KRTH0LIEK NIEUWS- EN HANK0NDIGINGSBLHD Napoleons Veldtocht §sr Komt te verschij'nen, DuitsGDB mBdedeeiingeo en Zondag 20 Oogst 1916 5 centiemen liet nummer 70ste Jaai IV -47 18 VAN DE PUTTE-GOOSSENS W eek-Kalender. MOEDER-GEDICHTEN, Opvoedkunde en Onderwijs in Rusland, in 1812. Kunstnieuws. LANDBOUW. DE DENDERBODE Abonnementsprijs 3 frank 's jaars. Men schrijft in te Aalst 31, KORTE ZOUTSTRAAT, 31 DRUKKERUITGEVER AANKONDIGIXGEN Kleine één maal 0,75 fr.twee maal 1,25 fr. Gewone annpncen 0,15 fr. de regel. Vonnissen, sterfgevallen, enz. 0,50 fr. de regel. Dikwijls te herhalen volgens akkoord. Aalst, den 19 Oogst 1916. AUGUSTI. Evangelie van den Zondag De Farizeër en de Publikaan Luc. XVIII. 20 Zondag, 10. na Sinxen. 21 Maandag, H. Joanna-Francisca, wed.' 22 Dinsdag, H. Joannes Onthoofding. 23 Woensdag, H. Philippus-Benitius, bel. 24 Donderdag, H. Bartholomeus, apostel. 25 Vrijdag, H. Ludovicus, K v. Fr. 26 Zaterdag, H. Zephyrinus, P. en m. VIII Aan mijne Moeder. Zooals daar ginds, aan stille blauwe lucht, Zilveren-zacht, de half ontloken maan Bloeit als een vreemde bloesem zonder vrucht, Wier bleeke bladen aan de kim vergaan. Zoo zag ik eens in wonderzoet genucht, Uw halt-verhulde beeltnis vóór mij staan, Dan, met een zachten glimlach en een zucht, Voor mijn verwonderde oogen ondergaan. Ik heb u lief als droomen in den nacht, Die, na een eindloos heil van éénen stond, Bij dc eerste schemering voor immer vloön Als morgenrood en bleeke sterrenpracht, Iets liefs dat men verloor en nooit meer vond, Als alles, wat héél ver is en héél schoon Willem Ki.oos. Theoretische en Praktische Beschouwingen. XXIII. De Kunst ot Esthetiek als opvoed kundige factor in het Onderwijs. L'Art est un admirable moyen de com munication entre les hommesl'art est un langage,un moyen de s'e.xprimer; l'art est indispensable a la société. H. Fierens-Gevaert. Tolstoï, de vermaarde russische schrij ver, spreekt ergens als volgt De opvoeding is een ingewikkelde en moeilijke zaakzoolang we de kin deren willen opvoedenzonder ons zelf op te voeden. Zoodra wij echter beseffen, dat wij anderen slechts door ons zeiven kunnen opvoeden, verdwijnt het vraagstukHoe moeten wij zelf leven Twee regels wil ik voor de opvoeding geven steeds werken aan zijn eigen volmaking en niets uit het eigen leven voor de hinderen verbergen. De eenig juiste opvoeding bestaat in waarheid en eerlijkheid tegenover de kinderen.» (Wij onderlijneD). Wat al waarheid in eenige woorden En wie zou het aandurven iets tegen deze 32 Mengelwerk. Nadruk verboden. Groot Historisch Verhaal. (Getrokken uit het vermaard bock van Graaf Philiep de Ségur. Generaal, die den veldtocht meegemaakt heeft). Het was door een klaar wonder van ijver en spitsvondigheid van wege de lransche en poolsche soldaten, dat onze legers aan hunnen dagelijkschen nooddruft kwamen. Ieder regiment was gevolgd door een menigte van die kleine paarden waarvan het in Polen krielt, door een groot getal wagens uit de streek af komstig, en door eene kudde vee. De bagage bleef ten laste der soldaten die tot alle werk gebezigd werden. Dit miek, wel is waar, vele leemten in onze rangen, maar de nood dwong ons er was, om zoo te zeggen, een dubbel leger in dit land vereischt, een leger om den eetvoorraad aan te voeren en een om te vechten. De soldaten wisten met een bewon derenswaardige kunst profijt te trek ken uit de geringe hulpmiddelen welke de streek ons boodtde hoofd mans van hunnen kant waren genood zaakt veel door de vingers te zien. diepzinnige en toch zoo eenvoudige be weringen van den grooten Rus in te brengen Om anderen in veilige wegen te sturen, moet men zich eerst zelf eenon weg ge baand hebben. Om anderen voor te lichten, moet men eerst zelf een licht wezen. Om anderen te genezen, moet men eerst zelf geneesheer zijn. Zooniet mocht ons de spreuk der ouden vermanend en spottend in de ooren klinken Medice, cu ra tc ipsum Geneesheer, genees u zelf I Al de psedagogie in boeken en brochu- ren opgehoopt, is nog maar louter bouw materiaal dat op zijnen bouwmeester wacht. Het is nog maar loutere theorie, welke dan verder aan het leven zelf moet getoetst worden, en van een en opvoeder zal slechts dan eenen diepen en blij- venden invloed uitgaan op de jonge zielen die hem Ier vorming in handen gegeven worden, wanneer hij zelf zedelijk en geestelijk hoog staat. Met andere woorden wanneer'hij zich naar alle richtingen, geest, hart, smaak, enz. zoo hoog mogelijk hee'ft weten op te werken en te volmaken,zoodat hij iemand is, en eene persoonlijkheid bezit. En hier blijkt wat een groote waarde de kunst hebben kan als opvoedkundige factor in het onderwijs, en vooraan, in het eigen leven van den onderwijzer zelf. Wij komen hier geenszins beweren dat er uit iederen opvoeder eenen kunstenaar, eenen artiest zou moeten groeien. Zulks ware onzin. Wij weten best dat leeraars kunstenaars als een Gezelle, een Ver- riest, zeldzame verschijningen zijn. Maar het feit hoe die mannen een zegen ge weest zijn voor hunne leerlingen bewijst wat de kunst in de opvoeding vermag. Evenals visselkes die wellustig zitten te wikkelen in helder-slroomena beekwaterevenafc opengaande bloe men, die gulzig, in den morgen, het zonnelicht opzuipen zoo dronken zijne leerlingen zat van welligheid, geheel 'Ijaar lang, den ver kwikken- den, groeizamen dauw van zijn levend makend woord. Aldus getuigt Dr Lauwers van zijnen oud-leeraar Verriest. En men kent dien roerenden brief van Rodenbach waarin hij o. a. schrijft - Al dezen die van hier weggaan na onder uwe handen tc zijn geweest, dragen in de ziel eenen schat mede hun geluk, hunne macht voor nu en voor later, men mag zeggen hunne tijdelijke en eeuwige zaligheid, enz. Van zulke leeraars mag er inderdaad gezegd worden dat het Scheppers onder God zijn. Zij beduimelen en boetseoron met kunstenaarshand de wceke klei der zielen die zij vormen moeten, totdat het glanzende meester werken geworden zijn, waarin zij het schoonste en het beste wat zij in zich hadden, overgeprent laton. Iederen avond werd er halt gemaakt, bivakken opgesteld, en onze soldaten trokken in divisie of in brigade, onder geleide, de velden in, op zoek achter proviand. Op eenige wersten afstand van de baan, vonden zij al de dorpen bewoond, en zij werden er niet al te onvriendelijk ontvangen. Doch, daar dit bezoek zoo verrassend geschiedde en onze mannen veeleisehend waren, sloegen de verschrikte boeren weldra op den vlucht naar de naburige bos- schen, waaruit zij tam, zonder groo ten vechtlust, terugkwamen. Intusschen deden de soldaten zich te goed aan den verzamelden buit, en verzadigd, kwamen zij des ander daags of soms eenige dagen later, hun korps vervoegen. Het viel dan vaak voor dat zij onderweg, op hun nen terugkeer, door andere uitgehon gerde makkers overvallen en uitge plunderd werden. Vandaar haat en vraakzucht die tot bloedige onlusten in het leger zouden aanleiding gege ven hebben, indien dan allen niet weerom door eenzelfdelijden vereenigd en terneergedrukt werden. Wachtend op den terugtocht hun ner voorraadzoekende detachemen ten, leefden de soldaten onderwijlen rond de vlag van wat hen tijdens hun nen opmarsch onderhanden viel. Het waren meestal roggekorrels die zij morzelden en deden koken. Het In elke menschenziel is er een zucht, een begeeren naar Schoonheid, die, vol gens het diepe woord van den griekschen wijsgeer Plato, toch niet anders is dan Waarheid Wanneer wij in het bezit der Schoonheid zijn, dan is er rust en vrede in ons, dan ziet de geest nog zoo klaar, dan werken al onze vermogens harmonisch, en zelfs het lichaam onder gaat er het heilzaam uitwerksel van. Gelukkige leeraars die dit genot aan hunne leerlingen schenken kunnen Die zich door hun eigen artistieken aanleg laten dryven om hot gevoel hunner leer lingen te verfijnen en uit te diepen, om hunnen smaak te vormen en te louteren, en, zooals Fierens-Gevaert het noemt donner aux jeunesX &me sdes Yeux pour la Beauté De macht die een dergelijke leermees ter over jonge harten in geesten hebben kan, valt niet te berekenen. Wij herhalen het hêt ware eene gek heid of eene utopie te verlangen dat elke onderwijzor, die een bende van veertig tot vijftig woelende 'bengels mennen moet, het zoo ver brengen zou. Het is, jammer genoeg, maar al te waar wat Dr Descurets in zijn fijn werk La Théorie Morale du Goüt be weert De ondervinding leert dal de smaak bij alle menschen niet gelijk matig is ontwikkeld. Terwijl de eenen met een allerfijnst ontroeringsvermo gen begaafd zijn, en aan het trillen gaan van genot bij den minsten schoon heidsglans in de natuur of in de kunst, blijven de anderen daarvoor staan als ziellooze slümperds het rijk van den inlelleclueelen smaak bezit ook zijn stom-dooven en blin den. Doch de smaak kan geleidelijk onlbolstefd, aangekweekt, ontwikkeld worden, en vooreerst in do opleiding van den loekomstigen onderwijzer zelf. Het staat dan ook buiten allen kijf dat deze, indien hem tijdens de studiejaren eene min of meer esthetieke vorming ten goede kon komen, daardoor later «en veel hecht eren en dieperen pak krijgen zou op al de vermogens zijner leerlingen, omdat hij dan tusschen hem en die jeug- Het Schoone is de glans van het Ware, zegt Plato. l.'ame a besoin d'émotions, comme le corps d'aliments l'homme le plus grossier pos- sèdc un principe d'activité intérieurc qui le tourmente s'il n'est pas satisfaii. (Dr Francis Devay) Or c'est précisément cette exigence de notre nature que l'émotion esthétique donne satisfaction, tout en respectant de la manière la plus complete la hiérarchie de nos diverses facultés. Cette impression morale a son reten- tissement dans I'ctrcphysique ct contribue puis sant ment k lui conservcr l'équilibre de la santé (J. Ycrcst, S. J. Manuel de Littéruturc Les arts sont 1c langage de l'dme. Les ai ts sont la plus grande joie de l'homme, parce qu'ils mettent l'homme tout entier en jeu, paree qu'ils occupent et charment la fois son &me et ses sens, et que, dans le plaisir qu'ils procurent, subordonnant. comme lis le font, l'émotion des sens a l'émotion de l'esprit, ils mettent I'ordre suprème dans la jouissance. (Saint-Marc Gi- rardin). vleesch ontbrak minder dan het brood, omdat er veel slachtbeesten volgden. Maar de langdurigheid, en vooral de snelheid onzer opmarschen, deed een groot getal dier dieren om komen de hitte en het stof kwelden hen als zij dan een water ontmoetten, sprongen zij er zoo wild in dat velen verdronken; anderen dronken zooveel dat zij gezwollen stonden en niet meer konden gaan. Hier, evenals vóór Smolensk, be merkte men dat de divisie's van het eerste legerkorps het meest talrijk bleven hunne detachementen, beter gedrild, brachten meer proviand aan, en gingen menschlievender te werk tegenover de inwoners. Dezen die rond de vlag gebleven waren, leefden van den inhoud hunner ransels en hunne ordentelijke uitrusting ver poosde aangenaam den blik, die overal elders, niets dan wanorde te aanschouwen kreeg. Elk dezer ransels, die slechts het strikt noodige inhield voor wat de kleeding betreft, bevatte een paar hemden, twee paren schoenen met eenen kleinen voorraad nagels en nieuwe zolen, eene broek en halve botten in leder, eenige benoodigheden voor den opschik, eene strook linnen om te verbinden, pluksel, en zestig kardoezen. Aan beide kanten bevonden er zich dige zielen een atmosfeer van sympathie en geestdrift zou weten te too veren. Hierover wenschen we nog wat verder uit te weiden in een slotartikel. ('t Vervolgt). en is te bekomen op ons bureel aan 0,35 fr. het exemplaar, een nieuw lyrisch gedicht Mondschein-Sonate van Beethoven door Jef Crick Stadsbeir voor verschillende ge wassen. Met de schaarschheid of gebrek aan de meeste krachtvetten waar over de landbouwer vroeger naar keus kon beschikken, heeft de stadsbeir in de twee laatste jaren hijzonder veel betee- kenis voor land- en tuinbouw verkregen. Dit niet zonder reden, want 't is nu eene der voornaamste meslstoffen die, door hare snelwerkende stikstof, voortkomen de van de pis, den plantengroei krachtig kan opbeuren. Wel te verstaan wanneer die vloei mest niet te veel uitgelengd wordt met water, wat maar al te dik wijls 't geval is, doordien vele stadsbe woners 't gebruik hebben allerlei wasch- water in den beirput te storten. Wat er van zij, de beir wordt vooral aanbevolen voor voederbeeten en rapen, voederkooien, maïs, mengvoeder, groen ten behalve erwten en andere peul gewassen ook voor graangewassen, weiden en meerschen, alle gewassen die min gevoelig zijn voor het hoog gehalte chloorzouten, meest voortkomende van 't. keukenzout, welke zich in den beir bevinden. Voor aardappelen is beir min goed geschikt, daar hij de schurft der knollen bevordert en door zijn chloor- gehalte ook min voordeolig werkt op de hoedanigheid, ofschoon hij de opbrengst veel kan vermeerderen. Voor de graan gewassen moet men een te overvloedig gebruik van beir vermijden, om het om vallen te voorkomen. Bij aanwending van beir moet men telkens voor spoedig onderbrengen 011 vermengen met de bouwlaag zorgen. Wanneer men hem aan de oppervlakte blootgesteld laat aan zon en wind, zoo er te veel stikstof kunnen vervliegen. Kalkstikstof met water. Men vraagt ons of de kalkstikstof (kalkcya- namidc) met water mag bevochtigd wor den, opdat ze bij het uitroeien niet veel zou stuiven. Die doenwijze wordt met goed gevolg toegepast op Thomasslakken, en zou wel, ook bij de kalkstikstof aanwending kunnen vinden. Deze laatste kan voor eerst gemengd worden met potaschzou- ton (kaïniet, bijv.) die het sluiven eenigs- zins verminderen, maar niet met super fosfaten, daar de oplosbaarheid van deze er door zou afnemen. Men zou ze ook vier beschuiten van zestien hecto grammen iedernaar onder was er eenen langen en smallen lederen zak geplaatst, inhoudende twaalf ponden meel. De geheele ransel, met zijne spanriemen en de toegerolde soldaten- kapot er boven op, woog ruim drie en dertig ponden. Elke soldaat had daarbij nog aan zijnen draagriem een lederen zak han gen, met twee brooden van drie pond in. Aldus, met zijnen sabel, zijne ge vulde patroontesch, drie vuursteenen, zijnen vijsdraaier, zijne banderol en zijn geweer, was hij geladen met eene vracht van acht en vijftig pond. Hij had op die wijze voor vier dagen brood en beschuiten, voor zeven da gen meel, en kon zestig scheuten los sen. Hem volgde dan nog een rijtuigen- konvooi dat proviand voor zes dagen aanvoerde, maar op dit vervoer viel er, in de huidige omstandigheden, geenszins te rekenen. Wanneer de meelzak ledig was, vulde men hem met het graan dat men onderweg vond, en dat men naar den eersten den besten molen te mal len droeg. Zooniet maalde men het in de handmolens die de regimenten volgden, of welke men in de dorpen aantrof, want bij deze volkeren wer den zij druk gebruikt. Om daarin het noodige graan te malen dat honderd mot vochtige aarde of kompost kunnen vermengen, ten einde het stuiven te voor komen. Maar de bijvoeging van water zou slechts met omzichtigheid mogen ge schieden, door fijne besproeiing, onder het gestadig doorheenwerken der massa bij middel eener schop, ten einde aldus het klonteren of samonbakken te ver mijden, daarbij zorg dragende dat ze op die wijze slechts even vochtig genoeg zij, om het stuiven bij het uitstrooien in zoover te beperken, dat dit werk zonder veel last voor de arboiders kan uitge voerd worden. Men moet zich in alle geval wachten, de massa eigenlijk nat te maken, want dan ware gelijkmatig uit strooien niet mogelijk daarbij moet men dadelijk na het bevochtigen uitstrooien en ineggen, ten einde zekere scheikundige vervormingen die gedurende de bewaring zouden tot stand komen, te vermijden. Waterpest of Japaneezenkruid (Anacharis alsinastrum) als voe der en groenmest. De Waterpest die in vijvers en langs waterloopen dik wijls overvloedig groeit, bij zoover dat ze vaak het visschen bemoeilijkt, vormt een goed voeder voor hoornvee en zwij nen dat, volgens eene ontleding, in ge- droogden toestand behelst, ten honderd Ruweiwit 18,3 Ruwvet 2,5 Ruwe koolhydraten 42,5 Ruwe celstof 16,7 Asch 20,0 Ook als groenmest kan de waterpest voordeelig benuttigd worden. Overal waar men ze vindt, is hot derhalve ge raadzaam er de verzameling van te doen om ze tot de voedering of tot de bemes ting te benuttigen. De groenbemesting vooral, is nu meer dan ooit aan te beve len, bijzonderlijk in 't licht land, dat nu veel te wenig bemest wordt en dan ook in opbrengst snel vermindert. De waterpest, herkomstig uit Kanada, is een altoos ondergedoken waterplant die haren naam te danken heeft aan de moeilijkheid van uitroeien, daar ze in vaarten en andere watoren somtijds zoo snel vermenigvuldigt dat ze dicht er mêe begroeid schijnen. Landbouwleven Bekendmaking. Gent, 15 Augustus 1916. Aan de gemeente St-Denys-West rem, in dewelke de verordening van 15-10'15 over de aanmelding van verborgen vijan delijke militaire personen door het ge meentebestuur en zijnen politiedienst niet is uitgevoerd, is op last van het leger-oppereommando 4 eene dwungboet als straf ten bedrage van tien duizend mark opgelegd geworden. Dit brengt ter algemeene kennis De Etappen-Inspekteur von UNGER, generaal der cavalerie. en dertig soldaten in één dag ver bruikten, waren er zestien mannen vereischt en 't kostte hen twaalf uren arbeid In dit land bezit elk huis zijnen bakoven, zoodat wij daar geen gebrek aan hadden, evenmin als aan bakkers in onze rangen. De regimenten van het eerste legerkorps behelsden am bachtslieden van alle slag het was als eene wandelende kolonie. De keizer had dit gedacht eerst opgevat, en maarschalk Davoust had dit plan meesterlijk tot uitvoering weten te brengen zijn methodisch genie had uit alles protijt getrokken, en zijne onderneming werd met een volslagen well ukken bekroond. Dit was net geval niet voor de overige legerkorp sen waar andere kapiteins aan het hoofd stonden. Zij hadden moed en dapperheid te over, maar zij waren niet begaafd met dezelfde organisatie kracht als Davoust, en Kwamen dus moeilijker de hinderpalen te boven die steeds met de uitrusting en de# economische inrichting van een leger' gepaard gaan. De keizer leende geen voldoende aandacht hieraan, en dit zou later noodlottige gevolgen hebben. ('t Vervolgt).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1916 | | pagina 1