I
i ntiocm van pisgoi
1
p
an Beroemde
VOOR DEN PAUS.
KATHOLIEK NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAD
Kondag 25 September 1917
5 centiemen het nummer
72slc Jaar IV" 4774
Week-Kalender.
Adel.
hl
i
Julius de Geytér.
Leest en verspreidt
De Denderbode
DE DENDERBODE
Abonnementsprijs 3 frank 's jaars.
Men schrijft in te Aalst
31. KORTE ZOUTSTRAAT, 31
DRUKKERUITGEVER
Van de Putte-Goossens
Aalst, den 22 September 1917.
SEPTEMBER.
Evangelie van den Zondag:
Gebod van God te beminnen.
Matth. XXII.
3 Zondag, 17. na Sinksen. H. Linus, p en
m. H. Thecla. m. en m.
4 Maandag, O. L. V. van de Verlossing
der Slaven.
5 Dinsdag, H Gerulphus, mr.
6 Woensdag, HH. Cyprianus en Justina, m.
7 Donderdag, HH- Cosmos en Damianus,
mrs.
8Vrijdag, H. Wenceslaus, mr.
9 Zaterdag, Kerkwijding van den H. Mi-
chaël, aartsengel.
a, spreek mij van adel, van adel der ziel,
'an adel des hoofds en des harten
laar sluit er geen uit om geboorte of om stiel,
llijf't menschdom niethoonen en tarten
A, bui
in
Is vader noch moeder, 't is wapen noch slot,
)it u en onwaardigen adelt
hn brood zong Homerus en zong als een God,
Shakespeare heeft paarden gezadeld
'ien 't hoofd door de hand van den Roem
[wordt omkranst,
'iensdood ganscheen volk zou doen schreien,
liens adel bezing ik, diens eeuwigheid glanst
ware hij de zoon van lakeien I
Is vader noch moeder, 't is wapen noch slot,
lat u en onwaardigen adelt
i brood zong Homerus en zong als een God,
Shakespeare heeft paarden gezadeld
rtikelen van L'Avenir. Montalembert
over Het Kruis Lacordaire over de
Revolutie van België. Montalembert
over den Opstand van Polen.
Als men bedenkt dat Montalembert pas
ffintig jaren telde toen hij dergelijke
rtikelen de wereld inzond, geraakt men
prccht in bewondering voor het vroeg-
ijpe van zulk een talent, en met Pater
«canuet stemt men gereedelijk in dat
d te wenschen ware dat er aan het
oofd onzer hedendaagsche jongeling
mannen stonden als een Lacordaire
noen Montalembert, die haar leiden en
aar medeslepen in don edelen strijd voor
'aarheid en geloof.
Aldus, toen als droevig uitvloeisel der
evolutie van Juli, de beeldstormerij
Henri Lacordaire.
13® Vervolg.
Mengelwerk. Nadruk verboden
in 1812.
Groot Historisch Verhaal.
(Getrokken uit het vermaard boek van
Graaf Philiep de Ségur, Generaal, die
den veldtocht meegemaakt heeft).
Den 25®, toen hij op het punt stond
Berezina te bereiken werd de
larsch van den keizer aarzelend,
eder oogenblik hield hij stil op de
roote baan, den nacht afwachtend
m zijn aankomst aan den vijand te
eibergen, en tijd te geven aan maar-
chalk Oudinot voor de ontruiming
an Borizof.
Toen hij den 23e in die stad binnen-
rad had deze maarschalk daar eene
>rug van drie honderd vademen lang
emerkt, op drie verschillende punten
ernield, en door de tegenwoordigheid
an den vijand ontoegankelijk ge
laakt. Hij had vernomen dat er links,
wee mijlen verder langs de boorden
an den stroom afzakkend, een ge-
aarlijke waadbare plaats bestond
abij Oukoholda. Te Stadhof, één
"ijl boven Borizof lag er een andere
waadbare plaats welke insgelijks
veinig veilig was. Eindelijk was hij
og ter keenis gekomen, dank aan de
rigade van .generaal Corbineau dat
le Berezina nog een derde door-
ochtspunt bezat te Studzianka. twee
"ijlen boven Stadhof.
Daar de keizer het inzicht had zich
echtstreeks op Wilna terug te trek
ken, was die doortocht de kortste en
'eiligste weg, zooals de maarschalk
lanstonds oordeelde. Ook had hij
;een oogenblik getalmd, en in den
lacht van den 23® en 24% deed hij
studzianka bezetten door een artil-
erie-generaal, een kompagnie ponton-
liers, een infanterie-regiment en de
brigade van Corbineau. Terzeivertijd
AANKONDIGINGEN
Kleine één maal 0,75 fr Iwee maal 1,35 Ir.
Gewone annoncen o,i5 de regel.
Vonnissen, sterfgevallen, enz. 0,50 de regel.
Dikwijls te herhalen volgens akkoord.
tirug losbrak in Frankrijk, schreef Mon
talembert zijn schokkend artikel over
Het Kruis, waarin machtige en roerende
brokken voorkwamen als deze
Het kruis van Christus ging al de lotsbe
stemmingen van den huidigen wereld vooraf.
Het is met al zijn onheil en al zijnen voor
spoed gemengd geweest. Het diende tot
grondvesting aan zijne instellingen en tot
standaard aan zijne legerscharen. Het heeft
de schitterendste feesten der beschaving
ingewijd, evenals de intiemste opwellingen
der godsvrucht... Van op het kruis heeft de
wereld de eerste lessen der eenig ware vrij
heid en eenig mogelijke geIijkheid*ontvangen.
Het behelst heel onze geschiedenis, het is
het wetboek onzer plichten, de borgstelling
onzer rechten, het sein onzer vrijmaking en
de bezegeling onzer toekomst.
En nu is er een volk dat zich uitriep als
den opperpriester der beschaving, den redder
der volkeren, den meester der toekomst en
dit volk heeft het kruis gebroken I Dit volk,
't is het volk van Parijs... Ons hart springt
op bij het denken aan deze schande, en met
een onzer edelmoedige strijdgezellen roepen
wij uit Haast u die gouden kruisen door
houten kruisen te doen vervangen, opdat er
iets oprijze tusschen Parijs en den hemel dat
den bliksem zou kunnen afkeeren... (l)
Intusschen, zooals wij het hooger
schreven, wordt elke vrijheidsbeweging
in de naburige landen door l'Avenir
als meteen uitbundig trompetgeschal be
groet. De godsdienstige opstand van
Ierland, de revolutie van België, de vrij
heidsstrijd van het verdrukte Polen, vin
den elk hunnen heraut onder de redac
teurs van het vooruitstrevend blad.
Na zoovele jaren blijft het nog belang
wekkend het weinig gekend artikel te
herlezen dat Lacordaire toen wijdde aan
de Belgische revolutie. Dit artikel ver
scheen op het oogenblik dat prins Leo
pold zijn intrede deed te Brussel
In dit zoo plechtig oogenblik, voelen wij,
die België beminnen als een zuster, maar als
als een zuster geboren uit denzelfden vader
en uit dezelfde moeder, 't is te zeggen uit
Christus en uit de vrijheid, voelen wij een
ware behoefte het nogmaals van onze toewij
ding te verzekeren, en het te verklaren hoe-
(1) L'Avenir 15 Februari 1831.
Wie kan er koud blijven bij hel lezen van het
volgende dat men nooit zou ontvloeid wanen
aan de pen van eenen twintigjarige
Gij die om strijd de dood van ons geloof uit
roept, ziet in het middeh zelf van uw kamp die
nieuwe banier verrijzen is het niet het geloof,
onvolledig, weifelend, verdoold, maar toch het
geloof dat terug onder dien groep nieuwe man
nen opduikt Men berooft niet straffeloos den
mensch van zijn brood, en men kan aan de
menschheid welke zich sedert zestig eeuwen op
haar lijdensbed ligt tc wentelen, den eenigen
drank niet onttrekken die haar schroei-heeten
dorst vermag te lesschen. Verwerpt de gave
Gods indien uw nukkige trots daarmede vrede
heeft, legt al de toevluchtsoorden van het
menschdom plat, doet al de geluksbronnen vei -
doogen doen alvorens uw werk te voltrekken,
luistert naar zijn eeuwenoude stem die u vraagt
wat gij in de plaats van al die puinen gaat op
bouwen, en die u uitdaagt ten minste iels in het
leven te roepen wat onzen God kan vervangen.»
(L'Avenir, 3 Oogst i83i).
werden de beide overige waadbare
plaatsen verkend, en men ontdekte
dat de vijand op al die plaatsen een
streng waakzaam oog hield. Het kwam
er dus op aan hem te verschalken en
naar andere punten te drijven. Het
geweld kon hier niets verrichten.
Daarom gebruikten wij den list. Met
dit inzicht werd er, van af den 24®,
een bende van drie honderd man en
eenige honderden achterblijvers in de
richting van Oukoholda gestuurd zij
moesten daar met veel lawaai al de
noodige materialen verzamelen voor
het bouwen eener brug. Ten einde de
russen nog meer beet te nemen deed
men ook in die streek, onder het oog
van den vijand, gansch de divisie der
kurassiers defileeren.
Generaal en stafoverste Lorencé
ging nog fijner te werk. Hij deed zich
een aantal joden aanvoeren en vroeg
hen op gemaakten toon inlichtingen
over dit waadbaar punt, en over tie
wegen die van daar naar Minsk
leidden. Dan, een groote tevredenheid
over hun antwoord toonende, alsol hij
zelf er van overtuigd was dat er
nergens een betere uitgang kon gevon
den worden, hield hij een aantal dezer
verraders als gidsen achter, en deed
de anderen voorbij onze voorposten
brengen. Edoch, om hen nog meer
stof tot verradeij te geven, deed hij
hen eerst zweren dat zij ons teiug
zouden tegemoet komen, inde richting
der lagere Berezina, om ons in te
lichten over de bewegingen van den
vijand.
Terwijl men aldus, op allerlei wijze,
al de aandacht van den rus Tchit-
chakof links trachtte aan te lokken,
bereidde men in stilte de middelen
tot den overtocht te Studzianka. Het
was slechts den 25®, om vijl uren des
avonds, dat generaal Eblé er aan
kwam, alleenlijk gevolgd van twee
veldsmidsen, twee wagens met kolen,
zes caissons met werktuigen en nage-
zeer wij ter harte hebben dat liet eene vredige
en voorspoedige toekomst mochte ingaan.
Toen het zijne verdrukkers verjoeg, door een
vreemdeling aangesteld, en die het, benevens
hunnen landaard, hun taal én onderwijs én
schulden én religie wilden opdringen, heb
ben wij bij zijne vrijmaking toegejuicht. Toen.
een maand later, de omwenteling in Brussel
woedde, en Antwerpen, brandend op den
zoom van twee landen, de glorie van het
eene en de schande van het andere verlichtte,
waren wij tevreden omdat het lot der wape
nen het zoo begunstigde. Toen het zijne
grondwet afkondigde, en wij haar nog zoo
prille vrijheid met een grooten sprong deze
van Frankrijk zagen vooruitsnellen, waren
wij, katholieken, fier nu de eerste te komen
na de laatsten geweest te zijn. Het zegepra
lende en vrije België had een hoofd noodig.
Het bood zijne kroon aan een jongen fran-
schen prins aan men aanvaardde niet, uit
vrees dat men vermoeden zou van Frankrijk
dat het nog de glorie lief had
Alsdan wenschtcn wij dat het fiere België
niet van hof tot hof op zoek gaan zou achter
eenigen vorst, gedienstig genoeg om de mol
lige kussens te verlaten voor eene kroon...
Doch België heeft zijnen keus voltrokken
het heeft eenen koning gevonden die het ge
negen was Wij wenschen dat het bloeie in
den vrede en in de vrijheid, onder de hoede
van den Heer wiens zaak het heeft verheer
lijkt met zijne wapenen en zijne beraadsla
gingen. Wij wenschen dat het een aanmoedi
gend schouwspel worde voor de Katholieken
tot het veroveren hunner vrijheid, en een
verwijt voor al die verdrukkers die ten aanzien
van zoovele landen waar de vrijheid in de
schaduw van het geloof fleurt, de kinderen
van Christus nog blijven lasteren... (L'Ave
nir, 20 Juli 1831).
Deze en andere artikelen werpen oen
helder licht op het vrijheidsideaal dat de
Katholieken van 1880 in hen omdroegen.
Godsdienst en Vrijheid waren voor hen
maar één woord, en dit. woord klonk
betooverend voor hun ongebreidelden
strijdlust.
Toen in 1830 de storm opstak over het
Katholieke Polen dat als één man recht-
sprong om de ketenen af te schudden
waarmede Rusland het gekneveld hield,
was het in Frankrijk L n kreet van be
wondering en aanmoediging. Den 2® De
cember verjagen de Polen hunne ver
drukkers uit Warschau en de opstand
wordt algemeen. Bij die tijding geraken
de zoo licht ontvlambare fransche ge
moederen in dollen geestdrift, en Lafayette
.roept uit - Héél Frankrijk wordt
Poolscli Aller oogen en harten waren
angstig gericht naar de Littauwsche
sneeuwvlakten waar de groote worsteling
ging geleverd worden. Eilaas, het onge
lukkige Polen zou weldra door den rus-
sischen reuzenarm verpletterd worden,
en nog lang zou het in de duisternis
moeten snakken naar den dageraad zijner
Verlossing, waarvan hel slechts even een
verren schemer had gezien...
Montalembert vooral, de boezemvriend
van Lacordaire, wiens persoonlijkheid
en wiens werk hij met zijn eigen figuur
len, en eenige kompagnieën van pon
tonniers Te Smolensk had hij bevolen
dat eikendeen een werktuig en ander
gerief moest medenemen.
Doch de stellingen die men vah af
den vorigen dag optimmerde, met de
balken der poolsche hutten, werden
te zwak bevonden. Alles moest herbe
gonnen worden. Het was voortaan
onmogelijk de brug gedurende den
nacht te voleindigen men zou haar
slechts des anderdaags, den 2(3®,
tijdens den dag kunnen leggen, onder
het kanonvuur van den vijand. Er
viel thans niet meer te aarzelen of te
talmen.
Zoodra de eerste schaduwen van
dezen beslissenden nacht invielen,
liet Napoleon de bezetting van Borizoi
over aan Oudinot, en hij ging met de
rest van zijn korps post vatten te
Studzianka. Men marcheerde in het
diepste stilzwijgen en de volledigste
duisternis, aan elkaar de grootste
stilte opleggend.
Om acht uren des avonds vestigden
Oudinot en Dombrowski zich op de
naburige hoogten die den uitgang
beheerschten. terwijl Eblé er afdaal
de. Deze generaal plaatste zich op de
boorden van den stroom, met zijne
pontonniers en een caisson bijeenge
raapte wielen waarvan hij, voor allen
nood, krammen deed smeden. Hij had
alles geollerd 0111 dit ten minste te
kunnen behouden, en het zou tie
redding van ons leger zijn.
Op het einde van dezen nacht
tusschen den 25" en den 2be, deed hij
eene eerste stelling in de modderach-
tige bedding der rivier opbouwen.
Doch alles sloeg ons tegen, en tot
overmaat van ongeluk had het stijgen
der wateren de waadbare plaats doen
verdwijnen Men moest bovenmen-
schelijke pogingen doen, en de onge
lukkige pontonniers tot aan den mond
in de golven gedompeld, hadden een
wanhopigen strijd te leveren legen
'les lo heter belicht en opheldert, toonde
zich in deze omstandigheden bewonde
renswaardig. Bij het eerste bericht van
den Poolscnen opstand wilde hij insge
lijks naar het geweer grijpen, en hij gaat
aan generaal Fabvier vragen op welke
wijze hij het spoedigst zou kunnen aan
komen in Warschau. Hij moet echter van
dit plan afzien. Dan, bij gomis aan wapen,
zal hij ten minste vechten met de pen, en
luide en hartroerend klinkt het
Eindelijk heeft het den kreet der ontwa
king aangeheven, eindelijk heeft het zijne
ketenen afgeschud en het hoofd zijner bar-
baarsche tyrannen bedreigd, dit fier en edel
moedig Polen, zoo belasterd en verdrukt,
en dat alle vrije en katholieke harten zoo lief
hebben. Mocht zij hare plaats onder de
wereldnatiën terug bekleeden, deze natie die
zoo lang worstelde voor hare vrijheid en het
oud geloof harer vaderen gaaf en smetteloos
bewaarde.
Wie onder hen, die een menschenhart in
den boezem dragen, zal niet jubelen bij dit
nieuws van den heiligen opstand der Polen
Doch hoe zullen wij, katholieken, dan niet
vol vreugde en ingetogenheid zijn in het ont
vangen van ept schitterend bewijs waarmede
de Heer onze langdurige gebeden verhoort
Hoe barmhartig betoont Hij zich niet jegens
de zaak welke wij met gloeienden ijver ver
dedigen, als wij nagaan hoe al de katholieke
volkeren beurtelings het hoofd opsteken, hoe
zij allen onweerstaanbaar naar hunne poli
tieke en godsdienstige onafhankelijkheid stre
ven (L'Avenir, 12 December 1830, De
Revolutie van Polen).
Eu ounigc maanden later
Duurbaar en heilig Polen, ontvang deze
verre hulde van hen die, evenals zij, trouw
heid zworen aan God en aan de vrijheid, en
die deze geheiligde woorden op hun voorhoofd
en in hun hart hebben geschreven staan Wij
werpen u doorheen Europa den kreet onzer
liefde toe. Uwe glorie behoort u allen toe,
maar het schijnt ons dat zij ook aan ons ten
deele valt door de danige liefde waarmede
wij haar bejegenen. Aan u onze vurigste
wenschen aan u onze trouwe en vurige ge
beden aan u alles wat wij bezitten aan offer
vaardigheid en liefde, aan heilige en zuivere
genegenheid aan bewondering en wedijver.
Enz.» (L'Avenir, 16 April 1831, Een gebed).
Do dag van T> September, waarop
Warschau terug in de handen der russen
overging, zal een somber dag blijven in
dien blocdigen en tragieken vrijheids
oorlog van het rampzalige Polen.
Dit gaf \nn lier de gelegenheid aan
Montalembert lot het schrijven van een
energiek artikel, eindigend ?ls volgt
Katholieken, vergeet niet dat er groote
smarten vereischt zijn om groote dingen tot
stand te brengen
Katholieken 1 Polen is overwonnen. Knie
len wij neder bij de lijkkist van dit verraden
volk het is groot en ongelukkig geweest.
(L'Avenir, 12 September 1831).
('t Vervolgt).
de ijsblokken welke de stroom voort
stuwde. Velen kwamen om van koude
of werden ondergeduwd door die
blokken welke een hevige wind voort
dreef.
Heel den grondigen nacht werd er
gewerkt bij de klaarte der vijandelijke
vuren die op de hoogten van den
tegenover liggenden oever opvlam
den, en binnen het bereik van het
kanon en de geweren der divisie
Tchaplitz. Deze rus welke over ons
waarachtig inzicht geenen twijlel meer
kon hebben, zond iemand uit om zijnen
hooldgeneraal er.van te verwittigen.
De aanwezigheid der divisie van
Tchaplitz bewees ons dat men ons
plan had ontdekt en dat onze list niet
gelukt was. Ieder oogenblik vreesden
wij dat zijne artillerie tegen onze
brugbouwers zou laten losdonderen.
De nacht zou daarbij te koit zijn om
met ons werk gedaan te maken, en
er viel niet aan te denken in den dag
geweld te gebruiken om over te steken
want de oe\^r waarop wij stonden,
laag en moerasachtig, lag heelemaal
binnen het bereik van rle kanonnen
der russen.
Ook, toen Napoleon om tien uren
des avonds Borizof verliet meende hij
voor eene wanhopige botsing te ver
trekken. Met de zes duizend en vier
honderd overgebleven soldaten zijner
garde ging hij zich te Staroï Borizoi
opstellen in een kasteel half weegs
gelegen tusschen Borizof en Stud
zianka.
Hij legde zich gedurende gansch
den nacht niet ter rust, en stapte
gedurig naar buiten om te luisteren
of het werk aan de brug te bezich
tigen, daar waar zijn lot werd beslist.
Meermalen dacht hij reeds den nacht
vervlogen, alhoewel het nog donker
was, en dezen die hem omringden
moesten hem telkenmaal op zijne
missing opmerkzaam maken.
Qok begon het daglicht nauwelijks
(Slot).
Generaal de Lamoricière's spreek
woord was Ce que Dien garde est
bien gardé Kon men voor een jonge
ling iets schooner wenschen, dan zich te
verhinden aan den roem van dien vromen
krijgsman Bestond er iets edeler dan
tot de verdediging van den H. Vader te
snellen, zonder acht tc slaan op het ge
vaar Soldaat worden van den Paus en
sneuvelen voor den vertegenwoordiger
van Christus, kon men den moed beter
huldigen Wanneer men hen, bij het
vertrek, lot Wederziens wenschte, ant
woordden zij vastberaden Neen. Wij
willen bezwijken op de trappen van liet
Vatikaan.
al Gallorum omnium fortissimi sunt
Belgce, zegde Julius Cmsarvande Belgen.
En de Pauzelijké zouaven bekrachtigden
die loftuiting, In eene zaak van eer en
geweten is de dood een geluk. Wij gaan
niet ten strijde voor verovering, niet
voor eer en rijkdom, niet om gunsten en
schatten, maar voor den Hemel en de
Eeuwigheid
Wie waren zij die ouders, vrouwen en
kinderen en bloedverwanten verlieten,
om den zwakken grijsaard, den ongeluk-
kigen Vader der christene wereld te gaan
verdedigen Wie waren do Zouaven
Louis Veuillot zegt het in zijn werk
Le Parfum de Rome Het waren
jonge mannen, bogende op al de krach
ten des levens, bezield met een heilig
liefdevuur, doordrongen van hoop en
verlangen voor die liefde te mogen ster
ven. Zij waren den eenigen steun hunner
ouders, den oogappel eener moeder, de
hoop des vaders, zich rukkende uit de
armen eener duurbare echtgenoote, eener
wennende bruid vaarwel zeggend aan
vermaak, geluk, rijkdom en eer... Maar
ook, welke heerlijke droom,zich in Rome
te bevinden, jong en sterk, met een wa
pen aan de zijde, als bewaker en verde
diger van al de schatten der Eeuwige
Stad; door God uitverkoren om dezelve
voor het nageslacht te bewaren Zij leef
den in en door dezen droom, onder dien
schoenen Romeinschen hemel, waar het
gebed uit alle richtingen der wereld
samenvloeit, tusschen het Vatikaan en
liet Kapitool. Geknield op de graven der
martelaars, zagen zij de palmen der mar-
telie onder het bereik hunner handen...
Tot welke standen der samenleving
behoorden zij
De groote meerderheid tot den lioog-
sten adel of tot de aloude vrome burgerij.
En, zegt Mgr. van Menten, het geloof en
het bloed adelden met ongekende glorie
ook de helden van minderen stand. Toen
de markies Silvio di Borgo zich in de
kazern der Serristori, vóór de naar Or-
vieto gereedstaande compagnie, als sim
pel Sleutelsoldaat aanbood, deed men
hem de opmerking dat hij jaarlijks een
inkomen van 60 duizend frank te verte
ren had, dat hij tot den oudsten Romein-
te schemeren of hij ging zich bij
generaal Oudinot aansluiten. Het ge
vaar deed zijne gejaagdheid verdwij
nen en hij werd geheel kalm zooals
het altijd gebeurde doch op het zicht
der russische nachtvuren en hunne
ligging, riepen zijn meest vastberaden
genei alen, zooals Rapp, Mortier en
Ney, gezamentlijk uit: dat, indien
de keizer aan dit gevaar ontsnapte,
men wel inderdaad in zijne gelukstar
zou moeten gelooven De ontstui-
mige Murat zeil was van oordeel dat
het tijd werd aan de persoonlijke
redding van den keizer te denken.
Het waren Poolsche soldaten die het
hem voorstelden.
De keizer wachtte den dagaraad
afin een der huizen nabij den oever
der Berezina, op eene hoogte be
kroond door het geschut van Oudinot,
toen Murat tot hem drong en hem
verklaarde dat hij den doorgang als
onmogelijk beschouwde, en hij noopte
hem dringend zijn persoon te redaen
nu dat het nog tijd was. Hij deelde
hem daarop mede dat hij, eenige
mijlen boven Studzianka, gemakkelijk
den stroom zou kunnen doorwaden
dan zou hij binnen vijf dagen Wilna
bereikt hebben, geleid en beschut
door dappere Poolsche soldaten die
met al de wegen goed bekend waren
en hun leven veil hadden voor zijne
redding.
De keizer echter verwierp deze
voorstellen welke hij als een laffe
vlucht beschouwde. En hij veront
waardigde er zich over dat men durven
denken had dat hij zijn leger, in de
ure van 't gevaar, zou verlaten heb
ben. Doch aan Murat persoonlijk
verweet hij niets, omdat hij wellicht
in zijn voorstel eene blijk te meer van
genegenheid zag, iets waarmede de
vorsten altijd zeer oploopen.
('t Vervolgt)