Napoleons Veldtocht
Van Beroemde
Bekeerlingen.
De Middelmatige Mensch
KftTHOUEK NIEUWS* EN HHNK0NBIGINGSBLHD
Zondag 28 Januari 1917
5 centiemen het nummer
71ste Jaar IV0 4741
Week-Kalender.
Kinder-Gedichten
Bijbel-Figuren
DE DENDERBODE
Abonnementsprijs 3 Irank 's jaars.
Men schrijft in te Aalst
31, KORTE ZOUTSTRAAT, 31
DRUKKER-UITGEVER
Van de Putte-Goossens
AANKONDIGINGEN
Kleine één maal 0,75 fr twee maal 1,35 fr.
Gewoae annoncen o,i5 de regel.
Vonnissen, sterfgevallen, enz. 0.50 de regel.
Dikwijls te herhalen volgens akkoord.
Aalst, den 27 Januari 1917.
JANUARI.
Jesus geneesteen melaatsche. Matth. VIII.
28 Zondag, 4. na HH. 3 Konidgen. Gelukz.
Karei de Groote, Keizer.
29 Maandag, H. Franciscus-Salesius, Bbl.
30 Dinsdag, H. Martina, Mgd en M.
31 Woensdag, H. Petrus Nolascus, B.
FEBRUARI.
1 Donderdag, H. Ignatius, B. en M.
2 Vrijdag, O. L Vr. Lichtmis.
3 Zaterdag, H. Berlindis, Maagd.
Bekendmaking.
Op 30-10-16 werden bij den meestcr-
slager Beni Coppons, in Wachtebeke, in
oene schuilplaats op den bodem van het
liuis. 28 levende briefdui ven door eenen
gendarm gevonden, die tegen de verorde
ningen van den heer opperbevelhebber
van 3-5 15 en 10-10-15 achtergehouden
waren. Daardoor het gemeentebestuur
Wachtebeke voor de werkzame door
voering van die verordeningen weinig
gedaan is en bij juister controol de dui-
venachterhouding door de gemeente had
moeten ontdekt worden, is de gemeente
Wachtebeke voor dit verzuim bij vonnis
van het legeropperkommando 4 eene
boete als straf ten bedrage van tien dui
zend mark opgelegd.
Dit brengt ter openbare kennis
Do Etappeninspekteur,
von UNGER,
Generaal der Kavallerie.
O blinkende blozerken...
Aan mijn neefje.
O blinkende blozerken, kindeken klein,
Met haarken zoo zwart en als zijde zoo fijn,
Met oogjes als 't blauw van den hemelzoo zacht,
Er. bloeiende kaakjes, waar 't leven in lacht
Ik min u, lief kindeken, kindeken klein
O blinkende blozerken, neveken mijn,
God wou. en gij kwaamt hier mijn neveken zijn.
Na u nog veel neeljes en nichtjes misschien,
Maar u toch het eerst heeft mijn oogmogen zien.
Ik min u, lief kindeken, neveken mijn
O blinkende blozerken, engelken rein,
Hoewel aan uw schoürkens geen vleugelkens zijn
Toch kwaamt ge uit den Hemel op de aarde
[gedaald
'k Geloof, en ik zie u, met onschuld omstraald,
En'k min u daarom, o mijn engelken"rein.
F.P pr.
Priesterlijke Benoemingen.
BISDOM GENT
Eerw. Heer Bekaert, onderpastoor te
Ninove, is benoemd tot Regent dep Gods
huizen te Aalst.
55 Mengelwerk. Nadruk verboden
in Rusland, in 1812,
Groot Historisch Verhaal.
(Getrokken uit het vermaard boek van
Graal Philiep de Ségur, Generaal, die
den veldtocht meegemaakt heeft).
Nochtans, een weinig later, ont
waken de twee officieren terug door
de klaarte van nieuwe en hevige
branden de vlammen worden nu uit
eene andere richting door den wind
naar het Kremlin gestuwd, en zij ver-
wenschen de onachtzaamheid onzer
soldaten aan wie zij die ramp toe
schrijven. Drie malen blaast de wind
uit eene andere hemelstreek, van het
noorden naar het westen, en toch wil
het vuur zich gedurig een weg banen
naar het keizerlijk kwartier, alsof het
met eene wonderbare hardnekkigheid
hierheen werd gelokt
Op dit zicht begint er een groot
vermoeden in den geest van beide
mannen op te rijzen. Zij vragen zich
af of de vijand, aangemoedigd door
onze vermetele en nalatige kommer
loosheid, het plan niet opgevat heeft
onze soldaten, die dronken zijn van
den wijn en in een diepen slaap ge
dompeld liggen, levend met de stad
1
Johannes Jörgensen.
(18e Vervolg).
Hel was alsof opeens een hemel
van licht openwelfde over Herman
Ronge's gedachten.
D. W. naar het L. blz. 65).
Wat Jörgensen vooreerst trof bij het
lezen van Schopenhauer's werk, was dat
hij hier gedurig al die woorden onder de
oogen kreeg voor dewelke hij vroeger
niets dan spot en verachting gevoelde
bekeering, zelfverloochening, genade,
verlossing.
De studenten jeugd in Denemarken
bekommerde zich heel weinig om die
vraagstukken. De bestemming van den
mensch in dit leven hierna kon hen niet
schelen. En zoo hoorde hij op 'n feest
avond eene jonge dame verklaren Als
ik dood ben raag er zeep uit mijn lijk
gekookt worden.
En hij voegt er bij
Men had om deze drieste woorden
gelachen, die in het gedempt licht van
het schemerlampje en onder den reuk
van geparfumeerde s'garetlen slechts
luidden als een pikante geestigheid. Of
de jonge vrouw nu echter niet er voor
terugschrok, in do stille van den nacht
alleen te zijn met haar lijk
Inderdaad, te midden van een vroolijk
gezolschap, onder het klinken der bekers,
kan de vrijdenker luchtig lachen met de
dood en zijn oogen dichtknijpen voor de
kwellende raadselen die achter het graf
oprijzen. Maar wie zal ons zeggen, als
hij ontwaakt in het holle van den nacht
en ontnuchterd te denken ligt, of hij dan
soms niet rilt bij den angsligen klop van
zijn hart
Een der leeraars van Jörgensen, de
twijfelaar Höffding, had gedoceerd dat
het denkend verstand het wel is waar-
niet zonder vraagstukken stellen kon,
doch dat het de oplossing dier vraag
stukken gemakkelijk kon ontberen. Het
kwam er dus op aan de vraagstuk
ken open te houden, zonder den gezicht
einder af te sluiten.
Maar met zulk eene weeke theorie kon
een man als Jörgensen geen vrede heb
ben. Hij wilde het licht zien schijnen
over die vraagpunten, want die open
gezichteinders hem troosteloos ijdol
schenen.
Het was hem niet mogelijk die stoffe
lijke wereldbeschouwing tot de zijne te
maken. Zijn geest, zijn hart, zijn schoon
heidsverlangen als kunstenaar eischten
meer.
En nu las hij hij Schopeuhauer
De thans dikwijls gebruikte uit-
drukking - De wereld is haar
te verbranden. Misschien hebben de
russen ook gehoopt hiermede Napo
leon te dood en, denkende dat het ver
lies van zulk een man wel tegen het
verlies hunner hoofdstad kon opwegen
Wat er ook van zij, het was slechts
door zijne bijzondere gelukstar dat
de keizer aan het gevaar ontsnapte.
Inderdaad, buiten onzen weet hield
het Kremlin een poermagazijn in, en
daarenboven hadden de slaperige en
nalatig geplaatste wachten dien nacht
een gansch artillerie-park laten bin
nenrijden en post vatten onder de
vensters van den keizer.
Op dit oogenblik flakkerden de
vlammen aan alle kanten in een woe
denden dans naar het Kremlin toe, en
de wind die wellicht door dien reus-
achtigen brand aangetrokken werd,
nam elk oogenblik in hevigheid toe.
De keizer en de bloem van ons leger
waren reddeloos verloren, indien één
der vuurgensters welke boven onze
hoofden vlogen, op een enkele poe
derwagen terecht kwam. Aldus hing
het lot van heel het leger, gedurende
verscheidene uren, van elk dier von
ken af die door de lucht waaiden.
Eindelijk brak de dag somber aan,
en hij deed den verschrikkelijken
vuurgloed verbleeken. Vele officieren
kwamen in de zalen van het paleis
eene schuilplaats zoeken. De hoofd
mans, en de gouverneur Mortier zelf,
eigen doel laat slechts een sloffe-
- lijke,geen zedelijke beteekenis daar-
van toe. Want 'aan hem, die aan-
neemt dat hei leren een zedelijke
beteekenis heeft, vertoont de wereld
zich altijd als een middel tot een
hooger doel. De meeningdat de
wereld een stoffelijke en geen zede-
olijke beteekenis heeft, is daarom de
verderfelijkste dwalinggéboren uit
het diepste verderf van den geest.
Was dit geen kaakslag in het aange
zicht der vrijdenkers
Verder schreef Schopenhauer nog
Het ralionalismus toont langza-
merhand meer en meer zijn dog-
hondgezicht, en zet er zich toe met
zijn kleermakers-el kalmpjes de
maal te nemen van de diepe mys-
lerieën van het christendom, waar-
over de eeuwen hebben getobt en
waarvoor zij hebben gestreden. Vóór
alles is het christen kerndogmade
leer der erfzonde, tot spot geworden
voor de rationalistischebekrompen
Deze groote wijsgeer, dien Jörgensen
zelf noemt - een onder de grootste den
kers der eeuw n, stak hoegenaamd den
draak niet met christendom, en hij
meende niet dat het met eenige ronkende
volzinnen af te maken was.
Hij predikte goone kleinzielige, ikzuch
tige levensleer aan, maar hij had inte
gendeel scherpe woorden voor de ver
achtelijke levensbeschouwing van het
huidige geslacht.
- Een geslacht, zóoals Jörgensen zoo
krachtig schrijft, voor wie enkel twee
twee teerlingworpen in 's levens spel
bestonden hot brandend rood van de
Jiefdegenuchten en hel zwart van den
dood. Vrijgewc-rvion geesten hadden
deze jongeren zich gehooteu, maar zij
waren enkel geloovend in een anti-
christelijke geloofsgemeente, aanhan-
gers van een nieuwen godsdienst, welks
dogmatiek en zcdeleer uitkwam op
twee vreeselijke sacramenten :eén voor
het loven de vrije liefde, en één voor
don dood de vrije zelfmoord, de dood
in schoonheid zooals de snorkende
phrase luidde
Wat leerde Schopenhauer daarentegen
Het beste, schreef hij, is iverk,
ontbering, nood, lijden en eindelijk
- den dood als het werkelijk doel van
ons leven te betrachten, wat trou-
wens ook het echte christendom
erkent, omdat al deze dingen leiden
tot de verachting van den levenswil.
In hel Nieuwe Testament wordt de
wereld de)-halve als een tranendal
voorgesteld, het leven als een loute-
ring, en een foltertuig is het zinne-
- beeld van hel christendom
Machtig aangegrepen door deze ge
dachten die oud waren, maar hem thans
gansch nieuw toeschenen, ving Jörgen
sen de lezing aan van E. Hullo, en het
overwonnen door den brand welke zij
gedurende zes en dertig uren bestre
den, lieten er zich van uitgeputheid
en wanhoop nedervallen.
Iedereen zweeg, en wij stonden daar
als plichtigen. Het meerendeel van
ons schreef dit ontzettend onheil toe
aan de dronkenschap onzer soldaten
zij hadden het vuur doen uitbarsten
en nu wakkerde de stormwind het
vernielend element overal aan. Wij
keken elkander als met een soort van
afschuw aan. Dekreet van afgrijzen
welke in Europa ging opstijgen, deed
ons sidderen. Deze ramp was een
vlek op onze glorie zij ontroofde ons
de vrucht onzer verovering zij zou
ons voortaan 111 de oogen der be
schaafde wereld schandmerken als
een leger van misdadigers en ellendige
brandstichters.
Aldus was eikendeen ten prooi aan
ontzenuwende gepeinzen, en aan
buien van machtelooze woede tegen
diegenen onder onze soldaten welke
wij van dit onherstelbaar ongeluk
beschuldigden.
Maar toen kwam het een na het
ander bericht toe en allen waren het
eens om den rus uitsluitend als den
grooten plichtige aan te klagen. En
de officieren die van de uithoeken der
stad kwamen, bevestigden dit nieuws
dat ons deed verademen. Van af den
eersten nacht, tusschen den 14 en den
geestdriftig woord en glashelder gepeins
van dezen katholieken denker, deden het
voor goed klaar en vredig worden in zijn
twijfelende, naar licht hunkerende ziel.
('t Vervolgt).
door
JEF CRICK.
Kaïn.
I.
Toen Abel uittrok met zijn witte schapen
Een zilverdamp steeg uit de morgenwei,
Zong in zijn hart het zuiver lied van mei.
De blanke lente scheen voor hem geschapen.
Dan liep hij vlug het harsig brandhout rapen,
En als de dag zijn gouden klaarheid lei
In 't rook-gekronkel over de vallei,
Knielde in vroom dankgebed de blonde knape.
In stroomen licht verscheen hem daar de Heer
En zag vol mildheid op zijn offer neer.
Hoog klom de zon over de vlakke landen.
Doch op den akker, ver, met bleek gelaat,
Keek Kaïn somber uit, en broederhaat
Stond in zijn strakken droomersblik te branden.
('t vervolgt).
(Nog enne blnd/.ijde van E. Hello).
De middelmatige mensch beweert dat
Jesus-Christus zich had moeten bepalen
bij het aanprediken der broederlijke
liefde en geen mirakels had moeten doon
maar hij veracht nog meer de mirakels
der heiligen. Wanneer gij hem een boven
natuurlijk feit uit den tegenwoordigen
tijd aanhaalt, dan zegt hij dat de legen
den goed op hun plaats zijn in het leven
der heiligen, maar dat men die daar moet
laten wanneer gij hem opmerkt, dat de
macht van God dezelfde is als vroeger,
dan zegt hij dat gij overdrijft.
De middelmatige mensch zegt dat er in
alle zaken goed en slecht is, dat men niet
absoluut mag zijn in zijn oordeelvelling,
enz. enz.
Wanneer gij de waarheid sterk be
vestigt, dan zal de middelmatige mensch
zeggen dat gij te veel vertrouwen hebt
in u zelf. Hij is nederig en hoogmoedig,
onderdanig voor Voltaire en opgewonden
tegen do Kerk...
De middelmatige mensch gelooft niet
aan den duivel. Hij betreurt hot dat de
christelijke godsdionst dogma's heefthij
zou willeu dat hij alleen de zedeleor aan
leerde en wanneer gij hem zegt dat do
zedeleer der Kerk uit haar dogma's
volgt, als de gevolgtrekking uit de stel
ling, dan zal hij zeggen dat gij ovordrijft.
Hij verwart de valsche nederigheid,
die de officieele leugen is der hoogmoe-
i5* September, was er een vlammende
vuurbol neergedaald op het paleis van
den prins Troubetokoï, en had het
vernield dit was het sein. Aanstonds
daarop werd het vuur aan de Beurs
gestoken men had russische politie-
soldaten de vlammen zien aanhitsen
met lansen vol pek gestreken. In an
dere woningen waren er obussen ont
ploft in de kachels, en zij kwetsten de
soldaten welke er zich omheen te
warmen stonden. Deze waren dan
andere schuilplaatsen gaan kiezen,
maar toen zij in die zorgzaam-gesloten
huizen wilden binnengaan, hoorden
zij eene lichte ontploffing, onmiddel
lijk gevolgd van een dunnen rook, die
als bij tooverslag dik en zwart werd,
daarna eene roode kleur kreeg, en
zich ten slotte uitzette in eene gewel
dige vuurzuil welke alles tot pulver
verbrandde.
Al deze officieren hadden afzichte
lijke mannen en vrouwen rond den
vuurpoel zien zwerven gelijk grijn
zende duivels. Zij waren smoordron
ken van den wijn, en fier over hunne
euveldaden liepen zij triomfantelijk
door de brandende kwartieren men
betrapte hen toen zij laaiende toortsen
in de huizen wierpen, en wij waren
genoodzaakt hun de handen af te kap
pen om hen te kunnen bemeesteren.
Alsdan begrepen wij allen dat deze
bandieten door de vijandelijke kop-
digen van minderen rang, met den oot
moed die de eenvoudige en goddelijke
deugd is dor heiligen,
i Tusschen die nederigheid en den oot
moed bestaat dit verschil
De mensch, die de valsche nederigheid
heeft, meent dat zijn redo boven de god
delijke waarheid verheven is, dat zij er
onafhankelijk van is, maar hij meent
tegelijkertijd dat zijn rede ondor die van
Voltaire staat. Hij gelooft dat hij kleiner
is dan de onbeduidendste wanhoofdender
achttiende eeuw, maar hij lacht op
't zelfde oogenblik met de H. Theresia...
Onjuist.
Rotterdam, 22 Januari. Zooals de
Nieuwe Rotterdamsche Courant uit Le
Havre verneemt, heeft Duitschland, vol
gens het Italiaansch blad Unita Catho-
lica bijzondere vredesvoorwaarden aan
geboden.
De Belgische minister van buiten-
landsche zaken, verklaart dat nieuws
volkomen valsch te zijn.
De socialisten der Entente-landen
en de vrede.
Berlyn, 22 Januari. Aan de Vos-
sische Zeilung wordt uit Amsterdam be
richt
Naar mijn Londensche berichtgever
meldt,begevon zich een deel der Fransche
socialistische Kamerleden en vier leden
van den Senaat naar Lyon, om aldaar te
onderhandelen met afgevaardigden der
Italiaansche socialistonpartij. Ook de
Engelsche socialisten waron uitgenoodigd
doch zij konden niet komen daar de En
gelsche regeoring do paspoorten weiger
de.
Verscheidene Russische socialisten die
in Zwitserland verblijven zullen waar
schijnlijk naar Lyon reizen.
De besprekingen worden geheim ge
houden, doelt men zogt te Londen dat er
zon gehandeld worden over den toestand
in Frankrijk, Rusland en Italië, en dat
er eene bctooging zou worden op touw
gezet ten gunste van den vrede.
Een vroegere Fransche minister heeft
den weg gebaand tot deze samenkomst,
zoodat er van do regeering geen last te
vreozen is.
De Paus en Wilson.
Keulen, 23 Januari. Do Spaanscho
Gezant overhandigde, volgens aan do
Kolnische Zeitung uit Washington
bericht wordt, mondelings plechtige
gelukwenschen van wege den Paus aan
Voorzitter Wilson voor zijne bemoeiin
gen in zake van den vrede.
Wilson zond door bemiddeling der
Spaanscho regoering de uitdrukking van
zijuon dank terug.
stukken uitgezonden werden om Mos-
cou in brandte steken.
Seffens wordt het bevel gegeven de
brandstichters ter plaats te oordeelen
en te fusilleeren. Het leger treedt
handelend op. De oude garde die een
deel van het Kremlin bezet, moet de
wapens nemen de pleinen staan er
vol met ons reisgoed en de nog bela
den paarden iedereen is stom van
verbazing en wanhoop bij het zien
van een zoo rijken buit die de vlam
men ons ontstelen. Wij zijn meester
van Moscou, en worden gedwongen
zonder levensmiddelen aan hare poor
ten te gaan bivakkeeren
Terwijl onze mannen nog in strijd
lagen met den brand, was Napoleon,
wiens slaap niemand durfde onder
breken, insgelijks ontwaakt bij de
tweevoudige klaarte van den dag en
van de vlammen. In een eerste stei
gering van woede wilde hij bevelend
optreden tegenover deze verwoesting;
maar weldra ziet hij in dat hier geen
menschenkracht bestand is, en met
verstomming blijft hij het akelig
schouwspel aanstaren.
Deze verovering, waarvoor hij alles
ten offer bracht, en waarop hij einde
lijk zijn machtig hand meende te leg
gen, moet hij thans zien vergaan in
draaikolken van rook en vuur
('t Vervolgt;.