Napoleon's Veldtocht
KHTH0LIEK NIEUWS- EN RANKONDIGINGSBLAD
Zondag 7 Hei 1916
5 centiemen liet nuimner
70s,e Jaar IV0 4704
VAN DE PUTTE-GOOSSENS
Week-Ka lender.
Mei-Lied.
Opvoedkunde
en Onderwijs
in Rusland, in 1812.
LANDBOUW.
LETTERKUNDIGE KRONIJK
DE DENDERBODE
Abonnementsprijs 3 trank 's jaars.
Men schrijft in te Aalst
31, KORTE ZOUTSTRAAT, 31
DRUKKER-UITGEVER
Aalst, den 6 Mei 4916.
MEI.
Evangelie van den Zondag
Ik ben de goede herder. Joannes X.
7, Zondag Misericordia. H. Stanislaus,biss.
en martelaar.
8 Maandag, Openbaring van den H.Michael
Artsengel.
9 Dijnsdag, H. Gregorius van Nazianzen.
10 Woensdag, Plechtigheid v. d. H. Jozef.
11 Donderdag, H. Franciscus de Hieronymo,
belijder.
12 Vrijdag, HH. Nereus enz. H. Pancratius,
mart.
13 Zaterdag, H. Servatius, bisschop v. Ton
geren.
Muziek van Lod. de Vocht,
't Regent bloemen in de wei,
Jeugdig zonnelicht bij stroomen
't Regent groen op al de boomen
Ieder struikje wordt een mei
Op I mijn herte welgemoed
Alle vogelbekskens fluiten
Alle leven wil naar buiten
God wat is Uw lente zoet
't Regent vreugde in alle boesems
d'Aarde geurt van versche bloezems
Kindren dansen hand aan hand
Juicht de Mei is in het land I
A. Cuppens.
Theoretische en Praktische
Beschouwingen.
XI.
Nog over karaktervorming.
Geleerdheid en karakter.
En nochtans, zooals wij liet hier vroe
ger schreven, is de samenwerking tus-
schen rader en moeder onmisbaar voor
de karaktervorming van hunne kin
deren.
Men begrijpe ons wel wij spreken
hier thans van karaktervorming en niet
van geleerdheid.
Voorzeker, hel ware een ideale wijze
van opvoeding indien het kind ook zijne
geleerdheid kon ontvangen van vader en
moeder, doch daartoe bezitten deze noch
den voldoenden tijd, noch de noodige
geschiktheid. In algemeenen regel althans.
l8 Mengelwerk. Nadruk verboden.
Groot Historisch Verhaal.
(Getrokken uit het vermaard boek van
Graaf Philiep de Ségur, Generaal, die
den veldtocht meegemaakt heeft).
Grootmaarschalk Duroc werd op
zijne beurt ondervraagd. Hij bewaar
de eerst een koud stilzwijgen, en gaf
daarna zijne aikeuring van het strijd
plan in klare, nauwgezette bewoor
dingen te kennen. De keizer weder
voer
- Ik zie genoeg dat de russen alles
doen om ons op hun hielen te lokken,
maar toch moeten wij nog tot aan
Smolensk verder opmarcheer en.
Daar nemen wij vasten voet, en als
Rusland in de lente van i8i3 nog
geen vrede heeft geteekend, is het
verloren. Smolensk is het uitgangs
punt der twee wegen die leiden naar
St Petersburg en Moscou wij moe
ten het bemachtigen. Dan kunnen wij
tegelijkertijd op die beide hoofdste
den afrukken, om in de eene alles te
vernietigen en in de andere alles te
behouden.
Daarna kwam minister Daru. Deze
minister gaat in alles recht zijn we
gen, en hij bezit eene vastberadenheid
die onwrikbaar zijn kan als een stalen
lemmer. Het groot vraagstuk over
den optocht naar Moscou kwam te
berde, en Berthier was alleen tegen
woordig bij deze bespreking die acht
uren duurde. De keizer vroeg aan
zijn minister wat hij dacht van dezen
oorlog
De eigenlijke geleerd beid moet het kind
gaan zoeken ter school dit is de taak
van den onderwijzer waarover wij hier
weldra ook een woord zullen reppen.
Maar geleerdheid en karaktervorming
kunnen niet van elkaar gescheiden wor
den integendeel, het eene moet het
andere aanvullen en steunen.
Wij zagen het reeds hot karakter
vormt den grondtoon, den grondslag van
ons leven.
Het schitterendst verstand, het schoon
ste talent zal niet veel uitwerken indien
het, hij gemis aan karaktervorming, geen
geschikt terrein vindt om in op te groeien
en te gedijen, evenmin als de kostelijkste
gaven van geest en ziel van veel nut
kunnen zijn wanneer zij slechts een zie
kelijk en zwak lichaam ten hunnen
dienste hebben.
Daar is tot op heden nog geen enkele
geleerde, geen enkele opvoeder, 't zij
wereldlijke of geestelijke, verschenen die
de vermaarde spreuk der ouden heeft
durven loochenenMens sana in
corpore sano hetgeen wil zeggen
Eene gezonde ziel in een gezond
lichaamIntegendeel, allen zijn het
daarover eens en verklareD éénmoüdig
dat het van groot belang is voor ons heil
in dit tijdelijk leven, en ons veilig aan
landen in het eeuwige hierboven, dat
eenieder van ons een gezond en gaaf-
ontwikkeld lichaam ter zijner beschik
king hebbe, omdat het lichaam als het
ware het instrument is dat de ziel moet
AANKONDIGINGEN
Kleine één maal 0,75 fr.twee maal 1,25 fr.
Gewone annoncen 0,15 fr. de regel.
Vonnissen, sterfgevallen, enz. 0,50 fr. de regel.
Dikwijls te herhalen volgens akkoord.
En evenals een kunstenaar uit een
slecht speeltuig geen schoont) klanken of
akkoorden kan halen, evenzoo kan de
ziel geen kloeke schoone daden stellen
wanneer zij operceren moet in het lichaam
van een zwakkeling of een vernepeling.
Welnu Dr Foerster leert ons, dat het
karakter ook den grondslag onze
lichamelijke gezondheid vormt.
Aldus krijgt de karaktervorming een
kolossale draagwijdte in het bestaan van
iederen mensch, vermits zij werkelijk zijn
heele leven grondvest, en vermits hieruit
voortvloeit dat, zonder haar, de schoonste
schat van geleerdheid of talent ook een
dood kapitaal blijven zal.
Wij kunnen aan den lust niet weer
staan hier over dit punt eene grondig-
wijze bladzijde mede te deelen
Het talent alleen zonder karakter
is niet veel waardzal niets waarlijk
belangrijks verrichten, is veeleer een
gevaar. De geschiktheid om geluk
kig te worden en gelukkig te
Dat hij geenszins nationaal is,
antwoordde Daru, en mijns dunkens
is zelfs de oprichting van een Poolsch
rijk geene voldoende reden voor zulk
een verren veldtocht. Onze troepen
en wij zelf beseffen er noch het doel
noch de noodzakelijkheid van, en
alles raadt ons aan ten minste hier
halt te houden.
Zoo spraken Daru en Berthier.
Napoleon hoorde hen kalm aan
soms onderbrak hij hen door fijn-
geestige redeneeringen, en hij ver
plaatste het vraagstuk al naar gelang
hij het wenschte of hij er de stekelige
kanten van gewaar werd. Maar altijd,
alhoewel hij veel harde dingen uit
hun mond moest hooren, bleef hij vol
geduld en kalmte. Tijdens gansch
dezen redetwist, was hij in woord en
gebaar, in gansch zijn handelwijze,
zoo vol zelfbeheersching en welspre
kendheid, zoo vol eenvoud en goed
heid dat hij, spijts al onze tegenslagen
en ellenden, toch immer groot en be
minnenswaardig bleef in onze oogen.
Vervolgens deed hij verscheidenen
zijner legergeneralen komen. Doch
zijne vragen duidden hen hunne ant
woorden aan, en eenigen dier veld
oversten, die geboren soldaten waren
en steeds aan zijn minste wenken ge
hoorzaamden, volgden ook zijn wil
in dit onderhoud evenals zij hem
volgden op het slagveld.
Anderen, alvorens een oordeel uit
te brengen, wachtten liever de ge
beurtenissen afin tegenwoordigheid
van een man die tot op heden in alles
slaagde en gelukte, durfden zij hun
vrees voor de toekomst niet luchten.
Daar waren er nog anderen die
goedkeurend knikten, wel wetende
dat het toch woorden in den wind
maken, hangt veel meer af van
het karakter van den mensch, dan
van zijn talent.
De talenten zijn verschillend ver
deeld en op zich zelven geen persoon
lijke verdienste. Niet iedereen kan een
werkelijk talent zijn, maar eenmensch
van karakter kan en moet iedereen
zijn of worden. Het karakter geeft
eerst eiken mensch de ware persoon
lijke waarde en ook waarborgen voor
zijn levensgeluk. Het karakter van
den mensch bestemt en bepaalt zijne
persoonlijke verhouding tot de wereld
en zijn evenmensch, en de terugwer
king daarvan op zijn eigen zieleleven.
Velen voelen zich daardoor onge
lukkig, dat ziide terugwerking (reactie)
van ae ivereïd en leven op hun eigen
persoon niet juist welen op te vatten ,-
hun gemoed komt in het algemeen niet
tol rust en hunne stemming is steeds
afhankelijk van de kleine aagelijksche
gebeurtenissen. De alledaagsche
moeilijkheden en nietigheden ver
bitteren voortdurend hun leven,
maken ze ontevreden, achterdoch
tig, slecht geluimd, en laten zelden
eene blijmoedige stemming in het
hart opkomen.
Schoone, diepe woorden welke men
niet genoeg in den geest der ouders kan
prenten
Want de karaktervorming hunner
kinderen hangt groolendeels van hen at:
op dat punt moeten zij met den onder
wijzer gedurig meewerken.
En als die meewerking ontbreekt, dan
mislukt alle opvoeding en dan wordt alle
geleerdheid, zooals wij het hooger zeg
den, een dood kapitaal
Daarover meer in een volgend artikel.
('t Vervolgt).
Bemesting der beetwortelen.
De beetenteelt is allerwinstgevendst
slechts ongeveer 50 der voedende be-
standdeelen door de suikerbeeten aan den
grond ontnomen gaan in de suiker over,
terwijl de voederheeten algeheel op de
hoeve vervoederd worden.
De beeten komen best in eenen goed
doordringbaren, diepen en frisschen zand-
of kalkachtigen kloigrond. Zij vergen
eenen vruchtbaren grond, rijk aan oud
vet. De grond wordt diep omgeploegd,
gedurende den groei van het gewas 2-3
malen opgehakt, en zuiver aan onkruid
gehouden.
zouden zijn, indien zij aanrieden niet
verder te gaan. Vermits zij nieuwe
gevaren gingen moeten deelen, wilden
zij liever den schijn hebben die vrij
willig en manmoedig te aanvaarden.
Doch daar was een andere veld
maarschalk die niet alleen het plan
goedkeurde, maar den keizer nog
zelfs aanhitste om het uit te voeren.
Gedreven door een noodlottigen
roemzucht, deed hij het vertrouwen
van Napoleon aangroeien met hem
een valsch beeld te schetsen van de
getalsterkte zijner divisie. Hij schil
derde hem met schitterende kleuren
de dapperheid en den strijdlust der
soldaten af, alhoewel de vermagerde
gezichten van dezen weinig strookten
met al die loftuitingen.
De keizer hechtte geloof aan dien
strijdlust omdat hij hem behaagde,
en omdat hij de soldaten gewoonlijk
maar zag in de revues, als alles: zijne
tegenwoordigheid, de militaire pracht,
de wederzijdsche geestdrift die bij
zulke plechtigheden wordt geboren,
tot zelfs het geheim bevel der gene
raals meehielp om moed en begeeste
ring in de troepen te wekken.
En dan was het nog maar alleen
zijne garde die deze eer genoot.
In het leger kloegen de soldaten
over de afwezigheid van den keizer.
Zij zagen hem nog slechts wan
neer er te strijden ofte sterven viel.
Allen waren hier voor hem doch hij
scheen er niet meer voor hen te zijn."
Alzoo leden en kloegen zij, zonder
in te zien dat deze toestand geschapen
Paste men op de voederheeten eene
sterke, eu op de suikerbeeten eene meer
gematigde stalmesbemesting toe, dan zal
men eene overvloedige opbrengst van
voortreffelijke hoedanigheid mogen ver
wachten, door vollediging der stalmest-
beraesting met eene behoorlijke hoeveel
heid chloorpotascb, superfosfaat en zwa
velzuren ammoniak. Bij gebrek aan dit
laatste bestanddeel, wordt een paar ma
len duchtig gebeerd.
De boet is eene potaschplant zonder
potasch, geene suiker. Men zal er bijge
volg een ruim gebruik van maken, wil
men hooge opbrengsten met allereerste
hoedanigheid weten te paren. De Schei
kundige ontleding der beetwortelen loert
ons dat deze vooral rijk zijn aan potasch;
bijgevolg mag hun dit bestanddeel niet
ontbreken.
Wanneer het fosfoorzuur niet vóór,
of vroeg in de lente, maar thans toege
past wordt, geeft men de voorkeur aan
liet superfosfaat. Hot wordt spoedig op
genomen, en begunstigd de hoedanig
heid.
Eene hulpbemesting van 250 tot 350
kgr. chloorpotasch en 400 tot 700 kgr.
superfosfaat geeft de beste uitslagen.
Men mengt boide hulpmeststoffen, eu
men werkt ze in eene maal, door diepe
inegging onder. Men dient zwavelzuren
ammoniak toe in de maat van hetgeen
waarover men beschikt, of, zoo als reeds
gezegd werd, men beert een paar malen
duchtig. Praktijker.
Een Dichter uit het Volk.
(Vervolg)
Geen twijfel mogelijk wij hebben hier
een echt dichter vóór ons. Iemand die,
spijts al de kwade machten welke hem
in zijne bederfzwangore omgeving naar
omlaag trokken, toch steeds het vermo
gen behield om op te stijgen naar de
rein-zonnige sferen van het schoonheids
gevoel, juist omdat hij dichter was.
Iemand die, spijts al de schunning-uit-
spattende driften wolke in zijn midden
(vergeten wij niet dat wij het over eenen
fabriekjongen hebben) de bronwel van
het zielsleven droog legden en deden
verzanden, toch immer frisch en jeugd-
zonnig in hem bewaarde een stroom van
zingend en dweepend gevoelsleven, dat
in sommige uren als een goud-fontein
opborrelde in kleurig droppelen-spel en
vonkelende water-diamanten, vol van het
licht-gcschilter der Illusie...
De schrijver bedoelt hier de veldmaar
schalk Murat, de aanvoerder der ruiterij. We
zullen van diens stoute en vermetele daden nog
fenoeg hooren in het verdere verloop van dezen
roef-Befaamden veldtocht.
werd door den aard zelf van het ter
rein waarop zij kwamen slag leveren.
Om in deze russisc.he woestenij aan
het noodige voedsel te geraken, had
men de legerkorpsen wijd van elkaar
moeten plaatsen deze noodzakelijk
heid was het die Napoleon ver van
de zijnen hield verwijderd. Ternau
wernood kon zijne garde om hem
heen verzameld blijven en er haren
nooddruft vinden het overige van
het leger leefde buiten zijn bereik.
Het is waar dat men daarbij nog veel
onvoorzichtige daden kwam te ple
gen men had een groot konvooi met
levensmiddelen die bestemd waren
voor andere korpsen, in het keizerlijk
kwartier durven achterhouden ten
bate der garde.
Deze onrechtvaardige handelwijze,
gevoegd bij den afgunst welke een
uitgelezen regiment altijd doet ont
staan bij de andere regimenten, deed
de mistevredenheid der soldaten in
hooge mate stijgen.
Napoleon was van dit alles niet op
de hoogte, doch een andere zaak
pijnde en kwol hem. Hij weet dat in
Witepsk alleen drie duizend mannen
aan bloedloop lijden, en deze kwaal
strekt zich vernielend over gansch het
leger uit. De rogge welke zij als een
pap nutten, is er de voornaamste
oorzaak van. Hunne magen, die ge
wend zijn aan het brood, verwerpen
dit koud en onverteerbaar voedsel,
en de keizer dringt bij zijne genees-
heeren aan opdat zij naar een hulp
middel zouden uitzien. Op zekeren
dag schijnt hij vol hoop Davoust,
zegt hij, is er in gelukt te ontdekken
wat aan de mannen der geneeskunst
is ontsnapt; ik kom het zooeven te
vernemen. Men moet de rogge bran-
Wij zegden het reeds, die jongen was
een dichter, en misschien mag hij het
woord van Maurice de Guérin tot het
zijne maken
Daar leefden twee krachten in mijn
ziel ik ben slechts ten halve gedompeld
geweest in het lage. Terwijl een deel van
mijn wezen dicht tegen den grond kroop,
bleef het andere buiten het bereik van
alle slijk-spatten, vredig en blij wonen
in de hoogte, waar het drop aan drop
eon schat van poezij heeft vergaard dien
ik eenmaal hoop te kunnen uitstorten...
Ik bon alles aan de poezij verschuldigd...
Al wat er goeds, edels on duurzaams in
mijn ziel is, heb ik haar te danken... Zy
is steeds mijne troosteres geweest.
Het ligt geenszins in onze bedoeling
dezen dichter uit het volk te komen
oprijzelen en hem wat ijdelen wierook te
offeren. Maar een hartelyk-simpel woord
van sympathie en aanmoediging hegeeren
wij hem hier te zeggen, omdat het
Schoone by rechtschapen menschen im
mer waardeering en liefde dient te wek
ken, dan vooral wanneer het als een-
schuchtere blom is opgeschuton uit de
ruwe en toch zoo leer-besnaarde volks
ziel.
Zeg mij of het volgende gedichtje in
zijn volkschen trant niet fijn is, en niet
heelemaal tintelt van eenen humor van
't beste allooi
De Schuifelaar.
De knecht van Rik den molenaar,
Een flinke vlaamsche kerel,
Die noemde men den schuifelaar
Omdat hij droeg de zakken zwaar,
Steeds fluitend als een merel,
Nooit was hij stil, nooit scheen hij moe,
Van 's morgens vroeg tot 's avonds toe.
Mooi Betje vóór haar deurken spon,
Een meisken als een perel,
En zag de knecht haar in de zon.
Dan sloeg zijn hart en hij begon
Te fluiten als een merel.
En Betje's wieltje snorde naar
Het deuntje van den schuifelaar.
Eens op een avond stond een paar
Aaii 's meisjes venster buiten
't Was Betje met den schuifelaar,
Zij zoende hem, hij zoende haar.
En niemand hoorde... fluiten 1
De merel zat in 't liefde-net
Gespannen door de mooie Bet.
Daar is niks stroefs, niks gewrongens
in dit liedje dat als één geut van klare,
schalkscho geestigheid is, en wellicht wel
eens zijn toondichter vinden zal.
(Slot volgt).
den alvorens haar te bereiden. En
zijne oogen schitteren van blijde ver
wachting. terwijl hij zijnen arts on
dervraagt die besluit er e^ne proef
van te nemen.
Aanstonds doet de keizer twee
grenadiers zijner garde komen, hij
doet hen naast hem aan zijne tafel
zitten en het gemaakt voedsel proe
ven. Zij kregen het moeilijk binnen,
alhoewel hij er hun eigenhandig van
zijn wijn bijschonk.
Nochthans, te midden van zooveel
ontberingen bleef het ontzag voor den
overwinnaar van Europa in de harten
leven, en de nood zelf steunde ons.
Men wist het dat er spoedig eene
groote zegepraal van noode was om
uit deze miserie op te staan, en hij
alleen kon ze ons geven.
De eroote namen van Smolensk en
van Moscou verschrikken ons niet.
In gewone tijden en voor gewone
menschen zou dit alles vrees ingeboe
zemd hebben, doch ons trok het aan
wij hadden van alles geproefd en ver
langden naar iets nieuws.
Alsdan, werd iedereen vooruitge-
stuwd door een machtige passie voor
eer en roem, en wie kon meten hoe
ver-dragend de invloed was vaneenen
keizer, eenen krijgskundigen held, die
na den veldslag van Austerlitz niet
aarzelde aan zijne soldaten te zeggen:
Geeft mijn naam aan uwe kinderen,
ik laat het u toe en als een hunner
zich mijner waardig toont, schenk ik
hem gansch mijne fortuin en hij zal
mijn opvolger zijn
('t Vervolgt.)