Napoleons Veldtocht
De Passie Ghristi.
KATHOLIEK NIEUWS- EN MLNKONDIGINGSBLAD
Een en ander.
Zondag 18 Maart 1917
5 centiemen het nummer
71-Jaar IV0 4748
Van de Putte-Goossens
Week-Kalender.
Math. iv.
Belangrijk Bericht
Kinder-Gedichten
Zondagrust.
in Rusland, in 1812.
Dll een mysterie-spel der middeleeuwen.
LANDBOUW.
Strijd
DE DENDERBODE
Abonnementsprijs: 3 irank 'sjaars.
DRUKKERUITGEVER
Men schrijft in te Aalst
31, KORTE ZOUTSTRAAT, 31
AANKONDIGINGEN
Kleine één maal 0,75 fr twee maal 1,15 tr.
Gewoat annoncen o,i5 de regel
Vonnissen, sterfgevallen, enz. 0,50 de ragel.
Dikwijls te herhalen volgena akkoord.
Aalst, den 17 Maart 1917.
MAART.
Evangelie van den Zondag:
Jesus door den duivel bekoord.
18 Zondag, Latare. 4. v. d. Vasten. H. Ga-
briël, aartsengel.
19 Maandag, H. Jozef, bruidegom v. Maria.
20 Dinsdag, H. Landoaidus.
21 Woensdag, H. Benediktus, abt.
22 Donderdag, H. Catharina van Zweden.
23 Vrijdag, H. Victorianus, martelaar.
24 Zaterdag, H. Simeon, martelaar.
Hierbij doen wij aan onze ge
trouwe lezers en lezeressen met
genoegen opmerken dat het for
maat van ons blad aanmerkelijk
is vergroot.
Niettegenstaande de moeilijke
omstandigheden die wij beleven
en de schromelijke stijging van
den papierprijs, van den inkt en
de andere drukbenoodigheden,heb
ben wij ons deze nieuwe opoffe
ringen getroost omdat we vast
besloten zijn «DE DENDERBODE.
tot een nieuw tijdperk van bloei te
doen gedijen ten bate van ons
volk, tot wiens ontwikkeling wij
al het onze wenschen bij te dra
gen.
Óns weekblad, op mooi en kloek
papier gedrukt, en in zulk een
groot formaat gestoken, is stellig
in de huidige tijdsomstandighe
den het eenigste in zijn aard dat
aan den spotprijs van VIJF CEN
TIEMEN verkocht wordt.
Wij verhopen derhalve dat het
lezend publiek ons streven zal
weten te waardeeren, en ons ter
zijde staan om zooveel mogelijk
aantrekkelijke, nuttige en dege
lijke lectuur te kunnen leveren.
XV.
Wiegeldewaggel.
Wiegeldewaggel liep over de steenen.
«Koói 'nen keer hierkens De kleine stond stil,
En keek mij aan. £ijn nog slapkens de beenen,
8tyf is al wiegeldewaggel beur wil.
En ze bekeek mij dan toch wel zoo pertig,
En ze liep weder van waar dat ze kwam,
Dat ik er moest omme lachen, grondhertig,
Verre dat ik er iets kwalijk van nam.
Gisteren ging zij in boeien en banden
Gisteren, sukkelende over den vloer,
'n Kost ze geen stap nit de leidende banden
Wagen, 't en zij met den steun van een snoer.
Nu beeft de zonne der vrijheid geschenen
Nu zijn de banden gebroken, ze is vrij.
Na is zij meester van voeten en beenen,
Ook, als ik roep, loopt ze... verre van mij.
Verre van vader, den besten der vrienden
Redeloos wiegeldewaggelken mijn 1
Och, er zijn menschen en volken te vinden,
Die, in der waarheid, niet wijzer en zijn.
Alf. JaN|8ENS.
Van 's middags tot middernacht, eeni-
ge dienstdoende apotheek, Zondag
18 Maart, M. Callebaut, Botermarkt.
62 Mengelwerk. Nadruk verboden
Groot Historisch Verhaal.
(Getrokken uit het vermaard boek van
Graaf Philiep de Ségur, Generaal, die
den veldtocht meegemaakt heeft).
HOOFDSTUK III.
Het Kremlin vliegt in de lucht.
Napoleon, het hoofd vol bekom
mernissen, kwam te Wereia aan,
toen hij daar maarschalk Mortier
ontmoette. Wat was er gebeurd Den
23 October, om één en half uren van
den morgen, werd lucht en aarde van
een verschrikkelijke ontploffing door-
schokt, die de beide legers voor een
stond verstomde, alhoewel wij niet
meer gemakkelijk te ontroeren waren.
Mortier had zijn opdracht vervuld
het prachtige Kremlin-paleis bestond
niet meer tonnen met buskruit waren
in al de zalen geplaatst, en onder de
gewelven die deze zalen onderschraag
den had men honderd en drie en tach
tig duizend pond poeder ontploffensge-
reed gelegd. De maarschalk was met
acht duizend man boven dien vulkaan
achtergebleven, waar een enkele rus
sische bom hen allen had kunnen doen
in de lucht springen. Daar was hij op
zijn post gebleven om onzen aftocht
(Vervolg en slot).
Lazarus, terug tot het leven geroepen,
vertelt van de wonderen dia hij gezien
heeft in het vagevuur. Daarna geeft hij
een schrikkelijke schildering van de hel,
waar o.a. verzen als deze in voorkomen.
Wij vertalen vryelijk
In 't diepste ligt de ijselijke afgrond,
Gansch door de wanhoop gekleurd,
Waar zonder einde de eeuwige lijdt
In de nimmer gebluschte vlammen.
Afzichtelijke putten, diepe afgronden,
Tot op den bodem vol van zondaars
Die daar hun solde krijgen.
Daar huilen de veroordeelde zielen
En vloeken hunnen Schepper,
Daar worden vermaledijd in geworpen
Dezen die sterven in zware zonden.
Kwalijk rusten de kwalijk liggenden
Daar worden hunne gefolterde zielen
Verzadigd van de gramschap Gods,
En onmeedoogend geplaagd...
Zoo gaat het voort, en op het einde,
met dien naïeven geloofsgeest die de
middeleeuwen kenmerkt, besluit Lazarus
met de volgende bedenkingen
Eilaas l eilaas wie zijn gedacht
Op zulke folteringen zet,
Zal stellig hier beneden
Zijn hart minder aan 't stof hechten.
Laten wij dus daarop peinzen
En op onze hoede wezen voor de toekomst I
En het zal met ons niet slecht vergaan.
Doch Judas, de rampzalige, gedreven
door zijn drift, holt uitzinnig voort op
het pad dat hem hellewaarts voeren zal.
Hij verraadt en verkoopt zijn goddelij-
ken Meester, en hier weerom, in het ta
fereel waar wij de wanhoop en de straf
van den verrader bijwonen, gaat de
dramaschrijver met een oorspronkelijk
heid en een kracht te werk die doen den
ken aan Shakespeare. De Hifht.pr
plaatst Ji handeling hier plots ver buiten
de muren van Jerusalem. Het is na de
veroordeeling van Jesus. Judas, het hart
saamgeperst door razernij en wanhoop,
zwerft rond de galg, in een walgelijke en
sombere plaats, waar de lichamen yan
de ter dood gebrachlen tentoongesteld
werden. Hij bezwijkt onder hot gewicht
zijner misdaden, en in zyn ooren is nog
altijd een verre galm van het woedend
gehuil der menigte die het bloed eischte
van den Onschuldige, door hem gele
verd.... Als een gelt doolt hij rond, onder
de zweep der wroeging die hem achterna
zit, en hij roept de hulp in der hel. Aan
stonds verschijnt de duivel uit den af
grond,onder een afschuwelijke gedaante.
Hier komt de volgende samenspraak
De duivel.
Ellendige, wat wilt gij dat er u geschiede?
Welk een dood verkiest gij
Judas.
Ik weet het niet ik durf met geen blik
Opzien naar den hemel vóór mij.
Wie zijt gij
De duivel.
Vraag niets meer,
Ik ben gekomen om u te wreken.
Judas.
Van waar komt gij
De duivel.
Uit de diepten der helle.
naar Kalougha, en den aftocht van
onzen legertrein naar Mojaïsk te dek
ken. In die acht duizend man, waren
er nauwelijks twee duizend waarop
hij staat mocht maken de overigen,
bijeengeraapt uit alle korpsen, zonder
voldoende uitrusting en vereischte
krijgstucht, konden hem van geene
hulp zijn.
Algemeen beschouwde men dezen
maarschalk als een verloren man. De
overige generalen, zijne oude wapen
makers en deelgenooten in vroegere
zegepralen, hadden hem verlaten met
de tranen in 't oog, en toen de keizer
van hem afscheid nam, zegde hij dat
hij op zijn gelukstar rekende, doch
dat men in den oorlog op alles moest
voorbereid zijn
Mortier had zonder aarzelen zijn
gevaarlijke taak aanvaard. Hij kreeg
bevel het Kremlin te verdedigen, en
dan, bij het verlaten van de stad, het
paleis met al wat er nog blijven recht
staan was te doen in de lucht vliegen.
Den 21 October, van uit het kasteel
van Krasno-Pachra, stuurde Napo
leon hem zijn laatste bevelen. Mor
tier kreeg last zich vervolgens naar
Wereia te begeven om de achter
hoede van ons leger uit te maken.
Intusschentijd, naarmate wij afge
trokken waren, drongen de kozakken
terug in de voorwijken van Moscou
binnen, en Mortier wijkte langzaam
naar het Kremlin af, evenals al het
overblijvende leven naar het hart
Judas.
Uw naam
De duivel.
Mijn naam Ik heet de Wanhoop.
Judas.
Treed nader en breng mij verlichting.
De duivel.
Ja wel, maar wij gaan het kort maken.
Judas aarzelt nog. Hij wil de namen
van God, van Jesus en de Moeder-Maagd
inroepen, doch zyn onverbiddelijke gezel
belet het hem, en dwingt hem haast te
maken. Hij biedt hem beurtelings een
dagge en een koord met een strop
aan, en laat hem slechts den keus der
dood over. Niet vef van daar in de
spleet eener rots, groeit er een kleine
boom.De Wanhoop toont hem aan Judas,
stoot hem vooruit en helpt liern den
boom beklimmen. Op dit oogenblik doet
een bende duivelen haar intrede op het
tooneel, en gaat in een helschen kring
aan den voet van den boom post vatten.
Thans hoort de verrador hen toe, en van
op dit nieuwsoortig galghout schreeuwt
hij zyn schrikkelijk testament
Ik, Judas, wijlen de apostel en verrader,
Geef mij aan u als een der uwen,
En wil geen genade meer inroepen
Noch vergiffenis bekomen van den Vader.
Maar ik verzaak aan God en de engelen,
En Sint Michael en de aartsengelen
Ik verloochen de Maagd Maria
En Jesus en zijn gezelschap...
En aldus beveel ik mijn ziel
Aan Lucifer, bevlekt en onteerd,
En ik wil dat mijn lichaam bij hem
In 't diepst van den poel worde gesleurd.
Kortom, ik lever mij met ziel en lijf,
Zonder dat ik er iets van behouden wil,
Spijts God die mij geschapen heeft,
Aan al de duivelen.
En daarop antwoordt Lucifer
Het is goed.
Aan alle genade verzaakt gij.
Het schelmstuk is voltrokken. Judas
is de rechtvaardigheid Gods vooraf ge
gaan. doch zyn zoudige ziel wil niet over
-isljll èi^nii, liUfc-rnni, TC». w<.u-'£UOii Va»v
Jesus. Lucifer staat over dit wonder ver
stomd
Wat is er dan van zijn ziel geworden
Hij is dan niet dood
Jawel Jawel tieren de duivelen,
dansend rond het lijk dat een schrome
lijke stank verspreidt. Eensklaps scheu
ren zijne ingewanden open,en langs daar
ontsnapt de ziel van den gevloekte, en
de helsche bende sleurt haar mede naar
den afgrond.
Zooals wy hooger schreven is dit stel
lig een hoogst tragische scène, die prach
tig aandoet in al hare afgrijselijkheid.
De dramaschrijver is er niet in gelukt
zich steeds op dezelfde hoogle te houden,
maar door gansch het mysteriespel loopt
toch de lijn van een diep-vromen schep
persgeest, en onder den ruwen klank
soms van het woord verneemt men den
klop van een eenvoudig, eerlijk-schoon
en diep-geloovig menschonhert.
I)it was do kunst bij den aanvang der
middeleeuwen: ruw maar eerlijk, dik
werf onbeholpen, doch immer naar hoo
ger strevend met geest en ziel.
De godsdienst bloeide toen rein en
krachtig, en by de minste aanraking deed
hij het volksgemoed trillen.
Het Vlas.
Het vlas is eene kostbare nijverheids-
plant, waarvan de groeiperiode betrek
kelijk kort is, en die bij gevolg eene
goéde hooveelheid onmiddelijk aaneigen-
bare voedstoffen vergt, ter voortbrongst
van eenen overvloedigen oogst van aller
eerste hoedanigheid.
De lengte van den erl, zyne kleur en
fijnen bast zijn de voornaamste hoeda
nigheden waarnaar in deze teelt gestreefd
wordt, en die den prijs van hot vlas
regelen. Het weder en de grond kunnen
daar zeker eene voorname rol in spelen
toch blijft de bemesting de groote rege
laarster zoo van de opbrengst als van de
hoedanigheid.
Uit zijne natuur is het vlas eene zaad-
plant, dus vergt iiet eene goede dosis
fosfoorzuur en potasch toch, doordien
men het alhier niet opstam laat rijpen,
is eene gematigde fosfaatbemesting vol
doende. De stikstof begunstigd de lengte
van den erl. Vroegtijdig gezaaid, ver
lengt de groeiperiode, en vermeedert
voorzeker de opbrengst.
Voor zeer laat vlas geeft de zwavelzu
re potasch ongelwyfeld goede uitslagen,
doch menigvuldige proeven hebben be
wezen dat de chloor eenen gunstigeD in
vloed'heeft op de hoedanigheid van ^den
bast, zoo 'dat het vorkieslykst is te be
mesten met kaïniet of chloorpotasch.
Bij de laatste bereiding yan den grond,
een achttal dagen vóór de bezaaiing, egt
men duchtig een mengsel in van 200 kgr.
chloorpotasch, 200 kgr zwavelzuren am
moniak en 400 kgr. superfosfaat per hec
tare.
Beer kan den zwavelzuren ammoniak
in deze teelt niet vervangen, daardoor
bekomt men eenen te 'groven bast. Ook
stal most past liier niet vlas mocht en
kel in grond, die vóór den winter met
goed geteerd stalmest bemest werd. ge
zaaid worden.
Praktijkkr.
Een soort van ponjaard.
terugvloeit, wanneer de dood reeds
de uiteinden van een lichaam be
machtigd heeft. Deze kozakken gin
gen als verkenners voorop aan tien
duizend russen aangevoerd door
Wintzingerode. Dit was een vreem
deling, brandende van haat tegen Na
poleon, en in zijn groot verlangen om
Moscou te heroveren en zich te onder
scheiden, kwam hij als een blinde
waaghals in de handen onzer soldaten
vallen, en alsdan, van rol veranderen
de, zwaaide hij een zakdoek met het
doel als onderhandelaar op te treden.
Men geleide hem naar den veld
maarschalk. Daar wilde hij den
verontwaardigde en den beleedigde
spelen, en verklaarde dat men in zijn
persoon een schennis van het men-
schenrecht had gepleegd. Mortier
miek er echter kort spel mede, en
deed hem op staanden voet zijn
zwaard afgeven. Zoo zat de russische
feneraal in de klem, en hij bekende
at hij onvoorzichtig te werk gegaan
was.
Na een weerstand van vier dagen,
verlieten de Iranschen voor immer
deze onheilvolle stad. Met hen voeren
zij vierhonderd gekwetsten mede,
doch vooraf hebben zij in een geheime
plaats een met zorg gereed gemaakte
lont neergelegd die op het juist bere
kend oogenblik de vlam zal steken
aan de ontzettende massa poeder, in
de grondvesten van het Kremlin op
eengehoopt.
Dit is de grootste pijn te willen stijgen
Gedurig hooger, naar het hoogste goed.
Het hoogste schoon, den hoogsten liefdegloed
En telkens weer in zich te voelen zijgen
t Gevoel van onmacht, om den vasten band
Die kluistert aan het slijk van 't lage land.
In 't land van 't allereélste wil hij wonen,
De geest die huist in ons, en in zijn droom
Ziet hij er stralen van, en liebtgestroom,
En hoort er ruischen bovenaardsche tonen.
O zuivre schoonheid 'k Wil tot u omhoog,
En leven wil in u mijn oor, mijn oog I
En leven wil in n mijn hooge ziele;
In de allerreinste wegen wil zij gaan
Haar vlerk in goddelijke luchten slaan.
Wier adem elke smet in haar verniele.
Doch. nauwelijks is ter vlucht de vlerk gespreid,
Of wee I... daar blaast de storm der stotlijkheid.
Hij vouwt de vlerken toe, met ruwe slagen,
En, in de diepte ontmoedigd neergeveld,
Daar ligt de ziel, geschonden door 't geweld,
Onmachtig nog het wezen hoog te dragen
Gelukkig zoo de wil gewonnen heeft
En zoo tot later vlucht nog hope er leeft.
Dat is een pijn En toch zal 't herbeginnen
Het moet zoo zijn... 'k aanveerde 't, goede God
Dat is het droef, maar heilig menschenlot
Den geest te voelen strijden met de zinnen.
O, laat hem steeds beminnen deze pijn
Door uw gena zal eens hij winnaar zijn 1
Al. Walqrave, pr.
Mortier trok met spoed af, en men
vertelt dat onderwijlen de roofzuch
tige kozakken kwamen aangesneld
naar het Kremlin, zij naderden om
zichtig, luisterden, en aangemoedigd
door de bedriegelijke kalmte welke er
overal scheen te heerschen, waagden
zij het in de lorteres binnen te sluipen;
en zij klommen naarboven in de zalen
toen er eensklaps afgrijselijke vlam
men uit den grond opsloegen, en hun
verhakkelde en verscheurde lede
maten werden ver weggeslingerd, te
midden een regen van stukken muren
en verbrokkelde geweren.
De grond sidderde onder de voeten
van Mortier. En tien mijlen verder
hoorde Napoleon het ontzettend ge
luid der ontploffing, en den volgenden
dag, te Borowsk, kondigde hij het
groote nieuws aan Europa aan in een
heftig schrijven Het Kremlin, met
zijn arsenaal en magazijnen,is heele-
maal vernietigd, schreef hij. Mos-
cou is slechts nog een reuzige en
vuile puinhoop, zonder politiek
noch militair belang, waar de bede
laars en de russische plunderaars
nu rondzwerven.» Op dien toon
ging hij voort, en ten einde aan onzen
attocht het karakter van een offen
sieven opmarsch te geven, meldde hij
verder dat hij den linkervleugel van
Kutusof zou omsingelen, hem achter
uit werpen, en daarna rustig zijn win
terkwartier inrichten op de boorden
der Dwina hiermede zou hij zich
De bevoorrading van
België verzekerd
De Maasbode meldt dat de Com
mission for Rolief in Belgium verzeke
ring ontvangen heeft dat hare booten
tusschen Rotterdam en de overzeesche
havens weerom kunnen varen.De booten
zullen den Noorderweg volgen en voor
zien zijn van een Duitsch vrygeleide. Tot
op dit oogenblik zijn nog geene maalre-
golen genomen om vrijlating te bekomen
der booten van hot komiteit, beladen
met levensmiddelen in bestemming voor
Rotterdam en in Engelsche havens weêr-
houden. In alle geval is de bevoorrading
voor België en voor Fransch-Noorden
verzekerd
Eene nieuwe Maagd van Orleans.
Aan de Vossische Zeitung wordt uit
Genevo bericht
In Frankrijk wordt het opduiken van
eeno nieuwe Maagd ran Orleans gemeld.
De bevolking van Vendèe heeft zich
overgegeven aan eene godsdienstige
geestdrift wegens het verschijnen van een
jong meisje dat den roep in zich gevoelt,
naar het voorbeeld van Johanna d 'Are,
Frankrijk van zynevyandeu te verlossen'.
Het botreft de 20 jarige Klara Per-
chaud, de dochter van eenen boer, die do
hoeve Les Rcinsfelliers bewoont. Het
meisje beweert dat zij de hemelsche
stem gehoord heeft. De Moeder Gods is
haar verschenen en heeft ze tot bevrij
ding van Frankrijk opgeëischt.
Uit liet gansche departement gaat de
bevolking in bedevaart tot haar.
De geestolijkheid die eerst wantrou
wig was heeft do jonge dochter naar Pa-
rys overgebracht.
Daar houdt zy zich op in eeu klooster
onder de hoede van den Kardinaal Aarts
bisschop.
De Ieren terug in
het Engelsch Lagerhuis.
Volgens een Amsterdamsch blad be
richt de Darlement«knrr»«i,ondent vu»
den Times dat de Iersche nationalis
ten Maandag weer in het Lagerhuis zou
den verschynen.
Redmond zal de regeering aanzoeken
zoo gauw mogelijk den dag te bepalen
voor de bespreking der Iersche begroo
ting.
Dat is een formeel middel om een
nieuw debat over de Iersche kwestie op
het tapijt te brengen.
Zullen wij haring hebben
Wij lezen in de Belgique
Aan volgende omstandigheden danken
wij, dat wij ons nu deze vraag mogen
stellen men weet dat de vischvangst
verleden jaar bijzonder goed is geweest
in Nederland, de visschorsstoomschepen
en visschersschuiten hebben wondervolle
vangsten gedaan. Ongelukkiglijk, de po
litieke verwikkelingen hebben de reeders
in de onmogelijkheid gesteld uit hunne
vangsten de winsten te halen waarop zij
mochten hopen. De uitvoer werd,door de
Nederlandsche regeering verboden. Ton-
gevolge van dezen maatregel, zyn er
thans overgroote hoeveelheden haring
bij onze Noorderburen, en deze zullen
bedorven. Men mag geen haring invoeren
noch in België, noch in Duilschland en
van den anderen kant, blijven zo in Hol
land aan bederven blootgesteld. Men
ondorhandolt sedert een maand om de
tachtig mijlen nader bij Wilna en
Petersburg bevinden.
Dit alles was politiek, maar de om
standigheden dwongen hem. In drie
dagen was er wel veel veranderd Na
onze botsing met Kutusof, trokken
wij nu door Borowsk af, en aanstonds
na onzen doortocht werd de stad in
brand gestoken. Op die wijze zouden
wij voortaan alles achter onzen rug
vernielen. Toen Napoleon als ver
overaar Rusland binnenrukte, span
den wij onze krachten in om alles te
behouden en te sparen en thans, op
onzen aftocht zijn wij genoodzaakt
alles aan de vlammen over te leveren
om het aan den vijand te ontrukken.
Wereia stond insgelijks in brand,
toen Mortier daar den keizer ver
voegen kwam, en hem den generaal
Wintzingerode als krijgsgevangene
aanbracht. Op het zicht van dezen
generaal, die van duitsche afkomst
was, stortte de keizer al zijn leed in
een vlaag van bitterheid en gramschap
uit, en hij overlaadde hem met de
hardste beschuldigingen. De gevan
gen generaal aanhoorde hem kalm, en
gaf een kalm en waardig antwoord.
En, zooals het dikwerf gebeurde,
dreef de toorn van Napolen weldra
over, en had geen verdere gevolgen.
('t Vervolgt).