loom van moseou
fan Beroemde
Bekeerlingen
V00B DEK PAUS.
KATHOLIEK NIEUWS' EN AANKONDIGINGSBLAD
Zondag l(> September 1917
o centiemen bet nummer
71sle Jaar IV 4773
Van de Putte-Goossens
Week-Kalender.
Als Jezus zou slapen
Henri Lacordaire.
in 1812.
DE DENDERBODE
Abonnementsprijs: 3 trank 'sjaars
Men schrijft in te Aalst
31, KORTE ZOUTSTRAAT, 31
DRUKKERUITGEVER
Aalst, den 15 September 1917.
SEPTEMBER.
Evangelie van den Zondag:
Jesus geneest een waterzuchtige.
LUC. XIV.
16 Zondag, 16 na Sinksen, H. H. Cornelius
en Cyprianus, b. mrs.
17 Maandag, Wondteeköns van den H Fran
ciscus.
18 Dinsdag, H. Jozef van Cupertino, b.
19 Woensdag, H. Januariusen Gezellen ntrs
20 Donderdag, HH. Eustachius en gezellen,
ntrs.
21 Vrijdag, H. Mattheus, apostel en evang.
22 Zaterdag, H. Thomas van Villanova,
b. en b.
Als Jezus zou slapen, avond spfl,
Volgden hém steeds elf engelen na,
En hielden heel hoog en lichten Hem voor
Veel sterren, zilverzacht van gloor.
En als Hij nu in zijn bedje lag,
Traden zij nader, vol heilig ontzag,
En namen elkaar heel stil bij de hand
Ten reidans om zijn ledikant.
En zongen liedekens, wonderzacht,
Gelijk nachtegalen bij lentenacht
Vielen dan 's Kindjes oogelijns dicht,
Dan doofden zij gauw hun sterrelicht,
En ieder koos zich, zonder geluid,
Voor heel den nacht een plekjen uit
Twee zetten zich, groen als de zee die deint,
Aan zijn hoofden- en aan zijn voeteneind.
Rechts en links, op de spondeplank,
Zaten twee andere, als sneeuw zoo blank.
Twee deden niets dan het kindje dekken
Die waren azuur als de zomernacht.
Twee moesten Het, kussend, des morgens
[wekken
Die waren gedost in morgenpracht.
Twee hielden hun opengevouwen wieken
Als een levenden hemel over het Wicht
Hun kleed geleek op het morgenkrieken
En van hun aanzicht straalde licht.
En ieder op zijn hoofdje droeg
Een vonkelenden rooden rozenhoed.
Een enkele stond ter zij alléén.
En waagde het niet vooruit te treên.
En zag, met oogen vol getraan,
Van ver het slapend Kindjen aan
Die droeg op 't hoofd een doornenhoed,
lijn handen en voeten dropen van bloed...
Pol De Mont.
ii.
12e Vervolg.
De artikelen van L,Avenir Lacordaire
iver het Concordaat Montalembert over
het Geloof.
Laten wij de redacteurs van «L'Avenir»
voor eenige oogenblikken zelf aan het
woord hetgeen ons nader in voeling
Jrengeu zal met hun werk. Over het
Bo Mengelwerk. Nadruk verboden
Groot Historisch Verhaal.
(Getrokken uit het vermaard boek van
Graal Philiep de Ségur, Generaal, die
den veldtocht meegemaakt heeft).
Alle hoop van tusschen de vijande
lijke legers te kunnen doordringen
was dus verzwonden vooruitgestuwd
als wij waren door de krijgsscharen
van Kutusof en Wittgenstein tot aan
'Ie boorden der Berezina, gingen wij
derhalve genoodzaakt wezen deze
rivier over te steken spijt^de leger
macht van Tchitchakof aie er ons
afwachtte.
Van af den 23e bereidde zich Napo
leon tot dien overtocht als tot* een
anhopige daad. En vooreerst deed
iiij de arenden van al de korpsen aan
brengen om ze te verbranden. Hij
splitste in twee bataljons de achttien
honderd ontzadelde ruiters zijner
garde, waarvan er slechts elfhonderd
vier-en-vijltig gewapend waren met
geweren en karabijnen.
De ruiterij van ons groot leger was
zoodanig toegetakeld geworden dat
er slechts honderd en vijftig ruiters
aan Latour-Maubourg overbleven. De
keizer verzamelde om hem heen al de
oflicieren van dien nog gezadelden
ruitertroep, en die bende van onge
veer vijf honderd ritmeesters heette
hij zijn geheiligd bataljon. Grouchy
en Sebastiani voerden er bevel over
AANKONDIGINGEN
Kleine één maal 0,75 tr twee maal i,»5 Ir.
Gewone annonces o.i5 ie regel.
Vonnissen, sterfgevallen, enr. 0,5e de regel.
Dikwijla te herhalen volgen* akkoord.
opgeblazene, het geweldadige van den
toon dien zij soms aanhieven, zal men
best kunnen oordeelen door den volgen
den oproep van Lacordaire tot do fran-
sche katholieke priesters om niet langer
de jaarwedde te aanvaarden die een
godsdiensthatende staat hen als een
aalmoes toewierp
Wij worden betaald door onze vijanden,
door dezen die ons voor schijnheiligaards of
dommerikken uitschelden en die denken dat
ons leven aan hun geld vasthangt. Zij zijn
onze schuldenaars, ongetwijfeld, en 't ergste
is wel dat zij, cnze schuldenaars zijnde,
zich inbeelden ons eene aalmoes te geven en
een dwaze aalmoes. Deze jaarwedde wordt
hierdoor zoo beleedigend dat zij die haar
aanvaarden noodzakelijk ten prooi vallen aan
de verachting. Stelt u voor dat een schulde
naar, zijn schuldcischer ontmoetend, hem
een handvol ge Ids in het slijk zou toewerpen,
uitroepend Werk, luiaard, werk I Zie
daar hoe onze vijanden ons behandelen, en
het is vandaag deftig jaren en vier maanden
dat wij ons bukken om op te rapen... (1)
Hot artikel eindigt als volgt
Katholieke priesters, wij voelen diep
uwen vernederenden toestand, en wij denken
dat de armoede honderd keeren te verkiezen
is boven de beleedigingen van eenen prefekt
of den ondergang der kerk. Heeft men ooit
de menschen met meer verachting behandeld?
Katholieke priesters, wij protesteeren van
onzen kant tegen zooveel hoon, tegen dien
martelenden imaad.
Zoolang er ons een adem overblijven zal.
zullen wij hemel en aarde tot getuigen nemen
dat wij zuiver zijn van dit bloed dat men
droppel voor droppel uit uwe aderen perst.
Eenigen onder u kunnen ons haten indien
zij willen zij zullen ons beschuldigen en tot
de armoede te doemen. Een dag zal misschien
komen dat wij met hunne vermaledijding
door de wereld zullen gaan, en een weinig
aarde zal ons misprezen asch bedekken, doch
in het uur der opstanding verhopen wij dat
God in ons gebeente de liefde zal terugvinden
welke er voor u steeds smeulen bleef. (2)
Deze artikelen welke Lacordaire in de
vlammende vurigheid zijner acht en
twintig jaren neerpende, hadden hoeft
het gezegd een beangstigenden weer
galm te Rome.
Doch wat al prachtige artikelen treft
men daarnaast niet aan in het strijdlustige
dagblad Artikelen vol nieuwe on edel
moedige gedachten die niet tevergeefs in
de maatschappij geworpen werden ar
tikelen waarin het geloof met ontroe
rende welsprekendheid wordt verdedigd
en verheerlijkt, of waar iedere vrijheids
beweging in de naburige landen geest
driftige tegemoetkoming vindt. Hier
vooral, nevens het dikwerf zoo bitter en
bijtend proza van den somber gestemden
Lamennais, schittert met zaclUea gloed
de frissche lyrische taal van Lacordaire
en Montalembert, die hijwijlen hun rol
van polemiekers vergelen om den vollen
vlucht te laten aan hun jong dichterlijk
gevoel. In zijn artikel over het Geloof,
L'Avenir 3 Oogst 1831) bezingt
het is een waar bezingen Montalem
bert met een heerlijke bezieling liet zoo
vervolgd en geteisterd en toch immer
onsterfli.ik-glanzend geloof zijner vade
ren Dit artikel eindigt aldus
...Geloof onzer vaderen, heilige gods
dienst van onzen Verlosser, gij die de tranen
onzer eerste jaren gedroogd hebt, gij die de
zegen en de troost wezen zult van al onze
verscheidene divisie-generaals wer
den aangesteld als kapiteins.
Napoleon beveelt verders dat al de
onnoodige rijtuigen aan de vlammen
moeten overgeleverd worden. Geen
enkel officier mag er nog een be
houden. De helft der fourgons en
wagens in dienst van al de korpsen
wordt insgelijks verbrand, en de
paarden er van komen in het bezit
van de artillerie der garde. Dc artil
lerie-officieren krijgen opdracht zich
van al de trekdieren meester te maken
die binnen hun bereik zijn, en zelfs
de hand te leggen op de paarden des
keizers, liever dan een kanon of eenen
caisson te moeten in den steek laten.
Terzeivertijd dringt Napoleon in
dit donker en onmetelijk woud van
Minsk binnen, waar alleen eenige
burchten en armzalige woningen ver
rijzen en wat licht laten doorbreken.
Het geluid van het kanon van Witt
genstein vervulde het met zijn losbar
stingen. Deze rus snelde op den rech
terflank onzer stervende kolom aan,
uit het Noorden afdalend en ons den
winter terugbrengend die ons met
Kutusol verlaten had dit dreigend
gedommel deed ons den stap ver
haasten. Veertig tot vijftig duizend
mannen, vrouwen en kinderen, ijlden
door deze bosschen weg zoo snel als
hunne zwakheid en de sneeuw het hun
toelieten.
Deze dwangmarschen, met liet
krieken van den dag aangevangen lot
laat in den nacht, verstrooiden alles
wat tot oj) heden bijeengebleven was.
Men geraakte het spoor van elkander
toekomende,levensjaren wij hebben u ge
kend midden de weidsche staatsie der hovin
gen en de Muldehetoogiiigen der vorsten, en
sinds dieii beminden wij u vurig, doch heden,
te midden van het schijnbaar verval waarin
een almachtige wil u laat. beminnen wij u
met eene liefde die stijgt in evenredigheid
van al de ondankbaarheid der wereld In uwe
tijdelijke verlatenheid putten wij verschen
moed om u te aanbidden, alsof er een minder
groote afstand lag tusschen uwe oneindige
grootheid en ons. Achtien eeuwen zijn over
uw edel voorhoofd gevaren zonder het te
rimpelen, en wij weten dat uwe schoonheid
onsterfelijk is, dat zij het blind misprijzen
uwer vijanden evenals onze hulde en liefde
overleven zal. Indien goddelooze handen u tot
de doodkist veroordeelen dan zullen wij u
daar met onze liefde volgen. Laat anderen
op zoek gaan naar een nieuwen godsdienst
en nieuwe heiligdommen oprichten, doch laat
ons u volgen in uwe verlatenheid, laat ons
allen een schuiloord zoeken in uwen schoot,
trouw aan al uwe lotsbestemmingen, trouw
aan uwe vrijheid en uw lijden.
('t Vervolgt).
(1) Avenir i5 November 1830. Hel is het
Concordaat in 1802 door Napoleon met de kerk
aangegaan dat Lacordaire hier zoo heftig aan
randt. En eigenaardig is het om nagaan wat een
groot doch ongeloovig schrijver, de vermaarde
Taine, over ditzelfde concordaat later neerpen
nen zou Dit nieuw verbond, schrijft hij, dat
hij in 18oa met de kerk heeft aangegaan, is
niet een godsdienstig huwelijk, niet een plcch
tig sacrament door hetwelk eertijds te Reims
hij en zij aan elkaar beloofden samen en over-
eenstemmend te leven in hetzelfde geloof,
doch een simpel kontrakt, meer nog, het is het
reglement van eene definitieve en gewettigde
«echtscheiding... De Staat wijst aan de Kerk
een klein afzonderlijk appartement aan,
en kent haar eene schrale jaarwedde toe
daarmede beeld hij zich in jegens haar effen te
staan, en nog verder gaande, stelt hij zich
voor dat zij nog steeds zijn onderdane blijft
hij wil al de rechten behouden welke het oud
huwelijk hem over haar toekende hij oefent
die uit en voegt er nog andere bij... Enz.
(Taine Lc Regime Moderne 11,60J.
(2) Met reden stipt een schrijver hier aan
De voortvarendheid schaadt aan de wijs-
heid. L'Avenir ging te ver. Het offerde de
rechten der Kerk aan eene hersenschim op.
Stellig, de vrijheid gaat boven een handvol
gelds, maar aan dit handvol gelds verzaken
«ware de groote meerderheid der fransche
priesters in de ellende dompelen. Indien de
kerk er in toegestemd hadde haren schuldbriet
van omtrent vier miljard franken te verbran-
den in ruiling eener Belofte, dan ware zulks
een onherstelbare onvoorzichtigheid geweest
en een echte dwaasheid. De historie leert ons
hoeveel waarde de gouvernementen hechten
aan de plechtigste verbintenissen jegens zwak-
ke staten aangegaan. De meest gezaghebbende
congressen zullen er nooit in lukken een einde
te stellen aan de politieke bandieterij, dan
vooral wanneer de Kerk een gretig beloerde
«prooi is... Lacordaire heeft deze vraag zelf
Beantwoord toen hij erkende dat zijn geloof in
de eerlijkheid der gouvernementen bedrogen
werd, en dat hij het recht niet had duizenden
zijner medebroeders tot den bedelzak te doe
men.
«Achtien jaren later zal hij zelt het behoud
van de budjetten van den eeredienst eischen.»
De grootste gebeurtenis der negentien
de eeuw was de vernietiging van de tij
delijke macht des Pauzen.
Een goddelooze woede en een aan
waanzin grenzende vermetelheid beukten
op eeneu troon, door twaalf eeuwen
geëerbiedigd en ondersteund. Het onge
loof. vereenigd met de omwenteling,
doorliep driester en trots de ganscbe
wereld. Europa leverde een droevig
schouwspel aan de beschaving. De lucht
was zwanger van eene bloedige tragedie,
van Gods toorn, want nooit werd de
Godsdienst vervolgd, zouderdat er groote
ongelukken op de wereld neerstortten.
De hel was losgebroken.
Men beweerde dat liet Pauselijk grond
gebied eene onbeschaafde streek, was
dat de bevolking er niet bestuurd werd
dat er noch wetten, noch gerecht, noch
scholen bestonden dat de H. Vader
onbekwaam was, twee of drie millioen
onderdanen teregecreu. Moest men alles
op 'twoord geloofd hebben, dan heerschte
in de Kerkelijke Staten de volledigste
anarchie, waar elk meester speelde en
naar eigen goeddunken handelde. Deze
voorwendsels klonken nochtans Yry zon
derling, want van den anderen kant ver
weet men aan Pius IX zijne zwakte,
zijne zachtmoedigheid in zyne hand
paste beter den herderstaf dan den schep-
ter Overigens,de massa, de eigenlijke
Romeinen, bleven den Paus getrouw,
maar zij beschermden hem niet. Wat zeg
ik Zij verlangden door hem beschermd
te worden en dat was eene utopie, eene
hersenschim, want die macht had Zijne
Heiligheid niet.
De Pauzen hebben eeuwen lang als
wereldlijke en onafhankelijke vorsten
geregeerd. Christus was Koning, en zijn
opvolger, zijn gezalfde plaatsvervanger
is hét dus ook. Zijn troon was klein, maar
groot en uitgestrekt, omdat de waarheid
en de rechtvaardigheid er op zetelen
Altijd was het Vatikaan een bolwerk def
beschaving en der vrijheid. Het christen
Europa is aan de Pauzen zijn bestaan
verschuldigd zij waren steeds de be
schermers van kunsten en wetenschap
pen, de vaders der verdrukten, van slaven
en armen, de leeraars der volken.
Voor mijn eigen persoon, verklaarde
Pius IX aan den markies de Ségur, houd
ik volstrekt niet aan het uitwendige van
het tijdelijk gezag. Ik weet dat ik geen
Paus ben om door een Hof vereerd te
worden en dagelijks in eene koets, door
vier paarden getrokken, te rijden. Wat
prijs kan ik daaraan hechten f Maar het
Goddelijk Ambt, door het Hoofd der Kerk
bekleedt, vereenzelvigd met de waardig
heid, zijn als de oogen die in het aange
zicht hunne plaats hebben zóó wil het
de Schepping en deze die beweren dat
zij slechts de oogen van plaats willen
veranderen, willen niets anders dan die
oogen uitrukken. Ik houd aan het tijde
lijk gezag, en ik zal het verdedigen, zelf
ten prijze mijns levens, omdat hot onont
beerlijk is voor de Yolle vrijheid der
Kerk, voor de katholieke gemeenschap,
voor gansch het menschel ijk geslacht.
Indien de Vicaris van Jozus-ühristus in
de catacomben moet terugkeeren, dan
zal dit geschieden onder de drukking der
overmacht, tot ongeluk van heel de we
reld. Dan ook zal .Tezus-Christns in de
catacomben nederdalen, en met Hem de
vrijheid. God en de Vrede zullen van
deze aarde verdwenen zijn. Voorzeker
wordt de orde later hersteld, maar wan
neer en ten koste van welke onmeet
bare rampen
De Kerk is de school der ondervinding.
Hare Opperherders zagen steeds klaar in
de toekomst.
De Kerk is ook de grootste school van
eerbied en onderwerping aan alle macht,
aan alle aardsche wetten hare vrijheid,
bijster in deze reuzige wouden en
lange nachten. Des avonds hield men
halt, des morgens zette men zich
terug op weg in de duisternis, zonder
te weten waarheen en zonder signaal
het werd thans een volledige warboel
waarin al de overblijfsels der korpsen
versmolten.
Terwijl wij aldus, ten uiterste uitge
put en verward, Borizof naderden,
stegen er almeteens vóór ons groote
kreten op. Lenigen snelden voorop,
denkend dat het een aanval was. Het
was het leger van Victor dat door
den aarzelenden vooruitstoot van
Wittgenstein tot aan den rechterkant
onzer baan afgezakt was. Hier wachtte
het den doortocht van Napoleon af.
Nog geheel gaai en levend gebleven,
herzag het nu zijnen keizer welke het
met zijn gewone juich roepen onthaalde
die wij lang vergeten hadden.
Het wist niets van onze rampen af
deze waren zorgvol verborgen ge
weest, zelfs aan de leiders. .Ook ston
den de soldaten van Victor onthutst
en verstomd toen zij. in. plaats van
het groot veroveringsleger van Mos
eou, achter den keizer een bende met
lompen belapte schimmen bemerkten
die allerhande kleedingstukkeii droe
gen, vrouwenpelsen, flarden van tapij
ten, vuile mantels door de bivakvuren
geschroeid en met zwarte gaten door
boord. Vol ontzetting staarden zij die
ongelukkige ontvleeschdp mannen
aan. met hun lijkkleurige stekelig
bebaarde aangezichten, ongewapend,
zonder schaamte vooruitstappend in
een onbeschrijfbare warreling, het
hoofd omneer gebogen en met neer
geslagen oogen gelijk een bende ge
vangenen.
Wat de soldaten van Victor het
meest verwonderde dat was het zicht
van die menigte verstrooide kolonels
en generalen die te midden van dit
tuchtloos gewoel opstapten en nog
slechts met hun eigen persoon bekom
merd schenen. Zij hadden ten andere
niets meer te bevelen, want hier had
de buitenmatige ellende alle banden
verbroken en alle rangen uitgewischt.
Dit schouwspel, zoo ongewoon en
ongelooflijk, deed de verstomming
van het leger van Victor en Oudinot
ten toppnnt stijgen. Hun officieren,
tot tranen toe gevoerd door mede
lijden hielden degenen tegen welke zij
als makkers tusschen die ellendigen
erkenden. Zij brachten hen eten en
kleeding aan. en dan vroegen zij hen
waar toch hun legerkorps was ge
bleven Waarop de anderen hen de
nietige overblijfselen aantoonden die
zij behouden hadden.
Het zien ran zulk een groote cata-
stroof schokte van af den eersten dag
het tweede en het negende legerkorps.
De wanorde, de meest besmettelijke
aller kwalen, tastte hen aan.
En nochthans toch twijfelden de
ongewa penden en zelf de stervenden
aan de zegepraal niet, alhoewel zij
heel goed wisten dat wij een rivier
moesten oversteken en een nieuwen
vijand overwinnen. Wij vormden nog
alleen de schaduw van een leger, doch
het was de schaduw van het Groote
Leger. Het voelde zich slechts door
hare souvereioiteit zijn de voorwaarden,
de verzekering van de grootheid der
Staten. Napoleon, nog eerste consul zijn
de, achtte zich gelukkig omdat de Paus
het evenwicht hield tusschen de Katho
lieke vorsten.
Eene onoverwinnelijke wet verheft den
Stoel van Rome, zegt graaf de Maistre
het Opperhoofd der Katholieke Kerk
werd als Souverein geboren. Welke de
waarachtige waarborg voor de onafhan
kelijkheid des Pausen is, en wat ze zijn
moet heeft men uit het verleden kunnen
leeren, 't is te zeggen van het oogenblik
af waarop de eerste christen Giesar be
sloot den zetel van het keizerrijk naar
Byzantium over te brengen
De Paus is de koning der geesten, de
vorst van de maatschappij der zielen.
Zijne kudde bestaat uit meer dan twee
honderd millioen menschen. Zijn recht
is een natuurrecht, een burgerlijk en een
goddelijk recht. Godes wet gaat vóór
alle ander wetten, en wanneer men de
Kerk de dienares van den Staat wil ma
ken, belet men haar van te onderwijzen,
van te leiden, van de christen wereld te
besturen.
Roma 0 morte
Nooit
Gods macht is grooter dan de mensche-
lijke krankheid.
Christus waakt op zijne Bruid» te mid
den van den storm, te midden van de
schrikkelijkste gruwel, die ooit over
Europa losbrak. Hij heeft immers aan
Petrus beloofd Gij zyt Petrus, dat is
steenrots, en op deze steenrots zal ik
mijne kerk bouwen en al het geweld der
hel zal tegen haar niets vermogen. Met
u zal de opperheerschappij op den dag
uwer macht gepaard gaan met den glans
der heiligheid
Ik zal u bijblijven tot in liet einde der
eeuwen
Het schipje der Kerk kan wel dooi' de
golven bedekt worden, maar het kan
nooit ten gronde gaan (S. Anselmus).
Volken gaan voorbij, tronen vervallen,
de Kerk alleen blijft staan (Napoleon
op Sint Helena).
De eeuwige jeugd der Kerk van Chris
tus vernieuwt zich steeds als de jeugd
des adelaars. Gepurperd in het bloed
harer martelaars, rees zij na ieder orkaan,
als de phoenix, zegepralend uit vuur en
puioen op.
De Paus zal altijd de groote Vredevorst,
de onpartijdige bemiddelaar zijn. Hij zal
altyd opperpriester en koning wezeu,
waar hij zich ook moge bevinden, in
zijne Staten, in het Vatikaan, in den ker
ker hij zal zijn drievoudig gezag behou
den in den Hemel, op de aarde en zelfs
in de afgronden
het oppergezag van den man van
Vrede en Liefde.
Welk rijk bestaat zoo lang als het
Pausdom f Waar zetelen de vorstenhui
zen, waar wonen de volken, waar vindt
men de Staten nog. die tijdgenooten wa
ren van den eersten Paus Waar zijn de
Kalifs van Cordova en Bagdad Waar de
Dogen van Genua en Venetië Waar de
glorie der Grieksche keizers Waar staat
de glanzende troon der Frankische konin
gen
Allen zijn verbrijzeld
Alles verdween
Alleen het Pausdom leeft nog
Neen de Pauzen sterven niet
de natuurelementen overwonnen. Het
zicht van zijnen keizer stelde het ge
rust. Sedert lar.gr reeds wai het ge
woon nog slechts op hem te rekenen,
niet om te leven, maar om te kunnen
zegepralen. Dit was onze eerste onge
lukkige veldtocht, en al de vorige
waren zoo glansrijk geweest Het
kwam er thans nog slechts op aan
hem te kunnen volgen hij alleen die
zyne soldaten eerst zoo hoog verhief
om hen daarna zoo diep neer te ploffen
zou hen ook vermogen te redden. Hij
waf dus nog te midden van zijn leger
zooals de noop te midden van net
hart van den mensch.
Ook te midden van zooveel wezens
die hem hun lijden mochten verwijten,
zag men hem zonder vreeze rondwan
delen, de eenen en de anderen rustig
en ongekunsteld toesprekend, over
tuigd dat men hem eerbiedigen zou
evenals men zijn glorie eerbiedigde.
Hij wisr genoeg dat hij ons toebe
hoorde evenals wij aan hem, want
zijn roem was als een nationale eigen
dom geworden.
Aldus was het hachelijkste oogenblik
aangebroken. Victor bevond zich
achter ons met vijftien duizend man
Oudinot vóór ons met vijf duizend en
reeds op de oevers der Berezina. En
daartusschen in bevond zich de keizei
met zeven duizend man, veertig dui
zend achterblijvers en een enorme
massa reisgoed en artillerie waarvan
het meerendeel aan het tiende en het
negende korps toebehoorde.
('t Vervolgt)