'C '"'L- II VREDE. OORLOGSJAMMER. ïredeswsrKIng 1.0. Paus KATHOLIEK NIELJWS® EN AANKONDIGINGSBLAD De onafHanKelijKHeld van Finland. In Duitschland Zondag 6 Januari 1918 5 centiemen het nnn.mer 78* Jaar M» 478» Week-K a lender. Een Kribbeken. Uit tiet DagfioeK eener Jonge Vrouw, STERFGEVAL. 0 AVOND, WEES GEGROET,,. Eene verstandige Engelsche stem. DE DENDERBODE Abonnementsprijs: 3 trank 'sjaars. Men schrijft in te Aalst 31, KORTE ZOUTSTRAAT, 31 Aalst, den 5 Januari 1918. JANUARI. 6 Zondag, Feest en plechtigheid van de HH. 3 Keningen. 7 Maandag, H. Lucianus, pr. 8 Dinsdag, Gelukz. Torphinus, bis. 9 Woensdag, H. Marcellinus, biss. 10 Donderdag, H. Agatho, paus. 11 Vrijdag, H. Hyginus, pausen martel. 12 Zaterdag, H. Arcadius,'martelaar. Aan een eerste communiecantjc. Serafyntjes zweven biddend Naar uw stalleken, o Heer, Kom, en daal in 't zielenkribje Van uw lievelingsjes neer Vlei U zacht op 't Doopsel-kleedje Blanker dan de sneeuw, zóó blank, WarmjU in'de zachte stralen Van hun liefde-zonken lang. Hier zijt Gij nog Koning, Jezus, Onbetwiste Opperheer Houd hun zielken immer zuiver, U gelijkend meer en meer. 25 12-17. J. M. Over vrede werden reeds eene massa artikelen geschreven, doch weinig of geen schrijvers hebben de grondoorzaken van dezen gruwelijk- sten aller oorlogerf blootgelegd. Mogen we kort en bondig zeggen welke bronnen, ons dunkens, deze onmetelijke bloedzee over Europa hebben uitgestort, en wier stelpen ol verbeteren zou helpen ons onge- stoorden vrede te bezorgen Vier bronnen noemen we 1. het slecht samenstellen der geschiedenisboeken 2. het] uitsluitend „wetenschappelijk onderwijs onzer, helaas verlichte twintigste eeuw, wetenschappelijk opleiden dat ons ongodsdienstige diplomaten heelt geschonken 3. de geheime diplomatie 4. het mis-op- vatten van het Staatsdoel. I BRON. - DE GESCHIEDENIS BOEKEN. De geschiedenis is de studie van het leven der volkeren het verleden der menschelijke maatschappij door grondt ze en tracht uit de atzonder- lijke feiten dezer wetten en oorzaken al te leiden. Bij de Ouden, en tot de laatste eeuw toe, was de geschiedenis eene zedenleer in voorbeelden, zegde Tacitus. De zeden en de gebruiken, samen met de feiten, werden de stu denten aangeleerd en lieten eenen heilzamen en blij venden indruk achter Onze wijze twintigste eeuw heelt de gegeschiedenis tot eene wetenschap gemaakt, tot eene opeenstapeling van oorzaken en leiten en van hunne ver bindingen om te leeren dat zulke maatschappelijke toestand op zulken toestand moet volgen, datxiezelfde oorzaken dezelfde gevolgen hebben de geschiedenisboeken geven oorza ken van oorlogen, veldslagen na veld slagen, moorderijen na moorderijen 't zijn ware bloedboeken. Is de maatschappij er beter om ge worden Staat het zedelijk peil nir hooger dan in de middeleeuwen, bij voorbeeld ?j De studeerende jeugd mag en moet men de heldendaden harer voorvaderen leeren kennen die feiten diep in hun geheugen prenten en het heilig vuur der vaderlandsliefde in hun hert doen branden wij moe ten leeren dat ook de menschen der middeleeuwen om bij ons voorbeeld te blijven - de zonde kenden, doch ook de tranen van berouw, die gelijk naverteld door X Daar een beroemd verhaal. (18e Vervolg). Waarom schrijf ik u dit alles Waar om, gelijk het een krijgsman betaamt, breek ik niet uit in lofgezangen over liet oorlogswerk Waaron Omdat ik in der waarheid en na rustelooze uiting der waarheid moet omdat ik altijd die leugenachtige woorden haatte; wijl in dit oogenblik echter, waarop ik zoo nabij de dood ben en toch met u spreek, gij, die misschien in stervensnood zijt, het mij dubbel dringt mijn hart rechtuit te spreken. Duizend anderen mogen ook anders denken, of ten minste zich ver plicht gevoelen anders te spreken, ik moet het toch noh eenmaal zeggen, eer ik den krijg ten offer valle ik haat den oorlog Mocht slechts iedereen, die eene gelijke gewaarwording gevoelt, het luide uilbazuinen Al het Hurrahge- schal, al het kanonnengedonder dat het •begeleidt, zou dan luide overstemd wor den door dezen roep der veredelde menschheid, door het zegezekere Oorlog aan übn oorlog Gelukkiglijk vond ik ook nog latere brieven dan den hier boven vermelden. In een dezer vertelde Frederik dat hij zijnen neef Godfried van Tessow ont moet had Denk eens na. welke verassing Wien zie ik aan de spits eener afdeeling DRUKKERUITGEVER Van de Putte-Goossens AANKONDIGINGEN Kleine één maal 0,73 t'r twee maal 1,35 Ir. Gewone annoncen o,i5 de regel. Vonnissen, sterfgevallen, ene. 0,50 de regel. Dikwijls te he. halen volgens akkoord. gloeiende kolen op hunne zielen rol den en hen zuiverden. Onze groote jongelingen moeten weten dat, bij de Oude Belgen, de eerbaarheid, volgens het zeggen van Tacitus, meer misda den belette dan bij de andere volkeren de strengste wetten. De geschiedenis boeken (ij moeten aanduiden wanneer een volk gelukkig of rampzalig was en er den waarom bijvoegen, meer waarde hechten aan de redenles in de leiten besloten dan aan de feiten zelve; zedenboeken moeten ze weer worden, zedenboeken, die de christelijke broe derliefde aanprediken en geen aanlei ding geven tot onderling verachten en haten, volkerenhaat, die, onbetwist baar, eene mede en groote oorzaak van dit uitmoorden is. II BRON. - HET WETEN SCHAPPELIJK OPLEIDEN. Nooit werd zooveel zorg aan de verstandelijke opvoeding besteed als nu. Voor alle wetenschappen en we- tenschapjes staan ontelbare boeken ter beschikking. De verstandeiijke vooruitgang grenst aan 't ongelooflij ke afstanden worden ingekort, zee, aarde en lucht doorwroet en door snuffeld, den hemel zeil wil men zijne geheimen ontrukken, doch, heeft de beschaving er bij gewonnen, werd de innerlijkemensch.verbeterd en ver edeld, ol heeft die verhooging van geestelijk leven niet tot meerdere ruwheid en uiterlijkheid, tot stoffelijke verfijning en zedelijke ontaarding ge leid Heeft Rudolf Eucken geen gelijk, wanneer hij onze beschaving eene schijnbeschaving noemt, die zooveel mogelijk wil pralen en pron ken, die innerlijke vorming door uiter lijke algemeenheid vervangt en alle echte waarde des levens aan louter nuttigheid offert Dat nuttigheidsgedacht is de drijf veer, die bijna iedereen handelen doet, het leven van hooge en lage standen is er van doordrongen, 't Kan mij dienen Wat geeft het mij, dat mijnen evenmensen er door lijdt, dat het onrechtveerdig, wraakroepend is als ik maar vooruit ga Elk voor hem Het handelen en streven der diplo maten zelf richt zich bijna uitsluitend naar dit nutsdoel handels- en andere verdragen, bonden en machten, alles, alles lost zich op in deze hoofdge dachte zal het ons volk nuttig zijn Wat geelt men dan. öm 'récht of on recht, verbintenissen en eerewoord, om Kerk en God Voor hem, schrijft Schiller, a die het eenmaal zoover heeft gebracht dat hij zij .ien geest ten kosten van zijn hert verfijnt, is het heiligste niet meer heilig, voor hem is de menschheid en de godheid niets. Heeft het drijven en jagen der Sta tenbonden, in de laatste jaren vooral, het gedurig zich mengen met ander mans zaken dit al-verslindend oor logsvuur niet ontstoken Zou een rechtgevormd zedelijk-geweten de diplomaten niet anders hebben doen handelen Wie durft het betwisten ('t Vervolgt.) Christ. (1) De geschiedenisboeken moeten evenredig zijn met den ouderdom en de verstandelijke ontwikkeling der leerlingen. Stockholm, 29 December. -- (Me- dedeeling van het Svenska telegram bureel). De leider der afvaardiging van de Finscheregeering, Gupenberg, las, in naam der regeering, vóór den koning een verklaring, waarin het heet De Finsche landdag en de Finsche regeering hebben Finland tot een vrij en onalhankelijken staat verklaard. mij voorbij rijden Tante Cornelia's eenigen zoon Wat moet die arme vrouw thans sidderen De jongen zelf is ganscli begeesterd en strijdvaardig. Den zelfden avond waren wij bijeen in het kamp, en ik liet hem in mijne tent uitrusten. "Dat is toch heerlijk riep hij opgetogen uit, dat wij voor dezelfde zaak strijden, neef, en nevens elkaar Heb ik geen geluk gehad, dat reeds in het eerste jaar van mijn luilenanlschsp een oorlog, uitgebroken is Ik ga mij voorzeker een eerekruis halen En hoe waart gij te moede, toen gij voor de eerste maal in het vuur kwaamt? O, wonnig en vervoerd Schrikke lijk is het, ja, maar... 't is zoo prachtig En het bewustzijn dat ik den hoogste mannenplicht vervul met God voor Koning en Vaderland!... Een edele toorn doorgloeide mij tegen den verwaan den vijand, die het recht der Duitsche landen wilde met dc voeten treden en het is mij een gelukzalig gevoel, dezen haat te mogen bevredigen... het is eene eigenaardige, eene geheimnisvolle zaak te kunnen dooden, neen, le moeten doo- drn, zonder een moordenaar te zijn en met onverschrokken prijsgeving van zijn eigen leven...» Godfried is geestdriftig, dat wij, Oostenrijkers, voor dezelfde rechtvaardige zaak als de Pruisen opgetreden zijn. Ja, wij, Duitschors, zijn toch een eigenaardig broedervolk voor elkaar en met elkaar verslagen wij den vijand. En hoe dan, mijn jongen, indien vandaag of morgen de Pruisen tegen de Oostenrijkers kampen, en wij getweeën als vyanden tegenover elkaar gësleld Het Finsche volk is daardoor uit de in 1806 geschape'n vereeniging met Rusland uitgeschakeld. Deze veree niging was op geen enkele kultureele ol historische gemeenschap gegrond. Toen nochtans de wereldoorlog ui- brak, werd een uitgebreid plan vast gesteld van de hoogste macht van het keizerrijk om Finland geheel te vèr- RusseD. Finland wendt zich tot de vrijes Staten van de wereld met'het. verzoek, als volkomen onafhankelijk erkend te worden en steunt zich op het zelfbestemmingsrecht, dat ook de gerechtigheid eischt voor de kleine naties, Tot slot zegde Gupenberg In naam van een meer dan duizend jarige gemeenzame geschiedenis, is dit verzoek in de eerste plaats tot Zweden gericht, ingevolge depoliti€-*ke isoleerin^, waarin Finland zich Ne- vindt. Door de aangehaalde anarchie in Rusland, den hongersnood die liet land bedreigt en noodzakelijkheid *le tuchtelooze Russische troepen, die een blijvend gevaar voor de orde zijn, te verwijderen, is de vervulling van dezen wensch een hoogst dringende zaak geworden. Finland hoopt, «lat Zweden de rechtmatigheid erkent van den stap. door het Finsche volk 'ge daan om Finland tot een onafhayke- lijken staat te verklaren en dat^de regeering van Zweden zal toestem men, vriendschappelijke betrekkingen met de Finsche regeering aan" te knoopen. De koning antwoorde aan de; Fin sche afvaardiging "Ik verzoek mijnen hartelijk&lcn dank te aanvaarden voor de door U gedane mededeeling. Ik schat Jiet hoog, en met mij ook zeker het gan- sche Zweedsche volk, dat ge U tyrst tot Zweden gericht hebt, dat, ingevol ge de honderdjarige gemeenzame ge schiedenis, ook in latere tijden ai, ij/1 de belangen van Finland vertegen woordigd heeft. Ik verzeker U, d^t ik, en mijne regeering, met een war rille genegenheid het streven van Finl ml. volg, om zijne volkomen onafhanke lijkheid te verkrijgen en ik del» vifrig- sten wensch koester, Finland als onafhankelijken staat te kunnen er kennen. Een gewichtiger punt in ge heel de kwestie is nochtans de moge lijkheid van een verstandhouc ing tusschen Uw land en Rusland. Ik heb reden om op een gunstig e.nde van Uw streven te hoopen. Het is var zelf sprekend dat ook cle houding der andere landen in aanmerking komt. Ge kunt immer overtuigd zijn van mijne beste wenschen voor U en voor het toekomstig welzijn van uw land. Zondag 1.1. is in onze stad, in de stichtenste gevoelens van godsvrucht overleden, den heer Frans-Adriaan Crick, in leven. Secretaris der Burgerlijke Godshuizen van Aalst en Gemeente secretaris van Hofstade. Ondervoor zitter van den Katholieken Burgers kring, vereerd met de Burgerlijke Medalie van i* klas en de Herinne- ringsmedalie van Z. M. Leopold II. Het was een man van diep kristen geloof en overtuigd katholiek. Als Ondervoorzitter van den Katholieken Burgerkring waarvan hij ook mede stichter was, bewees hij aan die in richting menigvuldige diensten. Men kan zeggen dat hij al zijn vrije tijd, na zijne lastige taak en zorgen voor zijne talrijke familie, ten beste had tot de verdediging der kleine burgerij. In de j Burgerlijke Godshuizen alwaar hij zijn ambt niet alleenlijk plichtshalve j vervulde maar steeds als ware kris- tene, met iedereen den hem bejegen- 1 de, met goedheid omging zal hij in het geheugen van iedereen, zoowel bij oversten als bij onderdanen, blij ven voortleven. Laat ons besluiten en zeggen, dat het leven van den eerzame overledene steeds werkzaam is geweest, gewijd aan de welvaart van zijn huisgezin en aan het welzijn van den evenmensch en de goede zaak. Wij zijn er van overtuigd dat hij van God reeds de belooning ontvan gen heeft voor zijn zoo rijk vervuld en verdienstelijk leven. Wij bieden aan zijne bedroefde kin deren onze oprechte kristene deelne ming in het smartelijk verlies dat hun treft. De plechtige Lijkdienst en Begrafe nis heeft Woensdag 1.1. onder eenen grooten toeloop van vrienden en ken nissen plaats gehad. Getoondicht door Thcodoor Eemans cn opgedragen aan zijn kunstvriend Petrus Van Nuffel. O avond, wees gegroet, gegroet, Die vredig over 't land, Het wijde land, dat geurend bloeit, Uw donker laken spant In 't Westen, achter 't donker woud, Een laatste streepken rood Spreekt mij van d'afgesloofde dag, Die in den nacht gaat dood.... O avond, wees gegroet, gegroet f 'k Ga naar mijn huisken toe De bloeme slaapt, de vogel zwijgt, Ek ik,ik ben zoo moe Fons Van de Maele. ?- V Zondagrust. Van 's middags tol middernacht, eoni- ge dienstdoende apotheek, Zondag 6 Januari, M. Ghysselinkx, Molenstraat. worden Niet denkbaar Nu dat ons beider bloed voor eene zelfde zaak gestroomd heeft, nu kan dat toch niet meer... Niet meer? Ik waarschuw u voor die uitdrukkingen nooit en eeuwig in staatkundige diugen! Godfried sprak begeesterd verder, en ik, ik liet hem praten. Ik heb immers toch ook hetzelfde ondervonden hij mij nen eersten veldtocht. Maar bij mij was die roes gauw vervlogen, en moeilijk kan ik in mij nog die gevoelens opwek ken, die de jonge Tessow mij afgeschil derd heeft. Ik heb het veel te vroeg er kend dat het oorlogsvuur niets boven- menschelijks, maar integendeel iets ondormenschelijks is. Het laatste der voorhanden zijnde be richten was pas over vijf dagen verzon den en pas over twee dagen aangekomen. Wat kan er al in vijf dagen niet gebeurd zijn I Zorg en benauwdheid grepen mij aan. Waarom was er mij gisteren noch vandaag eenig teeken van leven toege komen f. Mijn vader moest weder afreizen. Thans kon hij mij rustig verlaten alle gevaar was geweken en hij had dringen de zaken te Grumitz af te doen. Ik' zou. zoohaast mijne krachten het mij zouden toelaten, hem daarheen volgen met mijnen kleinen Rudi. Tante Marie bleef mij bij zij wou mij verder verplegen en dan met mij den huiten gaan betrekken waar Rosa en Lilly reeds heengetrok- ken waren. Ik liet haar pralen en voor mij plan- j nen maken. In stilte nam ik mij echter voor. zoo haast het maar eenigszir.s iVij lezen in Het Volk van 1 en 2 Januari 1918 onderstaand ar tikel dat wij aan onze lezers mede- deelen. Het stemt ten volle met onze zienswijze overeen, en wij hopen dat zij ook met de gedachten van Het Volk zullen instemmen: Weer heeft het woord van den Paus over de wereld geklonken, vrij en vrank, onbewimpeld als de waarheid. Weer heelt de Paus zijne klacht herhaald in zijne vorige brieven uit gedrukt, namelijk dat zijn oproep tot vredesonderhandelingen niet aan hoord werd. En Benedictus XV maakte ons tevens bekend wat we rejeds wisten dat hij vanwege som migen geen antwoord v aardig werd geacht, en wat we niet wisten dat hij met argwaan of laster ge loond werd. Wie hier bedoeld wordt, zullen we eerlang vernemen, doch het verwondert ons niet, daar we de gesteltenis van sommige regeerders tegenover den Paus kennen. Had de Paus niet gesproken, diezelfden zou den Hem om zijne stilzwijgendheid eveneens beknibbeld hebben. Die handelwijze verwondert nie mand, des te min daar we zelfs onder enkele katholieken den Paus hoorden beknibbelen om zijn optreden binst den oorlog. Het oordeel vanden Paus wegens den oorlog, zegden enkelen, heeft niet meer belang dan dat van een gewoom mensch. Dwaling De Paus, als hoofd der katholieke Kerk, staat verre boyen den stand van een gewoon sterveling. Zijn ge zag, zijne verantwoordelijkheid als Herder van vele millioenen zielen. brengen meê. dat hij veel meer dan 't is gelijk wie. zijne daden wikken en zijne woorden wegen moet. En als Hij optreedt bij gewichtige 'omstan digheden,'t i§ dat hij diep overtuigd is dat de plicht er hem toe dwingt. Bovendien, de Paus is beter inge licht dan wie ook. Het Vatikaan is de brievenbus waar, uit alle deelen der wereld, alle slach mededeelingen, van materieelen als van godsdienstigen aard, toekomen. De Paus is omringd van uitstekende geleerden in alle wetenschappen; Hij is omringd van fezanten ujt talrijke Staten; Hij zelf eelt eigen vertegenwoordigers in meestal de landen. Wie is omringd j van eene schaar prinsen, zooals kar dinalen, aartsbisschoppen, bisschop pen, gelijk de Paus in alle deelen der wereld Neen, het woord van den Paus, zelfs als hij bij tijdelijke gebeurtenis sen, zooals de oorlog, spreekt, is aan 't woofd van Jan en alleman niet te vergelijken. De Paus, beweren anderen, spreekt een onfeilbaar woord als Hij, als hoofd der Kerk, een beslissende uitspraak doet over geloof of zeden en alle christenen verplicht die uit spraak aan te nemen. In die uitspra ken, die louter godsdienstige vraag stukken als voorwerp hebben, willen we hem ook wel aanhooren. maar zijn raad in tijdelijke zaken is voorze- ker niet onfeilbaar. Dat is waar. Doch, zoo men aanneemt dat de Paus als ij «ex cathedra- spreekt, op eene bijz ndere wijze door het licht van den H. Geest is bijgestaan, volgt das uit dat die Geest Hem verlaat, hem niet leidt als hij spreekt bij groo te wereldgebeurtenissen als bij den f rlog, waarbij het lot van de Kerk zelf en het zielenheil van zoovele ge- loovigen in het spel zijn O Overigens, tijdelijk louter materiee- le zaken, houden bijna altyd, als ze in verhouding staan met den mensch, iets zedelijks in Leest de geschiede nis, sedert het ontstaan van Christus' Kerk bij alle gewichtige aangelegen heden, als ze vrijelijk konden hande len, hebben de Pauzen tot de volke ren gesproken. Hoe dikwijls is. door de eeuwen heen, hun optreden, zoo niet de redding, toch een zegen ge weest voor de volkeren als ze onder elkander in twist ol in oorlog waren. Te meer, de Paus handelt en spreekt onbaatzuchtig. Hij heelt geen leger rond Hem geen veroveringen in 't zicht. En over het onrecht. Hem destijds aangedaan en 'twelk niet hersteld' is, hij gewaagt er op dit oogenblik niet over. Vooral heeft Hij 't lijden van de volkeren in 't oog Hij weent erover, Hij smeekt den Heer om erbarming, went de regee ringen op tot verzoening, tot vrede. De Paus spreekt vrij en openhartig. Zijne rede voor het H. College dei- Kardinalen gesproken, getuigt dat Hij ieder, die Hij denkt te moeten aanspreken, raadt en ve maant. Toen de groote apostel Petrus, aan wien Chistus 't beheer van de Kerk had toevertrouwd, te Rome was ge land, en voor de scharen het geloof predikte, omringde ze Hem liefderijk als een Vader. Wat Petrus verkondig de was ganscli nieuw voor de heide nen van Rome, en toch vereerden ze Hem met hun vertrouwen. En nu, dat de goddelijke bestemming van het Pausdom zoo duidelijk blijkt, door zijn eeuwendurend bestaan, door al de wisselvalligheden der tijden heen, zijn de redens om Benedictus XV te achten, te beminnen, te vertrouwen, min groot De Paus, in zijne rede, drukt een beklag, maar toch ook eene hoop uit, 't is dat het vredezaad door Hem gestrooid, eindelijk zal ontkiemen en ten goede komen aan de volkeren. mogelijk was, naar Sleswig-Holstein af te reizen. Ik genas echter zoo snel niet als men wel eerst gehoopt had. Dit voortdurende gemis aan berichten stelde mij in zulke bange opgewonden heid dat ik geen oogenblik meer buiten koorts was. De nachten waren met af schuwelijke schrikbeelden vervuld, en de dagen verliepen in^ sarrend heimwee of droeve gedachten broeden daarbij was het zeer moeilijk nieuwe krachten te erlangen. Slechts een middel wist ik om eenige oogenblikken rust te genieten, en dat was wanneer men mij don kleinen Ru- dolf in de kamer bracht. Gij geliefd kind, mijn troost, mijn steun, mijne toekomst!» riep ik den kleine in mijn hart toe, wanneer ik hem aanschouwde. Hij bleef echter niet gaarne in de treurige, duistere ziekenkamer, hij gevoelde er zich zoo onaangenaam daar hij zijne eens zoo lustige moeder thans gedurig te bed zag liggen, bleek en met bekreten oogen. Van mijnen vader kwamen er dikwijls vragen om berichten. Hij had aan Frcderik's kolonel en aan mber andere geschreven, doch noch geen antwoord ontvangen. Wanneer eene lijst der ge sneuvelden verscheen, stuurde hij mij telkens een snclbericht: -Frederik er niet bij Bedriegt gij mij wellicht niet vroeg ik eenmaal aan tante Marie. Is er misschien al niet lang een doodsbericht gekomen dat gij mij verbergt Ik zweer het u Op uwe ziel Op mijne ziel Zulke verzekeringen deden mij ouzeg- gelijk goed, want uit al mijne macht klampte ik mij aan mijne hoop vast... Dc volgende lichtstraal was het bericht, dat er wederom een wapenstilstand gesloten was... dat beduidde ditmaal wel den vrede Den dag na het vernemen van dit nieuws stond ik voor de eerste maal een weinig op. De Vrede Welke zoete, wonnigc gedachte God zij dank thans zult ge spoedig gezond worden sprak op zekeren dag de tante, nadat zij mij geholpen had in nonen ligstoel neder te zinken, dien men voor het opene venster geschoven had. En dan kunnen wij naar Grumitz... i Zoohaast ik er de kracht toe heb, reis ik naar... Alsen I Naar Alsen Maar kind, wat valt or u in fk wil daar de plaats vinden waar Frederik gewond is of... Verder kon ik niet. Wil ik den kleinen Rudolf halen vroeg de tante na eene wijle. Zij wist dat dit het beste middel was om mijne treurige gedachten voor eenigen tijd te verjagen. Neen, thans niet... ik zou willen ganseh gerust en alleen blijven... Gij ook, tante, zoudt mij genoegen doen wildot gij in eene nevenplaats gaan... Misschien zal ik een weinig slapen. Ik gevo -l mij zoo afgemat Goed, mijn kind, ik zal u in rust laten... Hier, op het tafeltje staat cr eonc bel Indien gij iets noodig hoDt, zal er aanstonds iemand bij u zijn. Is de briefdrager reeds daar f Neen, het is zijn lijd nog niet. Moge in het voorjaar van 1918 's Pauzen hoop en verlangen vervuld worden. Het Heerenhuis bijeengeroepen. Berlijn, 29 December. Het Hee renhuis is bijeengeroepen voor dins dag 15 Januari, voor eene openbare zitting. Alleen de woningen-wet en kleine ontwerpen zouden verhandeld worden. De Zitting der Hoofdcommissie verschoven. Berlijn, 29 December. Het ge dacht bestaat om de zitting van de Hoofdcommissie van den Rijksdag, bepaald op 3 Januari, te verschuiven tot 7 of 8 Januari. Daar het antwoordtijdstip der En tente op 4 Januari eindigt cn van den anderen kant de hoofdcommissie, indien het mogelijk is,niet langer dan een dag zal vergaderen, zoo denken de meeste afgevaardigden dat het verschuiven der zitting zal.bepaald worden op 7 Januari. Het gedaent van het verschuiven der zitting wordt nog gesteund, door het feit dat de staatssecretaris von Kuhlmann op 4 Januari te Brest- Litowsk moet zijn en de hoofdcom missie wcnscht door von Kuhlmann persoonlijk, over den gang der onder handelingen, ingelicht te worden. Komt te verschijnen ten gebruike der Geloovigen van het Bisdom Gent, 1918. - PRIJS FR. 0,25. - Verkrijgbaar ten bureele van de DENDERBODE. De brief van Lansdowne. De Lomlensche briefwisselaar van den Nieuwe Rollerdamsche Courant geeft «ien indruk weer, welken de briof van Lord Lansdowne op de openbare meening in Londen gemaakt heeft De eersle indruk was, zoo schryft de briefwisselaar, eene algcmeene verwar ring; daarna echter bleek toch, dat Lansdowne, indion hij als politieker goenen aanhang van bcteekenis achter zich heeft, als zedelijk gezagspersooa niet (er zyde kan gestald worden. Men heeft eerst gepoogd, door de Jingo- biaden de - Bolo-woede legen hem te ontketenen, maar daarmede hcefl men by er -n man. wier onbaatzuchtigheid bui' 1 twijfel is, en die tol de berceraste hisl -ische Regc iten-fairiliëir'des lands behoort, gten uitslag, gehad. Nu'voert' men rijnen oiide.daan t<gen hem aan. Hij is 72 jaren 0 ld, sclir.-ef de Times alsof dat alles uiteen dted. Maar is Glemenceau niet 75 jaren?» vraagt de Hollander, en slaaf hij niet op den Heiligen almanak van a!le~palrioten van bedryf? Wat men ook tegen Lansdowi 0 in het work moge stellen, hol zsl weinig baten. De daad van lord Lansdowne kan niet ongedaan gemaakt wordon. Als zijne tegenstrevers spreken van de witte vlag.» van «overgave,» van .pacifismus, erkenning der nederlaag,is dat geene ongeschikte polemiek. Zij doen gelden, dal, als de opvatting tot Duitschland doordringt, dat de brief van Lansdowne eeno dergelijke beteekenis heeft, de zaak van don vrede meer zal geschaad dan gebaat zijn. Zulke tegonwerpingen zijn echter enkel ingegevon door blinde partijdrift. De pacifisten blijven in Engeland een klein hoopje zooals voorheen eene politiek der overgave is niet te 'ver wachten. En men raag in Duitschland den brief niet zoo opvatten dat Engeland omlei den last van den oorlog begint tc buigen, dat men dus gerust zijne eischen nog ietwat kan vermeerderen. Eene verslapping van den volksgeest beslaat in Engeland niet. Een Staatsman, die van eene^ neerlaag zou spreken zou meu schouderophalend alleen laten staan. Lord Lansdowne heeft enkel twijfel uitgedrukt aan de diplomats der Regeering, en voorgesteld, ze naai de verandorde toestanden aan te passen. Alzon heeft hij gesproken naar het gevoelen van vele versLaudigc Engelscben en bijzonderlijk van vele liberalen. Een groot deel dor openbare meening slaat achter hem. Maar verder dan hier is aangeduid, zal men met hem niet gaan. De kern van het Landownsche program is de gezichtpunten van den oorlog klaar Wanneer hij komt, gelief mij dan te wekken. Met zachte schreden ging de tante heen. Aamdie zachte stappen had in den laatsten tijd iedereen in den huize zich gewond. Neen, slapen wilde ik niet, maar alleen blijven met mijne gedachten... Ik bevond mij in dezelfde kamer, in den zelfden zetel als op dien gedenkwaar- digen morgen toen Frederik hij mij gekomen was 0111 mij mede tc deelen dat er bevel gekomen was om op tc rukken. Het was ook juist even zoel als dan en weder geurden de rozen in eene vaas naast mij, en weder klonken van uit eene kazerne de tonen van eenen hoorn. Ik kon me geheel in de stemming van dien dag terugplaatsen... Ik wou, ik zou gewild hebben weder te kunnen inslui meren, en droomen, zooals ik destijds meende le droomen dat de deur zachtjes openging en de geliefde man intrad... De rozen verspreidden al meer en meer een sterkeren geur en door het geopende venster weergalmde in de verte trara. ra... Het bewustzijn van het tegenwoor dige ontsnapte mij vergeten was alles wat er sinds dien voorgevallen was... en slechts dit eene vast gedacht groeide in mij al meer en meer aan, dat nu op dit oogenblik de deur zich moest openen om den duurbare te la Ion intreden... Met dat inzicht moest ik droomen, dat ik de oogen half geopend hield. Het was mij eene zware poging zooverre te geraken. en toch het gelukte... zeer, zeer weinig hief ik de oogschelen op... en... Ja dat was het, dat betrachte, dat gelukktg- (Zie vervolg op de koerzjjdv).'

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1918 | | pagina 1