i nu van noseoD
Van Beroemde
Bekeerlingen
DE PAUS EN DE VREDE
i
KATHOLIEK NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD
De edele familie de Proost.
September 1917
5 centiemen het nummer
7l,Ui Jaar N° 4771
Week-Ka len «Ier.
Het Vaderhuis.
Arnold Sauwen.
DENDERBODE
Abonnementsprijs 3 trank 's jaars.
Men schrijft in te Aalst
31, KORTE ZOUTSTRAAT, 31
Aalst, (lev 1 September 1917.
SEPTEMBER.
Evangelie van den Zondag
.Niemand kan twee heeren dienen.
Matth. VI.
2 Zondag, 14 na Sinksen, H. Stephanus,
koning.
3 Maandag, H. Remaclus, bisschop van
Maastricht.
4 Dinsdag, H. Rosalia, maagd.
5 Woensdag, H. Laurentius Justinianus,
b. en b.
6 Donderdag, H. Onesiphorus, martelaar.
7 Vrijdag, H. Hilduardus, b en b.
8 Zaterdag, Os,L. Vr. Geboorte.
DRUKKERUITGEVER
Van de Putte-Goossens
AANKONDIGINGEN
Kleine één maal 0,75 fr twee maal 1,25 Ir.
Gewone annoncen o,i5 de regel.
Vonnissen, sterfgevallen, enz. 0,50 de regel.
Dikwijls te herhalen volgens akkoord.
Ginder in de delling,
Onder 't blaargeruisch
Van die liooge beuken
Ligt mijn vaderhuis.
Lang reeds dood is vader.
Moeder wordt zoo oud,
En de gansclie hoeve is
Mijner zorg vertrouwd.
Gij, de bloem der meiden,
Knap, van leden struisch.
Wilt gij met mij wonen
In mijn vaderhuis
Moeder heet u welkom.
Aan den stillen haard,
Gansch mijn liefde zijt gij,
Haren zegen waard.
Ligt de hoeve verre,
Van het dorp zoo wijd
Strekken rond de velden
Eenzaam, wijd en zijd
'k Voer u met de huifkar
Naar de kerk ter mis,
Als de klokken luiden
En het Zondag is.
'k Leid, bij stillen avond,
U ter looverbank,
Als de velden slapen
Van den meidauw blank
ft
Als de hooge beuken
Stil, met zacht geruisch,
Rond den gevel wiegen
Van mijn vaderhuis.
11.
Henri Lacordaire.
10e Vervolg.
Het dagblad L'Avenir Invloed der
Romantiek Invloed van Lamennais.
Lacordaire en Montalembert. Portret van
Lacordaire.
Het eerste nummer van het dagblad
VAvenir -, waarvan priester Lamen
nais de hoofdopsteller was, verscheen
den 15 October 1830, op een stormig
oogenblik, toen de zucht naar Vrijheid
do volkeren overal deed rechtspringen
en hen den weg der Revolutie indreef.
Het was als eon verrassend vuur dat
alom in do naburige landen opsloeg en
aan 't knetteren ging: Italië, Spanje,
België, Polen geraakten in laaie vlam en
daar ontbrandde oen grootsche strijd
voor de Vrijheid die de ontvankelijke
gemoederen in Frankrijk deed raedesid-
deren en in begeestering opgaan.
Een koortsig verlangen naar vernieu
wing dat ook de mannen van 1789 had
aangegrepen, en dat feitelijk zijn terug
bots vond in de Franscho Revolutie, be
zielde weerom de geest van dezen tijd
terwijl de omwenteling overal haar hoofd
opstak, woedde er ook een omwenteling
op het terrein der letterkunde. De Ro
mantiek die de stijve en koude banden
welke de vroegere Letteren omknelden
stuk sloeg, en het gevoel, het hart van
her frisch en spontaan spreken liet in
nieuwe woorden en nieuwe vormen, rees
op dit oogenblik heerlijk op als een
morgenzon aan den litterairen horizont,
en in haar jeugdigen glans stroomde
een gansch leger saam van geestdrift
volle dichters 011 schrijvers. En zooals
het immer gebeurt in de geschiedenis,
werd de letterkunde hier nogmaals een
krachtigen rugsteun van den gedachten-
strijd die toen aan gang was. De Roman
tiek met haar dol uitspattend lyrisme
stak luid den trompet van den vrijheids
oorlog zij bezong trouw alle wapenfei
ten zij ving gretig al de strijdecho's op
der omheen liggende landen en met haar
machtigen adem blies zij die aan en miek
er dreunende krijgsliederen van. Men
kende weerom geen palen ineer. Alles
scheen mogelijk. De stoutste hersen
schimmen en idealen begeerde men tot
werkelijkheid om te zetten. De volkeren
droomden zelfs dé toekomst in handen
le hebben en daarvan te maken wat zij
wilden, vergetend het schoone vers van
den dichter
L'Avenirsireesl a Dieu
J)eze litteraire reactie die de toen woe
lende geestesbeweging fel idealiseerde
en vaak met een weelderigon declama-
torischen tooi van beelden en woorden
in het strijdperk wierp, drukte eenen
dUipfcn prent op het work van-al de
denkende mannen van dien tijd, en ook
de jonge en dweepende opstellers van
L'Avenir aangevoerd door den 011-
stuimigen LameDoais, ontsnapten er niet
aan. Reeds had de voortvarende graaf
Montalembert aan don bestuurder van
het nieuw gestichte dagblad gebriefd
Al wat ik weet, al wat ik kan, ik leg
het aan uw voelen neer. En na een
onderhoud met den meester, gansch
onder den invloed van zijn genie cn van
zijn machtigo persoonlijkheid, teekent
hij in zijn dagboek aan Welk een ge-
lukMijn schoonste illusieën gaan
verwezentlijkt worden Dit is rnis-
schien mijn gewichtigste levensdag »(1)
j Ook Lacordairo zette zich van af do
eerste uur vooraan in de rangen der
redacteurs. Hij was eerst nochthans
voornemens naar Amerika te vertrekken
om daar den toestand der kerk te bestu-
deeren. Toen verscheen Lamennais en
Montalembert op zijn weg, en begeesterd
liet hij zich medeslepen door den barnen-
den gedachtenstrijd die voor de vrijheid
en de heropbeuring dor kerk in zijn
(1) Montalembertdoor Pater Lecanuet. Dit
prachtig werk deelt de onuitgegeven briefwisse
ling tusschen Montalembert en Lacordaire
mede. Wij zullen haar meermaals benuttigen.
78 Mengelwerk. Nadruk verboden
in 1812.
Groot Historisch Verhaal.
(Getrokken uit het vermaard boek van
Graaf Philiep de Ségur, Generaal, die
den veldtocht meegemaakt heeft).
Men ging aarzelend en toevallig
vooruit, toen een hunner eenen val
deed en alzoo een gebaanden weg
ontdekte. Inderdaad, toen dezen die
aan het hoofd gingen zich bukten en
met hun handen de baan betastten,
vonden zij daar de sporen van een
menigte kanonnen en paarden die,
niet lang geleden, langs hier moesten
voorbijgegaan zijn. Verschrikt bleven
zij staan. Een nieuw vijandelijk leger
was hen dus voorop, en daar zou
opnieuw moeten gevochten worden
terwijl zij nog nauwelijks de kracht
hadden om te marcheeren Doch Nev
rukt hen mede en zonder vrees volgt
hij de sporen van den vijand.
Zij geleidden hem naar een dorp,
Gusinoé genaamd, waar zij schielijk
binnenvielen alles werd er buit ge
maakthier trof men al datgene aan
wat sinds Moscou ontbroken had,
inwoners, levensmiddelen, rust en
warme woningen. Hier verbleven ook
nog een honderdtal kozakken die als
gevangenen in de handen der fran-
schen bleven. De rapporten die zij
inbrachten en de noodzakelijkheid
van hier wat rust te nemen om den
aftochtte kunnen voortzetten, hielden
Nev eenigen tijd in dit dorp op.
Kond tien uren hadden zij twee
andere dorpen bereikt en zij rustten
er insgelijks wat uit, toen eensklaps
de omliggende wouden vol beweging,
kwamen. Terwijl de iranschen zien
haastig verschansen in een der dorpen
die het dichtst nabij de Borysthana
gelegen zijn, komen duizenden kozak
ken uit de bosschen te voorschijn en
omringden met hun lansen en kanon
nen den ongelukkiger troep van Ney.
Het was Platof met al zijn benden
die den rechteroever van den Dnieper
volgde. Hadden zij gewild zij konden
gemakkelijk het dorp in brand steken
waarin Ney zich schuil hield en hem
aldus weerloos stellen, doch zooals
het dikwerf gebeurde, traden zij hier
weerom niet beslist op en bleven ge
durende drie uren roerloos De vast
beraden houding van Ney, die met een
handvol kloedmoedige soldaten den
vijand" bedwong, mick indruk op
Platof, en intusschen gaf de maar
schalk zelfs het bevel aan zijn overige
mannen hun eetmaal tot middernacht
voort te zetten. Alsdan doet hij in
stilte het kamp opbreken en iedereen
met fluisterstem verwittigen dat zij in
dichte kolommen moeten optrekken..
Allen zetten zich daarop gezamentlijk
in beweging, maar van al hun eersten
stap werd bij den vijand het sein tot
den aanval gegeven al de kanons
braakten vuur, en al de eskadronnen
rukten terzelvertijd vooruit.
Hierop ontstond er een paniek
onder de drie tot vier duizend vluchte
lingen die Ney nog volgden. Deze
eigen vaderland aangepakt werd.
Zijn bezoek aan Lamonnais maakt ook
op hem een geweldigen indruk waaraan
hij zich vergeefs tracht te ontworstelen
De gloeiende welsprekendheid van den
meester, zijn diepe en schitterende ideeën
welke bijwijlen als vuurpijlen opvlam
men en verblinden, zijn vermetele en
teugellooze vrijheidsdroom voor volk en
kerk, rukken den jeugdigen priester
mede die zich met zulke stevige banden
aan de volksklas gebonden voelt, en
insgelijks in hem zulk een schoon vry-
heidsbetrachten omdraagt. Overigens
hoe kon het anders of Lacordaire dien
Alberdingk Thijm in een brief aan Da
CosLa later noemen zou Frank rijks
uitmuntendsten wijsgeer en dichter (2)
moest zich in dit eerste oogenblik ge-
lioel verrukt gevoelen door de zoo dich
terlijko laai en den stouten gedachten-
vlucht van den geniaal begaafden Lamen
nais Daar is een druïde onder ons
verrezen, schrijft hij, een die de vrijheid
- met ietwat wilde stem bezingt. De
hemel zij gezegend Dit wooni (vrij-
beid) klinkt welsprekend op elke lier,
zelfs dan al bezat zij nog slechts één
enkele snaar zooals le Sparten. -
Aldus geeft Lacordaire zijn eerste in
drukken weer. Hier dienen wij echter
onmiddellijk aan to stippen dat het niet
zoo zeer in persoon als wel de gedachten
van den meester waren die hem veroverd
hadden, en hem als een begeesterd ridder
inlijfden bij het uitverkoren redacteurs
korps van-LA venirp. En hier was hot
dat hij eindelijk den vriend-naar-zijn-harl
ontmoeten en vinden ging. Op een mor
gen, bij Lamennais, stonden zij daar alle
twee voor het eerst tegenover elkaar
Lacordaire en Montalembert. God had
deze uur gekozen, zoo schrijft pater
Lecanuet, om twee zielen bijeen te
brengen die voor elkander waren ge-
schapen één blik en eenige woorden
waren voldoende om zich te herkennen
en vrienden te. worden voor het le-
ven. n (Ij. C
Nochthansoengrcote maatschappelijke
afstand lag tusschen hen beiden. Lacor
dairo hoorde toe as.. .1.: burgers klas, eti
graaf Montalembert stamde af van een
der voornaamste adellijke farailieën uil
Frankrijk, doch de vriendschap kent
geene afstandeu cn het gemeenschappe
lijk ideaal waarvoor de beide jongelingen
streden overbrugde al aanstonds deze
schijnbare kloof welke het begrip der
maatschappelijke standen tusschen heb
moest delven.
Montalemberl, betooverd door die aan
trekkelijke en verrassende verschijning,
schildert, ons van zijn nieuwen vriend
een prachtig portret
Hij lolde acht en twintig jaren...
Zijn slanke gestalte, zijn fijne cn zuiver
u geleekende gelaatstrekken, zijn boeldig-
mooi voorhoofd, zijn majostatische
kop, zijn zwart en tintelend oog, 011
eeii wonderlijke mengeling van edele
fierheid en nederigheid welke in gansch
zijn persoon uitschenen, dit alles was
slechts het omhulsel eener boordevolle
- ziol die zich moest kunnen uitstorten
en mededeelen, niet alleen ih den vrijen
(2 Het woord is overdreven, merkt pater
Willem De Veer hief terecht aan toch valt
niet te ontkennen dat Lacordaire beide was,
wijsgeer en dichter, hoewel het laatste meer dan
het eerste. fa Lezingen cn toespraken van
IV. De Veer, S. J.)
verschrikte massa volk liep van rechts
naar links, en snelde te midden der
rangen dei soldaten die hen terug
stootten. Ney gelukte er in d«ze
woelige menschengolf tusschen hem
en de russen te houden, en aldus
dienden de vreesachtigen hier tot.
schild aan de dapperen.
Onderwijlen is de maarschalk er in
geslaagd de boorden van den Dnieper
te bereiken waarmede hij zijn linker
flank dekt, en nu gaat de aftocht van
bosch tot bosch, van de eene terrein-
zonk naar de andere, want Ney trekt
uit alles profijt om zich zoöveel moge
lijk tegen den vijand te beschutten.
Niettemin is hij soms genoodzaakt
zich van den stroom te verwijderen
en dan omsingelt Platof hem aan alle
kanten.
Op die wijze, gedurende twee dagen
en twintig mijlen, hebben zes duizend
kozakken onophoudend rond een
bende van vijltien honderd gewapende
mannen gezwermd, haar als het ware
belegerend. Zij vervoerden hun ge
schut op vlugge sleden en konden
derhalve gedurig de Iranschen teis
teren met hun bommen die zij heel
behendig afschoten terwijl zij snel
over de sneeuw gleden.
De nacht bracht eenige verlichting
aan. en de duisternis begunstigde den
aftochtedoch wanneer men dan een
stond staan bleef bij dezen die ge
kwetst oi uitgeput neervielen, ge
raakte men het spoor der anderen
bijster. Daar waren vele wreede
oogenblikken, oogenblikken van wan-
on openbaren woordenstrijd, doch
ook in liet intiem gevoelsleven. De
vlam zijner oogen hield terzelvertijd
schatten iu van toorn en teoderheid
- zij zocht niet alleen naar vijanden om
lo bevechten en te verwinnen, maar
ook naar harten om te verleiden en te
veroveren Zijn stem, reeds zoo scherp
en rijk van klank, was soms vol einde-
looze zoetheid. Geboren om te strijden
en te beminnen, droeg hij reeds den
dubbelen stempel van den koninklijken
zielenadel en van het talent. Hij ver-
scheen aan mij vurukkelijk en vroese-
lijk, als het beeld van don geestdrift
voor het goede, en van de deugd die
8 gewapend staat voor de waarheid.
Ik zag iu hem een uitverkorene,
voorbeschikt voor al datgene wat de
- jeugd aanbidt en liet meest verlangt:
het genie en de glorie.
('t Vervolgt).
Leest ons nieuw Mengelwerk
Oorlogsjammer.
In de XlVe eeuw reeds was deze familie
zeer aanzienlijk en vermaagschapt met ver
scheidene adellijke geslachten van Vlaan
deren. Zij voerde in haar schild de gueules
au chef d'or, et au canton dextre une étoile
d'azur. De oudstgekende meiers van Aalst
behoorden tot de familie de Proost. De meierij
en de tol van Aalst waren erfelijk in dit
geslachteen Jan de Proost hield den tol van
Jan Tollin, burchtgraaf van Aalst en heer van
Poperode De tol kwam na hen aan de
familie de Vremde.
Men schreefde Proost, de Preufst, Proest,
de Proofst, Proofst, Proost, tSproes.
In 1301 verschijnt Jan de Proost als
schepen van Aalstna hem Hugo, van 1353
tot 1355. Jan de Proofst vervulde hetzelfde
ambt in 1384 deze vinden wij gehuisvest op
de Veemarkt.
Adam de Proofst. schepen in 1395, huwde
Jöanna van Belle, dochter van Jan van Belle,
die in de schepeneniijst van 133Ö-350 voor
komt. Hij bezat in de Peperstraat eenen
boomgaard, palende aan den eigendom van
het gilde van Sint Sebastiaan, die hij van
zijn vader geërfd had (Rentebouc vanden
Heyleghen Geest, rcg. 6, nr 82, SA). Hij
woonde in de Nieuwstraat, neven Jan Boc-
caert, - achter ut comendc in de catte strate,
beede deen an dandere,- (Schepenkennissen
1434) en was eigenaar van het Goed te
Schouwbroek 11429 i.
Zijn zoon Jan de Proost, ontvanger en
schepen, heer van Eertbrugge en Schellebelle,
en zijne eega Alexandrina van Steeland,
schonken den grond daer tswarte zusterhuus
up ghefondeert es (1477), eenen bogaert
met huuse énde met erve ghelyc ende in alle
de manieren, dat die ghestacn ende gheleghen
zyn binnen der voors stede in decappelestrate,
neffen Sint Ursmaers poortkin, streckende
lanx der vesten, ende metten hende commende
toot ande scutterie vanden handboghe,» (Acte
van 1475, op perkament, in het archief van
het Zwarte Zustershuis). Het was eene
scoone hofstede eude bogaert, bi der cappel-
lestraet porte. An den Mouttorre kocht
hij in 1457 eenen eigendom, die door zijne
weduwe, in 1483, afgestaan werd aan ridder
Raas van Liedekerke. Deze Jan de Proost
bekleedde tweemaal het hoogbaljuwschap van
hoop en angstin 't eind toch liet de
vijand zijn prooi los.
De rajnpzalige kolom, verademend,
trok tastend door een dicht bosch al,
toen almeteens, op enkele stappen
vóór haar, een verblindend kanonvuur
in het gelaat van de soldaten, der
eerste rangen sloeg. Dezen denken
dat thans hun laatste uur is geslagen,
dat zij in de klem geloopen zijn en (lat
alles verloren is De paniek is vol
ledig. Ney, die het gevaar van dit
oogenblik begrijpt, snelt vooruithij
doet den stormloop trommelen, en
alsof hij dezen aanval voorzien had,
roept hij uitMakkers, vooruitZij
zijn aan ons- Bij deze woorden
springen de soldaten recht met nieu
wen moed, zij zeli worden nu de aan
vallers en verdrijven den vijand.
Omstreeks tien uren des avonds
kwamen zij aan eene kleine rivier
ingesloten door eene diepe ravijn
men moest haar man vóór man over
steken gelijk den Dnieper. De kozak
ken vielen hier weerom die ellendigen
aan, doch Ney joeg hen nogmaals op
'de vlucht. Een uur later, doodop van
honger en vermoeienis, hielden zij stil
bij een gróót dorp waar zij geruimen
tijd verbleven.
Dés anderdaags, i5 November,
marcheerde men van al middernacht
tot tien urén in den morgen zonder
eenen vijand te ontmoeten; dan duikte
Platof terug op met zijne kozakken
uit het heuvelachtig terrein en de
jacht begon van her. Ney verschanste
zich met d« zijnen bij den zoom van
een woud, en den grondigen dag
het Land van Aalsfhij was raadsheer van
den hertog van Burgondië en gedurende
eenigen tijd hoogbaljuw van Dendermonde.
In zijne handen legde Karei de Stoute, bij
zijne blijde intrede te Aalst, ten jare 1468,
den eed af. Jan van Quadmechelen verkocht
hem, in 1461, voor 34 pond groote, het huis
hei Gulden hooft, op de Markt. Zijn overlijden
jaarteekent van 1475.
Hendrik de Proost, schepen gekozen den
5 April 1404, was gehuwd met Margaretha
Martens, dochter van Dirk na het overlijden
van haren man verkocht zij hare huizen de
Borse en de Valke, op de Groote Markt (25
Maart 1449).
In de XVe eeuw kende men nog als
schepenen Adriaan de Proofst (1407)
Hendrik de Proofst (1412-1414) en Pieter
de Preufst, wiens zegel men kan zien aan
eene oorkonde van 1427, berustende in het
Staatsarchief van Gent. De schepenrij wordt
in deze eeuw gesloten door Lyon Leo) de
Proost, natuurlijke zoon van Jan 1496-1501
die eigenaar was van de erve de Lombaerden
bachten tscepenhuus (1495) en der
woningen den Wildeman en de Lely, op de
Markt. Hij verhuurde in 1502 den Tol van
Aalst, leen afhangende van het burchtgraaf
schap. Hij bekleedde te Dendermonde het
ambt van hoogbaljuw.
Een woord uitleg over het huis de Lom
baerden. Ten onrechte heeft men lang ge
meend en geschreven, dat de Lombaerden
bankiers, pandbeleeners of woekeraars waren,
uit Lombardië naar de meeste steden van
Vlaanderen gekomen. Men had immers te
doen met kooplieden van Venetië, Genua,
Pisa en Florentië, die hier, in ruiling van
landbouwproducten, lijnwaad en geweefsels
van engelsche wol, hunne specerijen, fijne
stoffen, zijde, fluweel, goud- en zilverwerk
verkochten. Zij hadden hunne stapelhuizen
te Brugge en te Damme.
Jan de Proust, heere vau Eertbrugghe
ende in Schellebelle hield in leene ende
in manscepe de meierij van Aalst (1557).
De laatstgekende van dit geslacht, Hendrik
de Proost, werd den 22 Mei 1651 burge
meester onzer stad gekozen.
Als vrouwelijke afstammelingen blijven
bekend twee kloosternonnen der abdij Ten
Roosen Katharina tSproes (1506) en Josina-
tSproes (t 1504).
In het gehucht Mijlbeek bestaan nog land
bouwersfamiliën, die den naam van de Proost
dragen.
Petrus Van Nuffel.
De bedrijvigheid in het Vatikaan.
Zurich, 25 Oogst. Er heerscht sedert
drie dagen in het Vatikaansch staatssc-
kretariaat buitengewone, levendige be
drijvigheid. Z. H. Benedikt XV uit zich
vertrouwensvoller dan ooitin zyno om
geving.
De kardinaalsekretaris drukte de hoop
ui(t dat do herfst het einde van don oor
log zal medebrengen.
Z. II. de Paus had in de laatste dagen
verschillige gesprekken met kardinaal
Gaspary, den Engelschen Gezant -en eene
hooggeplaatste neutrale persoonlijkheid.
De houding der Entente.
Parijs, 25 Oogst. De Petit Parisien
moldt Het antwoord der Entente op de
Pouselijke nota is in zijne groote trek
ken bepaald het is afwachtend, maar
moesten zijne soldaten weerloos de
hen beschuttende boomen zien omver
slaan en hunne bivakken verwoesten
door de vijandelijke artillerie.
Den daarop volgenden nacht geeft
de maarschalk het sein tot het voort
zetten van den marsch in de richting
van Orcha. Reeds had hij den vorigen
dag een vijftigtal ruiters uitgezonden
om hulp te gaan vragen.
Aldus eindigden de officieren hun
verhaal over den wonderbaren altocht
van Ney, en iedermaal dat zijn naam
op hun lippen kwam, ontvlamden zij
weerom in bewondering en geestdrilt.
En allen deelden dit gevoel, want op
dit oogenblik was de afgunst oi de nijd
ver uit ieders hartNey ten andere
was te hoog gestegen om dit gevoel
te kunnen verwekken. Hij zelf stond
eenvoudig en gansch kalm bij dit alles
toe te luisteren, alsof hij niets buiten
gewoons had gedaan. Alleen zijn
oogen schitterden ongemeen.
1 n deze laatste dagen waren er vele
grootsche daden gepleegd. De dag
van den i6e was een roemrijke dag
voor prins Eugcen, die van den I7C
voor maarschalk Mortier, doch van
heden af werd Ney door allen den
held van den aftocht uitgeroepen.
Toen, twee mijlen verder, Napoleon
de terugkomst van Ney vernam sprong
hij op van vreugde, en blijde riep hij
uitIk heb dus myne arenden gered I
Ik hadde drie honderd millioen uit
mijn schatkist gegeven voor het be
houd van zulk een man
('t Vervolgt)