Kerstavondlied. Napoleon's Veldtocht Van Beroemde Bekeerlingen. KHTH0LIEK NIEUWS- EN HflNK©NDlGINGSBLHD KERSTMIS Zondag 24 December 1916 5 centiemen het nummer 715te Jaar IV0 4756 W eek-Kalender. Kinder-Gedichten DE DENDERBODE Abonnementsprijs 3 trank 's jaars. Men schrijft in te Aalst 31, KORTE ZOUTSTRAAT, 31 DRUKKERUITGEVER Van de Putte-Goossens AANKONDIGINGEN Kleine één maal 0,75 fr twee maal 1,35 tr. Gewone annoncen o,i5 de regel. Vonnissen, sterfgevallen, enz. 0,50 de regel. Dikwijls te herhalen volgens akkoord. Aalst, den 23 December 1916. DECEMBER. Evangelie van den Zondag Bereidt den weg des Heeren. 24 Zondag, 4. v. d. Advent. H. Euthymius, mart. 25 Maandag, Kerstdag. Geboorte van O- H. J. C. 26 Dijnsdag, 2C Kerstdag, H. Stephanus, le martelaar. 27 Woensdag, H. Joannes, apostel. 28 Donderdag, HH. Onnoozele Kinderen. 29 Vrijdag. H. Thomas. 30 Zaterdag, H. Eugenius, bisschop. Wij wenschen aan al onze ge trouwe lezers en lezeressen, naar oud christelijk gebruik, een zali gen hoogdag Als kerstgeschenk bieden wij een prachtig Kerstblad aan, als bijvoegsel aan dit nummer. Onze abonnenten ontvangen het gratis. Aan de andere lezers wordt het voor den geringen prijs van tien centiemen verkocht.Zij kunnen het bij onze verkoopers of op het bureel van ons blad verkrijgen. Om de degelijkheid van dit KERSTBLAD te doen uitkomen, kan het vol staan hier den inhoud aan te halen Kerstlied van arme kinderen, ge dicht van E. Fleerackers, S. J. Kerstlied, gedicht van P. Hila- rion Thans. Maria met haar Kindeken, onuit gegeven gedicht uit de I7e eeuw van Justus de Hardewijn, pas toor, (1582-1641). Kerstfeest in het hospitaal, ver haal van Jef Crick. En ten slotte een prachtig Driekoningenlied(woorden, zang en begeleiding) van den beroem den toondichter Lodewijk de Vocht. Dat de liefhebbers mmmm dus spoed maken, want er zijn niet veel exemplaren gedrukt. En nu gaan weer in al onze kerken gloria-liederen klinken, en het Kindeke van den Vrede zal uitzijn schamel kribken de arm- kens uitstrekken naar alle volke ren En de volkeren zullen gaan knielen aan de kribbe, en de en gelen boven hen hooren zingen Vrede Vrede aan alle men- schen van goeden wille Maar intusschen blijven de ka nonnen op de slagvelden moord en wraak huilen, en zij doen de ruiten trillen onzer stille tempels waarbinnen het lied der engelen ruischend hangt, en waar de klei ne Vredeprins op allen lacht met zijn schoonen liefde-lach schooner als de lentedag. (G. Gezelle). O liefelijk Kind, waaruit de zoete Zaligmaker zal groeien die niets dan woorden van goedheid en liefde op de lippen heeft, en aan een kruis gaat sterven voor alle menschen, geef nu, geef dat de haat en de wreedheid weldra de wapens neerleggen aan uwe krib, en dat de volkeren elkander den kus des vredes schenken, o Gij, die hen tot broeders ge maakt hebt ten prijze van uw kostbaar bloed (Gebed van Z. H. Paus Benedictus denXV.) Bereid uw kerstblok en uw vuur Om 't Jesuskind te warmen, En denk, 0 kristen, dezen dag, Op 't lijden van den armen, Want haast komt God die in een stal, Van koude en armoê,?weenen..zal. 't Is morgen 5o Mengelwerk. Nadruk verboden. in Rusland, in 1812. Groot Historisch Verhaal. (Getrokken uit het vermaard boek van Graaf Philiep de Ségur, Generaal, die den veldtocht meegemaakt heeft). De czaar richtte zich daarna tot de kooplieden der hoofdstad, maar hier verspilde hij minder woorden hij deed hun die proclamatie lezen waarin Napoleon afgebeeld stond - als een valschaard, die met het verraad in het hart en de rechtschapenheid op de lippen, Rusland van de wereldkaart kwam vagen.» Men vertelt dat alsdan al die ruwe en mannelijke gezichten omlijst van lange baarden welke er eene wilde en tevens indrukwekkende uitdrukking aan gaven, in woede ontvlamden. Hun oogen gloeiden, de vuisten wer den gebald, men hoorde alom niets anders dan verwenschingen en dreige menten. Dit had zijn uitwerksel. Hun hoofdman dien zij zelf aanstelden, schreef de eerste in voor vijftig duizend roebels. Dit maakte de twee derden zijner fortuin uit, en hij bracht het geld reeds des anderdaags. De anderen volgden, en deze vader- landsche gift bereikte, naar men zegt, de som van twee millioen roebels. De andere gouvernementen bleven niet ten achter, en de alarmkreet van Mos- cou vond er overal een trouwen na galm. De russische keizer aanvaardde alles, maar alles kon op staanden voet niet gegeven worden, en naderhand kwam er dan wel wat verslapping in Bereid, o moeder, 't koekebrood En maak de kinders blijde, Want morgen is het Kerstdag en Der kindren hooggetijde, Heer Jesus komt, de kindervrind Hijzelf een lieflijk menschenkind. 't Is morgen Bereid uw mond, o kristen mensch, Om 't Kindje zoet te zingen Reeds ligt de Gloria gereed In 't hert der Hemelingen Die dalen zullen dezen nacht, Want Jesus wordt op aard' verwacht, 't Is morgen Bereid uw hert, o kristen mensch, Voor 't komen van den Koning, En beter dan den schaamlen stal Bereid hem zijne woning, 't Is morgen dat hij dalen moet Op aarde en in uw rein gemoed, 't Is morgen Al. Walgrave, pr. Door blonde zonnigheid van open baan Waarlangs de koele wildzang van een vlietje, Bij luide en bonte trippeltroepjes ziet je De kleine meisjes 's morgens schoolwaarts fgaan. Ze hebben frisch-gestreken schortjes aan, Hun wippend vlechtje is puntigalseen sprietje, Klaar op de keien klopt een klepperliedje Als plots hun blokjes op den steenweg slaan. Maar arm in arm, met ongelijke tredjes, Tobben de kleenste op 't mulle zij-padjvoort. Ze praten druk, en opperen hun zetjes In hoogen ernst, zoo 't moedertjes behoort... Och wist ik wat in heimlijk nader-hellen Die zwarte kopjes zoo voornaam vertellen P. Hilarion Thans. 1 Johannes Jörgensen. (12° Vervolg). Jörgensen keerde dien avond, na zijn gesprek met Koch-Jensen, naar huis met donkere gedachten. Wat zijne droefgees tigheid nog vermeerderde was do betee- kenis van het avondfeest dat hij kwam bij te wonen het was een afscheids maal dat een bekende schrijver gaf ter eere zijner vrouw met wie hij den huwe lijksband ging verbreken. E11 deze zelfde man had vroeger ge schreven Wij hebben al dat oude apparaat van burgerlijke deugden niet meer noodig, kuischheid, trouw, onderdanigheid en - zoo al. Die waren misschien in oude dagen onontbeerlijk toen het moeilijker was door het leven te komen nu is de beschaving zoover gevorderd, dat elke mensch zich vrij en ongehinderd kan bewegen en niemand zich nog dwang heeft op te leggen. Er is geluk genoeg te vinden in de wereld, opdat allen hot recht mogen hebben het in - vrijheid op te zoeken. Eilaas ja, de beschaving is ver gevor derd, maar zij is zoo ver gekomen dat zij' zich geheel verbergt onder eenen tooi van leugens, en dat zij over de grofste misstappen en wantoestanden bloemen strooit. En een barer noodlottige wer ken is wel dit geweest, dat zij ook is gaan tornen en peuteren aan de schoone instelling van het huwelijk, en met hare leus van vrijheid op alle gebied daar zooveel geluk heeft aan 't wankelen ge bracht of kapot geslagen. En Jörgensen vroeg het zich af hoe zal deze man nu wel le moede zijn in den avond, nadat de gasten heengegaan zijn, de bekers geledigd, de lichten uitgedoofd en de kamer verlaten Zij hebben zoo menige feesten te samen gevierd, zijn vrouw en hij en nu is de laatste kaars van het laatste gastmaal opgebrand, en wacht hen nog alleen de bittere aftocht, de verbrijzeling van al de schoone din gen, die zij samen hadden opgegaderd om hun huis op te sieren... Voor haar gaat de weg nu in de liefkozing van eenen anderen man, met wien zij een nieuw tehuis zal moeten opbouwen. Voor hem is er enkel eenzaamheid, de banale troost van eene verplichte reis, en dan de terug keer tot zijn vroeger jongmanleven dat hem niet langer bekoort, of tot een nieuw huwelijk En dat heet het geluk welke de nieuw ingevoerde leerstelsels overvrije liefde en echtscheiding, aan hunne vol gelingen aanbieden. In vroegere tijden was het huwelijk het koninkrijk der vrouw, de rustplaats van den man, bet eden der kinderen, de grondsteen der samenleving, het huis van God Daar werden de kinderen op gebracht in deugd, gehoorzaamheid en den ijver der schenkers, toen het ge vaar min groot scheen en de eerste geestdrift gekoeld was. Het was rond dit tijdstip dat Napo leon Smolensk veroverde, in Viazma oprukte, en een noodgeroep in Mos- cou deed opgaan. De groote veldslag der Moscowa woedde toen nog ten volle en de russen hadden nog hoop op zege, en toch werd hunne hoofd stad door de bevolking reeds ver laten. De beruchte graal Rostopschine, fouverneur-generaal, die Moscou eed in brand steken, zegde in zijne proklamatieën aan de vrouwen dat hij hen niet weerhield, dat het veel beter was dat de kleinhartigen de stad ver lietenom er de goede orde teVkunnen handhaven doch dat zijomwille van hunne broeders en echtgenooten dienden te blijven, indien zij zich niet met schan de wilden overladen.* Vervolgens deelde hij geruststel lende bijzonderheden mede over den toestand van ons leger t Het bestond uit honderd vijftig duizend man die zich met paarden- vleesch moesten in 't leven houden. De keizer A lexander ging in zijne trouwe hoofdstad terugkeeren drie en tachtig duizend russensamengesteld uit re cruten en landsoldatenen tachtig ka nonnen waren op weg naar Borodino om zich met den opperbevelhebber Kutu sof aan te sluiten. Hij eindigde alsvolgt - Indien al deze krachten nog niet voldoende zijndan zal ik 11 zeggen Welaan, mijn vrienden en stadsgenooten laat ons ook opmarcheercn Wij zullen honderd duizend man bijeentrommelen, wij zullen het beeld der heilige maagd, en honderd vijftig kanonnen nemenen daarmede aan alles een einde te stellen.)) Als eene gansch plaatselijke eigen aardigheid valt er aan te stippen, dat meest al deze proklamatieën in bijbel- schen stijl en berijmd proza werden afgekondigd. Terzelvertijd, in de nabijheid van Moscou, en op het bevel van Alexan der, deed men door eenen duitschen vuurwerkmaker eenen reuzigen ballon vervaardigen. De eerste bestemming van dezen gevleugelden luchtbal was het overzweven van het fransche leger, waar hij den keizer moest zoeken te dooden onder eenen stort vloed van ijzer: verschillende proeven werden er mede gedaan, doch allen mislukten omdat telkenmale de veren der vleugelen braken. t+) Maar Rostopschine die naar het schijnt veinsde de proeven voort te zetten, deed intusschen eene menigte van vuurspuwers en ontvlambare springstoffen maken. In plaats van eenen luchtballon, moest het Moscou zelf zijn die, des nachts gelijk een reuzige ketel ontploffend, den fran- schen keizer en zijn leger in de lucht zou doen vliegen. Indien wij er dan nog heelhuids aan ontsnapten, zouden wij toch zonder schuiloord of dak of hulpmiddelen aan ons lot overgelaten zijn, en de brand van Moscou zou ons dan ook nog aangetijgd worden, even als de branden van Smolenks.Dorogo Aldus dacht men er reeds in 181 a aan, een vliegtuig tc maken, dat boven het vijandelijk leger zou zweven om het van daar schade toe te brengen Dit plan dat toen niet kon verwezen lijkt worden, zien wij op heden iederen dag uit voeren met eene vaardigheid en een meester schap welke bewonderenswaardig zijn, maar. jammerlijk genoeg, tot zulke noodlottige doel einden dienen N. D. R, bougen, Viazma en Gjatz, en daar mede zou héél Rusland tegen ons opstaan. Dit was het schrikkelijk plan van den edelman Rostopschine, die het met koelen bloede opvatte, met zorg liet rijpen, en zonder wankelen ten uitvoer deed brengen. De brand van Moscou werd dus door hem omstandig en in stilte voor bereid, buiten den weet van het volk, van de eigenaars uit de verschillende standen,en misschien zelfs van hunnen keizer. De natie wist niet dat zij zich zelf slachtofferde. Intusschen ging de uitwijking der bevolking haren vollen gang, en de gouverneur-generaal die thans haast had de hoofdstad ledig te zien, hield op alles een waakzaam oog. Vijftien dagen vóór onzen inval, werden de archieven, de schatkist, en de voornaamste waarden der edelen en kooplieden weggevoerd. Den 3e September, waagde eene fransche het, op gevaar at van door de woedende inwoners mishandeld te worden,hare woon te verlaten en door destraten van Moscouteslenteren. Zij zwierf gedurende geruimen lijd door uitgestrekte kwartieren, waarvan de doodsche stilte haar verbaasde, toen een verre klaagmuziek van stemmen haar met schrik sloeg. Het klonk als de sterlzang dezer groote stad. Zij blijft staan, en ziet eene massa van treurende mannen en vrouwen aan- stroomen. die hunnen huisraad en hunne heiligbeelden meenemen, en hunne kinderen na zich sleuren. Hunne priesters, in de plechtige godsdienstgewaden gingen vooraan. Zij aanriepen den hemel met klaag liederen, welke de weenende menigte herhaalde. godsvrucht, en van daaruit werd het menschdom vernieuwd met geslacht op geslacht van gezonde menschen, sterke zielen, bekwaam tot elke goede en nut tige daad Doch ouze tijd, tijd van verlichting en beschaving heeft met zijnen ver derfelijke» adem over al die schoone en oude instellingen geblazen, en er kiemen van ontaarding en ontbinding in neerge legd. De theorie van de «vrije liefde», waar mede den vollen teugel gevierd wordt aan de dierlijke instinkten van den mensch, en waarvan Tolstoï ons zulk een verschrikkelijk beeld geeft in zijne So nate d Kreulzer heeft eene rampvolle bres geslagen in het eertijds zoo stevigo en heerlijke familieleven dat de grond steen zijn moet der samenleving. En misschien dragen hier ook de heer- schende gebruiken onzer samenleving welke, vooral in den burgerstand en de hoogere standen, een aantal moeilijk heden ophoopen die den weg tot het hu welijk versperren, gedeeltelijk schuld aan de losbandigheid der jeugd op het gebied van het geslachtsleven. Juul Payot, de rector der academie van Aix, uit wiens werk wij reeds menig vuldige citaten gaven,heeft ook daarover waarheidsvolle woorden, woorden hem ingegeven door jaronlange ondervinding en die doen nadenken, als komende van een beroemde katholieke geleerde en op voedkundige. Wij citeeren Deze verkwisting onder de jeugd van geestes- en gevoelsvermogen, spruit deels uit oppervlakkige oorzaken - voort, uit de ongebondenheid hunner verbeelding, maar ongelukkiglijk zijn er ook diepere oorzaken. Eene grondige oorzaak is de over- - gang tot de mannenjaren, en de afwij- - kiDg die er hier bestaat tusschen de - physiologische bekwaamheid en de daaraan beantwoordend sociale be- kwaamheid. Van af het einde zijner - middelmatige studieën, moet de jonge man nog acht tot tien jaren werken om zich eene positie to veroveren die hem toelaat te trouwen volgens de - welvoeglijkheid. n Met dergelijke maatschappelijke ge- bruiken kan een jonge man zich héél zelden vóór dertigjarigen ouderdom eene vrouw aanschaffen, en op die wijze worden de tien schoonste ja ren van hel leven ofwel doorqe- - bracht in eenen steeds lastigen strijd - tegen de geslachtsbehoeften, ofwel Deze ongelukkige uitwijkelingen, aan de poorten der stad gekomen, schenen te aarzelen, en stapten er dan door met smart-bleeke gezichten. Zij keerden zich nog eene laatste maal naar Moscou om, alsof zij vaarwel zegden aan hunne heilige stad en langzamerhand stierf hun treurgeluid en hun weegejammer weg in de wijde pleinen welke haar omringden. Op die wijze, in groepjes of in massa, week al het volk uit. De banen van Cazan, Voladimir en Jaroslaf, waren op eenen afstand van veertig mijlen bedekt met vluchtelingen en met onafzienbare rijen van rijtuigen. Kutusof. die kwam geklopt te wor den te Borodino, deed aan alle kanten het bericht eener victorie bekend maken. Op die manier fopte hij Mos cou, Petersburg, en zelfs de bevel hebbers der andere russische legers. Alexander beet ook in de kaas, en deelde het verheugend nieuws aan al zijne bondgenooten mee. In de eerste uitlatingen van blijdschap, zag men hem naar zijne altaren snellen, en het legerkorps en de familie van Kutusof met eer en geld overladen. Hij schreef feesten voor, deed dankingen tot den hemel sturen, en bevorderde Kutusoi voor zijne neerlaag tot leldmaar- schalk De meeste russen verzekeren dat hunnen keizer door dit leugen achtig rapport grof bedrogen werd. Men begrijpt nog met hoe Kutusoi het aandurfde die vermetele daad te plegen, welke hem eerst gunsten zon der mate won die hem niet werden onttrokken, en hem daarna schrikke lijke bedreigingen op den hals haalde wélke woorden in den wind bleven. ('t Vervolgt.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1916 | | pagina 1