I i ntiocm van pisgoi 1 p an Beroemde VOOR DEN PAUS. KATHOLIEK NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD Kondag 25 September 1917 5 centiemen het nummer 72slc Jaar IV" 4774 Week-Kalender. Adel. hl i Julius de Geytér. Leest en verspreidt De Denderbode DE DENDERBODE Abonnementsprijs 3 frank 's jaars. Men schrijft in te Aalst 31. KORTE ZOUTSTRAAT, 31 DRUKKERUITGEVER Van de Putte-Goossens Aalst, den 22 September 1917. SEPTEMBER. Evangelie van den Zondag: Gebod van God te beminnen. Matth. XXII. 3 Zondag, 17. na Sinksen. H. Linus, p en m. H. Thecla. m. en m. 4 Maandag, O. L. V. van de Verlossing der Slaven. 5 Dinsdag, H Gerulphus, mr. 6 Woensdag, HH. Cyprianus en Justina, m. 7 Donderdag, HH- Cosmos en Damianus, mrs. 8Vrijdag, H. Wenceslaus, mr. 9 Zaterdag, Kerkwijding van den H. Mi- chaël, aartsengel. a, spreek mij van adel, van adel der ziel, 'an adel des hoofds en des harten laar sluit er geen uit om geboorte of om stiel, llijf't menschdom niethoonen en tarten A, bui in Is vader noch moeder, 't is wapen noch slot, )it u en onwaardigen adelt hn brood zong Homerus en zong als een God, Shakespeare heeft paarden gezadeld 'ien 't hoofd door de hand van den Roem [wordt omkranst, 'iensdood ganscheen volk zou doen schreien, liens adel bezing ik, diens eeuwigheid glanst ware hij de zoon van lakeien I Is vader noch moeder, 't is wapen noch slot, lat u en onwaardigen adelt i brood zong Homerus en zong als een God, Shakespeare heeft paarden gezadeld rtikelen van L'Avenir. Montalembert over Het Kruis Lacordaire over de Revolutie van België. Montalembert over den Opstand van Polen. Als men bedenkt dat Montalembert pas ffintig jaren telde toen hij dergelijke rtikelen de wereld inzond, geraakt men prccht in bewondering voor het vroeg- ijpe van zulk een talent, en met Pater «canuet stemt men gereedelijk in dat d te wenschen ware dat er aan het oofd onzer hedendaagsche jongeling mannen stonden als een Lacordaire noen Montalembert, die haar leiden en aar medeslepen in don edelen strijd voor 'aarheid en geloof. Aldus, toen als droevig uitvloeisel der evolutie van Juli, de beeldstormerij Henri Lacordaire. 13® Vervolg. Mengelwerk. Nadruk verboden in 1812. Groot Historisch Verhaal. (Getrokken uit het vermaard boek van Graaf Philiep de Ségur, Generaal, die den veldtocht meegemaakt heeft). Den 25®, toen hij op het punt stond Berezina te bereiken werd de larsch van den keizer aarzelend, eder oogenblik hield hij stil op de roote baan, den nacht afwachtend m zijn aankomst aan den vijand te eibergen, en tijd te geven aan maar- chalk Oudinot voor de ontruiming an Borizof. Toen hij den 23e in die stad binnen- rad had deze maarschalk daar eene >rug van drie honderd vademen lang emerkt, op drie verschillende punten ernield, en door de tegenwoordigheid an den vijand ontoegankelijk ge laakt. Hij had vernomen dat er links, wee mijlen verder langs de boorden an den stroom afzakkend, een ge- aarlijke waadbare plaats bestond abij Oukoholda. Te Stadhof, één "ijl boven Borizof lag er een andere waadbare plaats welke insgelijks veinig veilig was. Eindelijk was hij og ter keenis gekomen, dank aan de rigade van .generaal Corbineau dat le Berezina nog een derde door- ochtspunt bezat te Studzianka. twee "ijlen boven Stadhof. Daar de keizer het inzicht had zich echtstreeks op Wilna terug te trek ken, was die doortocht de kortste en 'eiligste weg, zooals de maarschalk lanstonds oordeelde. Ook had hij ;een oogenblik getalmd, en in den lacht van den 23® en 24% deed hij studzianka bezetten door een artil- erie-generaal, een kompagnie ponton- liers, een infanterie-regiment en de brigade van Corbineau. Terzeivertijd AANKONDIGINGEN Kleine één maal 0,75 fr Iwee maal 1,35 Ir. Gewone annoncen o,i5 de regel. Vonnissen, sterfgevallen, enz. 0,50 de regel. Dikwijls te herhalen volgens akkoord. tirug losbrak in Frankrijk, schreef Mon talembert zijn schokkend artikel over Het Kruis, waarin machtige en roerende brokken voorkwamen als deze Het kruis van Christus ging al de lotsbe stemmingen van den huidigen wereld vooraf. Het is met al zijn onheil en al zijnen voor spoed gemengd geweest. Het diende tot grondvesting aan zijne instellingen en tot standaard aan zijne legerscharen. Het heeft de schitterendste feesten der beschaving ingewijd, evenals de intiemste opwellingen der godsvrucht... Van op het kruis heeft de wereld de eerste lessen der eenig ware vrij heid en eenig mogelijke geIijkheid*ontvangen. Het behelst heel onze geschiedenis, het is het wetboek onzer plichten, de borgstelling onzer rechten, het sein onzer vrijmaking en de bezegeling onzer toekomst. En nu is er een volk dat zich uitriep als den opperpriester der beschaving, den redder der volkeren, den meester der toekomst en dit volk heeft het kruis gebroken I Dit volk, 't is het volk van Parijs... Ons hart springt op bij het denken aan deze schande, en met een onzer edelmoedige strijdgezellen roepen wij uit Haast u die gouden kruisen door houten kruisen te doen vervangen, opdat er iets oprijze tusschen Parijs en den hemel dat den bliksem zou kunnen afkeeren... (l) Intusschen, zooals wij het hooger schreven, wordt elke vrijheidsbeweging in de naburige landen door l'Avenir als meteen uitbundig trompetgeschal be groet. De godsdienstige opstand van Ierland, de revolutie van België, de vrij heidsstrijd van het verdrukte Polen, vin den elk hunnen heraut onder de redac teurs van het vooruitstrevend blad. Na zoovele jaren blijft het nog belang wekkend het weinig gekend artikel te herlezen dat Lacordaire toen wijdde aan de Belgische revolutie. Dit artikel ver scheen op het oogenblik dat prins Leo pold zijn intrede deed te Brussel In dit zoo plechtig oogenblik, voelen wij, die België beminnen als een zuster, maar als als een zuster geboren uit denzelfden vader en uit dezelfde moeder, 't is te zeggen uit Christus en uit de vrijheid, voelen wij een ware behoefte het nogmaals van onze toewij ding te verzekeren, en het te verklaren hoe- (1) L'Avenir 15 Februari 1831. Wie kan er koud blijven bij hel lezen van het volgende dat men nooit zou ontvloeid wanen aan de pen van eenen twintigjarige Gij die om strijd de dood van ons geloof uit roept, ziet in het middeh zelf van uw kamp die nieuwe banier verrijzen is het niet het geloof, onvolledig, weifelend, verdoold, maar toch het geloof dat terug onder dien groep nieuwe man nen opduikt Men berooft niet straffeloos den mensch van zijn brood, en men kan aan de menschheid welke zich sedert zestig eeuwen op haar lijdensbed ligt tc wentelen, den eenigen drank niet onttrekken die haar schroei-heeten dorst vermag te lesschen. Verwerpt de gave Gods indien uw nukkige trots daarmede vrede heeft, legt al de toevluchtsoorden van het menschdom plat, doet al de geluksbronnen vei - doogen doen alvorens uw werk te voltrekken, luistert naar zijn eeuwenoude stem die u vraagt wat gij in de plaats van al die puinen gaat op bouwen, en die u uitdaagt ten minste iels in het leven te roepen wat onzen God kan vervangen.» (L'Avenir, 3 Oogst i83i). werden de beide overige waadbare plaatsen verkend, en men ontdekte dat de vijand op al die plaatsen een streng waakzaam oog hield. Het kwam er dus op aan hem te verschalken en naar andere punten te drijven. Het geweld kon hier niets verrichten. Daarom gebruikten wij den list. Met dit inzicht werd er, van af den 24®, een bende van drie honderd man en eenige honderden achterblijvers in de richting van Oukoholda gestuurd zij moesten daar met veel lawaai al de noodige materialen verzamelen voor het bouwen eener brug. Ten einde de russen nog meer beet te nemen deed men ook in die streek, onder het oog van den vijand, gansch de divisie der kurassiers defileeren. Generaal en stafoverste Lorencé ging nog fijner te werk. Hij deed zich een aantal joden aanvoeren en vroeg hen op gemaakten toon inlichtingen over dit waadbaar punt, en over tie wegen die van daar naar Minsk leidden. Dan, een groote tevredenheid over hun antwoord toonende, alsol hij zelf er van overtuigd was dat er nergens een betere uitgang kon gevon den worden, hield hij een aantal dezer verraders als gidsen achter, en deed de anderen voorbij onze voorposten brengen. Edoch, om hen nog meer stof tot verradeij te geven, deed hij hen eerst zweren dat zij ons teiug zouden tegemoet komen, inde richting der lagere Berezina, om ons in te lichten over de bewegingen van den vijand. Terwijl men aldus, op allerlei wijze, al de aandacht van den rus Tchit- chakof links trachtte aan te lokken, bereidde men in stilte de middelen tot den overtocht te Studzianka. Het was slechts den 25®, om vijl uren des avonds, dat generaal Eblé er aan kwam, alleenlijk gevolgd van twee veldsmidsen, twee wagens met kolen, zes caissons met werktuigen en nage- zeer wij ter harte hebben dat liet eene vredige en voorspoedige toekomst mochte ingaan. Toen het zijne verdrukkers verjoeg, door een vreemdeling aangesteld, en die het, benevens hunnen landaard, hun taal én onderwijs én schulden én religie wilden opdringen, heb ben wij bij zijne vrijmaking toegejuicht. Toen. een maand later, de omwenteling in Brussel woedde, en Antwerpen, brandend op den zoom van twee landen, de glorie van het eene en de schande van het andere verlichtte, waren wij tevreden omdat het lot der wape nen het zoo begunstigde. Toen het zijne grondwet afkondigde, en wij haar nog zoo prille vrijheid met een grooten sprong deze van Frankrijk zagen vooruitsnellen, waren wij, katholieken, fier nu de eerste te komen na de laatsten geweest te zijn. Het zegepra lende en vrije België had een hoofd noodig. Het bood zijne kroon aan een jongen fran- schen prins aan men aanvaardde niet, uit vrees dat men vermoeden zou van Frankrijk dat het nog de glorie lief had Alsdan wenschtcn wij dat het fiere België niet van hof tot hof op zoek gaan zou achter eenigen vorst, gedienstig genoeg om de mol lige kussens te verlaten voor eene kroon... Doch België heeft zijnen keus voltrokken het heeft eenen koning gevonden die het ge negen was Wij wenschen dat het bloeie in den vrede en in de vrijheid, onder de hoede van den Heer wiens zaak het heeft verheer lijkt met zijne wapenen en zijne beraadsla gingen. Wij wenschen dat het een aanmoedi gend schouwspel worde voor de Katholieken tot het veroveren hunner vrijheid, en een verwijt voor al die verdrukkers die ten aanzien van zoovele landen waar de vrijheid in de schaduw van het geloof fleurt, de kinderen van Christus nog blijven lasteren... (L'Ave nir, 20 Juli 1831). Deze en andere artikelen werpen oen helder licht op het vrijheidsideaal dat de Katholieken van 1880 in hen omdroegen. Godsdienst en Vrijheid waren voor hen maar één woord, en dit. woord klonk betooverend voor hun ongebreidelden strijdlust. Toen in 1830 de storm opstak over het Katholieke Polen dat als één man recht- sprong om de ketenen af te schudden waarmede Rusland het gekneveld hield, was het in Frankrijk L n kreet van be wondering en aanmoediging. Den 2® De cember verjagen de Polen hunne ver drukkers uit Warschau en de opstand wordt algemeen. Bij die tijding geraken de zoo licht ontvlambare fransche ge moederen in dollen geestdrift, en Lafayette .roept uit - Héél Frankrijk wordt Poolscli Aller oogen en harten waren angstig gericht naar de Littauwsche sneeuwvlakten waar de groote worsteling ging geleverd worden. Eilaas, het onge lukkige Polen zou weldra door den rus- sischen reuzenarm verpletterd worden, en nog lang zou het in de duisternis moeten snakken naar den dageraad zijner Verlossing, waarvan hel slechts even een verren schemer had gezien... Montalembert vooral, de boezemvriend van Lacordaire, wiens persoonlijkheid en wiens werk hij met zijn eigen figuur len, en eenige kompagnieën van pon tonniers Te Smolensk had hij bevolen dat eikendeen een werktuig en ander gerief moest medenemen. Doch de stellingen die men vah af den vorigen dag optimmerde, met de balken der poolsche hutten, werden te zwak bevonden. Alles moest herbe gonnen worden. Het was voortaan onmogelijk de brug gedurende den nacht te voleindigen men zou haar slechts des anderdaags, den 2(3®, tijdens den dag kunnen leggen, onder het kanonvuur van den vijand. Er viel thans niet meer te aarzelen of te talmen. Zoodra de eerste schaduwen van dezen beslissenden nacht invielen, liet Napoleon de bezetting van Borizoi over aan Oudinot, en hij ging met de rest van zijn korps post vatten te Studzianka. Men marcheerde in het diepste stilzwijgen en de volledigste duisternis, aan elkaar de grootste stilte opleggend. Om acht uren des avonds vestigden Oudinot en Dombrowski zich op de naburige hoogten die den uitgang beheerschten. terwijl Eblé er afdaal de. Deze generaal plaatste zich op de boorden van den stroom, met zijne pontonniers en een caisson bijeenge raapte wielen waarvan hij, voor allen nood, krammen deed smeden. Hij had alles geollerd 0111 dit ten minste te kunnen behouden, en het zou tie redding van ons leger zijn. Op het einde van dezen nacht tusschen den 25" en den 2be, deed hij eene eerste stelling in de modderach- tige bedding der rivier opbouwen. Doch alles sloeg ons tegen, en tot overmaat van ongeluk had het stijgen der wateren de waadbare plaats doen verdwijnen Men moest bovenmen- schelijke pogingen doen, en de onge lukkige pontonniers tot aan den mond in de golven gedompeld, hadden een wanhopigen strijd te leveren legen 'les lo heter belicht en opheldert, toonde zich in deze omstandigheden bewonde renswaardig. Bij het eerste bericht van den Poolscnen opstand wilde hij insge lijks naar het geweer grijpen, en hij gaat aan generaal Fabvier vragen op welke wijze hij het spoedigst zou kunnen aan komen in Warschau. Hij moet echter van dit plan afzien. Dan, bij gomis aan wapen, zal hij ten minste vechten met de pen, en luide en hartroerend klinkt het Eindelijk heeft het den kreet der ontwa king aangeheven, eindelijk heeft het zijne ketenen afgeschud en het hoofd zijner bar- baarsche tyrannen bedreigd, dit fier en edel moedig Polen, zoo belasterd en verdrukt, en dat alle vrije en katholieke harten zoo lief hebben. Mocht zij hare plaats onder de wereldnatiën terug bekleeden, deze natie die zoo lang worstelde voor hare vrijheid en het oud geloof harer vaderen gaaf en smetteloos bewaarde. Wie onder hen, die een menschenhart in den boezem dragen, zal niet jubelen bij dit nieuws van den heiligen opstand der Polen Doch hoe zullen wij, katholieken, dan niet vol vreugde en ingetogenheid zijn in het ont vangen van ept schitterend bewijs waarmede de Heer onze langdurige gebeden verhoort Hoe barmhartig betoont Hij zich niet jegens de zaak welke wij met gloeienden ijver ver dedigen, als wij nagaan hoe al de katholieke volkeren beurtelings het hoofd opsteken, hoe zij allen onweerstaanbaar naar hunne poli tieke en godsdienstige onafhankelijkheid stre ven (L'Avenir, 12 December 1830, De Revolutie van Polen). Eu ounigc maanden later Duurbaar en heilig Polen, ontvang deze verre hulde van hen die, evenals zij, trouw heid zworen aan God en aan de vrijheid, en die deze geheiligde woorden op hun voorhoofd en in hun hart hebben geschreven staan Wij werpen u doorheen Europa den kreet onzer liefde toe. Uwe glorie behoort u allen toe, maar het schijnt ons dat zij ook aan ons ten deele valt door de danige liefde waarmede wij haar bejegenen. Aan u onze vurigste wenschen aan u onze trouwe en vurige ge beden aan u alles wat wij bezitten aan offer vaardigheid en liefde, aan heilige en zuivere genegenheid aan bewondering en wedijver. Enz.» (L'Avenir, 16 April 1831, Een gebed). Do dag van T> September, waarop Warschau terug in de handen der russen overging, zal een somber dag blijven in dien blocdigen en tragieken vrijheids oorlog van het rampzalige Polen. Dit gaf \nn lier de gelegenheid aan Montalembert lot het schrijven van een energiek artikel, eindigend ?ls volgt Katholieken, vergeet niet dat er groote smarten vereischt zijn om groote dingen tot stand te brengen Katholieken 1 Polen is overwonnen. Knie len wij neder bij de lijkkist van dit verraden volk het is groot en ongelukkig geweest. (L'Avenir, 12 September 1831). ('t Vervolgt). de ijsblokken welke de stroom voort stuwde. Velen kwamen om van koude of werden ondergeduwd door die blokken welke een hevige wind voort dreef. Heel den grondigen nacht werd er gewerkt bij de klaarte der vijandelijke vuren die op de hoogten van den tegenover liggenden oever opvlam den, en binnen het bereik van het kanon en de geweren der divisie Tchaplitz. Deze rus welke over ons waarachtig inzicht geenen twijlel meer kon hebben, zond iemand uit om zijnen hooldgeneraal er.van te verwittigen. De aanwezigheid der divisie van Tchaplitz bewees ons dat men ons plan had ontdekt en dat onze list niet gelukt was. Ieder oogenblik vreesden wij dat zijne artillerie tegen onze brugbouwers zou laten losdonderen. De nacht zou daarbij te koit zijn om met ons werk gedaan te maken, en er viel niet aan te denken in den dag geweld te gebruiken om over te steken want de oe\^r waarop wij stonden, laag en moerasachtig, lag heelemaal binnen het bereik van rle kanonnen der russen. Ook, toen Napoleon om tien uren des avonds Borizof verliet meende hij voor eene wanhopige botsing te ver trekken. Met de zes duizend en vier honderd overgebleven soldaten zijner garde ging hij zich te Staroï Borizoi opstellen in een kasteel half weegs gelegen tusschen Borizof en Stud zianka. Hij legde zich gedurende gansch den nacht niet ter rust, en stapte gedurig naar buiten om te luisteren of het werk aan de brug te bezich tigen, daar waar zijn lot werd beslist. Meermalen dacht hij reeds den nacht vervlogen, alhoewel het nog donker was, en dezen die hem omringden moesten hem telkenmaal op zijne missing opmerkzaam maken. Qok begon het daglicht nauwelijks (Slot). Generaal de Lamoricière's spreek woord was Ce que Dien garde est bien gardé Kon men voor een jonge ling iets schooner wenschen, dan zich te verhinden aan den roem van dien vromen krijgsman Bestond er iets edeler dan tot de verdediging van den H. Vader te snellen, zonder acht tc slaan op het ge vaar Soldaat worden van den Paus en sneuvelen voor den vertegenwoordiger van Christus, kon men den moed beter huldigen Wanneer men hen, bij het vertrek, lot Wederziens wenschte, ant woordden zij vastberaden Neen. Wij willen bezwijken op de trappen van liet Vatikaan. al Gallorum omnium fortissimi sunt Belgce, zegde Julius Cmsarvande Belgen. En de Pauzelijké zouaven bekrachtigden die loftuiting, In eene zaak van eer en geweten is de dood een geluk. Wij gaan niet ten strijde voor verovering, niet voor eer en rijkdom, niet om gunsten en schatten, maar voor den Hemel en de Eeuwigheid Wie waren zij die ouders, vrouwen en kinderen en bloedverwanten verlieten, om den zwakken grijsaard, den ongeluk- kigen Vader der christene wereld te gaan verdedigen Wie waren do Zouaven Louis Veuillot zegt het in zijn werk Le Parfum de Rome Het waren jonge mannen, bogende op al de krach ten des levens, bezield met een heilig liefdevuur, doordrongen van hoop en verlangen voor die liefde te mogen ster ven. Zij waren den eenigen steun hunner ouders, den oogappel eener moeder, de hoop des vaders, zich rukkende uit de armen eener duurbare echtgenoote, eener wennende bruid vaarwel zeggend aan vermaak, geluk, rijkdom en eer... Maar ook, welke heerlijke droom,zich in Rome te bevinden, jong en sterk, met een wa pen aan de zijde, als bewaker en verde diger van al de schatten der Eeuwige Stad; door God uitverkoren om dezelve voor het nageslacht te bewaren Zij leef den in en door dezen droom, onder dien schoenen Romeinschen hemel, waar het gebed uit alle richtingen der wereld samenvloeit, tusschen het Vatikaan en liet Kapitool. Geknield op de graven der martelaars, zagen zij de palmen der mar- telie onder het bereik hunner handen... Tot welke standen der samenleving behoorden zij De groote meerderheid tot den lioog- sten adel of tot de aloude vrome burgerij. En, zegt Mgr. van Menten, het geloof en het bloed adelden met ongekende glorie ook de helden van minderen stand. Toen de markies Silvio di Borgo zich in de kazern der Serristori, vóór de naar Or- vieto gereedstaande compagnie, als sim pel Sleutelsoldaat aanbood, deed men hem de opmerking dat hij jaarlijks een inkomen van 60 duizend frank te verte ren had, dat hij tot den oudsten Romein- te schemeren of hij ging zich bij generaal Oudinot aansluiten. Het ge vaar deed zijne gejaagdheid verdwij nen en hij werd geheel kalm zooals het altijd gebeurde doch op het zicht der russische nachtvuren en hunne ligging, riepen zijn meest vastberaden genei alen, zooals Rapp, Mortier en Ney, gezamentlijk uit: dat, indien de keizer aan dit gevaar ontsnapte, men wel inderdaad in zijne gelukstar zou moeten gelooven De ontstui- mige Murat zeil was van oordeel dat het tijd werd aan de persoonlijke redding van den keizer te denken. Het waren Poolsche soldaten die het hem voorstelden. De keizer wachtte den dagaraad afin een der huizen nabij den oever der Berezina, op eene hoogte be kroond door het geschut van Oudinot, toen Murat tot hem drong en hem verklaarde dat hij den doorgang als onmogelijk beschouwde, en hij noopte hem dringend zijn persoon te redaen nu dat het nog tijd was. Hij deelde hem daarop mede dat hij, eenige mijlen boven Studzianka, gemakkelijk den stroom zou kunnen doorwaden dan zou hij binnen vijf dagen Wilna bereikt hebben, geleid en beschut door dappere Poolsche soldaten die met al de wegen goed bekend waren en hun leven veil hadden voor zijne redding. De keizer echter verwierp deze voorstellen welke hij als een laffe vlucht beschouwde. En hij veront waardigde er zich over dat men durven denken had dat hij zijn leger, in de ure van 't gevaar, zou verlaten heb ben. Doch aan Murat persoonlijk verweet hij niets, omdat hij wellicht in zijn voorstel eene blijk te meer van genegenheid zag, iets waarmede de vorsten altijd zeer oploopen. ('t Vervolgt)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1917 | | pagina 1