De Mi! van [MM
Van Beroemde
Bekeerlingen
IN RUSLAND.
DE VREDESKWESTIE.
KATHOLIEK NIEUWS-- EN AANKONDIGINGSBLAD
Zondag 24 Juni 1917
5 centiemen het unmmer
71s,e Jaar IV* 4761
Van de Putte-Goossens
Week- Ka lender.
Kinder-Gedichten
Onweders in België
DE DENDERBODE
Abonnementsprijs 3 irank 's jaars.
Men schrijft in te Aalst
31, KORTE ZOUTSTRAAT, 31
DRUKKER-UITGEVER
AANKONDIGINGEN
Kleine één maal 0,75 fr. twee maal 1,35 Ir.
Gewone annoncen o,i5 «lc regel.
Vonnissen, sterfgevallen, enz. 0,5e de regel.
Dikwijls te herhalen volgens akkoord.
Aalst, den 23 Juni 1917.
JUNI.
Evangelie van den Zondag
Wonderbare vischvangst. Luc. V.
24 Zondag, 4. na Sinksen. Geboorte van den
H. Joannes-Baptista.
25 Maandag, H. Gulielmus, abt.
26 Dinsdag, HH. Joannes en Paulus, mrs.
27 Woensdag, Verheffing v. d. H. Livinus.
28 Donderdag, H. Leo, P. B.
29 Vrijdag, HH. Petrus en Paulus, Ap.
30 Zaterdag, Commemoratie v. d. H. Paulus.
XXI.
VERGETEN...
(Op het graf jen eener wees).
Geen mensch die met liefde,
Met een traan in het oog
Of een bede op de lippen,
Naar uw grafjen ooit toog.
Slechts wat gras zie ik kruipen
En een kruizeken staan,
Een houten, ocharme,
Met een beeldeken aan.
Doch een bloemken, een enkel
Steekt zijn hoofdeken op
Uit het gras, 0 zoo schuchter,
Meteen traan In den knop.
Is dat bloemken geen liefde,
Dat traantjen geen rouw,
Kwam 't geen engeltje planten
Hier vóór dag en vóór dauw
Fons Van de Maele.
Henri Lacordaire.
7e Vervolg.
Seminarist. Vreugden en beproevingen.
Zijn eerste sermoen. Priesterwijding.
Dagen vol zonnigheid en zuivere ziele-
vreugd gaan nu over het hoofd van den
jongen sominarist. Nu mag hij naar har
telust studoeren en zich verdiepen in de
lezing van den bijbel, waarin hij den
godsdienst naar zijn volle schoonheid en
waarde leert schatten en beminnen.
Wat doe ik in mijn eenzaamheid
schrijft hij aan een vriend. Ik studeer
en mediteer wat ik altijd zou gaarne
heb gedaan. Ik ontdek eiken dag dat
er geen waarheid buiten den godsdienst
bestaat, en dat hij alleen tallooze
moeilijkheden oplost die door de wys-
begeerte niet kunnen overwonnen
worden... Mijn geest is als een akker
die rust en zich voedt mot den dauw
des hemels.
Wat hij daarbuiten dikwerf zoo vruch
teloos had gezocht, werd hem hier zoo
gul geschonken vriendschap van zielen
die hem verstonden, die den weg opgin
gen naar hetzelfde levensdoel, hetzelfde
levensideaal. Alzoo waren al zijn dagen
gevuld met zoete uren, en de stille, effen
loop van het seminarie-leven harmo-
73 Mengelwerk. Nadruk verboden
in 1812.
Groot Historisch Verhaal.
(Getrokken uit het vermaard boek van
Graaf Philiep de Ségur, Generaal, die
den veldtocht meegemaakt heeft).
Het was nog volop nacht toen een
eigenaardig en dof gerucht hem uit
zijn verdooving wekte. Zooals het
toen meermalen gebeurde was er
weerom een valsche paniek ontstaan,
en Napoleon zag zien ineens omringd
van woest geschreeuw en getier. Hij
verloor echter zijn kalmte niet en zeg
de tot Rapp Ga eens zien, het zijn
wellicht eenige ellendige kozakken
die ons komen storen in onzen slaap
Doch het gerucht groeide nog gedurig
aan en het werd een wilde warboel
van loopende menschen, strijders en
vluchtelingen onder elkaar, die zich
in het duister voor vijanden aanzagen
en handgemeen werden.
De keizer zelf dacht een oogenblik
dat het ernstig gemeend was. Een
diepe waterbedding doorsneed de
stad hij vraagt of de .artillerie welke
wij nog bezitten achter die ravijn is
opgesteld. Men antwoordt hem dat
die voorzorg werd verwaarloosd
alsdan snelt hij naar de brug, en doet
zelf zijn kanons in snelle vaart over
den stroom heenvoeren.
nieerde heolemaal met den aard van zijn
gemoed dat zoo hartstochtelijk houden
kon van tucht en werkzaamheid, die
twee groote hefboomen yan allo zedelijke
krachten in don mensch. Dos morgens
stond men op om vijf uren, en na een
uur meditatie greep de mis plaats in de
kapel die te midden van don bloeienden
mei-tuin lag. Om zeven uren in zijn cal
teruggekeerd, verrichtte hij daar zelf den
opschik van zijn schamele kamer. Na het
ontbijt was er een uur speeltijd, en hier
kwam al de guitigheid en de vroolijkheid
van zijn wezen uitgespat gelijk een klare
bron die lang onder den grond sluimerde.
In zulke oogenblikken vooral was hij
dubbel aantrekkelijk en bekoorlijk met
den levensernst die reeds op zijn voor
hoofd stond geprent, en hot leutig-tinte-
lend geestig-schertsend woord dat hem
van de lachende lippen viel. Al zijn mak
kers minden hem en zochten zijn gezol-
schap, en hoe kon het anders
Boven den ernstvollen ondergrond
van zijn wezen, lag er in hem een
frischheid van poësie, een geur van
loereldsche aanvalligheid, een minne
lijk openhartig-zijn dat hij lang had
moeten bedwingenen ditalles miek
hem aanlokkend en beminnenswaar
dig in ieders oogen en trok allen tol
hem. - (Pater Chocarne).
Dit alles echter werd in den boginne
door zijn meesters niet altijd goed be
grepen of gewaardeerd. Zij hielden een
bezorgd en wakend oog op den jongen
bekeerling die zoo schielijk den rug had
toegekeerd aan de dagende glorie zijner
advokaten-loopbaan, om het verstorven
leven van een seminarie te komen mee
maken. Het scheen wel of zij de echtheid
zijner roeping in twijfel trokken. Lacor
daire was een voorbeeld van vlijt en
gehoorzaamheid, hij plooide zich gewil
lig naar al de eischen van den klooster
regel, hij was de nederigheid zelf, doch
dit belette niet dat deze veelzijdig be
gaafde zich aanstonds onder al de anderen
deed opmerken en onwillekeurig boven
allen uitschitterde. Zijn vrije, ver-ziende
geest gewoon alle zaken uit te diepen en
te peilen, steeds hongerig naar meer
weten en meer licht, en die zich zoo
graag wierp in den vredigon strijd der
discussieën waarin h(j onmiddelijk zijn
overwicht verried, kwam meer dan eens
op sommige punten in botsing met den
ieeraar die niet altijd seffens de opwer
pingen van den jongen wijsgeer wist te
beantwoorden.
Zijn breede kijk op menschen en din
gen, die nog sterk was getint door de
groote vrijheidsgedachto der nieuwe
eeuw het oorspronkelijke, het persoon
lijke van gansch zijne natuur welke,
zwellende van niet te temmen levens
krachten, naar allo kanton uitgroeido
gelijk een weelderig wassenden boom die
bijwijlen weerbarstig blijft aan de schaar
van den snoeier, waren oorzaak dat de
overheden zich verplicht dachten den
proeftijd van dezen uitzonderlijken
novice onbepaald te moeten verlengen.
Henri laat alles geworden, en geeft zich
geheel over aan Gods wil.
Zijn eerste sermoen in den refter, ge
durende den maaltijd,(zooals he'. gebruik
is in de seminarieën) gaat niet onopge
merkt voorbij. Met zijne gewone geestig
heid schrijft hij het aan een vriend
- Ik heli gepredikt, dat wil zeggen dat
ik in een refter waar honderd dertig
personen aan den disch zaten, mijn
stem heb laten hooron te midden het
Vervolgens keert hij terug tot zijn
oude garae, en stuurt een korte, kern
achtige proclamatie tot ieder bataljon
in het bijzonder, hen aanmanende tot
tucht en orde. Een uur later echter,
als de oude garde zich in beweging
zet om den aftocht voort te zetten, is
alles tot kalmte teruggekeerd, en de
keizer, vermoedend dat vooral de ach
terhoede schuld droeg aan deze pa
niek, doet zijne ontevredenheid er
over uitdrukken in bittere woorden
aan haren aanvoerder maarschalk
Davoust.
HOOFDSTUK X.
Ingesloten door twee legers.
Te Orcha aangekomen, vinden wij
daar tamelijk veel levensmiddelen,
alsoplc een bruggereedschap bestaan
de uit zestig booten met al hun takel
werk dat verbrand werd. Daar waren
insgelijks zes en dertig aangespannen
kanonnen welke onder Davoust,
Eugeen en M aubourg verdeeld werden
Daar herzagen wij voor de eerste
maal op de beide oevers van den
Dnieper, de fransche officieren en
gendarmen die de opdracht hadden
de vluchtelingen terug rond hunne
vaandels te doen plaats nemen. Doch
toen deze mannen dit ellendig over
blijfsel van ons leger in een onbe
schrijfbare wanorde zagen komen
toegestroomd, lieten zij den moed
zinken, en men drong woelend en
stootend de stad binnen die voorzeker
geklinkklank der tellooren, der lepels
en heel den tafeldienst. Ik denk niet
dat oon redenaar in slechtere omstan
digheden spieken kan dan wanneer
li ij het woord moet richten tot men
schen die aan 't oten zijn, en Cicero
»zou stellig zijn Catilinaria niet uitge-
sproken hebben tydens een maaltijd,
ten ware dat hij van af don oersten zin
de vorkon had doen stil vallen. Wat
dan, indien hij hen had moeten spre-
- ken over het Mysterie der Menschwor-
- ding? Ik heb dit nochtans moeten doen,
en ik beken u eerlijk dat ik wel lust
gevoelde mijn vierkante bonnet naar
het hoofd dier kerels le slingeren, toen
ik hen daar zitten zag met een onver-
schillig gelaat, zonder een schijn van
aandacht, alleen bekommerd met wat
- er op hun telloorlag. Ik daalde dan van
den kansel in do vaste overtuiging dat
ik allererbarmolijkst had gepredikt. Ik
nutte een brok eten, ging buiten in don
hof, en ik hoorde daar dat mijn rede
- hen getroffen had en indruk miek. Ik
- laat het hierbij, want dit riekt reeds
een beetje naar eigenliefde, en ik ver-
zwijg u dan de beoordeelingen, de
voorspellingen, de loftuitingen, do
raadgevingen en de rest.
Dit was het oordeel der seminaristen.
De oversten dachten er anders over. Die
fonkelnieuwe welsprekendheid, gansch
afwijkend van den verouderdon vorm,
klonk hen vreemd in do ooren.
Intusschentjjd waren er twee jaron en
half verloopan, en nog was zijn proeftijd
niet geëindigd. Dit viel wel hard voor don
novice die met héél zijn hart haakte naar
het priesterschap.
In 't laatste begreep de overheid dat zij
ten onrechte deze uitverkoren ziel mis
trouwd had. Lacordaire zag zich dan zon
der verderen uitstel onder-diaken wijden,
en eindelijk, driejaren en half later, den
22 September 1827 zalfde Mgr. de Quélen
hem tot priester. Den 25 September
schrijft hij Wat ik wilde doen is ge
daan ik ben priester sedert drie dagen
('t Vervolgt).
Zware onweders zijn in den loop dor
verleden week in vorschilligo provinciën
van België losgebroken,en bobben groote
schade aangericht, waarbij helaas ook
verscheidene personen het leven verlo
ren.
De bliksem trof oeningangzijnde dek-
trieken tram tusschen Luik en Oreye en
doodde drie personen dio zich op het
platform bevonden.
In de provincie Limburg werden vele
huizen beschadigd en boomen ontwor
teld. De wegen worden in beken Veran
derd, waarbij liet water in huizen on
pachthoeven binnendrong.
Vele veldvruchten werden door den
hagel volledig gehakt, en do takken van
de fruilboomen afgerukt. De oogst is op
groote schaal vernield. Het koren ligt
plat geslagen en de aardappelvelden zijn
verwoest Voornamelijk te Gelinden en
in de omstreken van Asch, langs de
Maas, is de schade wezenlijk groot. En
kele groenselhoven zijn geheel vornield.
Do schade doefzich zoo veel te meer ge
voelen, daar vele lieden rekenden op
oenen spoedigen oogst.
Ook to Ougrée, Jemeppo en omstrekon
woedde een geweldig onwedor. Eon
werkman die terugkeerde van Boncelles
werd door den bliksem getroffen.
I
geheel geplunderd zoude geweest zijn
zonder de pogingen der garde en
andere vastberaden soldaten.
Napoleon trad in Orcha binnen met
zes duizend soldaten der garde, over
schot van zes en dertig duizend
Eugeen met achtien honderd man,
overschot van twee en veertig plui
zend Davoust met vier duizend
strijders, overschot van zeventig dui
zend
Deze laatste maarschalk had alles
verloren hij had zelfs geen linnen
meer en was letterlijk uitgehongerd.
Hij wierp zich op een stuk brood dat
een wapenmakker hem aanbood, en
verslond het. Men gaf hem een zak
doek om zijn gelaat af te vagen dat
met sneeuw bedekt was, en men hoor
de hem uitroepen Alleen ijzeren
mannen kunnen zulk iets verduren.
De kracht van den mensch heeft gren
zen, en hier werden alle grenzen over
schreden.
Hij had de eerste den aftocht be
schermd tot aan Viazma. Nog altijd,
toegevend aan zijn methodischen
geest, worstelde hij als een wanhopige
om de wanorde te kunnen weren uit
de rangen van het handvol mannen
dat hij in den algemeenen ondergang
gered had.
De wanorde die hier in Orcha haar
toppunt scheen te bereiken, deed aan
Napoleon het volgende proklameeren
dat iedereen zich terug rond zijn
vaandel moest rangschikken. Zooniet
Eene Russische nota aan de
Bondgenooten.
St-Petersburg, 17 Juni. Bij het bezoek
dat Albert Thomas bij de leden der voorloo-
pige regeering afgelegd heeft, overhandigde
de minister van buitenlandsche zaken Terest-
schenko, den Franschen minister voor dezes
afreis, het volgende schrift
De Russische revolutie is enkel eene ver
vorming der inwendige inrichting van Rus
land, zij is ook en wel in eerste lijn een fak-
tor van zedelijken aard, een faktor, die den
wil van het Russische volk doet uitschijnen,
het ideaal van vrijheid, gelijkheid en recht,
niet enkel te verwezenlijken in de inwendige
politiek van het land, maar ook de interna
tionale betrekkingen.
Deze wil is de bron aan welke de Russi
sche revolutionnaire regeering hare kracht
ontleent.
Hem te dienen is haar eerste plicht in hare
zending.
Rusland verdedigt bij den strijd tegen den
vijand de groote gedachte der vrijheid, het
heeft tot oorlogsdoeleinde de oprichting van
den algemeenen vrede op grondslagen die
elk gewelddadig optreden van eenen kant,
welke het ook zij, evenals elke imperialisti
sche poging van welkdanigen vorm uit te
sluiten.
Rusland voelt geenerlef veroveringsplan
nen. Hij stelt zich vastbesloten tegen elk
dergelijk streven. Trouw aan deze grond
slagen is de Russische natie vastbesloten, de
imperialistische inzichten van den vijand,
openbare of verdokene te bestrijden, zoowel
op politiek gebied alsook op het gebied der
financiëele en ekonomische belangen.
Indien ondanks dit, zekere meeningsver-
scheidenheden tusschen onze regeering en de
bondgenootenregeeringen over de oorlogs
doeleinden ontstaan zijn, dan twijfelen wij
niet, dat eene nauwe vereeniging tusschen
Rusland en de Bondgenooten zal voortbestaan
en eene volledige verstandhouding zal ver
zekeren nopens alle vragen op de grondslagen
welke de Russische revolutie bezielen.
Onverbreekbaar verbonden met de gemeen
zame zaak der Bondgenooten, neemt de Rus
sische demokratie het besluit dezer Verbon
dene Machten met levendige vreugde op, die
zich bereid hebben verklaard, aan de wen-
schen der voorloopige regeering gevolg te
geven en de overeenkomsten betrekkelijk de
bepaalde oorlogsdoeleinden aan een nieuw
onderzoek te onderwerpen.
Met dat doel bevelen wij eene samenkomst
aan van vertegenwoordigers der Entente -
machten, die dan zou kunnen plaats hebben
zoohaast de gelegenheid gunstig is.
Maar eene overeenkomst zooals degene die
op 5 September 1914 te Londen ondertee
kend werd en later bekend gemaakt, welke
de mogelijkheid eenen afzonderlijken vrede
te sluiten door eer.e der Bondgenootenmach
ten uitsluit, mag op de samenkomst niet in
bespreking gelegd worden.
Het kongres der arbeider
en soldatenraden.
St-Pctersburg, 18 Juni. Het hier ver
gaderde hoofdkongres der arbeider en sol
datenraden van gansch Rusland, heeft een
parig den voorzitter van den arbeider en sol-
datenraad van St-Petersburg Tscheidse, tot
voorzitter gekozen.
De groote raad der arbeiders en soldaten-
afgevaardigden heeft met 640 stemmen tegen
121 een besluit aangenomen, waardoor de
uitdrijving van den Zwitser Gritnm wordt
afgekeurd.
zouden de oversten van hunnen graad
en de soldaten van hun leven beroofd
worden. -
Dit waren woorden in den wind,
ingegeven door de noodzakelijkheid
om indruk te maken, en die geen ge
volg hadden. De keizer ten andere
l'eea met de soldaten mede, doch uit
wendig wilde hij den stalen man blij
ven die geene gemoedsweekheid ken
de. En inderdaad, zijn zelfgerustheid
en zelfvertrouwen stegen naarmate
de gevaren vergrootten in zijn oogen
bleef dit handvol uitgeputte mannen
nog altijd het groote leger, en hij bleef
de veroveraar van Europa, in deze
woestijnen van slijk en ijs welke zich
rondom ons uitstrekken En men be
merkt genoeg dat hij op alles voorbe
reid is. wanneer men hem in deze stad
zelf. zonder aarzelen alles ziet ver
nietigen wat een tropee zou kunnen
worden voor den vijand indien hij in
hunne handen viel. Jammerlijk ge
noeg, gingen aldus ook al de papieren
te loor welke hij reeds verzameld had
om zijn levensgeschiedenis tc schrij
ven, want dit was zijn plan -toen hij
Rusland binnenrukte. Hij was alsdan
besloten als overwinnaar uit te win
teren op de oevers der Dwina en der
Borysthena welke hij thans als een
vluchteling terugzag. Daar meende hij
dan, tijdens de zes maanden van zijn
winterkwartier, gelijk een nieuwe
Cesar zijne gedenkschriften tc dik
teeren.
Voor en tegen een Russisch
offensief.
In Nowaja Shifn schrijft N. Suchanow
(naar Djen van 31 Mei)
De gansche burgerlijke pers roert weer den
oorlogstrommel en laat de Tzartische levens
belangen, Konstantinopel inbegrepen, weer
te voorschijn komen.
In volle overeenkomst hiermede bevindt
zich de stemming der verbondene Imperialis
ten.
In plaats van voor den wil der zegepralende
Russische demokratie te kapituleeren, verheft
het Imperialism weer den kop en zijne hoop
op geweldenarijen en uitbreiding van gebied
ten koste van Russische volkskracht hebben
nieuw voedsel gevonden.
Achter het schild der Russische formuul
zonder inlijvingen en zonder schadevergoe
ding Iaat de kliek die zich in Frankrijk en
Engeland aan het bewind bevindt, weer al
hare veroveringsplannen oprijzen en doet
hare oude doeleindenen programma's gelden.
Dat zijn de uitslagen van de oplossing van
het offensief in verbinding met de algemeene
politiek van het kaolitie-ministerie.
De misdadige oorlog wordt niet geëindigd
maar in het lang getrokken.
Over het voorgenomen offensief schrijven
ook de Iswestija van den Arbeider- en
Soldatenraad. Daar heet het:
Het is volkomen onjuist dat wij een offen
sief op het front inrichten.
Dergelijke ondernemingen worden niet
voorbereid door besluiten, verklaringen en
redeneeringen.
Dit geschiedt in stilte en niet voor aller
oogen.
Indien de kwestie van het offensief open
baar voor de geheelewereld behandeld wordt,
dan is dat offensief zelf geene vraag van
heden of morgen. Het draait hier niet rond
het offensief, maar om de mogelijkheid te
doen ontstaan er een in te richten.
Deze mogelijkheid behoeven wij om te
verhoeden dat de Duitsche divisies van ons
front naar het Fransch en Engelsch front
zouden verplaatst worden.
We behoeven ze om het ontbindingsproces
in ons leger te stuiten.
We moeten ze hebben opdat Rusland bij
de vredes onderhandelingen niet tegenover
Duitschland sta zooals de onderliggende
tegenover den overwinnaar, maar op gelijken
voet.
Bern, 18 Juni. Reuter, zoowel als de
Sint-Peterburger Telegrapheu-argentuur bren
gen berichten voor, betrekkelijk het overbren
gen van een Duitsch vredesaanbod te Sint
Petersburg, door den Bondsraadsheer Hoff
mann, chef van het politiek departement, en
dat zou behandigd geworden zijn door den
Zwitserschen nationaal-demokratischen na-
tionaalraad Robert Grimm, die de laatstver-
loopen weken te St-Petersburg doorbracht.
Met betrek op dat telegram vernam de Zwit-
sersche Depechen-agentuur, uit vertrouwbare
bron het volgende
Den 27 Mei heeft Grimm het Zwitsersche
gezantschap te St-Petersburg, waar hij alsdan
verbleef, verzocht aan den Bondsraad Hoff
mann een telegram over te maken, waarin
hoofdzakelijk gezegd werd
De zucht naar den vrede is algemeen. Het
sluiten van den vrede is onder politiek, eko-
nomisch en zedelijk opzicht eeHe dringende
noodwendigheid.
I11 de toongevende kringen erkent men
zulks, en 't is het eenige wat mogelijk is. De
Doch hoe was nu alles veranderd
Napoleon was met zijn gesmolten
leger in aftocht, en op dit oogenblik
zag hij dien aftocht door twee vijan
delijke legers bedreigd en ingesloten.
Het kwam er thans op aan te weten
door welk van beiden hij zich een weg
ging banen. Op het punt zich in de
aiepe Littauwsche bosschen te wa
gen, die hem onbekend zijn, doet hij
zich daarover inlichten door dezen
welke er reeds doorgetrokken waren
Jomini, een zwitsersche generaal, be
strijdt het plan dat Napoleon hem
voorlegt, en beweert dat wij van de
groote baan niet mogen wijken en
moeten trachten zoo haast mogelijk
de stad Borizof te bereiken, waar wij
de brug der Berezina zullen kunnen
oversteken. De weg daarheen ligt
voor ons nog open. Hij deelt verder
aan den keizer mede dat hij rechts
van de stad Borizof een weg weet lig
gen die langs houten bruggen door de
Littauwsche moerassen leidt, en dit is
volgens hem de eenige uitgang die
ons langs de steden Zembin en Molo-
detchno naar Wilna zal voeren. Op
die wijze zal ons leger tusschen de
beide vijandelijke legers kunnen door-
marcheeren, en aan hunne omsinge
lende beweging ontsnappen.
('t Vervolgt)