Napoleon's Veldtocht KATHOLIEK NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD Zondag 18 Juni 1916 5 centiemen het nummer 7O*" Jaar IV» 4710 VAN DE PUTTE-GOOSSENS Week-Ka lender. Ontgoocheling. Opvoedkunde en Onderwijs in Rusland, in 1812. nr t avïmp vo°rdenRaad- LANDBOUW. Lente-regen Sint Antonius. Q-roote legers. DE DEN DER BODE Abonnementsprijs 3 trank 's jaars. Men schrijft in te Aalst 31, KORTE ZOUTSTRAAT, 31 DRUKKERUITGEVER AANKONDIGINGEN Kleine één maal 0,75 fr.twee maal 1,25 lr. Gewone annoncen 0.15 fr. de regel. Vonnissen, sterfgevallen, enz. 0,50 fr. de regel. Dikwijls te herhalen volgens akkoord. Aalst, den 17 Juni 1916. JUNI. Evangelie van den Zondag Jesus zendt zijne leerlingen leeren en doopen. Matth. XXVIII. 18 Zondag, 1. na Sinksen, H. Drievuldig heid. 19 Maandag, H. Joanna van Falconeriis. 20 Dinsdag, H. Silverius. 21 Woensdag, H. Aloysius van Gonzaga. 22 Donderdag, H. Sacramentsdag. 23 Vrijdag, H. Edeltrudis, Koningin en M. 24 Zaterdag, Geboorte v. d. Joann.-Baptista. Den Vriende A. M. Wij stonden luistrend aan het vijvervlak Waarin hleek-gonden lichtglans hing ontvonken Van starren die met vocht'gen schitter blonken, En boven ons woog als een duister dak Het zwoel geboomte in roerloosheid verzonken. Wij wachtten ademloos, doch nergens brak Een nachtegaal de stilte die zoo strak Gespannen bleef, waar straks nog trillers klonken. Had hij ons stemme door de dreef gehoord Of was zijn zilverlied alree gesmoord Wijl nog geen luwe maan-nacht werd geboren Wij wisten 't niet, maar vage weemoed steeg Ons naar het hart, omdat de zanger zweeg, En 't water lag, vol starren, droel te gloren... April 1016. Jee Crick. Theoretische en Praktische Beschouwingen. XV. Eenige beschouwingen over jonge meisjes, ontleend aan eenen wijsgeer der vorige eeuw. Ledigheid en weerspannigheid zijn twee zeer noodlottige gebroken voor eon jongmeisje, en het moeilijkste om uit te roeien eenmaal dat zij ingeworteld zijn. Jonge meisjes moeten waakzaam en ijve rig zijn, en meer nog, zij moeten vroeg tijdig onder eenen zekeren dwang staan. Deze dwang, indien zulks dwang- heeton mag, is onafscheidbaar van hun geslacht, en indien zij beproeven dien van hen af te schudden zullen zij een veel harder juk tegemoet loopen. Die dwang, die aanhoudend en streng hen vergezellen moet door 't leven, is de dwang der welvoeglijkheid of fatsoen lijkheid. Onachtzaamheid, lichtzinnig heid, ongedurigheid, steken zoo gemak kelijk bij hen het hoofd op, indien men van in deD beginne het snoeimes niet zet in al hunne kuren en grilletjes. Daarom dient men hen vooraf zclfbeheersching in te planten. 24 Mengelwerk. Nadruk verboden. Groot Historisch Verhaal. (Getrokken uit het vermaard boek van Graaf Philiep de Ségur, Generaal, die den veldtocht meegemaakt heeft). Intusschen kwamen Bagration en Barclay inderhaast naar Smolensk gesneld de eerste om de stad door een gevecht te redden, de tweede om den vlucht der inwoners en de ontrui ming der magazijnen te beveiligen hij was besloten slechts de puinen der stad in onze handen achter te laten. De twee russische generaals bereikten buiten adem de hoogten op den rechteroever alleen dan kregen zij een weinig kalmte terug toen zij zich nog meester bevonden der brug gen die de beide steden verbinden. Napoleon deed den vijand door eenen stortvloed van scherpschutters overvallen, ten einde hem naar den linkeroever te lokken en den volgen den dag met hem slag te leveren. Men verzekert dat Bagration zich zou laten vangen hebben door dien krijgs list, doch Barclay was daar om hem tegen te houden. Hij stuurde den ouden generaal naar Ilnia, en nam de verdediging der stad op zich. Volgens Barclay moest het grootste Vervolgens moot men er een waak zaam oog op nahouden opdat de jonge meisjes geen walg zouden koesteren voor hunne bezigheden en met blinden harts tocht in hunne vermaken opgaan, zooals het altijd gebeurt in die misbakken op voedingen waar, volgens liet woord van Fenelon, aan den eenen kant al de ver veling en aan den andere al het vermaak staat. Verveling zullen de meisjes slechts dan gewaar worden wanneer de perso nen, onder wier leiding zij werken, hen niet bevallen. Een meisje dat zijne moe der of zijn vriendinnetje gaarne ziet, zal den heelen dag aan hare zijde werken zonder een zweem van verveling onder aangenaam gebabbel vliegen de uren voort. Doch, indien deze welke het lei den moet onverdragelijk is, dan zal het voor de minste bezigheid in haar byzijn ook niets dan walg gevoelen. Uit jonge meisjes die aan de zijde hunner moeder niet meer genoegen smaken dan aan de zijde van wie ook, zal er later bezwaar lijk iets goeds en deugdelijks groeien. Nochthans, om den grond hunner govoe- lens te peilen, moet men hen daarom goed bestudeeren en niet altijd geloof hechten aan hun woordeu, want van kindsheen af kunnen zij vleien, veinzen, en listig to werk gaan. Men moet hen ook niet de liefde voor hunne moeder opleggen, want liefde komt niet op bevel en laat zich door geen geweld in 't leven roepen. Verkleefdheid, zorgen, en de loutere gewoonte van den dagelijkschen omgang zullen de liefde van de dochter jegens hare moeder wekken, indien deze niets doet wat haar afkeerig zou kunnen maken. De dwang zelf welke eene wijze moeder op hare dochter weet uit te oefe nen zal verre van die liefde te verslap pen, haar nog aanwakkeren, omdat lu-t afhankelijksgevoel een natuurlijk gevoel is bij de vrouw, en dat de jonge meisjes zich tot de gehoorzaamheid geroepen voelen. Omdat men aan de meisjes maar wei nig vrijheid mag lalen, maken zij aan stonds een uitzinnig gebruik van deze die hen geschonken wordt. Daar zij in alles tot het uiterste gaan, leveren zij zich aan spel en vermaak nog met meer dolheid over dan do jongens zelf. Die onstuimigheid moet gebreideld worden, waut zij geeft aanleiding tot zekere ge breken die kenschetsend zijn hij de vrouw. o. a. tot grilligheid en momeuta- neelo begeestering waardoor zij vandaag verslingerd wordt op oen voorwerp dat zij morgen zelfs niet meer zal bezien. Men moet hen geenszins berooven van hunne vroolijkheid, hun lachen, hun stoeien en dartele spelen, doch men moet beletten dat zij gelijk vlinders altijd van 't een naar ander vermaak vliegen zonder voldaan te zijn men mag nooit dulden dat zij, al ware het maar één oogenblik, gansch aan den gedeelte onzer legers in opmarsch zijn naar Elnia, om zich tussclien Moscou en de russische krijgsmacht op te stellen. Hij was mis, omdat hij zooals het gewoolijk in oorlogszaken geschiedt, dacht dat wij juist het te genovergestelde voorhadden van de manceuvers die wij onder zijne oogen uitvoerden. Wat het ook van zij, in den avond zelf van den i6e Oogst, begon Bagra tion dus zijnen marsch naar Ilnia. N apoleon kwam pas zijne tent op te slaan te mid den zijner eerste strijd- lijn, bijna onder het bereik der kanon nen van Smolensk, en op de boorden van het ravijn dat de stad omgeeft. Hij doet Murat en Davoust ontbieden'^: de eerste zegt dat hij bij de russen kenteekenen van eenen nieuwen ai- tocht heeft meenen waar te nemen. Alle dagen, van af den Njemen is het 't zelfde spel, hij ziet telkens weer den vijand op die wijze ontsnappen, en hij heeft dus weerom geen zier hoop op eenen veldslag voor morgen. Alzoo spreekt Murat. Davoust was van een ander gedacht, en wat de keizer aangaat, deze wankelde geen oogenblik in zijne hoop. Deze hoop deed hem des ander daags, den 17*, van in den vroegen morgen ontwaken, maar het slagveld j dat hij doen bereiden had, lag doodsch en eenzaam. Zou zijne prooi hem weer ontsnapt zijn Hij wilde het i niet gelooven, en hield er nog altijd toom ontsnappen. Men moet hen er aan gewennen nu en dan, zonder tegen stribbelen to midden van hun spel tot ernstigen arbeid terug-geroepen te wor den. Hier nogmaals, zal de loutere ge woonte volstaan, omdat zij niets anders doen moet dan hunnen natuurlijken aan leg tot onderdanigheid steunen. ('t Vervolgt). U£l LUi ill U selprijskamp van onzen Al manak en Dagklapper 1916, welke op Zondag 25 Juni moet plaats hebben zal geschieden op Zondag 16 Juli eerstko mende. Het nagras. Gezien de noodzakelijkheid dit jaar moer dan ooit voor eene overvloedige dierenvoeder opbrengst le zorgen en wij weten hoenadeelig het weder het gansche voorjaar daartoe geweest is bieden de hooi- en weilanden langs om meer belang aan. De grasoogst is dit jaar zekerlijk verachterd; des te noodzakelij ker zal eene bijgevoegde bemesting zijn om de opbrengst nagras te vervroegen. Eens het hooi ingeschuurd of gemijt, past men dadelijk eene nieuwe hulpbe- niesting toe, liefst hij naderenden regen, ten einde eene vroegtijdige, overvloedige opbrengst nagras te bekomen. Wie vroegtijdig hooit, kan in de meeste jaron gemakkelijk eene overvloedige tweede snede hekomen, die met de maand Sep tember insgelijks kan gehooid of inge kuild worden, is 't dat men ze niet door het voe laat afgraz©?;. Na eene tweede hooiing, is het nog mogelijk eene goede derde snede to bekomen, die men alsdan voorzeker laat afgrazen. Twee hooiingen, of eene hooiing en eene inkuiling, heb ben het voordeel den voedervoorraad werkelijk te vergrooten. Wie tot eene dergelijke overvloedige grasopbrengst wenscht te komen, dient voorzeker sterk te bemesten, immers het gras zoo min als eene andere plant leeft niet alleen van den dauw des hemels. Met het oog op de tweede en desgeval lend de derde snede, en zelfs de eerste snede van het volgende jaar, raden wij aan onmiddelijk na het weghalen van liet hooi 400 tot 600 kgr. kaïniet uit te strooien, benevens 300 tot 400 kgr. su perfosfaat. Op drooge weiden kan de kaïniet vervangen worden door 100 tot 150 kgr. chloorpotasch, en op zuurach tige weiden zal het superfosfaat zeker door 400 tot 500 kgr. slak per hectare vervangen worden. Bij gebrek aan zwavelzuren ammoniak wordt eens duchtig geboerd. Praktijker. I illusie's op na die door Davoust ge deeld werden. Dalton, een der gene- ralen van Davoust, komt op ditoogen blik mededeelen dat hij vijandelijke bataljons uit de stad zien komen heeft en zich in slagorde stellen. De keizer hecht het grootste belang aan dit bericht, terwijl Murat en Ney hem tevergeefs verzekeren dat er geen spraak meer is van eenen veldslag. Hij blijft nog altijd hopen en wacht. Onderwijlen is kapitein Belliard, het wachten moe, vooruitgedrongen met eenige ruiters. Hij jaagt eene bende kozakken over den Dnieper terug, en bemerkt op den tegenovergeste)den oever, dat de baan van Smolensk naar Moscou zwart ziet van artillerie en troepen die aftrekken. Hij verwittigt Napoleon dat er geen den minsten twijfel meer bestaat aangaande den volledigen altocht van den vijand, en dat er geen veldslag meer te verhopen valt. Doch hij is van oordeel dat wij met onze kanonnen, van op den lin keroever van den Dnieper, nog veel spel zullen kunnen leveren aan de afzakkende russen. Hij stelt zelfs voor met een deel van ons leger den stroom over te steken, en alzoo den aftocht af te snijden aan de russische achterhoede die met de verdediging van Smolensk is belast. Doch de ruiters die men uitzond om eene waadbare plaats te zoeken, legden twee mijlen af zonder er eene tevinden en deden vele paarden in Het regent frisch, het regent malsch, Het regent in de mei Het druipeldropt langs haar en hals, Wat zijn de bengels blij Hé, jongens op De beenen bloot I Zoo tiert de bende dol Het water zwelt in beek en sloot, De plassen zijn zoo vol En trippeltrappend trekt de stoet In reke door de beek, En plast en pletst met hand en voet, Verzinnend grap en streek. Een schept het water, handenvol En wip Aiover kop Het treft een zwarten krullebol Die glinstert van 't gedrop. Nu dretst en kletst het, spat en spuit, Gestoei, gestamp, gestoot Het water leèkt de kleeren uit De wangen nat en rood In 't weenend loover fluit en lacht Een merel gek en blij Het regent versch, het regent zacht. Het regent in de mei A. Meert. Dijnsdagll. werd de laatste der negen Dijnsdagen toegewijd aan den eeredienst van Sint Antonius, plochtig en grootsch gevierd bij onze ijverigo Minderbroe ders Capucienen op Sint Job. Niettegenstaande het slecht weder was hot kerkje proppende vol. Voorwaar Sint Antonius raag tevreden zijn Nog nooit was de volkstoeloop gedurende deze negen Dijnsdagen zoo algemeen en zoo geestdriftig als dit jaar. En het moot ook gezegd zijn de sermoenen van Pater Willibrordus hebben er niet weinig toegeholpon om de godsvrucht, de liefde en het vertrouwen jegens den grooten Volksheilige aan te wakkeren; Wat een populaire redenaar Wal klare, gezonde, kloeke gedachten, gestoken in het kleed eener kernachtige, kleurvolle en toch simpelo taal, die de geloovigen op onweerstaanbare wijze boeit en mee sleept, zoodat een half uur alsdau schijnt te vervliegen als rook Waarlijk Pater Willibrordus heeft dit jaar zijne faam als geleerdo en volkspre dikant hoog gehouden, en de giftige pijltjes welko in deze laatste tijdon op hem werden afgeschoten, zijn machteloos gaan afschampen tegen het stalen harnas van zijn krachtig redenaarstalent en zijn blakonde volksliefde, die bekeersclit en geleid zijn door zijne liefde tot God en tot de Waarheid. Eenieder die met ons de plechtigheden der negen Dijnsdagen heeft bijgewoond, het water omkomen. Nochthans, op één mijl boven de stad, lag er een breed en gemakkelijk wed. Vol onge duld reed Napoleon zelf in die rich ting. Hijdrong verscheidene wer sten j*) vooruit, dan gaf hij het op en keerde terug. Thans beschouwde hij de stad Smolensk slechts nog als eenen door tocht. dien men aanstonds met volle geweld diende te bemeesteren. Maar Murat, die bezadigd en voorzichtig zijn kon wanneer de tegenwoordig heid van den vijand hem niet ophitste, en die met zijne ruiterij niets te ver richten wist bij eenen stormloop, be streed dit plan. Die stormloop scheen hem overbo dig, vermits de russen zich uit eigen beweging terugtrokken, en hij had geenszins lust hen verder op de hie len te zitten. Men hoorde hem uitroe pen vermits zij van geen gevecht willen weten, is het nutteloos nog verder te gaan, en nu wordt het tijd voor ons aan den terugkeer te den ken Dat beviel den keizer niet. Het overige van hun onderhoud kon men niet vernemen, doch toen Murat de keizerlijke tenten verliet, stond zijn gelaat in ernstige, droeve plooien zijne gebaren waren zenuwachtig, hij scheen ten prooi aan eene sombere, Een werstis eene russische wegmaat van 1.067 meter». zal voorzeker de schoonste en heilzaam ste indrukken bewaren van het roorend en mannelijk woord van den befaamden predikant, dat als een heerlijke lofbazuin de verdiensten en do glorie van den groo ten Sint Antonius heeft verkondigd. En daarom, om wille van al het goede en het geestdriftige dat dit woord in de zielen van hondorden heeft nagelaten, hegeerden wij te dezer gelegenheid hier in hun aller naam onzen dank en sym pathie uit to drukken voor dezen talent vollen en toch zoo nederigen Pator Capu cienen die, dank aan de venijnige en machtelooze schimpscheuten van som mige bladjes, welke maar al te goed voelden waar 't schoentje hen neep, steeds hooger is gaan stygon in de ach ting en de waardeering van alle welden kende menschen. Verax. De enorme soldatenmassa's, die in dezen wereldoorlog in het vuur gebracht werden, brengen er 011s toe. eens na te gaan hoe groot de legermachten in vroe ger oorlogen wel waren. Als eerste militaire Staat uit de oude wereld staat het Assyrische rijk bekend, welks leger wordt geschat op 150,000 man. Van Saul wordt gemeld, dat hij de Ammonieten met 330,000 man, de Araa- lekieten met 210,000 man bestreed. De legers van het Perzische wereldrijk schatte men op 700,000 man en van Xerxes wordt verteld dat hij over mil- lioenen soldaten beschikte. Maar dit vónd hierin zyn oorzaak, dat de Per zische legers aan de Grieken overweldi gend toeschenen, zoo overweldigend, dat zij ze niet konden schatten. Herodotus, die voor overdrijving niet terugschrok, gaf voor de Perzische mach ten oen aantal van niet minder dan 5 millioen man, wanrbij 1,700,000 koppen infanterie en 80,000 man ruitery moeten geweest zijn. Op het inschrift van het bij den Thermopylae opgerichte standbeeld is dit aantal echter 2 millioen kleiner en bedraagt het dus 3 millioen. Een later Grieksch geschiedschrijver daalde reeds tot 800,000 man en de meest bekende vorschers schatten de grootte van de Perzische legers op 50.000 tot 100,000 man. Ook hy latere oorlogen werd dikwyls zwaar overdreven. Zoo schreef men aan de Mongolen, die als sprinkhanenzwer- men op hun vijanden neerstreken, do meest buitensporige getallen toe. Hoe jonger de geschiedenis, des te meer ver dwijnt de al te krasse overdrijving. De Turken begonnen hun veldtocht tegen Weenen met minder dan 84,000 man. ingekeerde opgewondenheid, en men hoorde hem herhaaldelijk den naam van Moscou vernoemen. Niet ver van daar, op den linkeroe ver van den Dnieper, ter plaatste waar Belliard den aftocht van den vijand verkende, had men eene kolos sale batterij opgesteld. De russen stelden er twee tegen ons op die nog geweldiger waren. Ieder oogenblik werden onze kanons verbrijzeld, en onze caissons sprongen in de lucht. Het was te midden van dien vulkaan dat Murat te paard vooruitdrong daar hield hij halt, sprong af, en bleet er onbeweeglijk staan. Belliard roept hem toe dat hij zich alzoo nutteloos en zonder glorie aan de dood bloot stelt. Voor alle antwoord dringt de roekelooze nog dieper door. Alsdan begrijpen allen wat hij doen wilthij wanhoopt van den uitslag van dezen veldtocht, hij voorziet eene schrikke lijke toekomst en is het leven beu geworden. Niettemin blijft Belliard aandringen, en doet hem opmerken dat zijné vermetelheid hun aller verlies bewerken gaat. - Welnu, schreeuwt Murat, trekt er dus allen van onder en laat mij hier alleen Maar niemand verroerde. Alsdan keerde hij zich ontstuimig om, en reed wrokkig en als met tegenzin uit deze hel weg. ('t Vervolgt).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1916 | | pagina 1