven. Daarbij komt de opsomming vau
waren die slechts langs eene baan naar
Duitschland gevoerd worden, met de be
merking dat Duitschland en niet de Ver
bondenen België verarmde.
Van Duitsche zijde wordt daarop ge-
aritwoordt dat de Engelsche voorstellen
nog aan onderzoek onderworpen blijven
en dat Duitschland de Belgische nijver-
ht-.d bevordert door bijvoorbeeld den
kolenuitvoer naar neulralo iandeu aan te
moedigen.
In het Engelsch Lagerhuis
Antwoordonde op eene vraag in het
Engelsch Lagerhuis, verkiaarde de 011-
derstaatssekretaris van buitenlandsche
zaken lord Robert Cecil, over het werk
van de in Belgie arbeidende kommissie
tevreden te zijn; zij kan het juiste bedrag
der Engelsche privaat-ondersteuningen
voor het hulpfonds niet opgeven. Eene
bijdrage wordt door de Belgische regee
ring gegeven, geput uit de leening der
bondgenoolen,en beloopt tot een miljoen
pond sterling per maand.
Koning Joris van Engeland
Reuter meldt uit Londen nopens den
gezondheidstoestand van den Koning van
Engeland, dat de geneesheeren erin toe
stemden, dat Koning Joris zijne bezoe
ken aan de troepen die nieuw geoefend
en uitgorust worden, hervatte.
De papiercrisis.
De Zweedsche papierfabrieken berich
ten dat wegens het duurder worden der
grondstoffen, de prijs van het papier an
dermaal 20 °/o moet verhoogd worden,
zoodat de prijzen thans 150 °/0 gestegen
zijn buiten in vredestijd.
De nieuwe Japansche gezant
in Frankrijk.
De Echo de Paris verneemt uit Mar
seille dat de nieuwe Japansche gezant in
Frankrijk, Kushiro Matsu, aldaar is aan
gekomen.
Hij verklaarde dat hij het verloop van
den oorlog, welker uitslag niet twijfel
achtig is, met belangstelling volgde.
De militaire konferencie der
Entente te Parijs.
Volgens een bericht van den Matin
zal generaal Porro, op het einde van
Februari naar Frankrijk komen om deel
te nemen aan de militaire besprekingen,
waardoor de krijgsraad der Entente zal
voorbereid worden.
Generaal Gadorna zou enkel in de laat
ste dagen van Maart met eenige Itali
aansche ministers te Parijs aankomen.
VI
Eene vertrouwelijke mede deeling.
Sofle wachtte in bange spanning en
met een kloppend hart de mededeelingen
van haren vader af, die nog altijd aan
het venster stond, uitziende^in den don
keren nacht. De drang, om zijne dochter
alles te vertellen, was zeer groot in hem,
maar hij wist toch niet hoe hij beginnen
zou. De gebeurtenissen van het verleden©
dwarrelden hom door het hoofd. Zonder
vaderland stond hij daar een vreem
deling in het verre oord een vluchte
ling die niet wist waarheen hij zijnen
voet zou richten Sedert maanden had
een onbeschrijflijk heimwee zich van
hem meester gemaakt; sinds hij Alfred
Beaucourt voor de eerste maal had ge
zien, was de oude liefde voor zijn vader
land met onweerstaanbare hevigheid in
hem ontwaakt Hij had zijnen last jaren
lang geduldig gedragen, nu echter werd
deze hem te zwaar en het verlangen naar
menschelijke deelnemingen grooter en
grooter.
Hij ging van 't venster met gezonkeu
hoofd, en met over de borst gekruiste
armen doorliep hij de kamer. Hij scheen
vergeten te hebben, dat hij zijne dochter
zijne levensgeschiedenis zou verhalen.
Lang heerschte er een diep stilzwijgen,
dat eindelijk door de zachte stem van
Sofle werd verbroken.
(wordt voortgezet.)