Van Beroemde Bekeerlingen. Napoleons Veldtocht KHTH0LIEK NIEUWS- EN RANKONDIGINGSBLRD Zondag -4 Februari 1917 5 centiemen hel nummer 71"* Jaar N" 4742 Week-Kalender. Kinder-Gedichten VERKEERDE OPVATTINGEN LIJDEN EN HET KWAAD, Bijbel-Figuren f DE DENDERBODE Abonnementsprijs 3 trank 's jaars. Men schrijft in te Aalst 31, KORTE ZOUTSTRAAT, 31 DRUKKERUITGEVER Van de Putte-Goossens AANKONDIGINGEN Kleine één maal 0,75 fr twee maal 1,35 tr. Gewoae annoncen o,i5 de regel. Vonnissen, sterfgevallen, en*. 0,50 de regel. Dikwijla te herhalen volgens akkoord. Aalst, den 4 Februari 1917. FEBRUARI. Jcsus stilt het onweder op zee. Math. VIII. 4 Zondag, Septuagesima. H. Andreas Cor. 5 Maandag, H. Agatha. 6 Dijnsdag, H. Amandus. 7 Woensdag, H. Romualdus. 8 Donderdag, H. Joannes de Matha. 9 Vrijdag, H. Cyrillus van Alexandrië. 10 Zaterdag, H. Scholastica. Nog diep ligt 't beeld van God in hunne heldere [oogen, Nog maagdlijk frischis 'tgroen van hunne zielenwei, Vol witte schaapjes, met een wollen vacht van [onschuld Nog danwzat hangt de bloem van hunnen levensmei. 't Is Mei met blauwe lucht en ongemeten diepte Geen zwarte wolkenschof zien zij in 't ver verschiet, Zij huppelen bij dag langs spiegelende belton En komen 's avonds 't huis met bloemen en een lied. Ze zijn nog gansch natuur, eenvoudig, ongekunsteld, Oneindig als de lucht gezien uit 't volle veld Want alles i« oprechthun gulle lach, hun woorden, Hun leven is door geeu beschavingshand gekneld. Godfried Hermans. (Lod. DosfeiJ Johannes Jörgensen. (19* Vervolg). Het werd thans vredig en klaar in de ziel van Jörgensen, schreven wij aan 't slot van ons laatste artikel. De eerste stap naar het Licht was gedaan, doch nog oen langen en vaak lastigen weg zou hij moeten afleggen alvorens in het vast en rustig bezit, der Waarheid te komen. In de eenzaamheid van het natuurland schap wiens horizonten heerlijke lijnen van schoonheid gii kalmte van zijn droo- men on denken ontvouwden, had zijn ziel met vreugde de nieuwe wereld van geloof en licht begroet welke voor haar openging. De oude mensch, do twijfelaar en de zinnelijke zwakkeling schenen in hem gedood. Aan het einde van het hoek Tan Hello had hij het credo in zyn hart uitgesproken Meegevoerd door den grooten katholieken wijsgeer naar do hoogste toppen van liet raenschelijk gedacht, had hij den Godsdienst leeren hoogschatten en liefhebben, en hij ver langde er vurig naar zich voortaan als 56 Mengelwerk. Nadruk verboden in Rusland, in 1812. Groot Historisch Verhaal. (Getrokken uit het vermaard boek van Graal Phiüep de Ségur, Generaal, die den veldtocht meegemaakt heeft). Alsdan maakt er zich eene hevige aandoening van hem meester het is alsof hij zeil door de hem omgevende vlammen werd verteerd. Hij door loopt zijne vertrekken met snellen stap zijne vlugge en geweldige ge baren zeggen genoeg wat er binnen hem omgaat elk oogenblik staat hij terug van zijne schrijftafel op, waar een dringend werk zijne aandacht inroept, om naar zijne vensters te snellen en den vooruitgang van den brand gade te slaan. Dan hoort men hem uitroepen - Welk een schouw spel Al die schoone paleizen door hen zelf vernietigd Welk een buiten gewoon besluit Het zijn barbaren - 1 usschen hem en den vuurpoel lag er nog eene groote ledige ruimte, vervolgens de Moskowa met hare beide kaaien, en toch reeds zijn de ruiten gloeiend heet waartegen hij zijn voorhoofd drukt. En de mannen die op de ijzeren daken van het Kremlin geplaatst zijn waar zij de een dappere kampioon omheen het vaan- dol van het christendom te scharen. En op het oogenblik zelf dat zijn ziel den diepsten vrede smaakte, waren er nieuwe stormen voor haar in aantocht doch evenals de zon die blank-goudig uit het orkaan oprijst, zou zij ook met nieuwe kracht uit de branding opstaan, om ten slotte«alig en veilig aan te landen in de haven van het Geloof. Het was rond dit tijdstip, in het eerste stadium zijner bekeering, dat Jörgensen naar München reisde. Gansch verrassend overviel hem daar weer de lawaaierige drukte der grootsleden. Kerstmis was nabij, en al de winkelramen pakten uit met gelegenheidsuitstallingen. En hier, op het zien van al die naiëve voorstellin gen, met hun kribbe, hun herders en hun Moedor-Maagd, ontwaakte van her in hem de twijfelaar van voorheen. Hoe kon eene vrouw terzeivertijd baren en maagd blijven Hel mysterie, het dogma rees andermaal tergend voor zijn geest op, en hij kon er geen vrede mede sluiten. De gevoelens die hem toen bezielden schildert hij treffend af in den held van zijn boek. Herman Ronge richtte onwillekeurig zijn hoofd en zijn rug op, als iemand »die een tijd gebogen heeft geslaan onder een drukkende last.De beweging om hem hoen was dicht en levendig, do eleetrischo trams vlogen voorbij met lange, blauwe strepen van de lucht- draden en vonken onder de wielen achter het groote spiegelglas der win kels ontvouwde de moderne bescha- ving al haar rijkdommen en schatten. Herman Ronge dacht plols met ver- achting aan de kleine, duistere stad waar hij zoolang had geleefd, begraven onder boeken en kwellende gedachten. En als om daartegen verzet aan te tee- kenen, ging hij in de schitterendste grootste bierhal die hij vindon kon. Hoe waar en echt-menschel ijk is dit alles niet ('t Vervolgt). van het (Onder deze rubriek laten wij hier om te sluiten nog eene prachtige en gedachten-z-.vare bladzijde vol gen van Ernest Hello De bijval der zieke zielen die sedert zestig jaar zoo talrijk geworden zijn op de wereld, zou onverklaarbaar zijn indien er bij den mensch niet een wondere drift besiond, een passie voor het ongeluk- Die drift bedient zich van het lijden niet als een middel tot vreugde. Neen, zij wil het lijden als einde, als uitwerksel, als doelzij talrijk neervallende vuurgensters moe ten wegvagen, gelukken er niet meer in de gevaarlijke vonken intijds te verwijderen. Op dit oogenblik doet het gerucht de ronde dat het paleis ondermijnd is de russen hebben het gezegd, de geschriften bevestigen het. Dit nieuws brengt het hoofd van eenige dienst boden gansch op hol de militairen wachten koelbloedig hun lot en het besluit van den keizer al, en de keizei glimlacht ongeloovig als hij het alarm verneemt. Hij blijft nochtans met zenuwach- tigen tred door de zalen wandelen bij ieder venster staat hij stil en staart naar de huiveringwekkende vuurzee die geheel zijne schitterende verove ring woedend verslindt, al de brug gen en uitgangen der forteres be machtigt en hem hier als een gevan gene insluit. De naburige huizen vatten allen beurtelings vlam, en ten slotte is het nog slechts de omheining van het Kremlin die ongeschonden staat. Reeds ademden wij niets anders meer in dan een lucht van rook en asschestof. De nacht naderde, en kwam met zijne duisternis onze ge varen nog vergrooten, de wind die het plan der russen begunstigde blies met verdubbelde heftigheid. Het was in dezen hacheltjken stond dat Murat en prins Eugeen toegeijld kwamen wil dat het ongeluk bestendig blijve, zij wil er in rusten... Onder de vrienden van het ongeluk neemt Lord Byron een plaats in, die veel ande ren hem benijden. Lord Byron heeft heel zijn leven lang gedroomd van den idealen misda diger. Lord Byron veracht den vrede en schrikt terug voor de hoop. Wat hij lief heeft, is het onherstelbaar verlies, de troostelooze vertwijfeling... Lord Byron heeft, zoo ik het goed vóór heb. gezegd met deze eigen bewoording, dat de deugd vervelend is- Het afschuwelijke dezer bewering ligt niet enkel in het woord zelf, maar in alles wat het bevat, en in het gemis aan verwondering die het bij de meeste lezers niet teweeg brengt. Er bestaan zekere gedachten die de levensbronnen van het menschdom hebben vergiftigd, en een van deze denkbeelden is dat het kwaad niet vervelend kan zijn, dat het kwaad een heil middel is tegen verveling. Onder de deugdzame menschen zijn er ook eenige die meenen dat hun leven belangrijker zou zijn, meer afwisselend, vrijer, indien het kwaad in hun leven meer versmolt met het goed. Die arme lieden houden zich van het kwaad af uit plichtmaar zij houden er zich van af. zonder het te misprijzen, zij houden er zich van af met een soort spijt. Iets van hen blijft er aan kleven als zij het verlaten zij verlaten het niet heel en al. Zij weten niet hoe ijdel, hoe vervelend het kwaad is zij hebben ei geen afschrik van. Een zekere trek naar het verderfelijke, een zekere spijt de verboden vrucht niet te mogen aanraken, een zeker verdeden van de ziel tusschen het goed en het kwaad, een zeker gevoel, onduidelijk en onbewust wel is waar, dat de poëzie vermindert, als het kwaad en het ongeluk uitgesloten zijn; een zeker gebrek van afgrijzen voor het helscli wangedrocht, voora! wanneer zijn taal voornaam, zijn ge laat geblanket, zijn eiscli bescheiden is al deze gedachten beheerschen niet alleen de menschen die zich aan de dwaling hebben toegewijd, maar zij sluipen ook in de zielen die deugdzaam en eerlijk willen zijn. De spleet waardoor zij heen sluipen, is de verbroken eenheid. De zielen waarvan ik spreek, willen het goede maar zij kennen niet volledig, niet praktisch, niet onvoor waardelijk genoeg de eenheid van het ware, het schoone en het goede. Zij kennen de ontzettende leelijkheid niet van alles wat buiten de zuivere waarheid is... (UitLa passion du malheur door JEF CRICK. Kaïn. II. Dit zag hij dozen nacht in schrikhren droom Bi.i giug met Abel door het jonge koren De dag stierf bloedrood aan den einderzoom, En was verzengd van haat als nooit te voren. Toen kwam een «tem, helsch lokkend, zonder [schroom Met immer driester drang zijn hart bekoren Dood Abel ..Dood hem nu I.aal in een stroom Van rozig bloed de vlam uws haats versmoren En op dien stond werd hij een moordenaar. O, 't ijselijk visioen Met norsch gebaar Vat hij terug de stil-gevallen toornen Der o^sen aan. en drijft het zwaar gespan, Met hout bevracht, de velden uit, en van De weide brengt bet windje hem bloem-i Mijnheer Frans Beygaert-Roels en zijne kinderen Irma, Arthur, Achille en Judith De Familie Beygaert De familie Roels melden Ued. met innige droefheid het on herstelbaar verlies dat zij komen te onder gaan in den persoon van hunnen beminden Zoon, Broeder en Bloedverwant, Mijnheer Rufinus-Benediktus BEYGAERT, Soldaat bij het Belgisch Leger, geboren te Nieuwerkerken, den 28 Februari 1890 en gesneuveld op het Veld van Eer te Oude-Capelle, den 21 October 1914. Zij bevelen zijne ziel in uwe gebeden. De plechtige Lijkdienst zal plaats hebben, Dijnsdag 6 Februari 1917, om 8 1/2 uren, in de parochiale kerk van Nieuwerkerken. Familieleden, Vrienden en Kennissen, die bij vergetelheid geen doodsbericht zouden ontvangen hebben, worden verzocht dit als uitnoodiging te willen aanzien. Lord. Byron de beroemde engelsche dich ter (1788-1824;, een der grootste en wildste smartzangers uit de voorgaande eeuw. Zondagrust. Van 's middags tol middernacht, eeni ge dienstdoende apotheek, Zondag 4 Fe bruari, M. Callebaut, Botermarkt. samen met den prins van Neufchatel dringen zij tot den keizer door, en bidden en smeeken hem dit looneel van verwoesting te verlaten. Het was vruchteloos. Napoleon, eindelijk meester van het paleis der czaren, wilde van hier niet weggaan en zelfs de brand kon zijn koppig besluit niet aan 't wankelen brengen, toen almeteens de kreet van mond tot mond rondvliegt Het Kremlin brandt Dit schrikte ons allen uit onze verdooving op. De keizer gaat buiten om over het gevaar te oordeeien. Twee malen was het vuur gestoken aan het gebouw waar boven hij zich bevond, en twee malen werd het gebluscht doch de toren van het arsenaal vlamt nog Men heelt daar eenen politie-soldaat ontdekt. Men brengt hem aan en Napoleon doet hem ondervragen. Deze rus is de brandstichter op het sein, door zijnen hoofdman gegeven, voerde hij de hem opgelegde taak uit. Alles is dus gedoemd tot den ondergang, zelfs het Kremlin mag niet gespaard blij ven. De keizer miek een gebaar van toorn en verachting de ellendeling werd naar het eerste plein geleid waar hij onder de bajonnetten onzer razende grenadiers bezweek. Dit voorval deed eindelijk den kei zer eene beslissing nemen. Hij daalt Zitting van den Gemeenteraad van Maandag 29 Januari 1917. De zitting werd om 5.20 ure geopend. Aanwezig Mijnheer Van den Bergh, Voorzitter-Bur gemeester, M.M. De Hert, Bauwens, Moyer- soen en De Wolf, schepenen. M.M. Eeman, Geeroms, De Somer, Vernaeve, de Bethune, De Clercq, Van Gysegem, De Valckeneer, De Windt, Daens, Blanckaert en Boone gemeen teraadsleden. De heer Secretaris geeft lezing van het verslag der vorige zitting dat wordt aange nomen. De heer Burgemeester deelt den raad mede dat er een schrijven uitgaande van den groep met spoed den trap aan den noorder kant af, en beveelt dat men hem bui ten de stad geleide, één mijl ver de baan van St. Petersburg op, naar het keizerlijk kasteel van Pétrowsky. Maar wij hadden vóór ons een oceaan van vlammen;zij blokkeerden al de poorten der citadel, en hielden ons overal tegen. Na eene wijl ge zocht en gepolsd te hebben, ontdek ten wij eene walpoort die door de rotsen uitgaf op de Moskowa. Het was langs dien engen doorgang dat Napoleon met zijne officieren en zijne garde uit het bedreigde Kremlin kon ontsnappen. Hier echter verergerde de toestand nog. Wij bevonden ons nader bij den brand, en het was niet mogelijk vooruit te gaan of te blijven staan wie zou het aandurven zich een weg te banen door de golven lier vuurzee Dezen die de stad door loopen hadden, verblind door de re- genende assche, konden zich daar niet meer erkennen, vermits al de straten verdwenen in den rook en onder de puinhoopen. Er diende nochtans haast gemaakt. Van minuut tot minuut groeide ron dom ons het bruisen van den brand aan. Eene enkele kronkelende en vlammende straat bood zich aan ons aan, veel eer als den ingang dan als den uitgang dier hel. Zonder aarzelen waagde de keizer zich daarin, en hij snelde te voet vooruit. Hij ging ie der demokraten is ingekomen aangaande de kleeding. Er wordt voorgesteld deze zaak na de dagorde te bespreken. De verschillende punten van de dagorde Begrooting 1916 Schoolrekening 1914-16 werden aangenomen. M. Daens, drukt den wensch uit dat er aan de Kattestraatpoort (Blok Borreman) eene school zou gebouwd worden aangezien het groot getal kinderen (een 200tal) die dage lijks zoo ver moeten ter school gaan. Spreker vraagt aan den Schepen van Onderwijs of men daar niet ernstig aan denkt. M. De Hert. Er wordt daar zeer ern stig aan gedacht, men zoekt naar grond ten einde eene school te bouwen in de best mogelijke voorwaarden. Er zijn reeds met dat doel veel voetstappen aangewend. M. De Windt. Is dat voor eene stads school of eene andere M. De Hert. Een stadschool of een aangenomene om 't even, maar de eene kost den helft meer als d'ander. M. Eeman. De hoofdzaak is dat het eene goede school is. Grondafstand op het kerkhof ten voordeele van M. Terrier-Verburght aan de gewone voorwaarden krijgt een gunstig advies. Kleediug. M. Daens zegt dat de stad Aalst zich in moeilijken toestand bevindt. Veel is er reeds gedaan om de noodlijdenden te helpen er zijn Gemeentewinkels ingericht, bene vens het Werk der teringlijders en zwakke kinderen, Hulp en Onderstand aan krijgsge vangenen en opgeeischtcn, benevens verwarm- zalen en nog meer andere nuttige en prijsbare werken.Hulde endank daarvoor aandeheeren Burgemeester en Schepenen. Weinige steden hebben zooveel nuttige inrichtingen. Doch er ontbreekt nog iets! En dat is het werk der kleeding dat maar op onvolledige wijze is ingericht, dit zou moeten meer uitgebreid worden. Spreker schildert den jammerlijken toestand der kleeding onzer arbeidersbevol king af en zegt dat velen moeten thuis blij ven bij gebrek aan behoo.Iijke kleeding. Hij vraagt verder dat de afdeeling der kleeding meer en regelmatiger zou vergaderen en dat alle partijen in de commissie dezer afdeeling zouden vertegenwoordigd worden. M. Moyersoen zegt dat het Schepencol- legie reeds veel gedaan heeft en nog doet. Het werk der kleeding hebben wij te danken aan het initiatief van enkele personen, nie mand zal dit ontkennen, liet Schepencollege verleende slechts geldelijke ondersteuning. M. Daens schijnt niet te weten dat het werk der kleeding bestaat. Sedert 1915 is er een komiteit gesticht en reeds zijn veel uitdeelin- gen gedaan. De giften komen uit eene dub bele bron de eerste van de Stad waarvan 25,000 frank voor kleeding is toegelegd; de tweede van aanzienlijke toezendingen van het Provinciaal Komiteit. Heden is er eene groote zending kleedingsstukken toegekomen, onge veer 180 pakken, deze waren sedert lang midden het knetterend geluid van het vuur, het kraken der gewelven en brandende balken en gloeiende ijzer daken die overal instortten. Zijne stap pen waren er door belemmerd. De vlammen die met een onstuimige brui sing de gebouwen verslonden tusschen dewelke hij voort sukkelde, sloegen over de daken, flakkerden dan neder waarts onder de drukking van den wind, en lengden zich boven onze hoofden uit. Wij gingen over een grond van vuur, onder een hemel van vuur, tusschen twee wanden van vuur Eene verstikkende hitte stak ons in de uogen. Eene verzengende lucht, vol roode vuurgensters en vuurspran- kels,deed ons lastig en moeilijk hijgen terwijl de rook ons haait versmachtte. Wij moesten ons gelaat met de handen bedekken om het te beschut ten tegen de onverdragelijke hitte, en nog brandde zij er dwarsdoor. In dit schrikkelijk doodsgevaar, toen onze redding nog slechts in een snellen vlucht te zoeken was, geraakte onze gids het spoor bijster en bleef staan. Hier waren wij dan wellicht allen omgekomen, indien niet eenige plun deraars van het eerste korps den keizer te midden der vlammen erkend hadden zij liepen hem te gemoet en geleidden hem naar de rookende pui- nen van een kwartier waar de brand sedert den morgen, uitgewoed was. (t Vervolgt;.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1917 | | pagina 1