'C '"'L- II
VREDE.
OORLOGSJAMMER.
ïredeswsrKIng 1.0. Paus
KATHOLIEK NIELJWS® EN AANKONDIGINGSBLAD
De onafHanKelijKHeld van Finland.
In Duitschland
Zondag 6 Januari 1918
5 centiemen het nnn.mer
78* Jaar M» 478»
Week-K a lender.
Een Kribbeken.
Uit tiet DagfioeK eener Jonge Vrouw,
STERFGEVAL.
0 AVOND, WEES GEGROET,,.
Eene verstandige
Engelsche stem.
DE DENDERBODE
Abonnementsprijs: 3 trank 'sjaars.
Men schrijft in te Aalst
31, KORTE ZOUTSTRAAT, 31
Aalst, den 5 Januari 1918.
JANUARI.
6 Zondag, Feest en plechtigheid van de
HH. 3 Keningen.
7 Maandag, H. Lucianus, pr.
8 Dinsdag, Gelukz. Torphinus, bis.
9 Woensdag, H. Marcellinus, biss.
10 Donderdag, H. Agatho, paus.
11 Vrijdag, H. Hyginus, pausen martel.
12 Zaterdag, H. Arcadius,'martelaar.
Aan een eerste communiecantjc.
Serafyntjes zweven biddend
Naar uw stalleken, o Heer,
Kom, en daal in 't zielenkribje
Van uw lievelingsjes neer
Vlei U zacht op 't Doopsel-kleedje
Blanker dan de sneeuw, zóó blank,
WarmjU in'de zachte stralen
Van hun liefde-zonken lang.
Hier zijt Gij nog Koning, Jezus,
Onbetwiste Opperheer
Houd hun zielken immer zuiver,
U gelijkend meer en meer.
25 12-17. J. M.
Over vrede werden reeds eene
massa artikelen geschreven, doch
weinig of geen schrijvers hebben de
grondoorzaken van dezen gruwelijk-
sten aller oorlogerf blootgelegd.
Mogen we kort en bondig zeggen
welke bronnen, ons dunkens, deze
onmetelijke bloedzee over Europa
hebben uitgestort, en wier stelpen
ol verbeteren zou helpen ons onge-
stoorden vrede te bezorgen Vier
bronnen noemen we 1. het slecht
samenstellen der geschiedenisboeken
2. het] uitsluitend „wetenschappelijk
onderwijs onzer, helaas verlichte
twintigste eeuw, wetenschappelijk
opleiden dat ons ongodsdienstige
diplomaten heelt geschonken 3. de
geheime diplomatie 4. het mis-op-
vatten van het Staatsdoel.
I BRON. - DE GESCHIEDENIS
BOEKEN.
De geschiedenis is de studie van
het leven der volkeren het verleden
der menschelijke maatschappij door
grondt ze en tracht uit de atzonder-
lijke feiten dezer wetten en oorzaken
al te leiden.
Bij de Ouden, en tot de laatste
eeuw toe, was de geschiedenis eene
zedenleer in voorbeelden, zegde
Tacitus. De zeden en de gebruiken,
samen met de feiten, werden de stu
denten aangeleerd en lieten eenen
heilzamen en blij venden indruk achter
Onze wijze twintigste eeuw heelt de
gegeschiedenis tot eene wetenschap
gemaakt, tot eene opeenstapeling van
oorzaken en leiten en van hunne ver
bindingen om te leeren dat zulke
maatschappelijke toestand op zulken
toestand moet volgen, datxiezelfde
oorzaken dezelfde gevolgen hebben
de geschiedenisboeken geven oorza
ken van oorlogen, veldslagen na veld
slagen, moorderijen na moorderijen
't zijn ware bloedboeken.
Is de maatschappij er beter om ge
worden Staat het zedelijk peil nir
hooger dan in de middeleeuwen, bij
voorbeeld ?j De studeerende jeugd
mag en moet men de heldendaden
harer voorvaderen leeren kennen die
feiten diep in hun geheugen prenten
en het heilig vuur der vaderlandsliefde
in hun hert doen branden wij moe
ten leeren dat ook de menschen der
middeleeuwen om bij ons voorbeeld
te blijven - de zonde kenden, doch
ook de tranen van berouw, die gelijk
naverteld door X
Daar een beroemd verhaal.
(18e Vervolg).
Waarom schrijf ik u dit alles Waar
om, gelijk het een krijgsman betaamt,
breek ik niet uit in lofgezangen over liet
oorlogswerk Waaron Omdat ik in der
waarheid en na rustelooze uiting der
waarheid moet omdat ik altijd die
leugenachtige woorden haatte; wijl in
dit oogenblik echter, waarop ik zoo nabij
de dood ben en toch met u spreek, gij,
die misschien in stervensnood zijt, het
mij dubbel dringt mijn hart rechtuit te
spreken. Duizend anderen mogen ook
anders denken, of ten minste zich ver
plicht gevoelen anders te spreken, ik
moet het toch noh eenmaal zeggen, eer
ik den krijg ten offer valle ik haat den
oorlog Mocht slechts iedereen, die
eene gelijke gewaarwording gevoelt, het
luide uilbazuinen Al het Hurrahge-
schal, al het kanonnengedonder dat het
•begeleidt, zou dan luide overstemd wor
den door dezen roep der veredelde
menschheid, door het zegezekere
Oorlog aan übn oorlog
Gelukkiglijk vond ik ook nog latere
brieven dan den hier boven vermelden.
In een dezer vertelde Frederik dat hij
zijnen neef Godfried van Tessow ont
moet had
Denk eens na. welke verassing
Wien zie ik aan de spits eener afdeeling
DRUKKERUITGEVER
Van de Putte-Goossens
AANKONDIGINGEN
Kleine één maal 0,73 t'r twee maal 1,35 Ir.
Gewone annoncen o,i5 de regel.
Vonnissen, sterfgevallen, ene. 0,50 de regel.
Dikwijls te he. halen volgens akkoord.
gloeiende kolen op hunne zielen rol
den en hen zuiverden. Onze groote
jongelingen moeten weten dat, bij de
Oude Belgen, de eerbaarheid, volgens
het zeggen van Tacitus, meer misda
den belette dan bij de andere volkeren
de strengste wetten. De geschiedenis
boeken (ij moeten aanduiden wanneer
een volk gelukkig of rampzalig was
en er den waarom bijvoegen, meer
waarde hechten aan de redenles in de
leiten besloten dan aan de feiten zelve;
zedenboeken moeten ze weer worden,
zedenboeken, die de christelijke broe
derliefde aanprediken en geen aanlei
ding geven tot onderling verachten en
haten, volkerenhaat, die, onbetwist
baar, eene mede en groote oorzaak
van dit uitmoorden is.
II BRON. - HET WETEN
SCHAPPELIJK OPLEIDEN.
Nooit werd zooveel zorg aan de
verstandelijke opvoeding besteed als
nu. Voor alle wetenschappen en we-
tenschapjes staan ontelbare boeken
ter beschikking. De verstandeiijke
vooruitgang grenst aan 't ongelooflij
ke afstanden worden ingekort, zee,
aarde en lucht doorwroet en door
snuffeld, den hemel zeil wil men zijne
geheimen ontrukken, doch, heeft de
beschaving er bij gewonnen, werd de
innerlijkemensch.verbeterd en ver
edeld, ol heeft die verhooging van
geestelijk leven niet tot meerdere
ruwheid en uiterlijkheid, tot stoffelijke
verfijning en zedelijke ontaarding ge
leid Heeft Rudolf Eucken geen
gelijk, wanneer hij onze beschaving
eene schijnbeschaving noemt, die
zooveel mogelijk wil pralen en pron
ken, die innerlijke vorming door uiter
lijke algemeenheid vervangt en alle
echte waarde des levens aan louter
nuttigheid offert
Dat nuttigheidsgedacht is de drijf
veer, die bijna iedereen handelen
doet, het leven van hooge en lage
standen is er van doordrongen, 't Kan
mij dienen Wat geeft het mij, dat
mijnen evenmensen er door lijdt, dat
het onrechtveerdig, wraakroepend is
als ik maar vooruit ga Elk voor
hem
Het handelen en streven der diplo
maten zelf richt zich bijna uitsluitend
naar dit nutsdoel handels- en andere
verdragen, bonden en machten, alles,
alles lost zich op in deze hoofdge
dachte zal het ons volk nuttig zijn
Wat geelt men dan. öm 'récht of on
recht, verbintenissen en eerewoord,
om Kerk en God Voor hem,
schrijft Schiller, a die het eenmaal
zoover heeft gebracht dat hij zij .ien
geest ten kosten van zijn hert verfijnt,
is het heiligste niet meer heilig, voor
hem is de menschheid en de godheid
niets.
Heeft het drijven en jagen der Sta
tenbonden, in de laatste jaren vooral,
het gedurig zich mengen met ander
mans zaken dit al-verslindend oor
logsvuur niet ontstoken Zou een
rechtgevormd zedelijk-geweten de
diplomaten niet anders hebben doen
handelen Wie durft het betwisten
('t Vervolgt.)
Christ.
(1) De geschiedenisboeken moeten evenredig
zijn met den ouderdom en de verstandelijke
ontwikkeling der leerlingen.
Stockholm, 29 December. -- (Me-
dedeeling van het Svenska telegram
bureel). De leider der afvaardiging
van de Finscheregeering, Gupenberg,
las, in naam der regeering, vóór den
koning een verklaring, waarin het
heet
De Finsche landdag en de Finsche
regeering hebben Finland tot een vrij
en onalhankelijken staat verklaard.
mij voorbij rijden Tante Cornelia's
eenigen zoon Wat moet die arme
vrouw thans sidderen De jongen zelf
is ganscli begeesterd en strijdvaardig.
Den zelfden avond waren wij bijeen in
het kamp, en ik liet hem in mijne tent
uitrusten. "Dat is toch heerlijk riep hij
opgetogen uit, dat wij voor dezelfde
zaak strijden, neef, en nevens elkaar
Heb ik geen geluk gehad, dat reeds in
het eerste jaar van mijn luilenanlschsp
een oorlog, uitgebroken is Ik ga mij
voorzeker een eerekruis halen
En hoe waart gij te moede, toen gij
voor de eerste maal in het vuur kwaamt?
O, wonnig en vervoerd Schrikke
lijk is het, ja, maar... 't is zoo prachtig
En het bewustzijn dat ik den hoogste
mannenplicht vervul met God voor
Koning en Vaderland!... Een edele
toorn doorgloeide mij tegen den verwaan
den vijand, die het recht der Duitsche
landen wilde met dc voeten treden en
het is mij een gelukzalig gevoel, dezen
haat te mogen bevredigen... het is eene
eigenaardige, eene geheimnisvolle zaak
te kunnen dooden, neen, le moeten doo-
drn, zonder een moordenaar te zijn en
met onverschrokken prijsgeving van zijn
eigen leven...» Godfried is geestdriftig,
dat wij, Oostenrijkers, voor dezelfde
rechtvaardige zaak als de Pruisen
opgetreden zijn. Ja, wij, Duitschors, zijn
toch een eigenaardig broedervolk voor
elkaar en met elkaar verslagen wij den
vijand.
En hoe dan, mijn jongen, indien
vandaag of morgen de Pruisen tegen de
Oostenrijkers kampen, en wij getweeën
als vyanden tegenover elkaar gësleld
Het Finsche volk is daardoor uit de
in 1806 geschape'n vereeniging met
Rusland uitgeschakeld. Deze veree
niging was op geen enkele kultureele
ol historische gemeenschap gegrond.
Toen nochtans de wereldoorlog ui-
brak, werd een uitgebreid plan vast
gesteld van de hoogste macht van het
keizerrijk om Finland geheel te vèr-
RusseD. Finland wendt zich tot de
vrijes Staten van de wereld met'het.
verzoek, als volkomen onafhankelijk
erkend te worden en steunt zich op
het zelfbestemmingsrecht, dat ook de
gerechtigheid eischt voor de kleine
naties, Tot slot zegde Gupenberg
In naam van een meer dan duizend
jarige gemeenzame geschiedenis, is
dit verzoek in de eerste plaats tot
Zweden gericht, ingevolge depoliti€-*ke
isoleerin^, waarin Finland zich Ne-
vindt. Door de aangehaalde anarchie
in Rusland, den hongersnood die liet
land bedreigt en noodzakelijkheid *le
tuchtelooze Russische troepen, die
een blijvend gevaar voor de orde zijn,
te verwijderen, is de vervulling van
dezen wensch een hoogst dringende
zaak geworden. Finland hoopt, «lat
Zweden de rechtmatigheid erkent van
den stap. door het Finsche volk 'ge
daan om Finland tot een onafhayke-
lijken staat te verklaren en dat^de
regeering van Zweden zal toestem
men, vriendschappelijke betrekkingen
met de Finsche regeering aan" te
knoopen.
De koning antwoorde aan de; Fin
sche afvaardiging
"Ik verzoek mijnen hartelijk&lcn
dank te aanvaarden voor de door U
gedane mededeeling. Ik schat Jiet
hoog, en met mij ook zeker het gan-
sche Zweedsche volk, dat ge U tyrst
tot Zweden gericht hebt, dat, ingevol
ge de honderdjarige gemeenzame ge
schiedenis, ook in latere tijden ai, ij/1
de belangen van Finland vertegen
woordigd heeft. Ik verzeker U, d^t
ik, en mijne regeering, met een war rille
genegenheid het streven van Finl ml.
volg, om zijne volkomen onafhanke
lijkheid te verkrijgen en ik del» vifrig-
sten wensch koester, Finland als
onafhankelijken staat te kunnen er
kennen. Een gewichtiger punt in ge
heel de kwestie is nochtans de moge
lijkheid van een verstandhouc ing
tusschen Uw land en Rusland. Ik heb
reden om op een gunstig e.nde van
Uw streven te hoopen. Het is var zelf
sprekend dat ook cle houding der
andere landen in aanmerking komt.
Ge kunt immer overtuigd zijn van
mijne beste wenschen voor U en voor
het toekomstig welzijn van uw land.
Zondag 1.1. is in onze stad, in de
stichtenste gevoelens van godsvrucht
overleden, den heer
Frans-Adriaan Crick,
in leven. Secretaris der Burgerlijke
Godshuizen van Aalst en Gemeente
secretaris van Hofstade. Ondervoor
zitter van den Katholieken Burgers
kring, vereerd met de Burgerlijke
Medalie van i* klas en de Herinne-
ringsmedalie van Z. M. Leopold II.
Het was een man van diep kristen
geloof en overtuigd katholiek. Als
Ondervoorzitter van den Katholieken
Burgerkring waarvan hij ook mede
stichter was, bewees hij aan die in
richting menigvuldige diensten. Men
kan zeggen dat hij al zijn vrije tijd, na
zijne lastige taak en zorgen voor zijne
talrijke familie, ten beste had tot de
verdediging der kleine burgerij. In de
j Burgerlijke Godshuizen alwaar hij
zijn ambt niet alleenlijk plichtshalve
j vervulde maar steeds als ware kris-
tene, met iedereen den hem bejegen-
1 de, met goedheid omging zal hij in
het geheugen van iedereen, zoowel
bij oversten als bij onderdanen, blij
ven voortleven.
Laat ons besluiten en zeggen, dat
het leven van den eerzame overledene
steeds werkzaam is geweest, gewijd
aan de welvaart van zijn huisgezin en
aan het welzijn van den evenmensch
en de goede zaak.
Wij zijn er van overtuigd dat hij
van God reeds de belooning ontvan
gen heeft voor zijn zoo rijk vervuld
en verdienstelijk leven.
Wij bieden aan zijne bedroefde kin
deren onze oprechte kristene deelne
ming in het smartelijk verlies dat hun
treft.
De plechtige Lijkdienst en Begrafe
nis heeft Woensdag 1.1. onder eenen
grooten toeloop van vrienden en ken
nissen plaats gehad.
Getoondicht door Thcodoor Eemans
cn opgedragen aan zijn kunstvriend
Petrus Van Nuffel.
O avond, wees gegroet, gegroet,
Die vredig over 't land,
Het wijde land, dat geurend bloeit,
Uw donker laken spant
In 't Westen, achter 't donker woud,
Een laatste streepken rood
Spreekt mij van d'afgesloofde dag,
Die in den nacht gaat dood....
O avond, wees gegroet, gegroet f
'k Ga naar mijn huisken toe
De bloeme slaapt, de vogel zwijgt,
Ek ik,ik ben zoo moe
Fons Van de Maele.
?- V
Zondagrust.
Van 's middags tol middernacht, eoni-
ge dienstdoende apotheek, Zondag 6
Januari, M. Ghysselinkx, Molenstraat.
worden
Niet denkbaar Nu dat ons beider
bloed voor eene zelfde zaak gestroomd
heeft, nu kan dat toch niet meer...
Niet meer? Ik waarschuw u voor
die uitdrukkingen nooit en eeuwig in
staatkundige diugen!
Godfried sprak begeesterd verder, en
ik, ik liet hem praten. Ik heb immers
toch ook hetzelfde ondervonden hij mij
nen eersten veldtocht. Maar bij mij was
die roes gauw vervlogen, en moeilijk
kan ik in mij nog die gevoelens opwek
ken, die de jonge Tessow mij afgeschil
derd heeft. Ik heb het veel te vroeg er
kend dat het oorlogsvuur niets boven-
menschelijks, maar integendeel iets
ondormenschelijks is.
Het laatste der voorhanden zijnde be
richten was pas over vijf dagen verzon
den en pas over twee dagen aangekomen.
Wat kan er al in vijf dagen niet gebeurd
zijn I Zorg en benauwdheid grepen mij
aan. Waarom was er mij gisteren noch
vandaag eenig teeken van leven toege
komen f.
Mijn vader moest weder afreizen.
Thans kon hij mij rustig verlaten alle
gevaar was geweken en hij had dringen
de zaken te Grumitz af te doen. Ik' zou.
zoohaast mijne krachten het mij zouden
toelaten, hem daarheen volgen met
mijnen kleinen Rudi. Tante Marie bleef
mij bij zij wou mij verder verplegen en
dan met mij den huiten gaan betrekken
waar Rosa en Lilly reeds heengetrok-
ken waren.
Ik liet haar pralen en voor mij plan- j
nen maken. In stilte nam ik mij echter
voor. zoo haast het maar eenigszir.s
iVij lezen in Het Volk van
1 en 2 Januari 1918 onderstaand ar
tikel dat wij aan onze lezers mede-
deelen. Het stemt ten volle met onze
zienswijze overeen, en wij hopen
dat zij ook met de gedachten van
Het Volk zullen instemmen:
Weer heeft het woord van den Paus
over de wereld geklonken, vrij en
vrank, onbewimpeld als de waarheid.
Weer heelt de Paus zijne klacht
herhaald in zijne vorige brieven uit
gedrukt, namelijk dat zijn oproep tot
vredesonderhandelingen niet aan
hoord werd. En Benedictus XV
maakte ons tevens bekend wat we
rejeds wisten dat hij vanwege som
migen geen antwoord v aardig werd
geacht, en wat we niet wisten
dat hij met argwaan of laster ge
loond werd. Wie hier bedoeld wordt,
zullen we eerlang vernemen, doch
het verwondert ons niet, daar we de
gesteltenis van sommige regeerders
tegenover den Paus kennen. Had de
Paus niet gesproken, diezelfden zou
den Hem om zijne stilzwijgendheid
eveneens beknibbeld hebben.
Die handelwijze verwondert nie
mand, des te min daar we zelfs onder
enkele katholieken den Paus hoorden
beknibbelen om zijn optreden binst
den oorlog.
Het oordeel vanden Paus wegens
den oorlog, zegden enkelen, heeft
niet meer belang dan dat van een
gewoom mensch.
Dwaling
De Paus, als hoofd der katholieke
Kerk, staat verre boyen den stand
van een gewoon sterveling. Zijn ge
zag, zijne verantwoordelijkheid als
Herder van vele millioenen zielen.
brengen meê. dat hij veel meer dan
't is gelijk wie. zijne daden wikken
en zijne woorden wegen moet. En als
Hij optreedt bij gewichtige 'omstan
digheden,'t i§ dat hij diep overtuigd
is dat de plicht er hem toe dwingt.
Bovendien, de Paus is beter inge
licht dan wie ook. Het Vatikaan is de
brievenbus waar, uit alle deelen der
wereld, alle slach mededeelingen, van
materieelen als van godsdienstigen
aard, toekomen. De Paus is omringd
van uitstekende geleerden in alle
wetenschappen; Hij is omringd van
fezanten ujt talrijke Staten; Hij zelf
eelt eigen vertegenwoordigers in
meestal de landen. Wie is omringd
j van eene schaar prinsen, zooals kar
dinalen, aartsbisschoppen, bisschop
pen, gelijk de Paus in alle deelen der
wereld
Neen, het woord van den Paus,
zelfs als hij bij tijdelijke gebeurtenis
sen, zooals de oorlog, spreekt, is aan
't woofd van Jan en alleman niet te
vergelijken.
De Paus, beweren anderen,
spreekt een onfeilbaar woord als Hij,
als hoofd der Kerk, een beslissende
uitspraak doet over geloof of zeden
en alle christenen verplicht die uit
spraak aan te nemen. In die uitspra
ken, die louter godsdienstige vraag
stukken als voorwerp hebben, willen
we hem ook wel aanhooren. maar
zijn raad in tijdelijke zaken is voorze-
ker niet onfeilbaar. Dat is waar.
Doch, zoo men aanneemt dat de Paus
als ij «ex cathedra- spreekt, op eene
bijz ndere wijze door het licht van
den H. Geest is bijgestaan, volgt
das uit dat die Geest Hem verlaat,
hem niet leidt als hij spreekt bij groo
te wereldgebeurtenissen als bij den
f rlog, waarbij het lot van de Kerk
zelf en het zielenheil van zoovele ge-
loovigen in het spel zijn O
Overigens, tijdelijk louter materiee-
le zaken, houden bijna altyd, als ze
in verhouding staan met den mensch,
iets zedelijks in Leest de geschiede
nis, sedert het ontstaan van Christus'
Kerk bij alle gewichtige aangelegen
heden, als ze vrijelijk konden hande
len, hebben de Pauzen tot de volke
ren gesproken. Hoe dikwijls is. door
de eeuwen heen, hun optreden, zoo
niet de redding, toch een zegen ge
weest voor de volkeren als ze onder
elkander in twist ol in oorlog waren.
Te meer, de Paus handelt en
spreekt onbaatzuchtig. Hij heelt geen
leger rond Hem geen veroveringen
in 't zicht. En over het onrecht. Hem
destijds aangedaan en 'twelk niet
hersteld' is, hij gewaagt er op dit
oogenblik niet over. Vooral heeft Hij
't lijden van de volkeren in 't oog
Hij weent erover, Hij smeekt den
Heer om erbarming, went de regee
ringen op tot verzoening, tot vrede.
De Paus spreekt vrij en openhartig.
Zijne rede voor het H. College dei-
Kardinalen gesproken, getuigt dat
Hij ieder, die Hij denkt te moeten
aanspreken, raadt en ve maant.
Toen de groote apostel Petrus, aan
wien Chistus 't beheer van de Kerk
had toevertrouwd, te Rome was ge
land, en voor de scharen het geloof
predikte, omringde ze Hem liefderijk
als een Vader. Wat Petrus verkondig
de was ganscli nieuw voor de heide
nen van Rome, en toch vereerden ze
Hem met hun vertrouwen. En nu, dat
de goddelijke bestemming van het
Pausdom zoo duidelijk blijkt, door
zijn eeuwendurend bestaan, door al
de wisselvalligheden der tijden heen,
zijn de redens om Benedictus XV te
achten, te beminnen, te vertrouwen,
min groot
De Paus, in zijne rede, drukt een
beklag, maar toch ook eene hoop uit,
't is dat het vredezaad door Hem
gestrooid, eindelijk zal ontkiemen en
ten goede komen aan de volkeren.
mogelijk was, naar Sleswig-Holstein af
te reizen.
Ik genas echter zoo snel niet als men
wel eerst gehoopt had.
Dit voortdurende gemis aan berichten
stelde mij in zulke bange opgewonden
heid dat ik geen oogenblik meer buiten
koorts was. De nachten waren met af
schuwelijke schrikbeelden vervuld, en
de dagen verliepen in^ sarrend heimwee
of droeve gedachten broeden daarbij
was het zeer moeilijk nieuwe krachten
te erlangen.
Slechts een middel wist ik om eenige
oogenblikken rust te genieten, en dat
was wanneer men mij don kleinen Ru-
dolf in de kamer bracht. Gij geliefd
kind, mijn troost, mijn steun, mijne
toekomst!» riep ik den kleine in mijn
hart toe, wanneer ik hem aanschouwde.
Hij bleef echter niet gaarne in de treurige,
duistere ziekenkamer, hij gevoelde er
zich zoo onaangenaam daar hij zijne eens
zoo lustige moeder thans gedurig te bed
zag liggen, bleek en met bekreten oogen.
Van mijnen vader kwamen er dikwijls
vragen om berichten. Hij had aan
Frcderik's kolonel en aan mber andere
geschreven, doch noch geen antwoord
ontvangen. Wanneer eene lijst der ge
sneuvelden verscheen, stuurde hij mij
telkens een snclbericht: -Frederik er
niet bij
Bedriegt gij mij wellicht niet
vroeg ik eenmaal aan tante Marie. Is er
misschien al niet lang een doodsbericht
gekomen dat gij mij verbergt
Ik zweer het u
Op uwe ziel
Op mijne ziel
Zulke verzekeringen deden mij ouzeg-
gelijk goed, want uit al mijne macht
klampte ik mij aan mijne hoop vast...
Dc volgende lichtstraal was het bericht,
dat er wederom een wapenstilstand
gesloten was... dat beduidde ditmaal
wel den vrede Den dag na het vernemen
van dit nieuws stond ik voor de eerste
maal een weinig op. De Vrede Welke
zoete, wonnigc gedachte
God zij dank thans zult ge spoedig
gezond worden sprak op zekeren dag
de tante, nadat zij mij geholpen had in
nonen ligstoel neder te zinken, dien men
voor het opene venster geschoven had.
En dan kunnen wij naar Grumitz...
i Zoohaast ik er de kracht toe heb,
reis ik naar... Alsen
I Naar Alsen Maar kind, wat valt
or u in
fk wil daar de plaats vinden waar
Frederik gewond is of... Verder kon ik
niet.
Wil ik den kleinen Rudolf halen
vroeg de tante na eene wijle. Zij wist
dat dit het beste middel was om mijne
treurige gedachten voor eenigen tijd te
verjagen.
Neen, thans niet... ik zou willen
ganseh gerust en alleen blijven... Gij
ook, tante, zoudt mij genoegen doen
wildot gij in eene nevenplaats gaan...
Misschien zal ik een weinig slapen. Ik
gevo -l mij zoo afgemat
Goed, mijn kind, ik zal u in rust
laten... Hier, op het tafeltje staat cr
eonc bel Indien gij iets noodig hoDt, zal
er aanstonds iemand bij u zijn.
Is de briefdrager reeds daar f
Neen, het is zijn lijd nog niet.
Moge in het voorjaar van 1918
's Pauzen hoop en verlangen vervuld
worden.
Het Heerenhuis bijeengeroepen.
Berlijn, 29 December. Het Hee
renhuis is bijeengeroepen voor dins
dag 15 Januari, voor eene openbare
zitting. Alleen de woningen-wet en
kleine ontwerpen zouden verhandeld
worden.
De Zitting der Hoofdcommissie
verschoven.
Berlijn, 29 December. Het ge
dacht bestaat om de zitting van de
Hoofdcommissie van den Rijksdag,
bepaald op 3 Januari, te verschuiven
tot 7 of 8 Januari.
Daar het antwoordtijdstip der En
tente op 4 Januari eindigt cn van den
anderen kant de hoofdcommissie,
indien het mogelijk is,niet langer dan
een dag zal vergaderen, zoo denken
de meeste afgevaardigden dat het
verschuiven der zitting zal.bepaald
worden op 7 Januari.
Het gedaent van het verschuiven
der zitting wordt nog gesteund, door
het feit dat de staatssecretaris von
Kuhlmann op 4 Januari te Brest-
Litowsk moet zijn en de hoofdcom
missie wcnscht door von Kuhlmann
persoonlijk, over den gang der onder
handelingen, ingelicht te worden.
Komt te verschijnen
ten gebruike der Geloovigen van
het Bisdom Gent, 1918.
- PRIJS FR. 0,25. -
Verkrijgbaar ten bureele van de
DENDERBODE.
De brief van Lansdowne.
De Lomlensche briefwisselaar van den
Nieuwe Rollerdamsche Courant geeft
«ien indruk weer, welken de briof van
Lord Lansdowne op de openbare meening
in Londen gemaakt heeft
De eersle indruk was, zoo schryft de
briefwisselaar, eene algcmeene verwar
ring; daarna echter bleek toch, dat
Lansdowne, indion hij als politieker
goenen aanhang van bcteekenis achter
zich heeft, als zedelijk gezagspersooa
niet (er zyde kan gestald worden.
Men heeft eerst gepoogd, door de Jingo-
biaden de - Bolo-woede legen hem
te ontketenen, maar daarmede hcefl men
by er -n man. wier onbaatzuchtigheid
bui' 1 twijfel is, en die tol de berceraste
hisl -ische Regc iten-fairiliëir'des lands
behoort, gten uitslag, gehad. Nu'voert'
men rijnen oiide.daan t<gen hem aan.
Hij is 72 jaren 0 ld, sclir.-ef de Times
alsof dat alles uiteen dted. Maar is
Glemenceau niet 75 jaren?» vraagt de
Hollander, en slaaf hij niet op den
Heiligen almanak van a!le~palrioten van
bedryf?
Wat men ook tegen Lansdowi 0 in het
work moge stellen, hol zsl weinig baten.
De daad van lord Lansdowne kan niet
ongedaan gemaakt wordon. Als zijne
tegenstrevers spreken van de witte
vlag.» van «overgave,» van .pacifismus,
erkenning der nederlaag,is dat geene
ongeschikte polemiek. Zij doen gelden,
dal, als de opvatting tot Duitschland
doordringt, dat de brief van Lansdowne
eeno dergelijke beteekenis heeft, de
zaak van don vrede meer zal geschaad
dan gebaat zijn.
Zulke tegonwerpingen zijn echter
enkel ingegevon door blinde partijdrift.
De pacifisten blijven in Engeland een
klein hoopje zooals voorheen eene
politiek der overgave is niet te 'ver
wachten.
En men raag in Duitschland den brief
niet zoo opvatten dat Engeland omlei
den last van den oorlog begint tc buigen,
dat men dus gerust zijne eischen nog
ietwat kan vermeerderen.
Eene verslapping van den volksgeest
beslaat in Engeland niet.
Een Staatsman, die van eene^ neerlaag
zou spreken zou meu schouderophalend
alleen laten staan. Lord Lansdowne heeft
enkel twijfel uitgedrukt aan de diplomats
der Regeering, en voorgesteld, ze naai
de verandorde toestanden aan te passen.
Alzon heeft hij gesproken naar het
gevoelen van vele versLaudigc Engelscben
en bijzonderlijk van vele liberalen. Een
groot deel dor openbare meening slaat
achter hem. Maar verder dan hier is
aangeduid, zal men met hem niet gaan.
De kern van het Landownsche program
is de gezichtpunten van den oorlog klaar
Wanneer hij komt, gelief mij dan
te wekken.
Met zachte schreden ging de tante
heen. Aamdie zachte stappen had in den
laatsten tijd iedereen in den huize zich
gewond.
Neen, slapen wilde ik niet, maar
alleen blijven met mijne gedachten... Ik
bevond mij in dezelfde kamer, in den
zelfden zetel als op dien gedenkwaar-
digen morgen toen Frederik hij mij
gekomen was 0111 mij mede tc deelen dat
er bevel gekomen was om op tc rukken.
Het was ook juist even zoel als dan en
weder geurden de rozen in eene vaas
naast mij, en weder klonken van uit
eene kazerne de tonen van eenen hoorn.
Ik kon me geheel in de stemming van
dien dag terugplaatsen... Ik wou, ik zou
gewild hebben weder te kunnen inslui
meren, en droomen, zooals ik destijds
meende le droomen dat de deur zachtjes
openging en de geliefde man intrad...
De rozen verspreidden al meer en meer
een sterkeren geur en door het geopende
venster weergalmde in de verte trara.
ra... Het bewustzijn van het tegenwoor
dige ontsnapte mij vergeten was alles
wat er sinds dien voorgevallen was... en
slechts dit eene vast gedacht groeide in
mij al meer en meer aan, dat nu op dit
oogenblik de deur zich moest openen om
den duurbare te la Ion intreden... Met
dat inzicht moest ik droomen, dat ik de
oogen half geopend hield. Het was mij
eene zware poging zooverre te geraken.
en toch het gelukte... zeer, zeer weinig
hief ik de oogschelen op... en... Ja dat
was het, dat betrachte, dat gelukktg-
(Zie vervolg op de koerzjjdv).'