Napoleons Veldtocht KRTH0LIEK NIEUWS* EN HHNK0NOIGINGSBLHD Zondag lö December 4916 5 centiemen liet nummer 71s,e Jaar IV0 4734 Week-Kalender. Kinder-Gedichten Wijzigingen in t Engelsch Kabinet. DE DENDERBODE Abonnementsprijs 3 trank 's jaars. Men schrijft in te Aalst 31, KORTE ZOUTSTRAAT, 31 DRUKKERUITGEVER Van de Putté-Goossens AANKONDIGINGEN Kleine één maal 0,75 fr twee maal 1,35 fr. Gewone annoncen o,i5 de regel. Vonnissen, sterfgevallen, enz. 0,50 de regel. Dikwijls te herhalen volgens akkoord. Aalst, den 9 December 1916. DECEMBER. Evangelie van den Zondag Jesus zendt twee zijner leerlingen tot Joannes. Matth. XI. 10 Zondag, 2. Z. v. d. Advent, H. Mel- chiades, paus en martel. 11 Maandag, H. Damasus, paus. 12 Dinsdag, H. Constantinus- 13 Woensdag, H. Aubertus, B. B. 14 Donderdag, H. Nicasius, bis. en mart. 15 Vrijdag, Octaafdag van O. L. V. Onbe vlekt Ontvangenis. 16 Zaterdag, H. Eusebius. iii. Benjamin. Voor Fons Van de Maele. Blauwe kijkers, bolle wang, Glanzend haarken zacht als zijde, Rozig mondje dat vol zang Vloeit van woordjes vlinder-blijde, Wakker-voetig ventje, gij, Met uw wit gewasschen truiken Dat den geur der wei laat ruiken, Vult héél 't huis met poëzij Als hij 't tuintjen opendoet Draaft gij vlug in een galopjen Uwen vader tegemoet Met uw blondgoud zonne-kopjen, En gij steekt uw armkens uit, En hij moet u telkens pakken En de zoentjes laten smakken Op' uw malsche lipjes, guit En dan zittend op zijn knie, In den schemer achter 'tstoofken, Gaat gij zoetjes slapen, zie, Wijl hij zingt een lijzig stroofken. Och, die wimpers van fluweel, Rustend over 't bolrond oogsken Met een lief geteekend boogsken, Stelen hem zijn hart geheel Klaagt de winter droef en bar In de donkre boomen buiten, Dankend groet hij d'avondstar Die komt pinklen door de ruiten. Metu, lieverd, op zijn schoot, Droomt hij nog van zon en bloemen, Mag hij zich een koning noemen Spijts al 't nijpen van den nood 1 -12-' 16 Jef CRICK. 48 Mengelwerk. Nadruk verboden. in Rusland, in 1812. Groot Historisch Verhaal. (Getrokken uit het vermaard boek van Graal Philiep de Ségur, Generaal, die den veldtocht meegemaakt heeft). Murat zat op de hielen der rus- sische achterhoede tot aan Mojaïsk de baan welke zij achter haar ledig liet vertoonde geen enkel spoor van wanorde. Al hunne dooden waren begraven, want zij hebben daar voor eenen godsdienstigen eerbied. Toen de franscne veldmaarschalk de hoogervernoemde stad ontwaarde, dacht hij dat hij er meester van was, en hij zond iemand tot den keizer om hem uit te noodigen binnen hare muren te komen vernachten. Doch de achterwacht der russen hield stand vóór de muren der stad, en achter haar, op eene hoogte, zag men gansch het overblijvende vyandclijke leger. Aldus hielden zij de wegen van Mos- cou en Kalougha in hunne handen. Misschien wist Kutusof niet goed dewelke dezer beide wegen hij zou nemen, of wilde hij ons moedwillig daarover in twijfel brengen, en dit laatste gebeurde. Ten andere, de rus sen aanzagen het als een punt van eer slechts vier mijlen ver van het veld onzer overwinning te vernachten. Dit taf hen meteen de gelegenheid om de aan achter hen vrij te maken en de overblijfselen van den slag weg te ruimen. Hunne houding was flink en vast beraden evenals vóór den strijd, het- Naklanken van het feest van O.L.V. Onbevlekt Ontvangenis. Als een dag van lente, vol blankheid en licht, kwam deze feestdag ons verheu gen te midden van het grauwe en uitge bloeide jaargetijde. Juichend riep de II. Kerk in hare liturgie uit Gij zijt gansch schoon, 0 Maria,en de vlek der erfzonde is niet in u. Alleluia. Maria, onbevlekt ontvangen Ziedaar een wondervol mysterie dat de menschelijke geest met al zijne tekort komingen niet vatten kan, doch waar voor wij deemoedig het hoofd buigen en zeggen Credo. Ik geloof. En dit geloof doet in onzen Godsdienst eene bron ontspringen van schoonheid, van liefde en betrouwen. Eene bron van schoonheid. Niets schooner dan reinheid. De rein heid in het kind verlokt en verteedert het hard vochtigste gemoed, en gansch zijne omgeving omspeelt het met de blijde glansen zijner onschuld Een groot fransch dichter zong het zoo schoon in bertroerende verzen, welke wij hier in vrije vertaling omzetten Wanneer het kind verschijnt, dan is het één gejubel heel den huiskring door. Zijn zacht oog dat schittert doet - aller oogen schitteren, en de zwaar- zinnigste en misschien meest bezoedelde gemoederen, gevoelen zich schielijk gelouterd door zijne onschuld en vroo- lijkheid. Onschuld is hoogsto schoon heid, en daarom brengt het kind zooveel geluk mede in ons aardsch bestaan geluk, dat volgens de verklaring van eenen wijsgeerigen schrijver, het eenig- ste hechte en ware genot uitmaakt der samenleving, waar anders alles twijfel is, leugentaal en zonde. In Maria nu stijgt de reinheid tot hoog ten welke ons gedacht duizelig maken, en deswege bereikt de schoonheid in Haar het volmaakste wat wij droomen kunnen. Die schoonheid bezielde door den gang der eeuwen het penseel en den beitel der kunstenaars, en aldus vervulde Maria de Christelijke Kunst met hare heerlijkheid, en deed meesterwerken scheppen die steeds nieuwe harten en geesten verheffen en veredelen. Die schoonheid begeesterde en sterkte ook gansche scharen van maagden en helciiunen, van wier reihen zielengeur de kerkelijke geschiedenis vol is. Die schoonheid gaat nog immer voort met duizenden harten te ontvonken, en hen te ompantseren in iden verbitterden kamp tegen laagheid en bederf. Een bron van liefde en betrouwen. Liefde en betrouwen; waren het welke den geheelen lande dodr, al die heilig dommen en kapellen aan Maria hebben opgericht. Liefde en betrouwen deden lot vóór den oorlog in jaarlijksche bedevaarten een zee van volk, kranken naar lichaam en ziel. naar Lourdes heenstroomen. Lourdes Die naam klinkt als een tooverwoord. Dit kleine sladje, dat daar zoo nederig en zoo stil, tusschen eenen gordel van blauw-bewaasde bergen te tintelen lag in zomcrschen zonneschijn, tintelde en schitterde vooral door den glans der Onbevlekte die er hare woon heeft gevestigd, en er aan hare voeten al de aardscho weeën en miserieën lonigde en balsemde. Thans is de oorlog het verkeer komen stop zetten, en de volkeren kunnen in grootsche optochten dit uitverkoren oord van gebed en genade niet meer gaan be zoeken. Doch, in al onze heiligdommen, en tot in onze kleinste kapellekens, wacht de Maagd van Lourdes nog steeds op al wie ongelukkig of bedroefd is, om hen te laten putten uit de volheid van haar moederhart. Het treft ons telkens als wij in de grot van Mijlbeke, wellicht door een liefde rijke moederhand opgehangen, daar de beeltenis zien van verscheidenen onzer strijdende jongens, met dit roerend op schrift O.L.V. van Lourdes, bescherm onze soldaten. Voor die bede zal Maria niet doof blij ven. Wie zegt ons hoeveleu Zij er te midden der gevaren en der gruwelen van het slagveld, niet bijstaat en behoedt Hoe- velen er daar niet koortsachtig grij pen naar de kleine medalie welke hen op de borst hangt, en in lijden en doodstryd, den mqederlach der Onbe vlekte tot hen zien neigen Maria Onbevlekt Ontvangen isdegroote weldoenster der menschheid. In Haar te gelooven, en Haarte mogen beminnen is een zegen voor millioenen zielen, die daarin hun geluk vinden, hun troost en hun sterkte hierbeneden, hunne hoop en onwankelbaar betrouwen voor de ontzettende reis naar de Eeuwigheid. geen wij bewonderden, doch hetgeen ook voortsproot uit de traagheid waarmede wij het terrein van Boro - dino verlaten hadden. En de diepe rijvijn welke hunne troepen van onze ruiterij scheidde, hielp er ook toe om hun een zoo kalm en dapper uitzicht te geven. Murat vermoedde het be staan dier ravijn niet een zijner offi cieren, de generaal Déry ging toen de streek verkennen tot nabij de muren der stad, onder de bajonetten der russen. Maar Murat die steeds dezelide waaghals bleef, vol schuimende on stuimigheid, wilde van geen hinder palen hooren spreken hij riep zijne ruiterij, en schreeuwde haar vooruit te rukken, te chargeeren, en die bataljons, die poorten en muren in te beuken Vruchteloos deed zijn adju dant hem opmerken dat zulks onmo gelijk was. Hij ging te werk als een brieschende leeuw, en wilde spijts alles den stormloop doen uitvoeren. Alsdan deelde men zijne bevelen uit, maar met tegenzin en zonder spoed te maken, in de hoop dat de bruisende veldmaarschalk zich nog bij tijds be zinnen zou en eene ramp verhoeden. En inderdaad, hij kwam tot bedaren, iets wat niet dikwijls gebeuren, en gaf dan ontlasting aan zijne verbeten woede met zijne kanons te doen afvu ren op de dronken en verstrooide ko zakken die hem bijna geheel omring den, en aanvielen onder het uitstooten van wilde kreten. Dit klein gevecht kwam onze ver liezen van den vorigen dag nog aan vullen generaal Belliard werd erg gewonddeze koene krijger, wiens verlies naderhand duur te staan kwam aan Murat, had den linkerkant der vijandelijke steliing verkend en be vonden dat men daar diende aan te vallen. Murat echter had altijd lust storm te loopen tegen wat hem in den weg stond. Napoleon kwam slechts bij het val len van den nacht op het strijdveld aan, en met onvoldoende hulp. Hij begaf zich in de richting van Mojaïsk met nog trager en loomer stap dan gisteren, en zoodanig afgetrokken, dat hij niets scheen te hooren van 't gevecht dat rond hem raasde. Iemand onzer hield hem staan, en toonde hem de achterhoede van den vijand tusschen ons en de stad, en daar achter, de vuren van een leger van vijftig duizend man. Dit schouw spel bewees nog eens te meer dat wij slechts ten halve overwonnen had den, en dat de russen geenszins ont moedigd schenen. De keizer hoorde en zag alles met gelatenheid dan keerde hij terug om den nacht door te brengen in een dorp, eenige stappen verder, binnen de vuurlijn. De herfst der russen had dus geze gepraald Zonder hem ware wellicht gansch Rusland verpletterd geworden onder onze zegevierende wapens in de pleinen der Moskowa zijne voor barige guurheid redde de russen van dien gewissen ondergang. Het was den 7® September, op den vooravond zelf van den grooten veld slag, dat een orkaan de noodlottige komst van den herfst aankondigde. Napoleon werd er gansch door ver steven. Van af den nacht die dezen beslissenden veldslag voorafging, viel hij ten prooi aan eene geweldige koorts die zijn bloed deed branden, en hem zelfs gedurende den strijd niet los liet deze kwaal, gepaard met eene Uit plaatsgebrek zijn het ver volg van den hoofdartikel en het slot van de Geschiedkundige Kro- nijk tot toekomende week ver schoven. LANDBOUW. Rol der potasch in de fruitboomteelt. De potasch werkt gelijktijdig op den groei en de hoedanigheid zij geeft de vastheid der geweefsels, vooral in ver- eeniging met kalk zij begunstigt de rijpwording van het hout, de goede en regelmatige boutvorming, vermeerdert het volume der vrucht, en geeft haar pen rijke kleur en eenen fijnen geur. Evenals het fosfoorzuur en de kalk, verhoogt de potasch het suikergehalte der vruchten. Alhoewel de rol der potasch zekerlijk ver van volkomen gekend schijnt, den ken wij met gegronde reden te mogen besluiten, dat haren invloed, evenals in de teelt van menig ander gewas, ook in fruitteelt overwegend is. Meermalen was het ons gegeven, bij de beuutliging van vruchten eener zelfde verscheidenheid, de hoedanigheid te vergelijken, de eene in zand- of zandachtigen-, de andere in leem- of zelfs kleileemgrond gewonnen. Deze laatste gronden, vooral wanneer zij goed los, goed doordringbaar gehouden werden, gaven altijd het schoonste en fijnste fruit, 'tgeen wij met reden denken te mogen toeschrijven aan hun hoog potasch gehalte. Daaruit besluiten wij dat, vóóral in potasch arme gronden, de potasch ten overvloedigste ter bemesting der fruitboomen dient aangewend te wor den, en zelfs in potasch rijke gronden niet mag verwaarloosd wezen, aangezien de potasch van den grond niet zelden onoplosbaar of weinig'oplosbaar is. Vele potaschzouten, benevens potasch als hoofdbestanddeel, bevatten nog be langrijke hoeveelheden magnesia. De magnesia bevordert de vorming en de normale werking van het bladgroen, begunstigt de vorming van zwaardere zaden, geeft meer stevigheid aan de sten gels, en heeft eenen gunsligen invloed op de vestiging der stikstof. Praktijker. Londen, 4 December. De Times geeft het volgende bericht over de Kabi- netskrisis Op den laatsten Vrijdag deed Lloyd andere die hem nog meer kwelde, legde zijn genie als het ware aan boeien, en dit zou nog vijf dagen duren na hierdoor Kutusof gespaard te hebben van eene algeheele vernie tiging te Borodino, gaf zij hemden tijd zijne overgeblevene scharen te ver zamelen, en hen aan onze vervolging te onttrekken. Den 9* September zagen wij de poorten van Mojaïsk voor ons ge opend, maar op de hoogten die haar beheerschen, vertoonde zich nog de achterhoede van den vijand. Men drong in de stad binnen, de eenen om den rus op de hielen te zitten, de anderen om te plunderen en er te logeeren. Deze troffen er noch inwo ners, noch levensmiddelen aan, maar slechts dooden welke men door de vensters moest gooien om huisvesting te vinden, en stervenden welke men allen in eene zelfde plaats vereenfgde. Daar lagen er overal, en in zulk een groot getal dat de russen het vuur aan de woningen niet dierven steken nochtans, hunne menschlievendheid, welke nooit heel groot geweest was, aarzelde niet te schieten op de eerste franschen die zij in de stad zagen binnentreden, en het was met obus sen, zoodat de stad, die uit houten gebouwen opgetrokken was. vlam vatte, en een deel der achtergelaten gewonden in dien brand omkwamen. Terwijl men trachtte hen te redden, waren een vijftigtal voltigeurs van het 33® de hoogten opgeklauterd wier toppunt nog door de vijandelijke rui terij en artillerie bezet was. Het fran- sche leger, dat binnen de muren van Mojaïsk opgehouden bleef, zag met verbazing op naar dit handvol solda ten, welke op die ontbloote helling George,aan Asquith schriftëlyk het voor stel, dat de oorlogskommissie in hot Ka binet, in de toekomst uit vier leden zou bestaan, namelijk uit Lloyd George, Bo- nar Law, Carson en een lid van de Werkliedenpartij. Asquith had tot Zaterdag daarop niet geantwoord. In den loop van Zaterdag deelde As quith Lloyd Georg mode,dat hij het voor stel, in den vorm in weikon het gedaan was niet kon aannemen. De zaak bleef dan eenige uren hangen en eenige ministers verlieten de stad. Gister morgend keerden de ministers in allerhaast terug. De leden van het kabinet hielden eenen raad. Bonar Law zat voor. Alle Unionistische kabinetsleden waren aanwezig, uitgezonderd Balfour, die on gesteld was en Landsdown. Woensdag had Asquith een onderhoud met verscheidene kollega's, onder andere met Lloyd George en Bonar Law. Zondag avond stond de zaak alsvolgt Asquith had het voorstel van Lloyd George niet aangenomen, maar was be reid in eene vermeerdering van het leden tal der krijgskommissie toe te stemmen. De hinderpaal voor eene overeenkomst was, dat voorgesteld werd, dat de oor logskommissie onbeperkte volmacht zou krijgen voor het oorlogvoeren en do op lossing van zekere persoonlijke vragen. Asquith heeft echter duidelijk te ver staan gegeven dat Lloyd George niet alleen staat. Ook Bonar Law heeft, naar men ge looft, hut voorstel van Lloyd George goedgekeurd. Lloyd George en Bonar Law verlan gen beiden de opneming van Carson in de oorlogskommissie. Men kan de opneming van Carson aan zien als de voorwaarde, op welk Lloyd George en zijn aanhang zouden blijven. Lord Derby verklaarde zich eveneens solidair mot Lloyd George en is bereid zich te voegen. Londen, 4 December. Asquith heeft heden morgend een nieuw verhoor met den Koning gehad. Den Haag, 5 December. Men meldt uit Londen Heden heerschte een verlichting in den politieleen toestand. Hoewel niets be slissends is bekend geworden, schijnt het zeker, dat geen enkele minister zal aftreden, hoewel waarschijnlijk eenigen met hun aftreden hebben gedreigd. tegen een wolk van russische ruiters inrukten en hen dapper beschoten. Eensklaps gebeurde er wat wij allen vermoed hadden de vijandelijke es- kadronnen zetten zich in beweging, en in eenoogenblik tijds omsingelden zij het vermetel troepje dat aanstonds peloton vormde en aan allen kanten vuurde. Doch zij waren zoo gering in getal, te midden van zulk een uitge strekt plein en omgeven door zulk eene menigte van paarden, dat zij wel dra aan ons aller blikken onttrokken werden. Een algemeene kreet van droefheid steeg op uit al de rangen van ons leger. Iedere soldaat, volgde met ge- rokken hals en starren blik al de be wegingen van den vijand, en trachtte het lot zijner wapenmakkers te ont sluieren. Eenige kronkels kruitdamp die uit het midden dier zwarte paarden-massa opgingen, deden de onzekerheid nog langer duren. Men schreeuwde dat de onzen nog altijd schoten, dat zij zich verdedigden, dat het er nog niet mee gedaan was. Inderdaad een russische kommandant kwam gedood te worden door den officier die de voltigeurs aanvoerde. Toen de rus hem toeriep zich over te geven, had hij daarop met dit geweerschot geantwoord. Onze angstige twijfel was nog niet opgeklaard, toen het leger eensklaps in een vreugdig en bewonderend ge juich uitbarstte bij het zicht der vij andelijke ruiterij welke, ontstemd door dien hardnekkigen tegenstand en blootgesteld aan een rusteloos ge weervuur, zich langzaam terugtrok en uiteenspreidde, en die enkele dap peren meester liet van het terrein. ('t Vervolgt.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1916 | | pagina 1