loom van moseou fan Beroemde Bekeerlingen V00B DEK PAUS. KATHOLIEK NIEUWS' EN AANKONDIGINGSBLAD Zondag l(> September 1917 o centiemen bet nummer 71sle Jaar IV 4773 Van de Putte-Goossens Week-Kalender. Als Jezus zou slapen Henri Lacordaire. in 1812. DE DENDERBODE Abonnementsprijs: 3 trank 'sjaars Men schrijft in te Aalst 31, KORTE ZOUTSTRAAT, 31 DRUKKERUITGEVER Aalst, den 15 September 1917. SEPTEMBER. Evangelie van den Zondag: Jesus geneest een waterzuchtige. LUC. XIV. 16 Zondag, 16 na Sinksen, H. H. Cornelius en Cyprianus, b. mrs. 17 Maandag, Wondteeköns van den H Fran ciscus. 18 Dinsdag, H. Jozef van Cupertino, b. 19 Woensdag, H. Januariusen Gezellen ntrs 20 Donderdag, HH. Eustachius en gezellen, ntrs. 21 Vrijdag, H. Mattheus, apostel en evang. 22 Zaterdag, H. Thomas van Villanova, b. en b. Als Jezus zou slapen, avond spfl, Volgden hém steeds elf engelen na, En hielden heel hoog en lichten Hem voor Veel sterren, zilverzacht van gloor. En als Hij nu in zijn bedje lag, Traden zij nader, vol heilig ontzag, En namen elkaar heel stil bij de hand Ten reidans om zijn ledikant. En zongen liedekens, wonderzacht, Gelijk nachtegalen bij lentenacht Vielen dan 's Kindjes oogelijns dicht, Dan doofden zij gauw hun sterrelicht, En ieder koos zich, zonder geluid, Voor heel den nacht een plekjen uit Twee zetten zich, groen als de zee die deint, Aan zijn hoofden- en aan zijn voeteneind. Rechts en links, op de spondeplank, Zaten twee andere, als sneeuw zoo blank. Twee deden niets dan het kindje dekken Die waren azuur als de zomernacht. Twee moesten Het, kussend, des morgens [wekken Die waren gedost in morgenpracht. Twee hielden hun opengevouwen wieken Als een levenden hemel over het Wicht Hun kleed geleek op het morgenkrieken En van hun aanzicht straalde licht. En ieder op zijn hoofdje droeg Een vonkelenden rooden rozenhoed. Een enkele stond ter zij alléén. En waagde het niet vooruit te treên. En zag, met oogen vol getraan, Van ver het slapend Kindjen aan Die droeg op 't hoofd een doornenhoed, lijn handen en voeten dropen van bloed... Pol De Mont. ii. 12e Vervolg. De artikelen van L,Avenir Lacordaire iver het Concordaat Montalembert over het Geloof. Laten wij de redacteurs van «L'Avenir» voor eenige oogenblikken zelf aan het woord hetgeen ons nader in voeling Jrengeu zal met hun werk. Over het Bo Mengelwerk. Nadruk verboden Groot Historisch Verhaal. (Getrokken uit het vermaard boek van Graal Philiep de Ségur, Generaal, die den veldtocht meegemaakt heeft). Alle hoop van tusschen de vijande lijke legers te kunnen doordringen was dus verzwonden vooruitgestuwd als wij waren door de krijgsscharen van Kutusof en Wittgenstein tot aan 'Ie boorden der Berezina, gingen wij derhalve genoodzaakt wezen deze rivier over te steken spijt^de leger macht van Tchitchakof aie er ons afwachtte. Van af den 23e bereidde zich Napo leon tot dien overtocht als tot* een anhopige daad. En vooreerst deed iiij de arenden van al de korpsen aan brengen om ze te verbranden. Hij splitste in twee bataljons de achttien honderd ontzadelde ruiters zijner garde, waarvan er slechts elfhonderd vier-en-vijltig gewapend waren met geweren en karabijnen. De ruiterij van ons groot leger was zoodanig toegetakeld geworden dat er slechts honderd en vijftig ruiters aan Latour-Maubourg overbleven. De keizer verzamelde om hem heen al de oflicieren van dien nog gezadelden ruitertroep, en die bende van onge veer vijf honderd ritmeesters heette hij zijn geheiligd bataljon. Grouchy en Sebastiani voerden er bevel over AANKONDIGINGEN Kleine één maal 0,75 tr twee maal i,»5 Ir. Gewone annonces o.i5 ie regel. Vonnissen, sterfgevallen, enr. 0,5e de regel. Dikwijla te herhalen volgen* akkoord. opgeblazene, het geweldadige van den toon dien zij soms aanhieven, zal men best kunnen oordeelen door den volgen den oproep van Lacordaire tot do fran- sche katholieke priesters om niet langer de jaarwedde te aanvaarden die een godsdiensthatende staat hen als een aalmoes toewierp Wij worden betaald door onze vijanden, door dezen die ons voor schijnheiligaards of dommerikken uitschelden en die denken dat ons leven aan hun geld vasthangt. Zij zijn onze schuldenaars, ongetwijfeld, en 't ergste is wel dat zij, cnze schuldenaars zijnde, zich inbeelden ons eene aalmoes te geven en een dwaze aalmoes. Deze jaarwedde wordt hierdoor zoo beleedigend dat zij die haar aanvaarden noodzakelijk ten prooi vallen aan de verachting. Stelt u voor dat een schulde naar, zijn schuldcischer ontmoetend, hem een handvol ge Ids in het slijk zou toewerpen, uitroepend Werk, luiaard, werk I Zie daar hoe onze vijanden ons behandelen, en het is vandaag deftig jaren en vier maanden dat wij ons bukken om op te rapen... (1) Hot artikel eindigt als volgt Katholieke priesters, wij voelen diep uwen vernederenden toestand, en wij denken dat de armoede honderd keeren te verkiezen is boven de beleedigingen van eenen prefekt of den ondergang der kerk. Heeft men ooit de menschen met meer verachting behandeld? Katholieke priesters, wij protesteeren van onzen kant tegen zooveel hoon, tegen dien martelenden imaad. Zoolang er ons een adem overblijven zal. zullen wij hemel en aarde tot getuigen nemen dat wij zuiver zijn van dit bloed dat men droppel voor droppel uit uwe aderen perst. Eenigen onder u kunnen ons haten indien zij willen zij zullen ons beschuldigen en tot de armoede te doemen. Een dag zal misschien komen dat wij met hunne vermaledijding door de wereld zullen gaan, en een weinig aarde zal ons misprezen asch bedekken, doch in het uur der opstanding verhopen wij dat God in ons gebeente de liefde zal terugvinden welke er voor u steeds smeulen bleef. (2) Deze artikelen welke Lacordaire in de vlammende vurigheid zijner acht en twintig jaren neerpende, hadden hoeft het gezegd een beangstigenden weer galm te Rome. Doch wat al prachtige artikelen treft men daarnaast niet aan in het strijdlustige dagblad Artikelen vol nieuwe on edel moedige gedachten die niet tevergeefs in de maatschappij geworpen werden ar tikelen waarin het geloof met ontroe rende welsprekendheid wordt verdedigd en verheerlijkt, of waar iedere vrijheids beweging in de naburige landen geest driftige tegemoetkoming vindt. Hier vooral, nevens het dikwerf zoo bitter en bijtend proza van den somber gestemden Lamennais, schittert met zaclUea gloed de frissche lyrische taal van Lacordaire en Montalembert, die hijwijlen hun rol van polemiekers vergelen om den vollen vlucht te laten aan hun jong dichterlijk gevoel. In zijn artikel over het Geloof, L'Avenir 3 Oogst 1831) bezingt het is een waar bezingen Montalem bert met een heerlijke bezieling liet zoo vervolgd en geteisterd en toch immer onsterfli.ik-glanzend geloof zijner vade ren Dit artikel eindigt aldus ...Geloof onzer vaderen, heilige gods dienst van onzen Verlosser, gij die de tranen onzer eerste jaren gedroogd hebt, gij die de zegen en de troost wezen zult van al onze verscheidene divisie-generaals wer den aangesteld als kapiteins. Napoleon beveelt verders dat al de onnoodige rijtuigen aan de vlammen moeten overgeleverd worden. Geen enkel officier mag er nog een be houden. De helft der fourgons en wagens in dienst van al de korpsen wordt insgelijks verbrand, en de paarden er van komen in het bezit van de artillerie der garde. Dc artil lerie-officieren krijgen opdracht zich van al de trekdieren meester te maken die binnen hun bereik zijn, en zelfs de hand te leggen op de paarden des keizers, liever dan een kanon of eenen caisson te moeten in den steek laten. Terzeivertijd dringt Napoleon in dit donker en onmetelijk woud van Minsk binnen, waar alleen eenige burchten en armzalige woningen ver rijzen en wat licht laten doorbreken. Het geluid van het kanon van Witt genstein vervulde het met zijn losbar stingen. Deze rus snelde op den rech terflank onzer stervende kolom aan, uit het Noorden afdalend en ons den winter terugbrengend die ons met Kutusol verlaten had dit dreigend gedommel deed ons den stap ver haasten. Veertig tot vijftig duizend mannen, vrouwen en kinderen, ijlden door deze bosschen weg zoo snel als hunne zwakheid en de sneeuw het hun toelieten. Deze dwangmarschen, met liet krieken van den dag aangevangen lot laat in den nacht, verstrooiden alles wat tot oj) heden bijeengebleven was. Men geraakte het spoor van elkander toekomende,levensjaren wij hebben u ge kend midden de weidsche staatsie der hovin gen en de Muldehetoogiiigen der vorsten, en sinds dieii beminden wij u vurig, doch heden, te midden van het schijnbaar verval waarin een almachtige wil u laat. beminnen wij u met eene liefde die stijgt in evenredigheid van al de ondankbaarheid der wereld In uwe tijdelijke verlatenheid putten wij verschen moed om u te aanbidden, alsof er een minder groote afstand lag tusschen uwe oneindige grootheid en ons. Achtien eeuwen zijn over uw edel voorhoofd gevaren zonder het te rimpelen, en wij weten dat uwe schoonheid onsterfelijk is, dat zij het blind misprijzen uwer vijanden evenals onze hulde en liefde overleven zal. Indien goddelooze handen u tot de doodkist veroordeelen dan zullen wij u daar met onze liefde volgen. Laat anderen op zoek gaan naar een nieuwen godsdienst en nieuwe heiligdommen oprichten, doch laat ons u volgen in uwe verlatenheid, laat ons allen een schuiloord zoeken in uwen schoot, trouw aan al uwe lotsbestemmingen, trouw aan uwe vrijheid en uw lijden. ('t Vervolgt). (1) Avenir i5 November 1830. Hel is het Concordaat in 1802 door Napoleon met de kerk aangegaan dat Lacordaire hier zoo heftig aan randt. En eigenaardig is het om nagaan wat een groot doch ongeloovig schrijver, de vermaarde Taine, over ditzelfde concordaat later neerpen nen zou Dit nieuw verbond, schrijft hij, dat hij in 18oa met de kerk heeft aangegaan, is niet een godsdienstig huwelijk, niet een plcch tig sacrament door hetwelk eertijds te Reims hij en zij aan elkaar beloofden samen en over- eenstemmend te leven in hetzelfde geloof, doch een simpel kontrakt, meer nog, het is het reglement van eene definitieve en gewettigde «echtscheiding... De Staat wijst aan de Kerk een klein afzonderlijk appartement aan, en kent haar eene schrale jaarwedde toe daarmede beeld hij zich in jegens haar effen te staan, en nog verder gaande, stelt hij zich voor dat zij nog steeds zijn onderdane blijft hij wil al de rechten behouden welke het oud huwelijk hem over haar toekende hij oefent die uit en voegt er nog andere bij... Enz. (Taine Lc Regime Moderne 11,60J. (2) Met reden stipt een schrijver hier aan De voortvarendheid schaadt aan de wijs- heid. L'Avenir ging te ver. Het offerde de rechten der Kerk aan eene hersenschim op. Stellig, de vrijheid gaat boven een handvol gelds, maar aan dit handvol gelds verzaken «ware de groote meerderheid der fransche priesters in de ellende dompelen. Indien de kerk er in toegestemd hadde haren schuldbriet van omtrent vier miljard franken te verbran- den in ruiling eener Belofte, dan ware zulks een onherstelbare onvoorzichtigheid geweest en een echte dwaasheid. De historie leert ons hoeveel waarde de gouvernementen hechten aan de plechtigste verbintenissen jegens zwak- ke staten aangegaan. De meest gezaghebbende congressen zullen er nooit in lukken een einde te stellen aan de politieke bandieterij, dan vooral wanneer de Kerk een gretig beloerde «prooi is... Lacordaire heeft deze vraag zelf Beantwoord toen hij erkende dat zijn geloof in de eerlijkheid der gouvernementen bedrogen werd, en dat hij het recht niet had duizenden zijner medebroeders tot den bedelzak te doe men. «Achtien jaren later zal hij zelt het behoud van de budjetten van den eeredienst eischen.» De grootste gebeurtenis der negentien de eeuw was de vernietiging van de tij delijke macht des Pauzen. Een goddelooze woede en een aan waanzin grenzende vermetelheid beukten op eeneu troon, door twaalf eeuwen geëerbiedigd en ondersteund. Het onge loof. vereenigd met de omwenteling, doorliep driester en trots de ganscbe wereld. Europa leverde een droevig schouwspel aan de beschaving. De lucht was zwanger van eene bloedige tragedie, van Gods toorn, want nooit werd de Godsdienst vervolgd, zouderdat er groote ongelukken op de wereld neerstortten. De hel was losgebroken. Men beweerde dat liet Pauselijk grond gebied eene onbeschaafde streek, was dat de bevolking er niet bestuurd werd dat er noch wetten, noch gerecht, noch scholen bestonden dat de H. Vader onbekwaam was, twee of drie millioen onderdanen teregecreu. Moest men alles op 'twoord geloofd hebben, dan heerschte in de Kerkelijke Staten de volledigste anarchie, waar elk meester speelde en naar eigen goeddunken handelde. Deze voorwendsels klonken nochtans Yry zon derling, want van den anderen kant ver weet men aan Pius IX zijne zwakte, zijne zachtmoedigheid in zyne hand paste beter den herderstaf dan den schep- ter Overigens,de massa, de eigenlijke Romeinen, bleven den Paus getrouw, maar zij beschermden hem niet. Wat zeg ik Zij verlangden door hem beschermd te worden en dat was eene utopie, eene hersenschim, want die macht had Zijne Heiligheid niet. De Pauzen hebben eeuwen lang als wereldlijke en onafhankelijke vorsten geregeerd. Christus was Koning, en zijn opvolger, zijn gezalfde plaatsvervanger is hét dus ook. Zijn troon was klein, maar groot en uitgestrekt, omdat de waarheid en de rechtvaardigheid er op zetelen Altijd was het Vatikaan een bolwerk def beschaving en der vrijheid. Het christen Europa is aan de Pauzen zijn bestaan verschuldigd zij waren steeds de be schermers van kunsten en wetenschap pen, de vaders der verdrukten, van slaven en armen, de leeraars der volken. Voor mijn eigen persoon, verklaarde Pius IX aan den markies de Ségur, houd ik volstrekt niet aan het uitwendige van het tijdelijk gezag. Ik weet dat ik geen Paus ben om door een Hof vereerd te worden en dagelijks in eene koets, door vier paarden getrokken, te rijden. Wat prijs kan ik daaraan hechten f Maar het Goddelijk Ambt, door het Hoofd der Kerk bekleedt, vereenzelvigd met de waardig heid, zijn als de oogen die in het aange zicht hunne plaats hebben zóó wil het de Schepping en deze die beweren dat zij slechts de oogen van plaats willen veranderen, willen niets anders dan die oogen uitrukken. Ik houd aan het tijde lijk gezag, en ik zal het verdedigen, zelf ten prijze mijns levens, omdat hot onont beerlijk is voor de Yolle vrijheid der Kerk, voor de katholieke gemeenschap, voor gansch het menschel ijk geslacht. Indien de Vicaris van Jozus-ühristus in de catacomben moet terugkeeren, dan zal dit geschieden onder de drukking der overmacht, tot ongeluk van heel de we reld. Dan ook zal .Tezus-Christns in de catacomben nederdalen, en met Hem de vrijheid. God en de Vrede zullen van deze aarde verdwenen zijn. Voorzeker wordt de orde later hersteld, maar wan neer en ten koste van welke onmeet bare rampen De Kerk is de school der ondervinding. Hare Opperherders zagen steeds klaar in de toekomst. De Kerk is ook de grootste school van eerbied en onderwerping aan alle macht, aan alle aardsche wetten hare vrijheid, bijster in deze reuzige wouden en lange nachten. Des avonds hield men halt, des morgens zette men zich terug op weg in de duisternis, zonder te weten waarheen en zonder signaal het werd thans een volledige warboel waarin al de overblijfsels der korpsen versmolten. Terwijl wij aldus, ten uiterste uitge put en verward, Borizof naderden, stegen er almeteens vóór ons groote kreten op. Lenigen snelden voorop, denkend dat het een aanval was. Het was het leger van Victor dat door den aarzelenden vooruitstoot van Wittgenstein tot aan den rechterkant onzer baan afgezakt was. Hier wachtte het den doortocht van Napoleon af. Nog geheel gaai en levend gebleven, herzag het nu zijnen keizer welke het met zijn gewone juich roepen onthaalde die wij lang vergeten hadden. Het wist niets van onze rampen af deze waren zorgvol verborgen ge weest, zelfs aan de leiders. .Ook ston den de soldaten van Victor onthutst en verstomd toen zij. in. plaats van het groot veroveringsleger van Mos eou, achter den keizer een bende met lompen belapte schimmen bemerkten die allerhande kleedingstukkeii droe gen, vrouwenpelsen, flarden van tapij ten, vuile mantels door de bivakvuren geschroeid en met zwarte gaten door boord. Vol ontzetting staarden zij die ongelukkige ontvleeschdp mannen aan. met hun lijkkleurige stekelig bebaarde aangezichten, ongewapend, zonder schaamte vooruitstappend in een onbeschrijfbare warreling, het hoofd omneer gebogen en met neer geslagen oogen gelijk een bende ge vangenen. Wat de soldaten van Victor het meest verwonderde dat was het zicht van die menigte verstrooide kolonels en generalen die te midden van dit tuchtloos gewoel opstapten en nog slechts met hun eigen persoon bekom merd schenen. Zij hadden ten andere niets meer te bevelen, want hier had de buitenmatige ellende alle banden verbroken en alle rangen uitgewischt. Dit schouwspel, zoo ongewoon en ongelooflijk, deed de verstomming van het leger van Victor en Oudinot ten toppnnt stijgen. Hun officieren, tot tranen toe gevoerd door mede lijden hielden degenen tegen welke zij als makkers tusschen die ellendigen erkenden. Zij brachten hen eten en kleeding aan. en dan vroegen zij hen waar toch hun legerkorps was ge bleven Waarop de anderen hen de nietige overblijfselen aantoonden die zij behouden hadden. Het zien ran zulk een groote cata- stroof schokte van af den eersten dag het tweede en het negende legerkorps. De wanorde, de meest besmettelijke aller kwalen, tastte hen aan. En nochthans toch twijfelden de ongewa penden en zelf de stervenden aan de zegepraal niet, alhoewel zij heel goed wisten dat wij een rivier moesten oversteken en een nieuwen vijand overwinnen. Wij vormden nog alleen de schaduw van een leger, doch het was de schaduw van het Groote Leger. Het voelde zich slechts door hare souvereioiteit zijn de voorwaarden, de verzekering van de grootheid der Staten. Napoleon, nog eerste consul zijn de, achtte zich gelukkig omdat de Paus het evenwicht hield tusschen de Katho lieke vorsten. Eene onoverwinnelijke wet verheft den Stoel van Rome, zegt graaf de Maistre het Opperhoofd der Katholieke Kerk werd als Souverein geboren. Welke de waarachtige waarborg voor de onafhan kelijkheid des Pausen is, en wat ze zijn moet heeft men uit het verleden kunnen leeren, 't is te zeggen van het oogenblik af waarop de eerste christen Giesar be sloot den zetel van het keizerrijk naar Byzantium over te brengen De Paus is de koning der geesten, de vorst van de maatschappij der zielen. Zijne kudde bestaat uit meer dan twee honderd millioen menschen. Zijn recht is een natuurrecht, een burgerlijk en een goddelijk recht. Godes wet gaat vóór alle ander wetten, en wanneer men de Kerk de dienares van den Staat wil ma ken, belet men haar van te onderwijzen, van te leiden, van de christen wereld te besturen. Roma 0 morte Nooit Gods macht is grooter dan de mensche- lijke krankheid. Christus waakt op zijne Bruid» te mid den van den storm, te midden van de schrikkelijkste gruwel, die ooit over Europa losbrak. Hij heeft immers aan Petrus beloofd Gij zyt Petrus, dat is steenrots, en op deze steenrots zal ik mijne kerk bouwen en al het geweld der hel zal tegen haar niets vermogen. Met u zal de opperheerschappij op den dag uwer macht gepaard gaan met den glans der heiligheid Ik zal u bijblijven tot in liet einde der eeuwen Het schipje der Kerk kan wel dooi' de golven bedekt worden, maar het kan nooit ten gronde gaan (S. Anselmus). Volken gaan voorbij, tronen vervallen, de Kerk alleen blijft staan (Napoleon op Sint Helena). De eeuwige jeugd der Kerk van Chris tus vernieuwt zich steeds als de jeugd des adelaars. Gepurperd in het bloed harer martelaars, rees zij na ieder orkaan, als de phoenix, zegepralend uit vuur en puioen op. De Paus zal altijd de groote Vredevorst, de onpartijdige bemiddelaar zijn. Hij zal altyd opperpriester en koning wezeu, waar hij zich ook moge bevinden, in zijne Staten, in het Vatikaan, in den ker ker hij zal zijn drievoudig gezag behou den in den Hemel, op de aarde en zelfs in de afgronden het oppergezag van den man van Vrede en Liefde. Welk rijk bestaat zoo lang als het Pausdom f Waar zetelen de vorstenhui zen, waar wonen de volken, waar vindt men de Staten nog. die tijdgenooten wa ren van den eersten Paus Waar zijn de Kalifs van Cordova en Bagdad Waar de Dogen van Genua en Venetië Waar de glorie der Grieksche keizers Waar staat de glanzende troon der Frankische konin gen Allen zijn verbrijzeld Alles verdween Alleen het Pausdom leeft nog Neen de Pauzen sterven niet de natuurelementen overwonnen. Het zicht van zijnen keizer stelde het ge rust. Sedert lar.gr reeds wai het ge woon nog slechts op hem te rekenen, niet om te leven, maar om te kunnen zegepralen. Dit was onze eerste onge lukkige veldtocht, en al de vorige waren zoo glansrijk geweest Het kwam er thans nog slechts op aan hem te kunnen volgen hij alleen die zyne soldaten eerst zoo hoog verhief om hen daarna zoo diep neer te ploffen zou hen ook vermogen te redden. Hij waf dus nog te midden van zijn leger zooals de noop te midden van net hart van den mensch. Ook te midden van zooveel wezens die hem hun lijden mochten verwijten, zag men hem zonder vreeze rondwan delen, de eenen en de anderen rustig en ongekunsteld toesprekend, over tuigd dat men hem eerbiedigen zou evenals men zijn glorie eerbiedigde. Hij wisr genoeg dat hij ons toebe hoorde evenals wij aan hem, want zijn roem was als een nationale eigen dom geworden. Aldus was het hachelijkste oogenblik aangebroken. Victor bevond zich achter ons met vijftien duizend man Oudinot vóór ons met vijf duizend en reeds op de oevers der Berezina. En daartusschen in bevond zich de keizei met zeven duizend man, veertig dui zend achterblijvers en een enorme massa reisgoed en artillerie waarvan het meerendeel aan het tiende en het negende korps toebehoorde. ('t Vervolgt)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1917 | | pagina 1