inrüslInd. Tü ES PETRUS EEN ZONNEDAG WATERLOO Week-Ka lender. KATHOLIEK NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAI) ©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©q 2®' T" l8. Jozef Crick. ©©Q©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©® De Grootstad. Will Aalstden 2 Februari i9l8. FEBRUARI. Evangelie van dtn Zondag Gelijkenis van het gezaaide zaad. Luc. VIII. 3 Zondag. Sexagesima. H. Blasius, b. mr. 4 Maandag. H. Andreas Corsini, b. b. 5 Dinsdag, H. Agatha, mg. mr. 6 Woensdag, H. Amanandus; b. b. 7 Donderdag, H. Romualdus, abt. 8 Vrijdag, H. Joanne» de Mattha, b. 9 Zaterdag, H. Cyrillu* v. Alexandrië, b bl. Zondag 3 Februari 1918. 5 centiemen het nummer 72* Jaar Nr 4792 Deoderbode DRUKKER-UITGEVER VAN DE PUTTE—GOOSSENS Abonnementsprijs 3 frank 's jaars. Men schrijft in te Aalst 31, KORTE ZOUTSTRAAT, 31. Den sriende E. Boelavrt. De zon een reuzig roode hostie, straalt en gloeit Boven de blauwe verten van het land, zoo schoon, En rond de boomen trilt als een mystieke kroon Haar wazig glanzend licht dat door hun kruinen vloeit. Uit zuiver wolkengoud dat lijzig aan verbloeit, Zegent zij t avondland met elke menschenwoon, En de ijle trilling van een donzen klokkentoon Zweeft over 't scheemrend dal waar klare bronne stoeit. En heeft de goede zon het al gebenedijd, Dan smelt zij langzaam weg, alsof zij weiger scheidt, En laat de gulden maan verrijzen op haar spoor. Zacht zwelt zij boven 't woud in schemerigen gloor, En uit de bleeke kimmen treedt haar tegemoet De nacht met al zijn starren, mild en honigzoet, Treurig laat de winteravond zich neer rond mijn thuis. Een natte wind waait, en de sneeuw smelt weg van de velden, de groot- sche boomen verroeren niet. Ik sta voor 't venster te mijmeren. Altijd als ik terugkom van zoo'n tocht door de vreemde stad voel ik den avond koud en schuw. Van nature zijn wij menschen allen met warme, naar elkaar gekeerde harten en toch moet ge zoovelen voorbijgaan, die hun harten voor u verbogen, en dwalen door rechte straten, uit zelfzucht en toch moet ge wandelen langs open huizen, waar ge niets kunt gaan doen dan u laten bedriegen door muf mooie winkelmeisjes met niets zeggend groote oogen die lachen op uw geld. En dat is zoo treurig. Och, ik weet wel dat het een groote glin sterende hersenschim is wat ik wenschen wou, dat al die menschen broeder» waren voor elkaar en warme, naar elkander ge- hoe zij hooger moet stijgen dan de ascen- seurs der bazars haar voeren kunnen. Geblinde vinken te zien treuren in kleine kooien stemt droef, maar te wandelen mid den rijen doofstomme zielen stemt droever En al de kunstwerken in zoo'n stad, die u zouden moeten troosten, wekken heimwee naar oude tijden en alle moderne prachtpa- leizen laten u koud en de kerken alleen zijn gesloten. Hoe wilt ge dat zulk een oorlog als we thans beleven de oogen openen van hen, die den vrede vragen, opdat ze weer zouden kunnen aanzitten aan de feesttafel van het geschorst genot Het ergert mij in de stad waar niets het het hart verlokt dan het kwade. Ik snak naar de vrije natuur, de grootsche winternatuur, j die haar armoe toonen, maar ook van groot heid spreken durft. Ik snak naar den lande, waar ontbering is, en goedheid leeft. Och. dat de buitenmenschen toch begrepen dat er vu rvaiiuc, lldrtl ClJidUUCl ze- i keerde harten hadden. De zielen der men- de 5,ad 1 schen bloeien niet meer ten hoogste zijn er nog eenige die vruchten dragen de stoffe lijke belangen gebieden en de ware adel is slaaf geworden Maar er schuilt toch zooveel ellende onder dat gekokketeer van lichamen. Nu i» het echter een gewone toestand ge worden onder de menschen, dat men elkan der niet meer vertrouwen durft. Voelt ge wat schrikkelijke achteruitgang de beschaving hier te boeken heeft De beschaving De grootstad is een hymme aan de techniek, aan alle verfijning. Maar de fabriekswereld heeft zooveel corsets gemaakt voor de ziel, dat deze er krachteloos van geworden is, en zelfs den moed verloren heeft nog te denken, hoe zij een grooteren plicht heeft dan te zorgen voor het gemak, Ik snak naar mijn thuis, waarde liefde konin gin en gastvrouw is. Jong Herwig. Mogelijke Onderhandelingen tusschen Oostenrijk en Amerika In de rede welke hij verleden Donderdag uitgesproken heeft, zegde de Oostenrijksche minister graaf Czernin onder meer Alhoewel ik er mij geen begoocheling over maak. dat de vrucht van den algemeenen vrede niet in een nacht zal rijpen, ben ik toch overtuigd dat zij beginnen te rijpen is, en dat het slechts op. doorhouden aankomt voor de kwestie, of wij een algemeenen eervollen vrede verkrijgen ofte niet Ik ben in deze meening opnieuw versterkt geworden 4 Letterkundig Mengelwerk Nadrmk verboden. DOOR STENDHAL. Toen hij terug achter aan de overige huzaren kwam post vatten, bemerkte hij dat de dikste der generalen met zijn gebuur een zeer heftig gesprek voerde, bijna op een toon van verwijt hij hoorde hem vloeken. Fabrice kon zijne nieuwsgierigheid niet intoomen, en niettegenstaande de raadgevin gen zijner vriendin de marketenster, deed hij zijn best om een onberispelijk fransch zin netje aaneen te rijgen, en vroeg aan zijnen gezel Wie is die generaal die zijn gebuur berispt Verduiveld, 't is de maarschalk Welk een maarschalk De maarschalk Ney, drommels 1 Ei sa, kerel, in welk regiment hebt gij dan gediend Fabrice, alhoewel heel gevoalig op het punt van eer, miek zich geen kwaad bloed om het snedig gezégde, maar met een kin derlijke bewondering blikte hij op naar dien beruchteu prins der Moskowa, de dapperste onder de dapperen. Eensklaps reed men weerom in vollen galop weg. Eenige oogenblikken later ont waarde Fabrice, eenige meters vóór hem, een omgeploegd land dat op wondere wijze beroerd werd. De diepe voren stonden vol water, en de uitpuilende natte aardkluiten werden vier tot vijf voet hoog geslingerd met kleine zwarte brokken. Fabrice leende in 't voorbijgaan zijn aandacht aan dit vreemd feit, dan gingen al zijn gepeinzen van her naar de glorie van den maarschalk. Hij hoorde een schorren kreet in zijn nabijheid het waren twee gevallen huzaren, door bom scherven getroffen, en toen hij er naar keek lagen zij reed» twintig stappen achter de voortrennende ruiters. Wat hem verschrikke lijk scheen, dit was een paard dat, gansch bebloed, te worstelen stond op den oinge- ploegden akker en in zijn eigen ingewanden trappelde het wilde nog de anderen volgen. Het bloed stroomde in het slijk. Ha ik ben dus eindelijk in de vuur linie getreden Ik heb den vuurdoop ontvan gen I dacht onze held. Nu word ik een echt soldaat, herhaalde hij bij zich zelf met vol doening. De troep stormde er thans van door in dolle vaart, en Fabrice begreep dat het de obussen waren die de aarde aan alle kanten deden wegstuiven. Doch hij had schoon te kijken van waar die bommen kwamen, hij zag de blanke rookwolken der batterijen ein deloos ver drijven, en, temidden het aan houdend en dof gebulder der kanons, meende hij andere losbarstingen te hooren, veel nader bij hij geraakte er niet meer wijs uit. Op dit oogenblik daalden de generalen, enkele voeten lager, een kleinen weg af die onder water stond. De maarschalk hield stil, en bracht weerom den verrekijker aan het oog. Fabrice kon hem nu naar hartelust gadeslaan hij vond dat hij heel blond was en een dikke roode 1 door het vredesaanbod, dat de heer Voor zitter der Vereenigdfe Staten van Amerika tot iedereen gericht heeft. Dit is een vredes aanbod, want in veertien punten ontwikkelt heer Wilson die grondslagen, op welken hij den algemeenen vrede wensebtbij te brengen. Het spreekt natuurlijk vanzelf, dat zulk aanbod geen afgemaakt werk kan zijn, dat in alle bijzonderheden aanneembaar schijnt Ware dit het geval, dan waren de onderhan delingen eigenlijk overbodig, ja, dan kon de vrede door een eenvoudig aannemen, door eenvoudig ja en amen gesloten worden. Dit is natuurlijk het geval niet. Maar ik aarzel niet, te verklaren, dat ik in de laatste voor stellen van president Wilson een beduidende toenadering tot het Oostenrijksch-Hongaar- sche standpunt zie en dat er zich onder zijne voorstellen enkele bevinden, welke wij zelfs met groote vreugde zouden kunnen toe stemmen. Nadat graaf Czernin dan d* gekende veertien punten van Wilson's boodschap overzien had, zegde hij nog Zooals uit de vergelijking mijner oog merken en die van den heer Wilson blijkt, stemmen wij niet enkel in wezenlijkheid overeen op de groote beginsels, naar welke de wereld na het eindigen van dezen oorlog nieuw geordend moet worden, maar onze opvattingen naderen zich ook in verscheidene vatbare vredesvraagstukken. De verschillen die overblijven, schijnen mij niet zoo groot te zijn, dat eene uitspraak over deze punten niet tot opheldering en toenadering zou kunnen leiden. Deze gelegenis, die wel blijkt uit het feit, dat Oostenrijk-Hongarië eenerzijds e* de Vereenigde Staten van Amerika anderzijds die groot-mogendheden onder de twee vijandelijke Staatsgroepen zijn, wier belangen het minst tegen elkander strijden, -- brengt de overweging bij, of niet waarlijk een gedachtenwisseling tusschen deze twee mogendheden het uitgangspunt zou kunnen vormen voor een verzoenende uitspraak tusschen alle die Staten, welke nog niet in besprekingen over den vrede getreden zijn. AANKONDIGINGEN Kleine één maal 0,75 fr. twee maal 1,15 li- Gewone annoncen o,i5 de regel. Vonniaaen, sterfgevallen, enr. 0.50 il« ragel. Dikwijl» te herhalen volgen» akkoord. vervolgen wij terug onze artike len over LACORDAIRE. In Engeland. Eene redevoering van Lord Curzon Londen. 28 Januari. Lord Curzon sprak te Cardiff eene redevoering uit waarin hij zegde dat er niemand is die den vrede niet wenscht. Indien men er niettemin niet toe geraken kan, dan ligt het daaraan, dat de vrede dien men oogenblikkelijk van den vijand kan verkrijgen, onvereenigbaar is met de eer en de veiligheid van Engeland. Het Duitsche voorstel Antwerpen te behou den is onaanneembaar, want het Engelsche kanaal zou een Duitsch kanaal worden en het ware uit met de vrijheid van Engeland ook kop had. Zulke mannen zijn er niet in Italieën, dacht hij. Nooit zal ik, met mijn bleek gelaat en donkerbruin haar, alzoo kun nen worden, dacht hij verder met weemoed. Dan keek hij naar de huzaren, maar dezen blikten allen naar hem en dit miek hem ver legen en deed hem het oog beschaamd neer slaan. Om zich wat te vermannen wendde hij dan het hoofd naar den vijand. In de verte lagen er daar wijde lijnen van rood gekleede mannen, en van hier gezien, schenen zij bui tengewoon klein. Hun lange rijen, die regi menten en divisies vormden, reikten niet hooger dan hagen. Een rij roode ruiters scheen hen te naderen, door de modder trappend, doch de rook onttrok hen gedurig aan het oog, en af en aan zag men galoppee- rende mannen zich tegen die witte wolkjes afteekenen. Terwijl het gevolg stand hield, ontdekte hij ineens het karretje eener marketenster, en zijn genegenheid voor die brave vrouwen overmeesterde hem ineen» zoodanig dat hij in galop er van onder stoof om het wagentje te vervoegen. Halt daar 1 Hier blijven riep d» wachtmeester. Wat kan hij mij nog hinderen dacht Fabrice, en hij reed maar door. Terwijl hij zijn paard duchtig van de sporen gaf, hoopt» hij de goede marketentster van dezen morgen te gaan terugzien, want die paardjes en wa gentje» gelijken allen op elkaar. Maar toen hij daar aankwam, was het geheel ander». Hij trof daar een vreemde vrouw aan, en haar uitzicht bleek niet al te vriendelijk te zijn. Juist toen hij haar vervoegd had, hoorde Holland »ou onder Dnitschen invloed komen. Het zou met Skandinavië eveneens zoo zijn. Frankrijk zou wel is waar zijn grondge bied weder krijgen, maar'Duitschland wiens leger verder zou voortbestaan, en wiens handelsschepen in de havens er op wachten om d» in den grond geboorde schepen te vervangen, zou eenen invloed op den oor log, op Europa en op Engeland uitoefenen, waarvan Engeland zich nooit meer zou kun nen herstellen. Een onbesliste uitslag van den oorlog ware een molensteen aan den hals van Engeland en zijner koloniën. De politiek der Bondgenooten is vast aan- eeagesloten te blijven en de hulpmiddelen te verzamelen voor de gemeenzame kracht inspanning. Basel, 28 Januari De Oekranische Centraal-Rada heeft met 308 stemmen tegen 4 de volledige onafhankelijkheid van de Oekranische republiek uitgeroepen. Terugkeer der onderhandelaars naar Brest-Litowsk. Berlijn, 28 Januari. Het Berliner TageblattmeldtStaatssekretaris v. Kuhl- mann is, begeleid van den legatie-sekretaris v. Hossch gisteren avond om 9 ure naar Brest-Litowsk vertrokken. Weenen, 28 Januari. De Minister van Buitenlandsche Zaken, Graaf Czernin heeft zich gister naar Brest-Litowsk begeven. In zijne begeleiding bevinden zich de Gezanten Vrijheer von Mitlag en Dr. Wiesnerde legatieraden Vrijheer von Eudrien en Graaf Colloredo, alsook legatiesekretari» Vrijheer von Gentsch. De Sektiechef Dr. Eratz zal in de eerstkomende dagen eveneneen» te Brest- Litowsk aankomen. Trotzki terug naar Brest-Litowsk. Trotzki is naar Brest Litowsk teruggekeerd. Finlands vertegenwoordiging bij de vredesonderhandelingen. Stockholm, 28 Januari. Bij Jekatiri- noslow vechten de Oekranier» tegen de Bol- schewiki op hardnekkige wijze voort. De Bolschewiki hebben Bachmut, Briansk en Lozora de Oekraniers Ploskirona en Sche- piotorko hier namen zij 105 kanonnen en 500 machiengeweren. In Nowgorod-Siewiersk bemeesterden de Oekraniers de stad van twee batterijen zwaar geschut. Te Nikolojew bloedige botsingen tusschen Roode Garden en Oekraniers deze trokken achteruit. Bij Luck vlelan de Oekra niers de Bolschewikische troepen aan. om Luck te bemachtigen. De aanvoerder der Bolschewiki vroeg hulp aan de Oostenrijkers maar kreeg geene, De steden Kremenschug, Romodal en Pu- tiwo zijn in handen der Maximalisten. Te Alexandrow gaven zich 14 kozakke» eska- dronnen aan de Maximalisten over Schosto- pol erkent de Sowjets. Afbreukder betrekkingen tusschen St-Petersburg en Roemenië. Volgens een telegram uit St-Petersburg hij haar zeggenHet was nochtans een mooie kerel Onze nieuwe soldaat kreeg hier iets weinig verkwikkends te tie* men zette er de bil af van een kurassier, een prachtig ventje hoog als «en reus. Fabrice kneep de oogen dicht, en dronk in een adem vier glazen brandewijn ledig. Gij gaat er een gang mede riep de marketentster uit. De brandewijn deed hem op een fijn idee komen ik moet de gunst der huzaren trach ten te winnen, zegde hij tot zich zelf. Geef mij het overige der flesch, vroeg hij aan de vrouw. Maar weet gij dat u dat, op een dag als heden, tien franken moet kosten vroeg deze op hare beurt. Fabrice draafde triomfantelijk met de flesch naar het gevolg terug. Ha I gij brengt ons 'nen druppel riep de wachtmeester. Is het daarom dat gij ons verliet Geef maar. De flesch deed de ronde de laatste die ze in handen kreeg wierp ze in de lucht in, toen zij leeg gedronken was- Dank u, kameraad I riep hij tot Fabrice. Aller oogen rustten met welgevallen op hem, en onze held ademde nu nog eens zoo luchtig en ruim alsof er hem een zwaar pak van het hart viel. Want dit hart was van een teer maaksel, en het had immer behoefte aan de genegenheid zijner omgeving. Eindelijk dus had hij vriendschap kunnen sluiten met zijn gezellen 1 ('t Vervolgt). DOOR PETRUS VAN NUFFEL. 1" Vervolg. Het is, uit. dien hoofde, dat de Pauzen nooit beweerd hebben, persoonlijk over de Staten der Kerk te beschikken, of diu wettig te bezitten dan slechts in hoeda nigheid van plaatsvervangers en opvol gers van den H. Petrus. Aan deze du, door bedreigingen, listen schrikaanja ging, hen poogden de vorstenkroon te doen neerleggen, hebben zij altijd geant woord Wij kunnen niet het is ons verboden Non possumusnon volu- mus, non debemns. Er bestond een innig verband tusschen het welzijn van het tijdelijk Rijk en het geestelijk gebied van den H. Stoel, Daaruit volgde, dat, op het pad van den vooruitgang, beiden gelijken tred hielden, en dat de Pauzen, die zich onsterfelijk hebben gemaakt in het bestuur der Kerk, terzelfdertijd de grootste, de wijste bestuurders waren der tijdelijke macht. Men herinnere zich enkel de Pauzen Gregorius den Groote, Gregorius II, Zacharius I, Leo III, Nikolaas den Groote, Leo IV, Gregorius VII, Innocentius III, Gregorius X, Niko laas, III, Nikolaas V, Pius V, Sixtus V, Pius VI, en de groote figuren der moder ne tijden (1). Ten overvloede kan bewezen worden, en we zullen het, in den loop van dit werk, meermaals doen, dat tusschen ai de tronen, dezen van den Roomscheu Paus op de waardigste wijze verworven werd. Noch geweld noch sluwheid heb ben hem opgericht, maar wel de opof fering en de liefdadigheid der Natiën eertijds zoo ellendig verstooten en ir. zware boeien gekneld; de beroemde gif ten van Pepijn; de weldaden, de bescher ming der koningen. Nooit is er in de ge schiedenis gewag van verdragen noch van overweldiging, en, hoe hooger men in de wereldgeschiedenis opklimt, altijd komt men tot eene schenking Pepijn, Karei den Groote, Lodewijk, Lotharius, Hendrik, de gravin Mathilda, vormen dien tijdelijken voor het Christendom zoo kostbaren Staat der Pauzen. Edoch, de aandrang der wereldgeschiedenis had hem begonnen en deze verborgen wer king is eon der wonderbaarste en ge heimvolle schouwspelen der Kerk. In de tijden der Oude Republiek, noemden d» Romeinen, het Vaderland in gevaar zijn de, eenen dictator. Wanneer de bar- baarschheid de Eeuwige Stad bedreigde, in de schrikkelijke ontbinding van al de Staatsmachten, hadden dezelfde Romei nen hunnen toevlucht niet te nemen tot verkiezingen de dictator, de dictator- Vader, de Gezalfde Bestuurder, drong zich om zoo te zeggen van zelfs op hij j heette Leo, hij heette Gregorius, hij heet te Stephanushel was altijd een grijs aard, veelal een Heiligezijn lichaam was zwak, maar zijn ziel was sterk hij zegende, doch men gevoelde dat hij blik sems kon slingeren en wanneer hij zich tot maatregelen tegen de £eesel» der hel gedwongen zag, dan vlu< htton deze verschrikt weg en doofden, ten minste lijdelijk hunne wraak toortsen. Edoch, nooit was er spraak van verove ring. nooit van overgaaf, nooit van vre desverdrag, omdat het bezit rechtvaardig was. En voorzeker was het op der Pau zen Koninkrijk, dat de Profeet zinspeel de, wanneer hij uitriep Maar in de dagen dezer Koninkrijken ('t is te zeggen gedurende de heidensche tijdrekening) zal God een Rijk stichten dat nooit ver gaan zal, en zijn Rijk zal nooit in han den van anderen overgaan. - (Daniël, kap. II, 44 en kap. VII, 17, 18). Z. Em. Kardinaal Mathieu leert ons in Le Pouvoir temporel des Papcs (blz. 78-79)Drie soorten van rechten be krachtigen de wereldlijke koninklijkheid der Pauzen het volkenrecht, hetwelk aan het volk, in den uitersten nood toe laat zich los te rukken van eenen prins, die het verlaat, en zich over te leveren aan eenen prins, die het voedt en verde digt het recht der verdragen, dat eenen overweldiger dwingt terug te geven wat hij genomen heeft; het oorlogsrecht, hetwelk aan den overwinnaar toelaat het veroverd grondgebied te houden of te geven aan wien het hem belieft. De Pauzen zijn dus waarlijk Koningen met de driedubbele toestemming van de vol ken, die hen verkozen hebben, der vijanden die hen aanvielen en der buren, die hen bijstonden. Italianen, Franken en Lombarden hebben de lijdelijke macht erkendde Italianen hebben haar ingeroepen en bevestigd de Lom barden herstelden haar de Franken verdedigden en versterkten haar. Albereids in het begin der II" eeuw, ouder de regeering van Paus Sixtus, had de Kerk vaste goederen gekregen kei zer Alexander-Severius (222-235) stond haar alsdan een stuk grond in vollen eigendom af. Constantinus den Groote, na zijne overwinning op zijn mededinger keizer Maxentius, begreep dat de plaats van den keizerlijken troou te Rome niet meer was, en hij verliet de Heilige Stad, om zijn zetel over te brengen na'arhetoud - Ryzantiura, van den Bosphorus, aan het welk hij den naam van Constantinopelgaf. (Wordt voortgezet). <i) John Miley Histoire des Etalt 'du Pubt (i85i) r

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1918 | | pagina 1