BussiSGh- Duüsehe Oorlog. Oorlog in Tnrkeye OORLOGSBERICHTEN. Wie is de moordenaar Oorlog in den Ralkan Kronyke Op den Balkan Een en ander. Italiaansche Oorlog. ofte Merckweerdige geschiedenissen 't sedert het jaar 1780 inhoudende het besonderste voorgevallen ten tijde der Brabantsche en Fransche Revolutiên. etc. (13* Vervolg.) Keizer Jozef II doet zijne opge- schorste edikten en ordonnantieën weer in toepassing komen. Hij pleegt geweld tegen den Raad van Brabant. 1788. Den 22 Juny is dein Souve- rijnen Raed van Braband berin geld (om ringd) door de kyserlycke dragonders, en de canons wierden voor den zei ven geposteerd, om do raedsheeren in hunne te nemen besluyten te dwingen. Dien selveu dag, smorgens om acht uren, sond de Staatsminister aen den selven raed eenen staetsbrief of depeche waarbij hij hun liet welen dat hij volstrektelijk wilde (overeenkomstig zijne vorige beve len) dat het edict van den 17 december 1787 zou verkondigt worden binnen den tijd van vier en twintig uren, die reeds bijnae verloopen waeren dat hy hun nogmaels gebood daeraen te voldoen. Hy verbood hun stiptelijk te scheyden of het raedhuys te veriaeten, alvorens deze verkonding volbragt en hem rekenschap van hun genomen besluyt gegeven te hebben. Hij berigte hun oock seffens dat hy geen hoegenaeint vertoogschrift zou aanveerden, en, indien men hem er eenig zond dat de Raed zich bloot zou stellen aen deze versmaeding, dal men het hun selfs onopengedaen weder zou zenden, en dat wel met eene naedere aenzegging (bepaling) in deze duydelijke woorden begrepen dat, gelijk hij hun den dag te voren vier en twintig ueren tot beraeming verleent had, hij er dien dag maer vier koude toestaen, en, dat in geval de publicatie of verkonding niet binnen den bepaelden lijd van twee ueren verricht werd, hij ze met geweld zou doen uitvoeren Door deze dépêche liet de Keizer verstaan dat al de vroegere edikten, ordonnantieën, reglementen, vóór den 1 April 1787 afgekondigd hunne rolle kracht behielden, en dus aanstonds weer in toepassing kwamen. Dit bracht weerom nieuwe onlusten teweeg De Raad van Brabant, tot half twee uren van den morgen vergaderd, J;af toe, door 't geweld gedwongen. Weldra zul- en wij de Brabanteche Revolutie zien uitbre ken. In België en Frankrijk Uit Duitsche bron. BERLIJN, 23 Februari 1916. Door etne ontploffing in de nabijheid der door ons op 21 Februari veroverde graven ten ooste van Souchez werd de vyandelijke stelling erg beschadigd. Het getal gevan- gonen vermeerderd zich met 11 officieren en 348 man. Den buit bedraagt 3 machi negeweren. Op de maashoogten duurden de arlil- leriegevechten met onverminderde hevig heid voort. Ten ooste van den stroom vielen wij de stellingen aan, welke de vijand ongeveer op de hoogte der dorpen Consenvoye-Azannes sedert anderhalf jaar met al de middelen der versterkings kunst verbouwd hadden, om eene voor ons moeielijke inwerking met onze ver bindingen in het noordelijk deel van Woevre te behouden. De aanval stiet door op eene lengte van goed 10 kilometers, op de welke hij aan gezet was, en 3 kilometers diep. Behalve groote bloedige verliezen boette de vijand meer dan 3000 man aan gevangenen uit en eene talrijke, nog niet te schatten materiaal. (18* Vervolg.) Bij het aanbreken van den dag landde de yacht aan den Piraeus. De reizigers zetten voet aan wal en begaven zich onmiddelijk naar de statie van den spoorweg. Te Athene aangeko men, namen zij hunnen intrek in een klein hotel. Sofle bleef daar alleen, ter wijl haar vader zijnen zaakwaarnemer ging opzoeken, wien hij de beweegrede nen toevertrouwde, waarom hij ver plicht was geworden zijn landgoed te verlaten. Hij verzocht hem tevens er heen te gaan, om te zien in welken staat het zich na den brand bevond; hij ver kocht hem ook zijne yacht die hem van geen nut meer kon zijn. Bij zijne doch ter teruggekomen, zegde zij hem Eene groote afdeeling militairen is, ten gevolge van de mededeelingen, die graaf Beaucourt aan den gouverneur en den Franschen consul gegeven heeft, reeds in de richting van Korinthe ver trokken om hem te zoeken. Mogelijk nemen zij hem gevangen. Het is mogelijk, antwoordde mijn heer Ix;page met eenen spotlach, maar niet waarschijnlijk. Ik zal eene plek grond uitzoeken, die meerdere zekerheid voor leven en eigendom aanbiedt. Sofle, ik geloof dat gij goed zult doen de Grieksche kleeding af te leggen, In Opper Elzas voerde den aanval ten weste van Heidweilcr tot de inname der vyandelijke stellingen op eene lengte van 700 en eene diepte van 400 meters, waarbij ongeveer 80 gevangenen in onze handen bleven. In talrijke luehtkampen van gene zijde der vijandelijke linies behielden onze vliegers de bovenhand. Uit Fransche bron PARIJS, 23 Februari 1916 Ambte lijk bericht. In Arlesie ondernam de vijand na hevige beschieting die reeds gisteren gemeld wierd, tegen het vallen van den dag eenen sterken aanval op onze stellingen bij het woud van Gyven- chy. Hij is in onze gravon der eerste linie gedrongen, die op eene frontlengie van ongeveer 800 meters volledig vernield waren, en aan eenige punten onzer twee de graven, waarvan er na eenen tegen aanval, van dnze zijde nog een deel bezet blijft. Ten zuid ooste van Rolincourt deed de vijand eene mijn springen waarvan wij den trechter bezetten. Na versterkte ar tilleriebedrijvigheid in de streek van Ver dun grepen de Duitschers bij 't eindigen van den dag onze stellingen ten oosten Brabant sur Meuse tusschen het woud van Haumet en Herbedois aan. Zij vatten vasten voet in eenige deelen onzer voor- geschoven graven, maar stieten niet tol in de tweede stelling door. Zij wierden door onzen tegenaanval teruggeworpen. Wij mieken ongeveer 60 gevangenen. Ten oosten van Obersept werden twee aanvallen der Duitschers afgeslagen. Tamelijk sterke artilleriebedrijvigheid op het front bij Chapelotte en Ban de Sapt. Een Zeppelin-luchtschip overvloog gisteren avond Lunéville en wierp bom- ben af, die weinig schade aanrichten. Het werd door onze vlieger» vervolgd, ver trok het zich naar Metz. Ambtelijk bericht van Dinsdag avond. In België beschieten wij de vijandelijke schutsgraven ten oosten van Boesinghen. InArtesie verhinderde een rijkesneeuwval iedere aanvalsbeweging. In Champagne voerden wij een vernietigingsvuur op de vyandelijke werken ten weste van Nava- rin. I11 de streek ten noorde van Verdun richtten de Duitschers 11a hevige beschie ting op de beide Maasoevers in den loop van den dag eene reeks uiterst hevige infanterie aanvallen tegen ons front tus schen Maas en Herbedois. Alle aanvallen tegen Brabant sur Meuse en Herbedois werden afgeslagen. Tusschen deze beide fronten kwam de vijand vooruit in het woud van Heumont in eene vooruitge- schove stelling die onze linie ten noorde van Beaumont uitmaakten. Ten noord weste van Fromezy verhin derde ons spervuur eenen in bereiding zijnde aanval, zich te ontwikkelen. Ta melijk levendige bedrijvigheid der beide artillerieën inde streek van Ban de Sapt en ten weste Altkirch. Op het Belgisch front is alles rustig. Uit Engelsche bron LONDEN, 23 Februari 1916. Ajmbte- lijk oorlogsbericht van Dinsdag. Ge durende den laalsten nacht liet de vijand ten oosten van Givenchy eene mijn sprin gen.Wij hadden geen verliezen. De vijand beschoot 's nachts Poperinghe. I11 don vroegen morgen lieten wij in de nabij heid der Holienzollernschans eene mijn springen en bezetten den rand des trech ters. Onze artillerie beschoot de vijande lijke schutsgraven iu de nabijheid van Naricourt, Ovilliers en aan het Kanaal Yper-Comines. Vyandelijke artillerie be schoot de stellingen ten zuid-ooste van Yper en gebruikte daarvoor tranenver- wekkende granaten. Onze schutsgraven ten noorde van Yper tusschen den ijze- renweg en het kanaal werden eveneens beschoten. Een konzer vliegtuigen word door een schot getroffen, waardoor den want gij zult te veel aandacht trekken als wij buiten dit land zijn. Hebt gij de plaats gekozen, waar wij heen gaan, vader Nog niet. Ik heb gedacht naar eene oase in eene woestijn, naar een eiland van den Stillen Oceaan of wel naar de steppen van Rusland... Maar ik zou wel zelfzuchtig zijn, niet waar, als ik u naar zulke eenzame oor den bande Och mijn vaderIk heb nimmer iemaud dan u en Alfred Beaucourt ge kend, en daar ik aan het maatschappelijk leven niet gewoon ben, kan het geene derving voor mij zijn. Geloof zeker, mij kind, dat zoo ik aldus handel, ik daartoe door het nood lot gedwongen ben. Daar ben ik van overtuigd, mijn vader, maar het bedroeft mij u uwe smar ten te zien dragen, zonder dat gij mij een gedeelte van dien last kunt opleggen. Mijnheer Lepage schudde het hoofd. Veronderstellen wij eens, dat ik uw geheim geraden hadde, vervolgde Sofle met bewogen stem. Onmogelijk, riep hij met verwron gen stem. Gij gelooft,, lieve vader, dat ik niets ter wereld weet, omdat ik in strenge af zondering geleefd heb; maar gij vergeet dat ik vele werken van Walter Schott en andere schrijvers gelezen heb, waar uit ik het leven heb leeren kennen.. En stuurman een been volledig werd afge rukt niettegenstaande landde hij geluk kig zonder dat de beschouwer eenig letzel bekwam. Uit Oostenrijksche bron. WEENEN, 23 Februari 1916. Ten noord westi! van Tarnapol sloegen onze verzekerings troepen russische voorstoo- ten tegen de reeds herhaaldelijk genoem de veld wachten af. Anders niels bezonders te melden. Uit Russische bron St. PETERSBURG. 22 Februari 1916. In den sektor van Riga op de büna lusschen Ogeren Probstingshof overvloog een vijandelijk vliegtuigen-smaldeeltrols het artillerievuur, onze stellingen. Bij Duckern in den sector van Jakobstadl (5 kilometers ten zuide) artilleriegeveclit met alle kalibers. In de stellingen van Dunaburg <iuurt het gevecht, ondersteunt door artillerie, om een mijnentrechter bij Uluxt, voort. Afdeelingen onzer Kauka- sische regimenten voerden eene gevolg rijke verkenning uit ten noord weste der Swenten-meeren. Zij sneden eenen duit- schon post van 100 man en 2 officieren af, vernietigden deze alsook eenen schuls- graaf. Nadat zij met de medehulp der artillerie en bijkomende versterking dim vijand teruggeworpen hadden gingen zij naar hunne stellingen terug en namen gevangenen en talrijke buitgemaakte ge- weeren mede. In de streek van Sraorgon vernietigde een onzer afdeelingen de vijandelijke draadhindernissen en drong in de graven. Aan de oppèr Strypa poogde de vijand onze graven te naderen. Hij leed echter veel van ons artillerie en infanlerievuur en werd door oen tegenaanval in zime stellingen teruggeworpen. Op het dorp Chimielowka (twintig kilometers ten noorde Buczacz) wierpen vijandelijke vliegtuigen brandende lappen.Ten noorde Bogau deeden wij van eene mijnenkamer verscheidene mijnen springen, door dewelke de vijandelijke stellingen op eene groote oppervlakte vernietigd en uiteengesleurd wierden. Oostenrijksch-Hongaarsch- Uit Oostenrijksche bron. WEENEN, 23 Februari 1916. De levendige artillerie gevechten aan het kustenlandscli front duren voort. Achter de vijandelijke linies werden groote branden beiperkt. Uit Italiaansche bron ROME, 22 Februari 1916 In het Suganadal veroverden onze troepen door eene doelmatige offensive eene bergzone lusschen de rivioren Larganza en Geggio, de aanval begon 's morgens om 9 uur. In dichte nevel bereikten afdeelingen Alpiuis en vreiwilligers-verkenners over de sneeuwvelden het einde der hellingen en der nabij zijnde hoogten, uit de welke zij de vijandelijke groepen, die ze bezet hielden, verdreven. Uit hare stellingen bij Frawortop den Monte Cola en Gonel- le heropende de vijar delijke artillerie een hevig vuur, dat door de onze krachtdadig nedergeslagen wierd. Herhaalde tegen aanvallen des vijands werden door ons artillerievuur teruggehouden en afgesla gen. In den nacht van 15 Februari breid den onze troepen de door hen bezette stellingen door eenen nieuwen sprong nog verder naar 't westen, in de richting naar Selle eu het Monte Cola uit. De nieuwe stellingen, die daarop versterkt wierden, beheerschen het bekken van Borgo evenals de streek van Torcegno, Ronchi en Ronceyns die van ons bezet is. sedert ik u aan den graaf Beaucourt heb hooren zeggèn, dat ik hem immer waar dig zoude zijn heb ik veel nagedacht. Ik heb mij ook herinnerd dat gij mij nooit over mijne moeder hebt gesproken, gij hebt mij niet gezegd of zij dood of levend is, of... Sofle uwe moeder is de waardig ste, de braafste der vrouwen. O daarvoor dank ik den hemel riep zij uit, na een oogenblik stilte. Zeg mij dan toch, leeft zij nog. Mijnheer Lepage stond op en ging aan het venster staan. Een oogenblik kwam bij hem de begeerte op, aan zijn kind de geschiedenis van zijn leven te herhalen, dit vertrouwen zou hem van eenen zwa- ren last verlicht hebben, want de teeder- heid van Sofle zou een balsem geweest zijn voor de wreede wonden, die zijne ziel verscheurden. Ik zou vroolijk sterven, zegde mijn heer Lepage, wanneer ik de vroegere plekken nog eens terug kon zien, die ik zoo lief heb gehad. Kunnen wij daar niet heengaan, vader Ook ik verlang naar Frankrijk riep Sofle vol geestdrift uit. Zoudt gij in Parijs niet zeker zijn Lieve vader, ik heb gelezen dat. Parijs met eene wilder nis gelijk staatzouden wij ons daar niet beter kunnen verbergen dan in de woestijn of in de steppen Eene do nkere blos kwam over liet ge laat van mijnheer Lepagede sterkte Uit Oostenrijksche bron. WEENEN, 23 Februari 1916. Ten zuid ooste van Durrazo werd de tegen- staanilor uil eene voorste stelling gewor pen Een Oostenrijksch-Hongaargch vlie ger belegde de in de haven van Durazzo liggende italiaansche bodems met bom- ben. Een transportschip geraakte in brand en zonk. Uit Turksche bron KONSTANTINOPEL 22 Februari 1916 Het hoofdkwartier deelt mee Op de verschillende fronten zijn geen meldenswaardige veranderingen. Bij Koning Konstantijn. Uit Athene wordt gemeld dat generaal Sarrail daar aangekomen is en door koning Konstantyn in verhoor is ontvan gen. Na het verhoor bij den koning is gene raal Sarrail bij de prinsen en princessen gekomen. Onderwege werd hij door de bevolking hartelijk toegejuicht. Om 1.15 uur had bij den Franschen gezant een ontbijt plaats, waarbij verscheidene hof beambten, eenige Grieksche officieren van den algemeenen Staf en vertegenwoordi gers der bevriende machten tegenwoor dig waren. Daarna begaf de generaal zich bij Skuludis en legde eindelijk een bezoek af by den vroegeren minister voorzitter Venizelos en Zaimis. De Engelsche Oorlogskredieten. LONDEN. 21 Februari. In het La gerhuis (Kamer) vroeg hoofdminister Asquith de aangekondigde nieuwe oor logskredieten voor een bedrag van 420 miljoen pond sterling. Hiervan vallen 120 miljoen op het nog loopende flnanciejaar en 300 miljoen op het flnanciejaar 1916. De gezamenlijke kredieten voor 1915-16 beloopen dus tot 1420 miljoen pond ster ling. Sinds het begin van den oorlog is door Engeland reeds 2082 miljoen pond sterling ter beschikking gesteld. Volgens de verklaring van den heer Asquith had men gedacht met de in November laatst gestemde kredieten maar tot half Februari te reiken, doch die zullen de onkosten dekken tot 10 Maart eerstkomende.Onder bijval werden de gevraagde kredieten eenstemmig toegestaan. (Een pond sterling is 25 frank.) Levensmiddelen voor Servie Naar eene melding uit Epoca zyn in de Vereenigde Si aten van Noord-Amerika komiteiten tot stand gekomen, met het doel de arme bevolking van Servië met levensmiddelen te voorzien. Tot hetzelfde doel stelde de Roemeensche regeering 100 wagons meel ter beschikking. Sneeuwstormen. GLEIWIZ, 21 Februari. In gansch Opper-Slessingen heerscht, sinds ver scheidene dagen een ongewoon hevige sneeuwstorm. Op zekere plaatsen ligt de sneeuw een meter hoog. Verscheidene onderbrekingen in het verkeer worden door de sneeuwstormen gemeld. Nieuwe binnenroepingen in Italië. ROME, 20 Februari. Tegen den 24 en 28 Februari zijn eenigo oudere jaar gangen van verschoidene wapenafdeelin- gen binnengeroepen. van zijn heimwee was in zijne oogen te lezen. In achttien jaren tijds moet ik veel veranderd zijn, zegde hij nadenkend. Wie van hen, met wie ik toen verkeerde, zul len mij herkennen Maar het is onmoge lijk, ik durf het niet wagen. Wij kunnen niet gaan, Sofle. een wonderlijke aan drang drijft mij u de geschiedenis te ver halen. Wilt gij haar hooren. Sofle boog zacht het hoofd. Doe de deur toe zegde hij. Sofle sloot de deur. Draai de lamp neder De lamp werd nedergedraaid, zoodat slechts een zwakke schemering in de kamer heerschte. Wend uw gezicht af, beval de vader met eene holle, gebrokene stem. Zie mij niet zoo aan, mijn kind, ik kan niet ver dragen uw blik te ontmoeten, totdat ik met mijn verhaal begonnen ben God geve, dat gij dan de oogen nog tot mij moget opheffen, beminnend en vertrou wend als altijd. Zijt gij gereed Ja vader 1 klonk het zachte ant woord. Nu, dan zal ik, de geschiedenis van den vloek verhalen, die zoowel op u als op mij rust. Ik zal u mededeelen waar om gij uit de samenleving zijt verstooten, waarom zelfs de armste bedelaar in Frankrijk met verachting op u neer zal zien. In den Engelschen Senaat. In het Engelsch Hoogerhuis had Dins dag eene nieuwe bespreking plaats over de zeesperre. Lord Sydenham heeft een voorstel voorgelegd, volgens hetwelk verklaard wordt dat de Vloot der Ver bondenen ten overvloede moet aangewend worden, om te beletten dat nog koop waren de vijandelijke landen bereiken. Engeland en de Belgische Nijverheid. De Belgische diplomaat bij de Engel sche regeering te Londen, M. Karei Hymans, heeft van sir Edward Grey, den Engelschen minister van buitenlaudsche zaken, een brief en een gedenkschrift ontvangen, waarin gehandeld wordt over den invoer naar België der fabriekant- benoodigheden, over de opeischingen door de Duitsche bezetting en over de voorwaarden tot uitvoer dei' Belgische produkten. In die stukken wordt gezegd dat vanwege de Engelsche regeering sinds de maand November aan de Duit sche bezetting voorstellen zijn gedaan en die voorstellen onbeantwoord zijn geble ven. Daarbij komt de opsomming vau waren die slechts langs eene baan naar Duitschland gevoerd worden, met de be merking dat Duitschland en niet de Ver bondenen België verarmde. Van Duitsche zijde wordt daarop ge- aritwoordt dat de Engelsche voorstellen nog aan onderzoek onderworpen blijven en dat Duitschland de Belgische nijver- ht-.d bevordert door bijvoorbeeld den kolenuitvoer naar neulralo iandeu aan te moedigen. In het Engelsch Lagerhuis Antwoordonde op eene vraag in het Engelsch Lagerhuis, verkiaarde de 011- derstaatssekretaris van buitenlandsche zaken lord Robert Cecil, over het werk van de in Belgie arbeidende kommissie tevreden te zijn; zij kan het juiste bedrag der Engelsche privaat-ondersteuningen voor het hulpfonds niet opgeven. Eene bijdrage wordt door de Belgische regee ring gegeven, geput uit de leening der bondgenoolen,en beloopt tot een miljoen pond sterling per maand. Koning Joris van Engeland Reuter meldt uit Londen nopens den gezondheidstoestand van den Koning van Engeland, dat de geneesheeren erin toe stemden, dat Koning Joris zijne bezoe ken aan de troepen die nieuw geoefend en uitgorust worden, hervatte. De papiercrisis. De Zweedsche papierfabrieken berich ten dat wegens het duurder worden der grondstoffen, de prijs van het papier an dermaal 20 °/o moet verhoogd worden, zoodat de prijzen thans 150 °/0 gestegen zijn buiten in vredestijd. De nieuwe Japansche gezant in Frankrijk. De Echo de Paris verneemt uit Mar seille dat de nieuwe Japansche gezant in Frankrijk, Kushiro Matsu, aldaar is aan gekomen. Hij verklaarde dat hij het verloop van den oorlog, welker uitslag niet twijfel achtig is, met belangstelling volgde. De militaire konferencie der Entente te Parijs. Volgens een bericht van den Matin zal generaal Porro, op het einde van Februari naar Frankrijk komen om deel te nemen aan de militaire besprekingen, waardoor de krijgsraad der Entente zal voorbereid worden. Generaal Gadorna zou enkel in de laat ste dagen van Maart met eenige Itali aansche ministers te Parijs aankomen. VI Eene vertrouwelijke mede deeling. Sofle wachtte in bange spanning en met een kloppend hart de mededeelingen van haren vader af, die nog altijd aan het venster stond, uitziende^in den don keren nacht. De drang, om zijne dochter alles te vertellen, was zeer groot in hem, maar hij wist toch niet hoe hij beginnen zou. De gebeurtenissen van het verleden© dwarrelden hom door het hoofd. Zonder vaderland stond hij daar een vreem deling in het verre oord een vluchte ling die niet wist waarheen hij zijnen voet zou richten Sedert maanden had een onbeschrijflijk heimwee zich van hem meester gemaakt; sinds hij Alfred Beaucourt voor de eerste maal had ge zien, was de oude liefde voor zijn vader land met onweerstaanbare hevigheid in hem ontwaakt Hij had zijnen last jaren lang geduldig gedragen, nu echter werd deze hem te zwaar en het verlangen naar menschelijke deelnemingen grooter en grooter. Hij ging van 't venster met gezonkeu hoofd, en met over de borst gekruiste armen doorliep hij de kamer. Hij scheen vergeten te hebben, dat hij zijne dochter zijne levensgeschiedenis zou verhalen. Lang heerschte er een diep stilzwijgen, dat eindelijk door de zachte stem van Sofle werd verbroken. (wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1916 | | pagina 2