De Blloent vaq [H0SG0D
Van Beroemde
Bekeerlingen
De Revolutie in Rusland.
KATHOLIEK NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD
Zondag' 29 April 1917
5 conliemoii het nummer
71'" Jaar 1\° 4755
Van de Putte-Goossens
W eek-Kalender.
Het Kaatsspel.
DE DENDERBODE
Abonnementsprijs: 3 trank 'sjaars.
Men schrijft in te Aalst
31, KORTE ZOUTSTRAAT, 31
DRUKKER UITGEVER
AANKONDIGINGEN
Kleine één maal 0,75 fir twee maal i,«5 fr.
Gewone annoncen o,i5 de regel.
Vonnissen, sterfgevallen, enx. 0,50 da regel.
Dikwijls te herhalen volgent akkoord.
Aalst, den 28 April 1917.
APRIL.
Evangelie van den Zondag:
Jezus zegt dat hij' tot zijnei\Vader gaat.
Joan. XVI.
29 Zondag, 3. na Paschen. Jubilate. H. Pe
trus, mart.
30 Maandag, H. Catharina van Senen.
MEI.
1 Dinsdag, HH. Philippus en Jacobus.
2 Woensdag, Octaaf der Solemniteit v. d.
H. Jozef H. Athanasius, bis. en kerkl.
3 Donderdag, H. Kruisvinding. H. Alfridus
bis. van Utrecht.
4 Vrijdag. H. Monica, wed.
5 Zaterdag, H. PiusV, paus.
Henri Lacordaire.
De dwalingen van groote mannen
zijn' voor ons de handwijzers aan de
kruiswegen, de teekenen, die ons de
plekken aanwijzen waar de af
grond grenst aan het steile, smalle
levenspad
(Dr Schaepman).
Een blik op het begin der negentiende
eeuw. Haar zedelijke en politieke betee-
kenis. Godsdienst en Letterkunde.
Nieuwe stroomingen.
Groote mannen hebben immer op
krachtige en treffende wijze de gedach
ten en de strevingen hunner eeuw uitge
drukt en als hot ware in hun wezen
belichaamd. I-Iet werk dat zij ons nalie
ten is den spiegel van hunnen tijd. I11
hun gesproken of geschreven woord ver
nemen wij den trouwen weergalm der
grootsche bewegingen en stroomiugen
dio hunnen tijd beroerden stroomingen
en bewegingen die tot de geschiedenis
behooren van iedere eeuw, en ons de
rustelooze bedrijvigheid en vruchtbaar
heid aantoonen van den menschelijken
geest om op te bouwen of af te breken,
in dien eeuwigen strijd voor waarheid
of leugen, welke slechts met de dood
van het menschdom eindigen zal.
Willen we dan de figuur dier groote
mannen, welke zich indrukwekkend
boven den horizont hunner eeuw aftee-
kent, goed begrijpen en haar aan alle
kanten belicht zien, dan moeten we
terugkeeren tot de tijdsomstandigheden
waaruit zij geboren werd.
Henri Lacordaire, de zoo vermaard
geworden predikant, waarmede wij
thans onze reeks van beroemde bekeer
lingen vervolgen, draagt ook in zijn
forsche persoonlijkheid al de lijnen en
kenteringen van het bewogen tijdvak
dat hij meegemaakt heeft.
67 Mengelwerk. Nadruk verboden
in 1812.
Groot Historisch Verhaal.
(Getrokken uit het vermaard boek van
Graaf Philiep de Ségur, Generaal, die
den veldtocht meegemaakt heeft).
Platof met zijne kozakken had dit
leger vanaf Dorogobouje aanhoudend
bestookt. Prins Eugeen had nabij
deze stad de groote baan verlaten, en
om zich op VVitepsk te richten, sloeg
hij terug den weg in welke hem twee
maand te voren uit Smolensk hier
heen leidde. Doch de Wop die dezen
weg doorsnijdt, had toen slechts de
grootte eener beek die men ternau
wernood opmerkte thans was hij
eene rivier geworden. Deze vloeide
over een bed van modder tusschen
twee steile oevers. Men moest deze
bevroren steilten athouwen, en de
prins gaf het bevel gedurende den
nacht de naburige huizen af te breken
om er een brug mee te maken. Maar
dezen die daar reeds een schuilplaats
gezocht hadden, boden wederstand,
en het werk vorderde niet. De ponte
niers gaven de pijp aan Marten, en
toen ae morgen verscheen en de^ ko
zakken terug opdaagden, werd de
brug die reeds tweemaal ineenstortte,
in den steek gelaten. Wat gedaan
Dan trachtte men langs een waadbare
plaats de rivier over te steken tus
schen de ijsblokken die er op dreven.
De eerste kanonnen konden den an
deren oever bereiken, doch het water
steeg gedurig, en de grond werd
heelemaal doorploegd door de wielen
en de woelende pooten der paarden.
Een wagen zonk in het slijk en bleel
vastzitten andere volgden en alles
Zijn leven en zijn strijd duiden een der
schitterendste bewegingen aan van het
toenmalige Frankrijk een beweging
van stoute en heerlijke gedachten, ver
dedigd door mannen met klinkende na
men en machtig talent, die boud hot
vaandel der vrijheid opstaken, in hun
streven naar eon schooner en ruimer
katholicisme.
Alles had toen buitengewone afmetin
gen in verhouding tot. het strijdperk dat
ook geen grenzen kende.
Men was zoo juist de negentiende
eeuw ingetreden.
Gelijk'een ploeg do aarde omwoelt,
zoo had de revolutie van 1789 alles in do
maatschappij het onderst boven gewor
pen.
Hot scheen wel of die mannen, in hun
razige koorts tot vernielen en afbreken,
alles op_ aarde effen en j plat wilden
leggen.
Koningdom, godsdienst, kunst, weten-
schaph dit alles wat in vroegere eeuwen
de grootheid en de glorie van Frankrijk
uitgemaakt had, werd door de - licht
hoofden - van '89 als waardeloos speel-
goed^tegen den grond aan stukken ge
worpen.
Lode wijk .XVI was op het' schavot
gestorven.
Het hatelijk 'en (sectarisch fllosoflsme
der''achttiende eeuw, aangevoerd door
het helsche driemanschap Voltaire,
Rousseau-en Diderot, was afschuwelijk
aan het bulderen gegaan Weg met
Christus en'had al zijn krachten ver-
eenigd om een graf voor het christendom
te delven. De godsdienst was een domper
van alle licht en beschaving. En in naam
der zegepralende Rede werden de
priesters "gebannenof vermoord, be
roofd van; al hun' meuschenrechten,
Christus verjaagd uit zijne tempels, oene
slet als godin op het altaar geplaatst.
Kunst of wetenschap vonden evenmin
genade bij diostichters eener nieuwe
menschheid
De jonge dichter ..André JChénier, een
kunstonaar van buitengewone gaven,
moest insgelijks zijn hoofd onder het
schavotmes leggen,in den bloei der jaren.
Hetzelfde gebeurde met den grooten
Lavoisier, den schepper der moderne
scheikunde.
Toen de scheikundige;Loysel oen ge-
nadevraag voor hem indiende bij het
republikeinsch gerechtshof, dierf presi
dent Dumas hem antwoorden -. De
Republiek heeft geen scheikundigen noo-
dig
Lavoisier werd dus zonder mededoogon
onthoofd, en Lagrange, een andere be
faamde'geleerde, zegde-te dier gelegen
heid Een oogenblik'is hun voldoende
geweest om dit hoofd te doen vallen, en
in geen honderd jaren zullen f'zij [een
«Wanneer men bedenkt dat in den naam
van Broederlijkheid en Beschaving, de verte
genwoordigers onzer groote natie den schepper
der moderne Scheikunde onthoofd hebben, dan
zou men sommige bladzijden uit onze geschie
denis willen scheuren. schrijft de priester Th.
Moreux, bestuurder van het Observatorium van
Bourges.
werd tegengehouden.
De avond ging weerom invallen; de
honger, de koude en de kozakken
werden onuitstaanbaar, en prins
Eugeen zag zich eindelijk gedwongen
al zijn artillerie en zijn reisgoed op te
offeren. Alsdan zag men een droevig
schouwspel. Iedereen wilde nog het
noodzakelijke behouden en men laad
de daarmede de paarden; een menigte
van soldaten bestormden de luxe-rij
tuigen, alles verbrijzelend, en zij roof
den daar onder de oogen der kozak
ken die van ver toezagen, een over
vloed van kostbaarheden, als.om'zich
alzoo over hun ellénde te wreken.
De meesten ech'ter hadden het op
de eetwaren gemunt. Om eenige'hand-
vollen meel te kunnen bemachtigen
wierpen zij al het andere achteloos
van kant geborduurde kleedingstuk-
ken, kunstschildenjen, allerhande
sieraden, vergulde bronzen. En in
den avond was het wel een vreemde
aanblik daar al die rijkdommen uit
Parijs en Moscou, over de woeste en
verlaten sneeuwvlakte te zien ver
strooid liggen als iets wat geen waar
de had.
Terzelvertijd vernagelen de wanho
pige kanonniers hunne stukken, en
strooien hun poeder rond. Eenigen
onder hen legden over de sneeuw een
lange streep van buskruit aan welke
tot aan de verre caissons liep die
achter ons reisgoed stonden. Zij
wachten tot de kozakken toegesneld
zijn, en wanneer zij die roofzuchtige
kerels volop aan 't plunderen zien,
slingeren zij de vlam van een bivak
op dit buskruit. Het vuur loopt als
een bliksem vooruit, en aanstonds
daarop springen de caissons de lucht
in, de obussen ontploffen met een
ijselijk geluid en dooden de meeste
kozakken, terwijl de overlevenden als
tweede hoofd als dit kunnen voortbren
gen.
Alsdus had de frimsche revolutie niets
eerbiedigt, en met dollen waanzin sla-
pelde zij om zich héén lijken en puinen.
Ook slaakte dei, ontredderde en ten
doode toe gefolterde menschheid, bij het
begin dor 19" eeuw, een reuzigeu zucht
naar andere lucht eu andere horizonten.
Nieuwe tijden breken aan. Nieuwe man
nen staan op. Manpou die aan 't opbou
wen gaan en andelfen die weerom afbre
ken zullen, en hoven dit alles hel gebie
dend gebaar vau feen enkele, die 't al
beheerscht en vastihoudt met de stalen
greep van zijn hangen Napoleon.
Bij den aauvangUreedt hij op als een
Redder, mot hot machtwoord van vol-
kerenhoil en vol ktrenbescha ving op de
lippen. Hij beschermt en ondersteunt
kunsten en wetenschappen, schept een
nieuw en degelyk onderwijs, maakt
kloeke en goede wetten. Het jaartal 1802
•teekent een glorievol tijdperk in zijn
leven door het Concordaat herstelt hij
den katholieken eeredienst in Frankrijk
en regelt de betrekkingen tufschon kerk
en staat. In ditzelfde jaar verschijnt er
een boek dat van overal met geestdrift
wordt begroet, omdat het juist op zijn
uur komt en echo vind in de ziel van
duizenden. De geniale schrijver Cliateau-
briaud geeft ziju meesterwerk Le
Génie da Chnslianisme uit, het werk
van een bekeerling eu een diepvoelend
kunstenaar. In een schitterenden en ver-
lokkenden stijl, met fonkelnieuw beeld
en woord dat versch en kleurig leven
stroomen doet door de letterkunde van
dien tijd, schildert hij daarin al de heer
lijkheden van den godsdienst af. Als
antwoord op de verwoede aanvallen van
de wijsgeerei: der vorige eeuw, wil hij be
wijzen dat onder al de godsdiensten
die ooit bestaan hebben, het christen
dom de meest dichterlijke godsdienst
is, de meest me.nschelijkede meest
voordeelige voor de vrijheid, voor kunst
en wetensrhapperi.» Dit was een nieuw
geluid in Frankrijk waar met begeeste
ring naar geluister* werd.
In tusschen gaan de schokkende we
reldgebeurtenissen snel hun gang. Napo
leon kan het zwaard in de schecde niet
laten rusten, en daarmede slaat hij altijd
weer nieuwe wonden in de nog bloeden
de menschheid. De vrijheid welke hij
eerst aan de kerk verleende, knot hij
stukje na stukje van her af, totdat zij
door zijn overmatige machtsbegeerte in
echte slavernij is ontaard. Weerom gaat
het land der ballingschap voor de geeste
lijkheid open. De paus van Rome wordt
door den vermetele gevangen gezet.
Waterloo komt in 1815 het zwaard van
den tyran voor goed breken, en or gaat
nogmaals een gejuich van vrijheid en
verlossing onder de gemartelde volkoren
op.
Als nu do buskruitdamp uit de lucht
weggevaagd, als de kanonnen eindelijk
zwijgen en het land met al zijn verten
stil en vredig openligt in de zon, staan
de mensehen zelf verwonderd over den
nieuwen en helderen klank hunner
stemmen, over de grootheid hunner ge
baren in de vrije wijde ruimten. Weerom
verschijnen de volksredenaars en de volks
leiders, op zoek naar geluk, en hun woord
worpt 'electrische vonken uit over de
massa.
Na dou moorddadigen strijd van het
zwaard, wordt de strijd der gedachten
met nieuwen hartstocht ingezet, en
waarheid on leugen,"geloof en ongeloof
botsen legen elkander aan alstweereu-
zige krachten, gelijk de legers in de
pleinen van Waterloo.
In dien heeten: en spannenden strijd
van het woord en van de pen, zal do
groote Lacordaire als'een dappere en on
versaagde kampioen van Christus on zyn
kerk, al onze aandacht ;en [bewondering
afdwingen.
Jef Crick
Nu dat de prijskampen met den' bal, het
geliefdkoosd sport der Aalstenaars, voor het
aanstaande sezoen aangekondigd worden,
vragen wellicht veel onzer stadgenooten zich
af wanneer dit spel hier eerst werd ingevoerd.
Het kaatsspel is oud, ^waarschijnlijk van
Germaanschen oorsprong. Zijn ontstaan ver
liest zich iu den chaos van een duister ver
leden.
De geschiedschrijvers de Potter en |Broec-
kaert ontdekten te Aalst, ten jare 1564,"eene
herberg, waarvan het beluik tot ^kaatsspel
diende en waar heden liet Meisjesweezenhuis
gevestigd is.
Verder opzoekingen brachten ons tot de
ontdekking van het drankhuisT^c/{ Caetsspel
in 1520, dus 40;jaren vroeger
De oude taveerne, met "het kaatsspel,
commende tot jeghen den ghevele van der
cappelle van de heiegen Gheest,behoorende
in 1520 aan jonkvrouw Katharina de Splitere,
weduwe van Jan van Ceulebroeck. Haar
voorzaten bekleedden hier verscheiden sche-
penambten. Deze woning was in 1700 den
eigendom van Jacobus Daens. en in 1716
van Francisca'de Hert, weduwe van Adriaan
Luyckx. die eenen gekenden bierbrouwer
was. Het huis had alsdan voor bewoner den
herbergier Judocus du Mont
Cornelius Nuyts, pastor-deken van Aalst,
kocht het^Caetsspel den 3 Maart 1716,
ten'behoeve van de pieuse fondatie van het
arm weesenhuys, daer toe den voorn, huys
stede ende erfve is gecocht ende voor altydt
sal dienen, mitsgaeders de coopsomme sal
betaelt worden uyt de penningen by den
heere tweeden comparant ende andre goede
lieden, daartoe aireede gegeven en belooft.
(Stadsacten 1716-17, register 785).
Ten jare 1718 wierd in deze herberg het
Meisjesweezenhuis gesticht, en het bleef van
toen*af «het Maegelyn genoemd. Later
volgden-een groot'getal weldoeners het'voor-
beeld der inrichters, onder andere ridder
Raelen van ten Bulcken, heer van1 Regels-
brugge 'er leven van henrnog afstammelingen
te Aalst, namelijk Pitj van den Bulken en
den haarkapper Hendrik van den Bulken
de notaris van den Looy Maria-Constantia
de Smet ;[de echtgenooten Dommer-Lenaert
zinneloos van schrik de vlucht nemen.
Eenige honderden soldaten, die
men nog de I4e divisie noemde, moes
ten het hoofd bieden aan die barbaar-
sche kozakken, en spijts hun bespot
telijk getal gelukten zij er in den
vijand tot den volgenden morgen op
afstand" te houden. Al wat nog over
bleef: soldaten, zieken en gewonden,
vrouwen en kinderen, bestookt door
de bommen der russen, verdrongen
zich op den oever van den stroom.
En daar, toen zij die gezwollen wate
ren zagen bedekt met scherp getande
en zware ijsblokken, en zich genood
zaakt wisten in dien ijskouden vloed
te springen om hun weg te kunnen
voortzetten, bleven allen huiverend
staan en aarzelden.
Het was noodig dat een italiaansche
kolonel de eerste den sprong waagde.
Daarna volgden de soldaten en de
vluchtelingen. De zwakken en de be-
sluiteloozen, en ook dezen die van
hunnen buit niet konden scheiden,
werden in hun aarzeling door den
vijand verrast. En des anderdaags
zag men de wilde kozakken, nog niet
verzadigd met al de rijkdommen die
in hun handen waren gevallen, ook
de vuile en versleten kleederen hun
ner ongelukkige gevangenen rooven
Deze laatsten dreven zij dan naakt
en troepsgewijze voort over de
sneeuw, als een kudde vee, en zij
stootten hen in den rug met hun lange
houten lansen.
Aldus gehavend, gansch doorweekt
van de wateren der \Vop-rivier, zon
der eten ol schuiloord, bracht het
leger van prins Eugeen den nacht op
de sneeuw door, in de nabijheid van
een dorp waar zijne generalen tever-
geets een logement trachtten te zoe
ken. De soldaten bestormden die
houten huizen. Deze ongelukkigen
vielen in heele benden elke woning
aan, gebruik makende van de duis
ternis die hen belette hunne chef te
erkennen of van dezen erkend te wor
den. Zij nikten alles weg deuren,
vensters, tot zelfs de balken der daken
om een vuur te kunnen aanleggen.
En de generalen spanden vruchte
loos hun krachten in om hen at te
weren, en moesten hen lijdzaam en
zwijgend laten begaan,want dergelijke
tafereelen herhaalden zich eiken nacht.
Ten slotte waren zij genoodzaakt
buiten te vluchten, toen het dak op
hun hoofd dreigde in te storten.
Eenmaal dat de vuren dan vlamden,
warmde iedereen er zich aan en
droogde men zijn kleeren, terwijl in
de verte de smartkreten en verwen-
schingen weergalmden van dezen die
nog over den stroom trokken, of tus
schen de ijsblokken rolden en er hun
dood vonden.
En het is een schande voor' den
vijand dat hij tijdens deze ramp, vier
en twintig uren werd op afstand en in
bedwang gehouden door een handvol
onzer dapperen die strijdend achter
gebleven waren op den anderen oever,
een halve mijl ver van prins Eugeen.
Misschien dachten zij dat wij den
volgenden dag toch niet meer konden
ontsnappen. Inderdaad toen prins
Eugeen met zijn volk. na een bangen
en ordeloozen tocht, eindelijk de nog
ongeschonden stad Doukhowtchina
ging bereiken, waar alleman met
vreugde meende binnen te treden,
kwamen er eensklaps verscheidene
duizenden kozakken met kanonnen uit
te voorschijn. Terzelvertijd rukte
Platof met al zijn horden aan, en
randde de achterhoede en de beide
flanken van het Italiaansch leger aan.
De ooggetuigenen vertellen dat het
er alsdan verschrikkelijk toeging, en
schilder Jozef Meganck het begijntje Antonia
Daens, enz.
Neven het oudt Caetsspel ende nu het
Weesenhuys (1719: stond het Boerinneken,
in 1723 eene brouwerij, en in 1788 eene
herberg. Petrus Van Nuffel.
De socialistische konferentie van
Stockholm.
Den Haag, 24;April. De Nederlandsche
socialistische afgevaardigden Albarda en "Van
Kol zullen heden of morgen naar Stockholm
vertrekken. De [afgevaardigde [Wibaut zal
eerst 15 Meia.s. afreizen, dag waarop de
opening van[de[' socialistische; konferentie te
Stockholm verwacht wordt.
De onderdrukking der staking te
Sint-Petersburg.
Stockholm,? 24 April. De Nowoje
Vremja verneemt dat soldaten, op bijeen
komsten van'jstakers te:,Tsarkoje Selo,- een
besluit van den Soldatenraad voorgelezen
hebben, waarin de stakers verwittigd werden
dat 75000 bajonetten hen tot den arbeid
zouden' dwingen, indien zij 1 niet vrijwillig
het werk zouden hervatten. Volgens het blad
hebben de werklieden'[daarop toegegeven.
Afzetting van ambtenaars
Stockholm, 24 April. De Russische
dagbladen publiceeren lange lijsten van afge
zette ambtenaars, waaronder zich bevinden
de militaire goeverneur van [Galicië, generaal
Trepow, de gouverneurs van Pskof, Cherson
en Toela, evenals Êde hoogste ambtenaars
van het bestuur van den Kaukasus en Si
berië.
De konstitueerende vergadering.
Bern, 23 April. De Temps meldt
uit Sint-Petersburg De kloof tusschen het
frontleger en de agitatoren gin^het Taurisch
paleis wordt met[den dag grooter. Brussiloff
richtte namens^de officieren en soldaten van
het zuid-westelijk leger aan de voorloopige
regeering'een telegram, waarin'hij^tegen de
mogelijkheid van een bijeenkomen van de
konstitueerende vergadering te Sint-Peters-
burg opkomt, daar de internationale theo
rieën verwarring in[de geesten der afgevaar
digden zouden kunnen brengen. ^Het zuid
westelijk leger verlangt dat de bijeenkomst
der konstutueerende vergadering te Moskou
zou plaats hebben
Polen.
Warschau, 24 April. In een gisteren
door de Club der Aanhangers van den Pool-
schen Staat bijeengeroepen vergadering,
welke door meer dan 1000 personen bezocht
werd, deed het lid van den Staatsraad Stoel-
nicki mededeelingen over den door den
Staatsraad goedgekeurden wervingsoproep
voor het Poolsche leger. Verder nam de ver
gadering een besluit, betreffend hare opvat
ting van den oproep der Russische regeering
aan de Polen, overwegend dat aan'de Russi
sche Konstituante het^ recht niet toegekend
wordt aan de besprekingen overjrden jonat
han kelijken Poolschen Staat en zijn grens
deel te nemen. De vergadering begroette met
vreugde de mededeeling over den toekomsti-
gen wervingsoproep: van denj[Staatsraad en
dat dit rampzalig leger heel en gansch
verloren scheen. Doch de koelbloe
digheid van den prins en de pogingen
zijner generalen wisten dit nieuw ge
vaar af te keeren. Het puik der sol
daten maakte zich uit de algemeene
verwarring los, sloot zijn rangen terug
aan. en eenige geweerschoten waren
voldoende om den [vijand weerom te
doen wijken.
Deze ging dan buiten de stad biva
keeren, in wier muren prins Eugeen
en zijne soldaten hun intrek namen.
Op zeker oogenblik werd de veer
tiende divisiejdoor delastigejkozak-
ken-zwermen omsingeld. De prins
snelde toe om haar te ontzetten,'maar
de manschappen en officieren, ver
steven door een koude van twintig
graden, die de wind.rsnijdendjmiek,
bleven bewusteloos in de warme assche
hunner vuren uitgestrekt liggen, en
niets was bij machte hen te doen op
staan om zich te verdedigen. Zij ver
kozen daar te sterven, liever dan nog
verder die tormenten te moeten ver
duren. De prins gelukte er toch in
zijne achterhoede te redden.
Het was toen hij met deze Smo
lensk naderde, dat hij er op de sol
daten van Nev kwam te botsen. De
nieuw aangekomenen deelden hun
vreeselijke lotgevallen aan de anderen
mede, en dan liepen allen naar den
Dnieper en verdrongen zich aan den
ingang der bruggen om eindelijk bin
nen de vesting van Smolensk een
schuilplaats te zoeken, wanneer het
vierde regiment moest chargeeren
tegen den achtervolgenden vijand.
Zonder de heldhaftigheid dezer
mannen, wier onstuimigheid zelfs door
Ney moest ingetoomd worden, ware
er daar anders in dit beslissend
oogenblik, een nieuw en moorddadige
paniek ontstaan, ('t Vervolgt.)