VIEDESVOOBSTELLEN
Van Beroemde
Bekeerlingen.
üapoieon's Veldtocht
Geschiedkundige Ironijk
KATHOLIEK NIEUWS® EN AANKONDIGINGSBLAD
Zondag 17 December 1916
5 centiemen het nummer
7 lstc Jaar IV0 4755
Week - K a 1 e n de r
Kinder-Gedichten
Bene Hel
DE DENDERBODE
Abonnementsprijs 3 irank 's jaars.
Men schrijft in te Aalst
31, KORTE ZOUTSTRAAT, 31
DRUKKERUITGEVER
Van de Putte-Goossens
AANKONDIGINGEN
Kleine één maal 0,75 fr twee maal 1,25 fr.
Gewone annoncen o,ï5 de regel.
Vonnissen, sterfgevallen, enz. 0,50 de regel.
Dikwijls te herhalen volgens akkoord.
Aalst, den 16 December 1916.
DECEMBER.
Evangelie van den Zondag
Zending der Joden tot Joannes- Joan. I.
17 Zondag, 3. van den Advent. H. Wivina,
maagd.
18 Maandag, H. Gratianus, bisschop.
19 Dinsdag, H. Fausta.
20 Woensdag, Quatertemperdag. Guldenmis.
H. Philogonus, bisschop.
21 Donderdag, H. Thomas-
22 Vrijdag, Quatertemperdag. HH. Deme
trius, Honoratus en Florus, mart.
23 Zaterdag, Quatertemperdag. H. Victoria,
maagd en martelares.
IV.
In ieder poezel vuistje vast
Een staaf van 't ijzren hekken, staat
Een kleine meid, die 't roos gelaat
Tusschen de donkre roeden past.
Ze tuurt, in stil en oogengroot
Verwortdren, in geheimenis
Van najaarstuin, .waar zwijmende is
In blauwe misten, 't avondrood.
Benevelt niet heur ktaar gestaar,
Een zachte nijd om hem die mag
Zijn in dien tuin, den ganschen dag
Een vrij en veilig wandelaar
Want straten liggen voor een klein
Moe kindertredjen o zoo lang,
En eenzaam hartje wordt daar bang
Als dat van dolende in woestijn.
Och neen de blauwe kijkers staan
Vol loutere verwondering
En blijheid om dit mooie ding
Dof avondrood op nevellaan.
Maar daar ik drale en naar u schouw
O kindje, wil het wezen of
Ik, in mijn blauwen, gouden hof
Nu droefjes u benijden wou
Blauw uit uw oogen blikt mij aan
Uw zieltje, tuin in jonge zon
Van vreugd en reinheid Kind, ach kon
Die m'eenmaal nog ontsloten staan...
In ieder rozig vuistje vast
Een speer van 't zware hekken, kijkt
De kleine meid, naar hem die wijkt
In dreven waar de schaduw wast...
P. Hilarion Thans.
Komt te verschijnen
Klein liturgisch Kalender
ten gebruike der Geloovigen van het Bis
dom Geut, 1917. Fr. 0,25, te verkrijgen
ten bureele dezer.
1
Johannes Jörgensen.
(lle Vervolg).
Terwijl zij door de avondstad naar
huis kuierden,sprak Koch-Jensen dus tot
zijn vriend in deze voege
Ik heb een boek begonnen, geen ro
man, maar een programma, een oproep,
indien gij wilt, tot alle geesten hier te
lande. Wij, do voorname lieden, moeten
ons vast aaneen sluiten, opdat de menigte
ons niet over het hoofd groeie en ons
verstikke in gemeene ideeën. Ik wil too-
11 en dat Georg Brandes zijn werk maar
half heeft verricht, aangezien hij niet
verder is teruggegaan dan tot de vorige
eeuw, tot de groote omwenteling met
haarchristelijk-menschelijkgebazel over:
Vrijheid, gelijkheid, broederlijkheid
Laten wij toch eindelijk vrij worden van
al deze onsmakelijke overblijfsels van
een volkomen verouderden godsdienst
Ik vat niet hoe het vervloekte geweten
ingedrongen is in de wereld als de slang
in het oud paradijs. Nu kan een eerlijk
mensch niet ongestoord zitten en zijn
middagmaal rustig nemen, zonder dat
een inwendige stem hem straks ver
wijt dat een of ander zoogenoemde
broeder vóór zijn deur ligt en ellende
lijdt. Maar daarom moeten wij ook,
indien wij niet onder de zedeleer willen
omkomen, het heidendom weer oprich
ten, de menschen leeren op zich zelf te
leven volgens hun instinkt, hun natuur,
volgens hetgeen men gewoonlijk noemt
het kwaad...»
-- Maar gij vergeet, wierp Jörgen
sen hem op, dat die gedachten lang niet
nieuw meer zijn en reeds voor duizenden
jaren in praktijk werden gesteld. Leef
den de romeinsche keizers, als bijv. een
Nero, een Caligula, ook niet volgens hun
natuur, hun instinkt, en hadden zij niet
een heele beschaving om hunne begeer
ten te stillen Maar zijn zij geslaagd
Was het einde van al hun übermensche-
lijkheid iets anders dan waanzin of een
smaadvolle dood En toch waren zij
reuzen, in verhouding tot u, kleine let
terkundige Übermenschen, voor wie geen
zwaardvechters strijden in het circus en
wier orgieën niet door brandende chris
tenen worden verlicht.
Dal is de schuld van don tijd, niet
de onze, antwoordde Koch-Jensen. Maar,
ernstig gesproken, ik hoop het christen
dom hier te lande een stoot te geven dat
het wankelt. Het begint in de laatste ja
ren zich wat overvloedig te ontwikke-
49 Mengelwerk. Nadruk verboden..
in Rusland, in 1812.
Groot Historisch Verhaal.
(Getrokken uit het vermaard boek van
Graaf Philiep de Ségur, Generaal, die
den veldtocht meegemaakt heeft).
Men twijfelde eerst of men den weg
naar Moscou of Kalougha zou inslaan.
Ten slotte trokken Murat en Mortier op
goed kome 't uit in de richting van
Moscou.
Zij marcheerden gedurende twee dagen,
en hadden tot voedsel niet anders dan
paardenvleesch en gemorzeld koren
van het leger der russen vonden zij ner-
gers één spoor. Alhoewel het voetvolk
van den vijand nog slechts een enkele
verwarde massa vormde, vonden wij
toch nergens een overblijfsel van hun
leger, hetgeen bewijst met wal tucht zij
te werk gingen en hoe wij, in deze vijan
delijke en verlaten streken van alle
inlichtingen beroofd waren.
Onze Italiaansche troepen hadden
eenige mijlen op de groote baan afge
legd, tóen zij gewapende boeren verras
ten die met hunne geweren niets konden
uitrichten doch hun landheer viel een
onzer soldaten aan gelijk een razende
zot, met den dolk in hand hij riep dat
hij niets meer bezat, noch haard, noch
have, noch vaderland, en dat hij het leven
beu was men wilde hem nochtans het
leven laten, doch daar hij de hem om
ringde soldaten kost wat kost vermoor
den wilde, maakte het medelijden plaats
voor de woede, en de wanhopige dwaas
moest het met de dood boelen.
Intusschen verbleef Napoleon sinds
drie dagen te Mojaïsk, in zijne kamer
opgesloten, steeds onderhevig aan eene
geweldige koorts, en het hoofd vol be
slommeringen en zorgen. Een groote ver
koudheid had zijn spraakvermogen aan-
aangetast. Daar hij aan zeven personen
te gelijk dikteeren moest, en zich met de
stem niet kon doen verstaan, schreef hij
op verscheidene strookjes papier den
korten inhoud zijner snelberichten. Als
er eene moeilijkheid ontstond gaf hij uit
leg met teekens.
Op zeker oogenblik toen Bessières hem
opsomde hoeveel gcneralen er gewond
werden tijdens den veldslag, was hij
daardoor zoo opgewonden dat hij, eene
geweldige poging doende om te spreken,
den veldmaarschalk onderbrak met dezen
schielijke» uitroep Wacht tot wij in
Moscou zijn, dan worden al onze ver
liezen vergeld
Tot nog toe had hij gansch zijne toe
komst in het bezit dier hoofdstad ge
plaatst, maar de bloedige en zoo weinig
beslissende veldslag verzwakten zijne
hoop. Zijne onderrichtingen van den 11
September aan Berthier voor maarschalk
Victor, toonden genoeg zijne bezorgd
heid De vijand, in het hart aangeval
len, trekt al zijne strijdkrachten bijeen.
Zegt aan maarschalk Victor dat hij alles,
bataljons, eskadrons, batterijen, moet
afsturen op Smolensk, om van daar naar
Moscou te kunnen oprukken.
Ion als •- Inwendige Zending en wel op
een andere wijze. Het ongeluk is dat
onze fameuse ongeloovige mannen, zoo-
dia het ernst wordt, er niet toe kunnen
besluiten de oude zedeleer, die zij als
kind hebben aangeleerd, den vercischten
voetschop te geven. Zij zelf hebben kin
doren, zoo verontschuldigen zij zich, en
kinderen moeten nu eenmaal opgebracht
worden in deugd en in de vermaning des
Heeren en in de tien geboden. Daarom
moeten wij, die geen kinderen hebben en
die met Gods hulp er ook geene hopen te
hebben, de vaan der gedachte hoog
houden. En daarom luidt het groote ge
bod in de nieuwe zedeleer Doe alles
waartoe gij lust hebt, zonder u om de
verplichting en don last der oude zede
leer nog te bekreunen
Gij zijt er tijdens mijne reis op
vooruitgegaan merkte Jörgensen op,
die het bijzijn van Koch-Jensen al meer
en meer ondragelijk begon te vinden.
- Meent gij vroeg d|ezo spottend.
En indien dit eens tot mijn foordeel was
geschied iHeeregod, oude vi;iend, waarom
wilt gij u het beetje leven zoo zuur ma
ken Ik kan u verzekeren dat dit bestaan
geen ander doel heeft dan dat, wat gij
zelf daaraan verkiest te geven. Het doel
van 't leven is de dood als mijn hond en
ik dood zijn, dan zijn wij beide een en
hetzelfde. Daarom wil ik ook mijn boek
eindigen mei oen hoofdstuk dat heeten
zal Messias Deslructov Messias
de Verwoester en daariii wil ik het
eenige Credo belijden dat aanneembaar
is, nl. Ik geloot' in den algemeenen
ondergang ten laatste, en ik hoop in don
eeuwigen dood Na dit alles wensch
ik u een goeden nacht en slaap wel
De jonge vrijdenker verwijderde zich
haastig door den nacht, :en Jörgensen
wandelde langzaam naar huis toe, geheel
ontdaan en bedwelmt! door dien blik in
de afgronden eener ziel.
(T Vervolgt).
geheel was, voor den uer-slag, en sloeg
op 14 Meert den eersten keer. Dit gaf
eene heel verheuging aen de menschen,
want het was heel lang dat men nog
klok of slag gehoord en had.
Nu zijn de geestelijke vrij, maer zij
mogen nog geenen publieken dienst doen,
maer leezen misse in de huyzen en
aldaer biegten en communiceeren.
Op 9 November, wezende zondag na-
i middag, is de grootste stormwind ge
weest die er ooyt geweest is. want vele
j thorens, meulens, huyson schueren, alle
zijn omvergeworpen, heele bosschen zijn
vernield, alles merkelijk enz.
1801. Op 24 febr. kwam alhier
eennn commissaris tot het ontvangen der
plundering van den agent van Bevel,
Maes, 't welk moest (bij quotisatie) van
een ider een betaell worden.
Op 17 October wezende zaterdag, is de
kerk tot Berlaer hergewijd door den
Hr. Brabants, namen LI ijk op die plaetsen
waer het meeste bloed heeft gelegen op
dien dag 19 Aug. t798, als wanneer in
de kerke is gevochten, hiervoren ver
meit.
Nadat het vier jaeren was dal er misse
in do kerke was gedacn, zoo heeft op 17
October den Hr Brabants do eerste misse
in de Sacristey gedaan. De laetste keer
is geweest 14 October 1797, hier voren
vermeit.
EIND E.
Dt Weg naar het licht blz. 37 en vgl.
Een bladzijde uit den Besloten Tijd
en den Boerenkrijg.
iUit een handschrift, opgesteld door
Karei Jozef Verhulst, schoolmeester
en organist te Berlaer, bij Lier).
1800. Het weder is wat versoet
daer is nu eenen areté dat de kerken aen
de geraoyntezijn, zoo is die van Berlaer
geopent den 3 februar zoobegonst men
weèr in de kerk te lezen, onz., maer nog
geene priesters.
In 't begin van Meert ging men O.L.V.
klok in den thoren doen, dewelke nog
De keizer kwam te vernemen dat men
eindelijk weerom in het spoor van het
vijandelijke leger was het was niet op
zijnen linkerflank in de richting van Ka
lougha afgezakt, zooals hij gevreesd had,
maar het week nog voortdurend achter
uit. en wij waren nog slechts twee dag-
marschen van Moscou verwijderd. Deze
groote naam en groote hoop die er aan
verbonden was, gaven hem nieuwe
krachten, en den 12 September was hij
in staat per voituur te vertrekken om
zijne voorhoede te gaan vervoegen.
HOOFDSTUK XIV.
MOSCOUI
Toen zij het keizerrijk bedreigd zagen,
begrepen de russen dat Moscou het eerst
en het luidst alarm kleppen moest voor
de nationale verdediging. Deze hoofdstad
welke de dichters terecht benaamden de
slad der gouden koepels, vormde eene
reuzige en wonderbare verzameling van
twee honderd vijf en negentig kerken en
vijftien honderd kasteelen met hunne
hovingen en afhankelijkheden. Deze
paleizen uit kareelsteen opgetrokken, en
hunne parken, waarin mooie houten
huizenen zelfs hutten stonden, waren
verspreid op een ruim en ongelijk ter
rein van verscheidene vierkante mijlen
uitgestrektheid zij rezen rond eene
hooge en driehoekige vesting met eene
dubbele omheining die eon omvang had
van een halve mijl. De eerste omheining
bevatte nog een groot getal paleizen,
kerken, en onbebouwde en rotsachtige
gronden de tweede hield eene stad in
Proklamatie aan het Duitsch leger
Z. M. de Keizer heeft de volgende pro
clamatie uitgevaardigd
SOLDATEN
In het gevoel dor overwinning die gij
behaald hebt. hebben ik en de hoofden
der drie Verbondene Staten, den vijand
vredesvoorstellen aangeboden. Of
zulks zal aangenomen wordon, blijft te
zien.
Gij zult verder mot Gods hulp, den
vijand tegenhouden en hem verslaan.
Groot Hoofdkw., 12 Dec. 1916.
(get.) WILHELM
I. R.
De bovenstaande proclamatie werd ook
gezonden aan de keizerlijke marine met
de volgende bijgevoegde inlassching
Dit order is ook gericht aan Mijne
Marine, die al hare krachten met trouw
heid en doelmatigheid, aan den gemeen-
zamen strijd toegewijd heeft.
Berlijn, 12 December. Zooals de
Rijkskanselier mededeelde hebben de re
geeringen van het Vierverbond heden
aan de diplomatische vertegenwoordi
gers, die met de belangen hunner onder-
hoorigen, in de vijandelijke landen gelast
zijn, ter overhandiging aan de vijande
lijke machten, gelijkluidende nota's ge
richt, met het voorstel, zoo spoedig mo
gelijk in vredesonderhandelingen te tre
den. In de nota luidt het
De voorstellen der verbondon regee-
ringeu zijn volgens hunne overtuiging,
oene geschikte basis tot herstolling van
eenon duurzame» vrede.
Zoo niettegenstaande dit aanbod de
strijd zou voortduren, zijn de Verhonden
Machten besloten hem te voeron tot het
zegenrijk einde, doch wijzen daarvoor
plechtig alle verantwoordelijkheid af.
Ook Z. H. Paus Benediktus XV kreeg
bericht over het vredesaanbod der mid-
denrijken door een nota van den gezant
von Mühlberg aan staatssekretaris kar
dinaal Gasparri.
In de nota wijst Duitschland 0. a. er
op dat de Paus reeds van de eerste dagen
van den oorlog af, het zijne bijdroeg om
de smarten van het bloedend menschdora
te heelen. Ook heeft Z. H. er steeds naar
gestreefd een einde te stellen aan het
bloedig worstelen.
Daarom hoopt do Duitsche regeering
dat het voorstel der middenrijken weer
klank zal vinden in het Vatikaan en dat
haar vredeswerk op den waardevolleu
steun van den Apostolischen Stoel zal
mogen rekenen.
van kooplieden, waar de rijkdommen
der vier werelddeelen vereenigd te schit
teren lagen.
Al deze gebouwen, paleizen, en tot
zelfs de winkels, waren bedekt met ge
polijste en gekleurde ijzerplaten de ker
ken, welke allen een platdak hadden,
praalden met verscheidene torens die
eerst een gouden bol, dan de halve maan
en daarna het kruis droegen, en herin
nerden aan de geschiedenis van dit volk.
Het was Asië met zijnen godsdienst die
eerst zegevierde en daarna verwonnen
werd, en eindelijk de halve maan van
Mahomet, beheersoht door het kruis van
Christus.
Een enkele zonnestraal deed die pracht-
stad met duizenden kleurschakeeringen
tintelen en fonkelen Op dit zicht bleef
de reiziger verrukt staan, en hij dacht
aan al de wonderen waarmede de ooster-
sche dichters zijne kindsheid verheugden.
Als hij dan hare muren binnentrad, steeg
zijne verbazing nog wanneer hij daar al
de weelde der kooplieden, de griekschc
kleederdracht der inwoners en hunne
lange baarden bemerkte. Verders, in
bewondering gebracht door de grootsch-
heid en den luister van zooveel paleizen,
den rijkdom waarin zij baadden, den
glans der rijtuigen, de menigte van sla
ven en bezorgde dienaars, de schittering
der feesten en festijnen die er gedurig in
kwistigen en dronken-makenden praal
gegeven werden, kon hij zich te midden
eener stad van koningen of prinsen
wanen.
Het waren nochtans slechts onder
danen en edelen die daar woonden, doch
Wat moet de hemel denken
Wanneer hij nederschouwt
Op aard', waar alles rouwt
Waar dorpen, steden branden,
Vergaan zoovele dierbre panden,
Het werk van geest en handen
Waar volk'ren hunkeren, verwoed
Als tijgers, naar malkanders bloed,
Door moordlust aangegrepen,
En waar men nog durft dweepen
Met eendracht, liefde, vrede
Bezit den mensch nog licht en rede
Dekt, maan en sterren, uw gezicht,
O zon ontneem uw licht
Aan onz' rampzalige aard',
Zij is niet langer waard
Zich nog te koestren in uw gouden stralen,
Laat ondoordringbaar duister dalen
Op brand en moord,
En blijde gloort
Dan weer als liefde en vrede zich herstell'
Onze aarde thans is eene hel
Fons Van de Maele.
allen vol macht en grootheid.
De grooten vooral gingen er fier op
hun sterk getal, op hunnen eeuwenouden
adeldom en hunne kolossale bezittingen,
want bijna gansch het goevernemont
van Moscou behoorde hen toe, en zij
lieerschten er over een miljoen slaven.
Het was in deze hoofdstad dat czaar
Alexander, door den nood gedwongen,
hulp kwam halen hij begaf er zich heen
uit Polotsk, voorafgegaan door zijne
proklamatieën en verwacht door de
edelen en de kooplieden. Hij verscheen
er te midden van den vergaderden adel,
en hield er eene trelFende en plechtige
rede hem ingegeven door de gewichtig
heid van het oogenblik. Zijne stem klonk
ontroerd. Nauwelijks hield hij op met
spreken, of al de aanwezigen hadden
eenzelfden kreet op de lippen Sire
vraag alles wat gij wilt Wij bieden u
alles aan Neem alles
Aanstonds daarop stelde een dor edelen
voor eene landweer in te richten, en om
in de noodige manschappen te voorzien,
zouden zij ééncn boer op vijf en twintig
afstaan. Doch honderd stemmen onder
braken hem tegelijkertijd zeggende
dat het vaderland meer eischte dat
men éénen slaaf op tien moest geven,
volledig uitgerust en gewapend, met
eenen eetvoorraad voor drie maanden
Dit was, alleen voor het gouvernement
van Moscou, een aanbod van tachtig
duizend man, en het voorstel werd op
staande» voet en met geestdrift gestemd.
('t Vervolgt.)