PASSIE-BEELDEN. Napoleon's Veldtocht KATHOLIEK NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD Zondag 16 April 1916 Week - Ka lender. Palmenzondag. De Lilorgie der Goede Week. 5 cenlienien hel nummer "(K Jaar IV" 4701 DE DENDERBODE 3 Irank 's iaars Abonnementsprijs 3 trank 's jaars Men schrijft in te Aalst 31. KORTE ZOUTSTRAAT, 31 DRUKKERUITGEVER VAN DE PUTTE-GOOSSENS Aalst, den 15 April 1916 APRIL. Evangelie van den Zondag Intrede van Jezus te Jerusalem. Matth. XXI. 16 Zondag, Palmzondag. 17 Maandag. H. Anicetus, paus en mart. 18 Dinsdag. H. Appolonius, martelaar. 19 Woensdag, H. Ursmarus, bisschop. 20 Donderdag, Witten Donderdag. 21 Vrijdag, Goeden Vrijdag. 22 Zaterdag, Paaschavond. HH. Soter en Cajus, pauzen en martelaren. Hosannah 1 Juicht Hem toe en wuift met palmen Laai uw zangen nu weergalmen Juicht en wuift De Vorst des vreden Komt op 't veulen aangereden Hosannah Vreest niet, want Hij is de zachte, Die zijn dolend schaapje wachtte, Die ook hij der kindren monden Al zijn grootheid doet verkonden. Hosannah Zone Davids vol erberraen Wil U onzer toch ontfermen... Wil ontzien en wees ons goedig, Wij zijn zwak en wankelmoedig... A. Guppens. hun de eigenaars Waarom maakt ge het veulen los Zij zeiden Omdat de Heer het noodig heeft. En ze brachten het totjesus. En ze legden hunne mantels op het veulen, en lieten Jesus opstijgen En terwijl Hij voort reed, spreidden ze hunne mantels op den weg uit. En toen Hij reeds de benedenhelling van den Olijfberg genaderd was, begon heel de menigte der leerlingen vol blijdschap met luider stemme God te verheerlijkenom al de wonderen die ze gezien hadden, met de woor den Gezegend de Koning die komt in den naam des Heeren Vrede in den hemel en heerlijkheid in den hooge (Evang. St Lucas, hoofdstuk 19, 28*38). Palmenzondag Beschouwingen voor de Goede Week. En na deze woorden ging Hij vooruit den weg op naar Jerusalem. En toen Hij nabij Bethphage en Bethania was gekomen, aan den berg die de Olijfberg heetzond Hij twee zijner leerlingen uit, met de woorden Gaat naar het dorp hiertegen over en bij het binnentreden zult ge een ezels veulen vastgebonden vindenwaarop nog geen mensch ooit gezeten heeft maakt het los en brengt het hier. En als iemand u vraagt Waarom maakt ge het los zegt hem dan ditOmdat de Heer het noodig heeft. Zij nu die gezonden waren, gingen heen, en vonden het gelijk Hij hun gezegd had. Terwijl zij nu het veulen losmaakten, zeiden Aldus luidt, grootsch in al zijn een voud, het verhaal van den evangelist. Diepzinnige lessen liggen er voor elk van ons in dit verhaal besloten, dat ons thans weer, aan den ingang der Goede Week, aanschouwelijk wordt gemaakt. Trekken wij ops dan voor eenige ston den terug uit al de rumoerigheid van het oppervlakkige leven om ons heen. Laten wij het stil worden in ons, opdat we zouden kunnen peinzen, en leenen wij dan oen aandachtig oor aandehosannah- kreten waarop de Vrede-Vorst onthaald wordt... staan er honderden, waaraan Hij de grondelooze schatten zijner genaden ver kwist heeft. Zij die kreupel waren, kun nen Hem nu volgen, de stommen Hem toejuichen, de blinden zijne heerlijkheid aanschouwen. Tallooze moeders houden dankend Hem toegewend hunne kinderen die Hij weleer, met een blik, met een woord, of bij de enkele aanraking van de franje van zijn kleed, uitziekte en ellen de heeft doen verrijzen -tot gezondheid en rozigen jeugd-bloei. Volk van Jerusalem, over u heeft de barmhartige Samaritaan zijn liefde laten uitstroomen als een zee Het is maar billijk dat gij nu juicht en dankbaar zijt.... AANKONDIGINGEN Kleine één maal 0,75 fr.twee maal 1,25 fr. Gewone annoncen 0,15 fr. de regel. Vonnissen, sterfgevallen, enz. 0,50 fr. de regel. Dikwijls te herhalen volgens akkoord. l5 Mengelwerk. Nadruk verboden. in Rusland, in 1812. Groot Historisch Verhaal. (Getrokken uit het vermaard boek van Graaf Philiep de Ségur, Generaal, die den veldtocht meegemaakt heeft). Intusschen hadden het leger van Italieën en de ruiterij van Murat, ver sterkt door drie divisie's van het eerste legerkorps onder het bevel van den graal Lobau, de groote baan aan gevallen en de wouden die tot steun punt dienden aan den linkervleugel van den vijand. De botsing was ge weldig doch zij nam spoedig een einde. De russische voorhoede trok zich ijlings achter den bergstroom der Luczissa terug ten einde er niet in gedrongen te worden. Alsdan stond het vijandelijk leger op den tegen- overgestelden oever vereenigd, ter getalsterkte van tachtig duizend man. Hunne stoutmoedige houding, in eene sterke positie die tot dekking diende aan de hoofstad Witepsk, liet aan Napoleon verhopen dat zij dit- maal den slag zouden aanvaarden. Het was nog maar elf uren in den voormiddag; hij deed het oponthoud ^n den aanval blazen, om rustig gansch zijne frontslijn te kunnen monsteren, en de zijnen tegen morgen gereed te maken voor een beslissend gevecht. Eerst ging hij post vatten op eenen berm waar de scherpschutters lagen in wier midden hij zijn morgen- ontbijt nam. Van daar bespiedde hij den vijand: een kogel schuifelde dicht aan hem voorbij, en kwetste een zijner soldaten. De volgende uren verliepen in verdere verkenningen van Een Koning doet zijne intrede te Jeru salem, maar het is een koning wiens rijk niet is van deze aarde. En ook is er daar niets te zien van aardsche pracht of aardsche grootheid. Gezeten op eeD tam ezelsveulen, de hand geheven om te zegenen, de oogen boven het volk gericht naar de heuvelen die opsteken in de blauwe verten, zoo rij'it Jezus de poorten van Jerusalem bin nen. Vol eenvoud, vol goedheid, vol liefde, maar ook vol majesteiteen ma jesteit waarbij al het purper der keizers mantels van deze aarde verbleekt tot eene nietigheid, gelijk de starren weg vluchten voor het aanschyn der zon. En het volk juicht toe, dankbaar. Men waait met palmtakken, men spreidt zijne kleederen uit langs den weg, en altijd aan jaagt er een adem van stijgenden geestdrift door het hosannah- gejubel, dat rusteloos als oen baar op en neer deint door de lucht, boven de goud stoffige stad. Want Hij die hier binnentreedt is de groote Weldoener. Op zijnen doortocht het strijdveld, terwijl hij op zijne overige korpsen wachtte. Napoleon kondigde eenen grooten slag aan voor den volgenden dag. Afscheid nemende van Murat, zegde hij heni Morgen, om vijf uren, zal een nieuwe zon van Austerlitz voor ons opgaan Die vaste hoop welke de keizer koesterde verklaart hoe het kwam dat hij thans, te midden van den dag, de vijandelijkheden deed staken, juist toen de soldaten vol geestdrift waren om het behaalde succes. Dezen stonden verwonderd toen zij ineens het onderbreken van den aanval hoorden trompetten, op het oogenblik dat zij eindelijk eenen vijand hadden bereikt, waarop zij reeds zoovele dagen eene rustelooze en uitputtende jacht moesten maken. Murat van zijn kant, die zich ook reeds zoo dikwerf in zijn hoop op een gevecht tot nog toe bedrogen zag, deed aan den keizer opmerken dat de sluwe rus Barclay en zijne mannen thans zoo uitdagend van houding vóór hen opgesteld stonden, om met des te meer gemak weerom de plaat te kunnen poetsen toen de nacht zou aangebroken zijn. Napoleon wilde het niet gelooven, en Murat dan, om zijn hittigen kop uit te werken, ging roekeloos zijne tent planten op den boord van den bergstroom, bijna in het midden van het russisch kamp. Hij koos die positie uit omdat zij het best strookte met zijnen durf en zijnen ondernemingsgeest, en ook omdat hij begeerde van dicht bij een wakend oog te houden op den vijand, en hem op het lijf te vallen indien hij werke lijk in den nacht zijnen aftocht deed. Nochthans Napoleon had juist ge- (i) Deze woorden zinspeelden op den onsterfe- lijken veldslag van Austerlitz, door Napoleon op een prachtigen zomerdag in 1805. gewonnen op de Oostenrijkers en de Russen. Ellendig volk Ondankbaar volk Hoe zijt gij in korten tijd zoo veranderd dat na het hosannah hetkruisigt Hem - uit uwen mond heeft weerklon ken Dat uwe harten van steen zijn gewor den toen uw Weldoener aan de geesel- kolom stond gebonden, één wonde van het hoofd tot de voeten, en ziine droeve, zacht-verwijtende blikkon óver u liet weiden Dat gij van wellust hebt gesidderd toeu de Goede, de Zachte, met zijn kruis be laden door de Jerusalemsche straten struikelde, en bij iederen stap de steenen rood doopte met zijn bloed Dat gij daar hebt gestaan, met schimp en wreedheid op de lippen, toen uw Koning in doodsche bleekheid hing tus- schen aarde en hemelen, te midden van twee moordenaren, en tormenten ver duurde die het menschelijk gedacht doen duizelen Rampzalig Jerusalem Waar zijn uw palmtakken en festoe nen Ze liggen lang verdord. Ze zijn weg gewaaid op de winden evenals de juichende galmen die eens uwe straten dedon dreunen Is er dan niets van bestendigheid in u Zijt gij wufter en grilliger dan het zand der woestynen dat vliegt waar de storm het voeren wil O volk van blinden Omdat de boozen hunne handen heb ben geslagen aan Jezus, die zich weer loos als een lam ter slachtbank leiden laat, daarom zijt gij Hem nu afgevallen. Omdat Hij, de schoonste onder de kin deren der menschen, thans is geworden een voorwerp van afschuw en peillooze ellende voor de blikken van u allen, daar om bespot en vergruist gij Hem... Ziet gij dan niet den glans van schoon heid en majesteit, die lichton blijft door al de onteering en het bloed welke Hem bedekkon Ziet gij niet hoe steeds zijne oogen, bewaasd door smart en weemoed, af gronden zijn van goedheid en liefde O blinden, blinden Beeft, want de zon gaat verduisteren, de nacht zinken in de dalen, de rotsen zullen opscheuren en de heuvelen tot in hun diepste diepten geschokt staan om het schrikkelijk drama dat afspeelt op Calvarie Mijn ziel, blijf hier toeven onder het kruis, om te bidden en na te denken Denk aan de mateloosheid der ge naden die de groote Weldoener ook over u heeft uitgestort. Denk aan die dagen, de zonnige en reine, toen Hij, verdoken onder den schijn van schamel brood, insgelijks zijne blijde intrede in u heeft gedaan toen de hosannah's uwer liefde Hem tegenklon- ken, toen de palmen van uwen dank Hem toewuifden en toegeurden. I En denk aan die andere dagen, dagen van duisternis en zonde, toen de drifton als huilende, vloekende henden in u zijn binnengevallen, en er het beeld van Je zus schonden en bezoedelden. Denk aan die uren waarin gij ook blind hebt ge staan voor het ontzaglijk mysterie van zijn lijden, blind voor de afstraling zijner belcedigde majesteit en den smeekenden blik zijner liefde... Denk daar aan, en beef, en sta beschaamd om uw zwakheid en uw ondankbaarheid 1 O mijn ziel, rouwende zondares, klamp u vast met Magdalena aan het Kruis, den boom des eeuwigen Levens, en bid en boet, opdat de loutere zaligende wateren van het Lijden en de Liefde Christi over u zouden nedcrvloeien Peccavi. Kunst Letternieuws Koint te verschynen HET OSBROEK TE AALST Studie door Petrus Van Nuffel. Verkrijgbaar bij alle boekhandelaars. Prijs één frank. raden en Murat was mis, maar het toeval ging dezen laatste gelijk geven. De keizer had de inzichten van Bar clay klaar doorschouwd deze den kend dat Bagration naar Orcha op rukte, was inderdaad besloten den volgenden dag zijne kanons te laten donderen tegen het front der fran- schen, om alzoo tijd te geven aan den russischen veldmaarschalk hem te komen vervoegen. Doch, toen hij rond den avond het bericht ontving dat Bagration, op zijnen aftocht langs Novoï-Bickof naar Smolensk oprukte, liet hij ook aanstonds zijn strijdplan weer varen. Alzoo kwam het dat Murat, bij het krieken van den 28® aan den keizer mocht melden dat hij zinnens was de russen te achtervolgen die in den nacht spoorloos verdwenen waren. De keizer wilde het van her niet ge- looven, en hield vol dat gansch de macht van den vijand nog steeds vóór hunne lijnen moest liggen, en dat men met omzichtigheid diende te werk te ;aan. Eindelijk stijgt hij te paard, en »ij iederen stap wordt zijne ontgoo cheling grooter: hij bevindt zich wel dra te midden van het kamp van Barclay, dat doodsch en verlaten is. Alles in dit kamp getuigt van krijgs- kennis: zijne voordeelige ligging, zijn nauwkeurig afgemeten bouw, de doel matige aanleg van elk zijner deelen. Alles spreekt er van tucht en stipt heid, en er is mets achtergelaten, noch wapen, noch kleedingstuk, noch eenig ander spoor van den vijand. In zijn vlucht en zijne nederlaag legt hij meer orde aan den dag dan wij in onze zegepraal. Een enkele soldaat, dien men in geslapen onder eenen struik verraste was gansch de uitslag van dezen dag die ons eene beslissende zege beloof de te schenken. In Witepsk vonden Woensdag ('s Heeren Klachtl. Mijn volk, wat heb ik u misdaan Dat gij mij wilt aan 't kruise slaan Antwoord mij Mijn vriend, wat heb ik u misdaan Dat gij mij, zoenend, wilt verraên Antwoord mij O wereld, zie mijn droefheid aan. Zal iemand ooit ze gansch verstaan Antwoord mij Witten Donderdag (Laatste Avondmaal) Neemt en eet, dit is mijn lichaam... Neemt en drinkt, dit is mijn bloed... Neemt, dit is het hemelsch voedsel Dat u eeuwig leven doet... Doet dit tot gedachtenisse Mijner Liefde oneindig groot, Doet dit tot gedachtenisse Van mijn lijden en mijn dood... Zaterdag (Heilige Vrouwen). Zusters ontwaart ge geen licht aan den Oosten? Komt ons geen klaarte van dageraad troosten? Laat ons naar zijn grafsteê gaan, Eer de zon is opgestaan.. Spoedtu dan, zusters, uw kruikskes genomen, En Hem gezalfd met uw geurige aromen... Laat ons naar zijn grafsteê gaan, Eer de zon is opgestaan... Mochte onze liefde den Heere behagen, Rein als de balsem dien wij Hem nu dragen Laat ons naar zijn grafsteê gaan, Eer de zon is opgestaan... A. Cuppens. (Al deze liturgische liederen zijn getrok ken uit - Jaarkrans van Geestelijke Liederen rond den Heerd van Lod. de Vocht, 2dc bundel: Lentetijd2,le uitgaaf. Vlaamsche Muziekhandel, St Jacobsinarkt, 12, Antwerpen Prijs 10 franken.) wij ook alles eenzaam en ledig gelijk in het kamp Slechts eenige smerige joden en eenige Jezuiten waren er achter gebleven zij werden onder vraagd. maar er was geen woord uit te krijgen. Welk een weg hadden de russen ingeslagen Waren zij de Du- na-rivier terug opgevaren Nergens vonden wij een spoor. Eindelijk wer den wij in de laatst vermelde richting aangetrokken door eene bende onge regelde kozakken, terwijl maarschalk Ney met zijne soldaten op verkenning uittrok in de richting van Smolensk. Wij legden zes mijlen af door den diepen zandgrond, in wolken stof, onder eene schrikkelijke hitte de nacht deed ons halt houden, en vol honger en dorst, vonden wij er slechts wat slijkwater om over onze droge lippen te laten gaan. Intusschen hield Napoleon raad onder de keizerlijke tenten welke op gesteld stonden in het voorhof van een kasteel, op eene hoogte links van de groote baan. Daar had hij Murat, prins Eugeen en een andere veld maarschalk om zich heen verzameld. Hij sprak er in deze bewoordingen Deze lang gewenschte zegepraal, die van dag tot dag dringender en noodzakelijker was geworden, kwam hen dus nogmaals te ontsnappen evenals te Wilna. Men had de achter hoede der russen ingehaald, doch waar bleef hun leger? Was het niet waarschijnlijk dat Barclay langs Rud- nia naar Smolensk vluchtte hoe ver zou men dan wel moeten gaan om een beslissenden slag te leveren? Maar moest nu alles hem niet voorloopig hier houden, op de grenzen van het oude Rusland: de noodzakelijkheid het herwonnen Littauwen weer in te richten, magazijnen en hospitalen op te bouwen, een nieuw rust-, verdedi- gings- en vertrekpunt aan te leggen Zondagrust. Van 's middags tot middernacht, eenige dienstdoende apotheek, Zondag 16 April, M. Renneboog, Nieuwstraat. voor zijne operatie-lijn welke op zulk eene onrustbarende wijze verlengd en uitgerokken was Terwijl deze beraadslaging plaats greep, was er niet ver van daar eene schermutseling voorgevallen waar over Murat geen woord aan den kei zer repte. Onze voorposten werden er overrompeld verschillende onzer ruiters waren gedwongen geweest van hunne paarden te springen om hunnen vlucht te kunnen voortzetten; anderen, om hunne vermoeide paar den te redden, moesten hen bij den teugel meeslepen. De keizer richtte zich tot generaal Belliard. Deze ver klaarde vrank weg dat de regimenten gansch ontzenuwd en uitgeput waren, en dat de rust hen hoogst noodig was; dat, indien men alzoo nog zes dagen verder marcheerde, heel de ruiterij er onder bezwijken moest. Bij dit alles kwam dan nog de ver slindende zonne-hitte, teruggekaatst door de brandende zand-pleinen. Eindelijk neemt de keizer, die ook terneergedrukt is, een besluitmen gaat hier uitrusten, Hij schrijft ver volgens aan de verschillende leger korpsen hunne kantonnementen voor op de boprden der Duna- en Borys- thena rivieren. Eenmaal tot deze beslissing geko men, keerde Napoleon met zijne gar de naar Witepsk terug. Daar, binnen tredende in het keizerlijk kwartier, nam hij zijn zwaard, en het plots op de tafel leggend die bedekt was met krijgskaarten, riep hij uit Ik houd hier stil, ik wil hier mijn leger ordenen en laten uitrusten, en aan Polen een bestuur geven. De oor log van 1812 is geëindigd Deze van i8i3 zal het overige doen ('t Vervolgt.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1916 | | pagina 1