Oorlog In Moge flussiscn- DuilsGhe Oorlog. OORLOGSBERICHTEN. Oorlog in den Balkan OP ZEE. De intoclt in Gzernowilz. Op den Balkan Een en ander Italiaansche Oorlog. towka, ten noorde Smorgon en beider zijds van Krewo hadden goed govolg. In de streek van Dulatowka werden ver scheidene russische stellingen omverge- loopen. Er zijn over de 200 gevangenon gemaakt, als ook machinengeweeren en mijnnen werpers buitgenomenDe bloedige verliezen van den vijand waren groot. De spoorwegstaties van Lalesie en Molodetschno werden van duitscho vlie- gerssmaldeelen aangevallen. Legers van gener aal-veldmaarschalk Prins Leopold v. Beyer en. Toestand onveranderd. Legers van Generaal von Linsingen. Bij Gruziatny, ten weste van Kolki, werden over den Styr vooruitgerukte russische krachten door tegenstoot terug geworpen. Vijandelijke aanvallen werden afgeslagen. Ten noordweste van Luck boodt de vijand ons vooruitrukken, sterken weor- stand de aanvallen bleven ingang. Hier en bij Gruziatny boetten de russen onge veer 1000 gevangenen. Ook ten zuide der Turya gaat het voorwaarts. Bij de troepen van Generaal Graaf von Bothmer goene verandering. (Koln, Volkszeitung K. Ausg. 566). Uit Oostenrijksche bron. WEENEN, 21 Juni 1916. In Buko- wina, Oost-Oalicien en in het ruim van Radziwillow geen bijzondere voorvallen. In Wolhyniën hebben de onder 't bevel van Generaal von Linsingen staande Duitsche en Oostenrijk-Hongaarsche strijdkrachten trots hevige vijandelijke tegenaanvallen wederom veld gewonnen. Bij Gruziatny wezen onze troepen met taaie standvastigheid ook den vierden massenaanval der russen volledig af, waardoor 600 gevangenen van ver scheidene vijandelijke divisies ingebracht werden. In 't geheel werden gisteren in Wolhyniën meer dan 1000 Russen ge vangen. (Köln. Volkszeitung K. Ausg. n. 566). Uit Russische bron. ST-PETERSBURG, 20 Juni. Op het front der legers van generaal Brussiloff poogde de vijand door tegenaanvallen onzen opmarsch naar Lemberg tegen te houden. In den omtrek van het dorp Rogomicze (zes kilometers) ten Zuiden van het dorp Lokacze (45 kilometers ten Westen van Luck), 6 wersten ten Zuiden der groote baan Luck- Wladimir-Wolhynsk, vielen de Oostenrijkers in dichte liniën onze troepen aan. Zij drukten oenen sektor van ons sl rijd front in en namen drie kanonnen van enne batterij, welke tot het laatste schot en de laatst»! kardoes hevigen weer stand bood. De toegesnelde versterkingen wierpen den vijand overhoop namen liera een ka non af en brachten 300 soldaten benevens twee machinengeweren in. In de streek Korytnica (15 kilometers ten Zuid-Oosten van Lokacze ten Zuid- Oosten van Swiniuchy 13 kilometers) verijdelde een onzer oprukkende regi menten eenen tegenaanval des vijands en dwong hem tot de vlucht. Een trein onzer lichte batterijen trad aan een woudzoom openlijk op en dekte den aftrekkenden tegenstrever mot recht streeks vuur toe. Bij dit gevecht kaapten wij vier ma chinegeweren en namen drie officieren en 100 soldaten gevangen. Ten Oosten van Gorochow(26 kilome ters) ten Zuiden van Lokacze, ten Zuiden Swiniuchy, namen wij na heftigen tegen stand, het woud bij het dorp Bozow (5 kilom. Oostelijk Gorochow). Bij aanvallen in de streek van Niemie- rowka (5 kilom. ten Z--0. Radziwiuow) maakte de tegenstrever van vlammen werpers gebruik. Diegene onzer troepen, die Gzernowilz namen rukten, na op vele plaatsen de Pruth-rivier overschreden te hebben, krachtdadig tegen de Sereth-rivier op. Bij liet dorp Storózyce (20 kilom ten Zuidwesten van Czernowitz) namen wij twee officieren en 85 soldaten en verover den een machinegeweer. Op de statie Alt-Zuczka (3 kilom. ten Noorden Czernowitz* kaapten wij een pionuier depot. NOORD-WESTFRONT. Ten noor den van het woudgebied en op het Duna- front duurt de kanonnenstrijd aan. (Köln. Volkszeitung K. Ausg. n. 565). Oostenrijksch- Hongaarsch- Uit Oostenrijksche bron. WEENEN, 21 Juni 1916. Toestand onveranderd. In den sektor Plöcken ging het naar levendige artilleriegevech ten. Op het Dolomietenfront wezen onze troepen bij Rufroddo eenen aanval met groote verliezen voor den vijand af. Tusschen Brenta en Etsch hadden geen groote gevechten plaats. Afzonderlijke voorstooten der Italianen mislukten. Er werden 2 vijandelijke vliegers afgescho ten. (Köln. Volkszeitung K. Ausg. n. 566). Uit Italiaansche bron W. T. B. WEENEN, 20 Juni 1916. (Draadber.) Den 18 d. m. wezen wij kleine vijandelijke aanvallen in het Opper Genovadal (Sarva) stroomafwaarts van Daone, tegen Chiese, in de richting op het Monte Giore en in het Posinadal af. Levendig gevecht duurde gisteren op de hoogvlakten der zeven gemeenten op het frontdcel ten noordooste en ten noorde Schlogen, voort. Hevige stormen vermeerderden de moeilijkheid van ons voorwaartsrukken. Wy wezen gewoone tegenaanvallen welke de vijand hardnek kig vooruitdreef, om onze vooruitgang tegen te houden, terug. Op den rechten vleugel namen onze alpentroepen den vijand nogmaals 200 gevangenen. In het opper Boite-dal viel de vijand in den nacht tot den 19 d. m. de laatst door ons veroverde stollingen herhaaldelijk aan, hij werd echter met gevoelige verliezen teruggeslagen Onze batterijen beschoten de spoorwegstatie van Tobbach en de lijn naar Landro (Rienzdal). In Carinthië en op den Izonzo eenige artilleriegevechten. (Koln. Volkszeitung K. Ausg. n. 566) Uit Oostenrijksche bron WEENEN, 21 Juni 1916. Op de neder Bojnsa trokken de Italianen, ge dwongen door ons vuur, zich van het bruggenhoofd Feras, terug Wij vernie tigden de italiaansche verdedigings-aan- lagen en mieken talrijk schanstuig buit. (Koln. Volkszeitung K. Ausg. n. 566). Uit Bulgaarsche bron. W. T. B. SOFIA, 20 Juni 1916. De toestand op het front in Macedonië is onveranderd. Beiderzeids duurt zwak artillerievuur voort. In het Wadardal ten zuide van Doiran en Gewgheli was het artillerievuur op 18 Juni wat levendiger. Dezelfde dag lieten onze patroeljen, op den rechten Wardar oever ten zuide der Belassitza-Planina verscheidene cavalle- rieafdeelingen die op verkenning waren, springen en dreven ze op de vlucht- Vijandelijke vliegers wierpen bommen zonder gevolg op Pardeitzi, Doiran en bewoonde plaatsen des sektors van Rupel. Een onzer vliegtuigen viel bij Port-Lagos een vijandelijke transport aan, beschoot en be wierp het met bom men, waardoor de scheepsbrug getroffen en ernstig beschadigd werd. (Koln. Volkszeitung K. Ausg. n. 566). Uit Turksche bron W. T. B. KONSTANTINOPEL, 21 Ju ni 1916. Ambtelijk bericht des hoofd kwartiers Op het Irakfront geen voor vallen van beleekenis. Kaukasusfront. Op den rechtervleu gel geen veranderingen. Op den linken vleugel mislukte een verrassende aanval, welke de vijand met een deel zijner krachten beproefde, door ons gelukkig vuren. Een vliegtuig dat over Seddil- Balir verscheen, werd door ons vuur verjaagd. Eenige schepen des vijands die in de nabijheid van het eiland Keusten, bemerkt werden werden door ons vuur verjaagd. Op 18 Juni te 9 uur 's morgens vielen negen vliegtuigen des vijands El Arisch mot bommen en machinengewee ren aan. Door ons vuur werden twee vliegtuigen afgeschoten, wij stelden vast, dat een hunner in vlammen gehuld boneden stortte. Deze luchtaanval duurde 2 uren, hij was zonder gevolg, daar de vijand geen schade kon aanrichten. (Köln. Volkszeitung K. Ausg. n, 566). MILAAN, 21 Juni. Corriere del la Sera bericht De Engelsche stoomboot Gaffa die voor San Remo door een vijandelijke duikboot tot zinken gebracht werd, had 6,000 ton steenkolen aan boord. De be manning van 28 koppen werd gered. Op denzelfden dag bracht een duikboot het Italiaansch zeilschip Dolmetta - tot zinken dat van Porto Maurizio naar Ischia onderweg was en welks kapitein vertelde, dat hij op eenige zeemijlen van San Remo een Italiaanschen schooner en een Italiaansch brik zak zinken, waar van de bemanningen gered werden. Op denzelfden avond viel dezelfde duik- buit de voor Genua bestemde Engelsche kolenstoomboot Cleedmoore aan. De stoomboot verdedigde zich en verdreef aldus de duikboot. Berichten uit Sestri Levanti zeggen, dat in don morgen van den 17 Juni, de Italiaansche brik Audace - op dertig zeemijlen van de Korsikaansche kaap in den grond geboord werd. De bemanning werd door het zeilschip «Nuova Karolina» gered. BUKAREST, 19 Juni 1916. Van de Russische grenzen wordt gemeld dat de Russen gistermorgen om 8 uur in Czer nowitz binnentrokken. De stad werd niet zwaar beschadigd, enkel de statie en de omgeving werden door de Russen ge bombardeerd en in brand gestoken. (K. Volkszeit. n. 565) WEENEN, 19 Juni 1916. De oor logsberichtgevers stellen vast dat de stad Czernowitz, betrekkelijk de overgave, sinds weken onder de vuurlinie van de Russische wijddragende kanonnen lag en daar het bruggehoofd, tengevolge van de volledige platlegging der verschansingen, zijne tegenstandskracht verloren had en de Prulh door eene overweldigende meer derheid van krachten geforceerd was. Om de stad van volledige vernieling te bewaren, volgde, na een heldenmoedigen tegenstand tegen do stormloopen van, onder artillerievuur, vooruitgedreven tien lot zestien maal diepe geledoren, het bevel de stad te ontruimen. Oorlogskun- dig heeft de bezetting van Czernowitz, welke zoo dicht de grenzen ligt en sinds liet uitbreken van den oorlog onafgebro ken binnen het dichtste gevechtsterrein golegen is, geene enkele beteekenis daarentegen toont de strategische toe stand op het overige front eene gunstige vorming, vooral daar het centrum in Oost Galicië vast op de oude lynen staat en op den Wolhynischeh linkervleugel, aan den ingedrukten sector, in de laatste I gevechten veld won. Onder zulke omstan digheden kan zooveel te min van eene doorbraak van bet front gesproken wor den. als de Oostenrijksch-Hongaarsche en Duitsche troepen de Russische aanval len. die met ongewone opoffering van menschonmateriaal sinds twee weken ge voerd werden, den heldhaftigs ten tegen stand, inel goed gevolg tegenoverstellen. I (K. Volkszeit. 515.) Het eiland Gulos bezet. BERN, 19 Juni. Volgens eene mel ding uit Athenen hebben de Engelsche troepen het eiland Gulos, bij Kreta, bezet. De handelsblokkade duurt voort. Do Italiaansche overheden verhinderden het vertrek van 2000 ton zwavel (solfer) die voor Griekenland bestemd was. Twee Griekscho booten die naar Italië gezon- den waren zijn daar achtergehouden. In zekere Grieksche kringen vreest men dat ten gevolge van schaarschte aan zwavel, de bereiding der gedroogde druiveu af te wachten is. Daar in Griekenland de ver voermiddelen ontbreken, kan de demo biliseering niet in bepaalden omvaug ge schieden. Frankrijk en Engeland wen- schen de algemeene ontwapening. Griek sche ministerieele middens verklaren dat zij tegenover de eischen van het Vierver- bond tot den tegenstand besloten zijn. (K. Volkszeitung565.) Woelingen in Nederland. In den loop der duurteprotestrelletjes die Zaterdagavond te Amsterdam plaats vonden, is een transport levensmiddelen, bestemd voor het stedelijk bestuur, door de menigte aangevallen en geplunderd geworden. De politie zag zich genood zaakt het publiek met den blanken sabel uiteen te drijven en verschillende straten van de werkers wij keu af te zetten. De regeering heeft door de burgemeesters laten bekend maken, dat zij, in afwach ting van den nieuwen aardappeloogst, groote hoeveelheden rijst enboonen tegen geringe prijzen voor de stadsbewoners beschikbaar zal stellen. ROTTERDAM, 20 Juni. Gisteren vonden hier groote betoogingen plaats wegens de schaarschte aan levensmidde len en de duurte. Er deden zich meer maals botsingen met de politie voor. Op de groote groentenmarkt was nevens politie ook nog de militaire macht ontbo den geworden, om de rust te behouden. Om de aardappelen en groentenkarren op den weg van de Groote Markt naar de kramen tegen aanvallen te beschermen werd hun een militair geleide meegego- ven. De politie maakt bekend, dat van heden af geen openbare betoogingen meer zullen toegolaten worden. Dood van den generaaloverste von Moltke. Uit Berlijn wordt gemcldt dat gene raaloverste von Moltke zondag namid dag om 1.30 ure plotseling gestorven is, tengevolge eener beroerte. De generaaloverste overleed kort nadat hij, in den Rijksdag eene rouwaanspraak had gehouden, ter gelegenheid der dood van den generaal-veldmaarschalk von der Goltz. Het rouwbetoog werd onder broken en het lijk naar het gebouw van den algemeenen staf overgebracht. De generaaloverste von Moltke was geboren den 23 Mei 1848 te Gersdorf in Mecklenberg-Schwerin en was broeders zoon van den gekenden genoraal-veld- maarschalk Adolf von Moltke. Ook andere voorworpen, die zich niet inde kleeding bevonden, hebben soms een projectiel tegengehouden. Een merk waardig geval is dat van een Duitschen kogel, die in een Engelschen patroon houder twee patronen doorboorde, ter- wyl hij in de beide andere steken bleef en alleen met de punt voor den dag kwam. Ten slotte vertelt dokter Brettner nog een eigenaardig geval van redding door net buigen van het lichaam. De eer daar van, zoo zegt hy. komt aan een klein levend wezen toe, dat steeds veracht, in dezen oorlog bovendien nog als boosaar dige sluipmoordenares. als verbreidster van de vlek-typhus ontsluierd is. Name lijk eene luis. Bij een aanval voelde een grenadier F. een hevig gekriebel in zijne knieholte en bukte zich om er een eind aan te maken. De man achter hem valt van voren getroffen dood neer. Het lijk van de levensredster prijkt thans in het familiealbum. In België en Frankrijk Uit Duitsche bron. BERLIJN, 21 Juni 1916. - Op ver scheidene plaatsen van het front tusschen de belgische en fransche grens en op de Oise heerschte levendige bedrijvigheid in artillerie en mijnengovecht alsook in den vliegdienst. Rij patroeiljen ondernemin gen in de streek van Berry au Bac en bij Frapelle, ten ooste St. Dié, werden fran sche gevangeneu ingebracht. Een engelsch vliegtuig stortte bij Puis- renx, ten noordweste van Bapauine, in ons afweervuur af. Eenen der inzittenden is dood. Een fransch vliegtuig werd bij Kemnat, ten noordooste van Pont-a- Mousson tot landen gedwongen De inzit tenden zijn govangen genomen. (Köln. Volkszeitung K. Ausg. n. 566). Uit Fransche bron PARIJS, 21 Juni 1916. Draadbe- richt. Ambtelyk bericht van 20 Juni namiddags Op den rechten Maasoever vielen de duitschers 's nachts driemaal do fransche stellingen ten noordweste der hoogte 321 aan. Onze machinengeweeren en sper vuur braken die poging. Sterk artillerie vuur in de streek Vaux, Chapitre on op den linken oever in don sektor van Chat- taucourl. In het Wasgenwoud mislukte een duitsche handstrijk tegen de voorste sappen (mijnen; in de streek Michelbach ten zuide Thaun. Ambtelijk bericht van Dinsdag avond. Uitgenomen tamelijk levendig artillerie gevecht in de streek zuidwaarts het fort Vaux is van het geheele front geen enkele gewichte gebeurtenis te melden. Belgisch bericht. Artillerie ge vecht en boinmenwerpen in de streek Steenstraete Rust op het overige front. (Köln. Volkszeitung K. Ausg. n. 566). Uit Engelsche bron LONDEN, 21 Juni 1916. Legerberichl. Mijnen bedrijvigheid en beiderzijdige beschieting in den sektor van Loos, waar wij gisteren nacht eene groote af- deeling vijandelijk schansarbeiders ver rasten, met bommen be wierpen en hen talrijke verliezen toebrachten. (Kölu. Volkszeitung K. Ausg. n. 566). Uit Duitsche bron. Legers van generaal-veldmaarschalk von Hindenburg BERLIJN, 21 Juni 1916. Voorstoo ten onzor troepen, ten noordweste en ten zuide Dunaburg, in de streek van Dula- te en schande het kasteel van Charlemont had móeten verlaten, daar op denzelfden morgen haar echtgenoot als de moorde naar zijns broeders gevangen werd ge nomen, was zij niet meer op het slot geweest. Zij had vroeger steeds gedacht, dat zij het nooit meer van zich zou kunnen verkrijgen, het opnieuw binnen te treden nu echter haakte zij er naar nog eenmaal de plaats te zien, waar zij zoo gelukkig was. Zij zou de helft van haar vermogen gegeven hebben, om weer eens alleen in de zalen te zijn, weer eens in den leunstoel van hare eigene kamer te zitten, geheiligd door het aandenken van haar kind, dat daar twee jaren had gespeeld. Deze gedachten voeren haar door het hoofd, toen een rijtuig langs den zand weg kwam gereden zij zag het wel, doch sloeg er geen acht op en zij stond nog op dezelfde plaats, toen eenige tijd daarna Johanna met eenen brief binnen trad. Mevrouw zette zich op eenen divan neer. Het meisje bemerkte zeer goed hare zwakheid en ontroering, doch zij was te fijngevoelig om er eenige aan merking op te maken. Vergeef mij, mevrouw, zegde de kamenier gij hebt mij bevolen u dezen morgen niet te storen of het moest voor dringende zaken zijn, en daarom heb ik ook niemand willen toelaten. Er is nu eene dringende zaak Ja, mevrouw. Zoo even is eene jonge dame met een rijtuig uit het dorp Charlemont gekomen. Ik heb haar zelf gezien, want ik kwam juist door den grooten gang, toen zij den portier den brief gaf en ik nam op mij hem u over te reiken. Zij is de schoonste juffrouw die ik ooit gezien heb, dat moogt gij gerust gelooven, mevrouw, en ik ben overtuigd dat zij tot eene voorname familie behoort. De poortier leidde haar naar de receptie kamer, waar zij zich nog bevindt. Eene jonge dame en geheel alleen, zegde mevrouw. Misschien is zij een der zomergasten van het dorp, die het huis en aanhoorigheden wil zien. Zij nam den brief en opende hem. Het eenvoudige omslag bevatte een wit papier zonder monogram of wapen. Het schrift was fraai, flink en karakteristiek. De brief kwam van Sofie, die daarin eenvoudig verklaarde, dat zij in Fran krijk geheel vreemd was en in het dorp had vernomen, dat mevrouw Mixtome eene juffer van gezelschap had gehouden, die nu door ziekte verhinderd werd haar langer te dionen, waarom zij de vrijheid nam die plaats te verzoeken. Zij kon goede getuigschriften toonen en hield ach overtuigd, de tevredenheid van mevrouw te verwerwen, indien zij daar toe in de gelegenheid werd gesteld. Ten slotte verzocht zij dringend om een on derhoud. Mevrouw las den brief met veel belang- I stelling. Het viel haar op, dat daarin geen zweem van huichelarij en slaafsche onderdanigheid doorstraalde. De schrijf ster moest dus eene beschaafde dame zijn. De manier van zich uit te drukken, de trots, zelfs het schrift bevielen haar. Lees den brief, Johanna, zegde zij, dezen aan de bediende overgevende. Gij hebt gewoonlijk een goed oordeel over het karakter der menschen. Zeg mij wat gij over juffrouw Lepage denkt. Johanna las den brief en sprak daarna zeer ten gunste van Sofie. Laat haar hier komen, mevrouw, zegde zij. Zij heeft een gelaat als een engelen als zij even goed en bekwaam als schoon is, dan zal mevrouw eenen schat in haar vinden. -- Gij zijt haar weigenegen, Johanna. Daar zij zich nu toch hier bevindt wil ik haar ten minste zien. Laat haar binnen komen. Johanna verwijderde zich en eenige oogenbllkken later tradt zij met Sofie binnen. Het hart van het meisje bonste hevig, haar bloed bruischtezij scheen hare zinnen niet meer meester te zijn maai de gedachten aan haren vader en het doel harer reis brachten haar weer lot haar zelve. Het stormde nog wel in haar bin nenste, doch zij bedwong zich en boog voor de trotsche mevrouw, die opgestaan was om haar te ontvangen. Daar stond zij van aangezicht tot aan gezicht tegenover eene vrouw, die haren vader schuldig had geloofd aan eene schandelijke en ontzettende misdaad en hem in het uur der zwaarste beproeving alleen hat laten staan voor de vrouw welke hij nog beminde en die hij zoo gaarne zou wederzien voor haar, door wie zij in hare kindsheid was vertroeteld, aan wier hart zij de eerste tranen ver gelen en het eerste had gelachen, die haar moest bemind hebben uit al hare krachten voor hare moeder En voor deze stond haar kind, aan hare eigene moeder onbekend. Door den over vloed van rijkdom omgeven, lachte het geluk uit de oogen der schoone vrouw, terwijl haar echtgenoot in den vreemde, miskend en veroordeeld door de wereld, zijne droevige dagen sleet. Alleen deze enkele gedachte was voldoende om Sofie weer te doen bedaren zij moest onbe kend blijven,wilde zij haar doel bereiken, en alles wagen om den sluier van het vreesdijk geheim op te lichten, waaron der haar vader zoo diep gebukt ging. En toch trok een nauwelijks te beteugelen en onverklaarbaar gevoel Sofie tot hare moeder, en zij moest alle krachten in spannen om de armen niet uil te strekken en te roepen moeder ik ben Constance, uw dood gewaand kind Mevrouw Mixtome was getroffen dooi de schoonheid van het meisje, wier lief en edel gelaat eenen wonderlijken indruk op haar maakte en tot wie zij zich bij den eersten aanblik getroffen gevoelde, zon der dat iets haar had gezegd, dat dit meisje het kind was, hetwelk zij zestien jaren als dood had beweend Wel geloof de zij dit blonde haar, deze heldere oogen vroeger meer gezien te hebben, en zij dacht daarover na, terwijl zij zich in het aanschouwen van Sofie verdiepte doch geene stem des harten, geen instinkt- matig gevoel voerde haar op het rechte spoor. Zij groette Sofie vriendelijk en verzocht haar plaats te nemen. Zij zag de bleek heid van het meisje, doch schreef die toe aan hare bedeesheid toen zij echter haren rechten oogslag bemerkte, begreep zij, dat Sofie niet bedwelmd was noch hare tegenwoordigheid vreesde. Gij wildet mij spreken van de plaats van gezelschapsjuffer, juffrouw Lepage, zegde mevrouw Mixtomc,- zich verwon derende, dat een meisje, afkomstig naar 't scheen uit eene aristokratische familie, haar eigen brood moest verdienen. Hebt gij reeds meer zulk eene betrekking be kleed Neen, mevrouw, antwoorde Sofie en hare stem klonk helder en vast, of schoon haar hart niet kalm was. Ik ben altijd thuis geweest. Tot heden behoefde ik mijnen vader niet te verlaten. Gij woont niet in Frankrijk, vroeg mevrouw, eenen blik op den brief wer pend. Gij zegt hier dat gij in Frankrijk vreemd zijt (wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1916 | | pagina 2