Tü ES PETRUS W eek-Kalender. Emilius Joannes SEGHERS, KATHOLIEK NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAI) Aalst, den 9 Februari 1918. Zondag 10 Februari 1918. 5 centiemen het nummer 72eJaar Nr 4793 FEBRUARI. Evangelie van den Zondag Jesus voorzegt zijn lijden. Luc. XVIII. 10 Zondag, Quinquagesima, H. Scholastica, maagd 11 Maandag, Verschijning ven O. L. V. On bevlekt ontvangen. 12 Dijnsdag, H.H. 7 Stichters, bis. 13 Woensdag, Aschdag, H. Vedastus, B. B. 14 Donderdag, H. Valentius, p. en m. 15 Vrijdag, H. H. Faustinus en Jovita, mrt. 16 Zaterdag, H. Juliana, mgd. en mrtl. door de barmhartigheid Gods en de genade van den H. Apostelijken Stoet, BISSCHOP VAN GENT. Aan de geestelijkheid en de geloovigen van het Bisdom van Gent, zaligheid en zegen in Onzen Heer Jezus-Christus. Zeer Beminde Broeders, Op den laatsten Kerstavond ontving Z. H. de Paus naar gewoonte het H. College der Kardinalen. Op de gelukwenschen die hem voor het aanstaande jaar aangeboden wierden antwoordende, sprak Benedictus XV op de volgende, wijze Wij erkennen de gegrond heid der meening dat de verschrikkingen van dezen oorlog geen einde zullen nemen, vooraleer de menschen weergekeerd zijn tot God. Als de huidige blinden zullen zien en de dooven zullen hooren, als elke kromme weg weer recht en elke oneffenheid weer effen zal gemaakt zijn, kortom als de menschen en de maatschappij tot God zullen teruggekeerd zijn, dan, en enkel dan, zal alle vleesch de redding van God aanschouwen en zal aan de armen en de bedroefden het Evangelie van God ten deele worden. Zooals de teugel loosheid der zinnen eens beruchte steden in eene zee van vuur verslond, zoo hebben op onze dagen zedeloosheid en goddeloosheid, verheven tot een stelsel van verfijnde kui tuur, de wereld in eene zee van bloed gedom peld. Maar boven de duisternis die de aarde omhult, glanst verheven en onbeweeg lijk het licht van het geloof. Moge toch het sterfelijk oog zich wenden tot den gezegenden straal Ingevolge onzen heiligen plicht, roepen wij dan den kinderen onzer dagen de woorden van den profeet toe Keert, o keert tot den Heer terug Welke gewichtige woorden, Z. B. B., zijn daar uitgesproken door den Vertegenwoor diger van Christus op aarde het zijn de zedeloosheid en de goddeloosheid onzer dagen die de wereld in eene zee van bloed gedom peld hebben opdat dc verschrikkingen van den huldigen oorlog een einde zouden nemen, moeten de menschen tot God terugkeeren. Beloofd hebbende altijd getrouw te zijn aan de leering van den H. Vader en dezelfde op eene onbewimpelde wijze willende voorstel len, vragen Wij u de woorden van den Paus ernstig te overwegen, diep in uw hart te prenten en bijzonderlijk er uit te trekken en in het werk te stellen de gevolgen die Zijne Heiligheid zelve aanduidt. Zedeloosheid en goddeloosheid zijn eene groote oorzaak der rampen die op de wereld neergekomen zijn. Indien de tegenwoordige tijden zich mogen beroemen op vele uitvin dingen en waren vooruitgang welke de geest van den menschin verschillige wetenschappen gedaan heeft, indien er in zekere opzichten groote verbetering in den stoffelijken toestand der menigte gekomen is, de zedelijke toestand i* in evenredigheid niet gestegen. Integendeel men kan in 't algemeen bemerken eene groote verslapping van de christene deugd zaamheid, eene groote vermeerdering en uitbreiding van zedeloosheid Weinige chris tenen zijn nog bezield met den geest van het Evangelie die een geest is van ootmoedigheid, van versterving, van onthechting van de aardsche goederen. Velen kennen geene onderwerping meer aan de wettige oversten het bekomen en het vermeerderen der tijde lijke goederen is het eenig doel van het leven; voor het geld zou men alles doen de wetten der naastenliefde en der rechtvaardigheid verwaarloozen, de gewichtigste plichten zijns gewetens onder de voeten trappen. Velen nog zoeken alleen het zinnelijk genotvoor hen bestaat de zeegbaarheid niet meer, en zij worden de slaven van hunne wulpsche driften. Grootelijks ook zijn vermenigvuldigd de zonden die op bijzondere wijze de straffen op de maatschappij trekken omdat zij recht streeks tegenstrijdig zijn met het welzijn van het menschelijk geslacht zooals de onge- trouwigheid in den huwelijken staat en de echtscheidingen die er uit volgen, de zonden die gebeuren om den last van het huwelijk te verminderen en het getal der kinderen te beperken. En gelijk altijd gaan zedeloosheid en godde loosheid tezamen. Het eene brengt het andere bij als de zeden bedorven zijn, tracht men uit zijnen geest te bannen het gedacht van God dat knaging bijbrengten als men God niet meer erken, zal men ook in 't algemeen zijne kwade driften niet meer beteugelen omdat men daartoe noch de noodige kracht noch afdoende redens heeft. De goddeloosheid heeft zich dan ook al langs om meer uitge breid. En om alleen van ons België te spreken, heeft de ongodsdienstigheid niet veel toegenomen bij de werkende klas In dat vaderland dat wij zoo vurig beminnen, en dat nog als een katholiek land mag aanzien worden, zijn er zoovelen, bijzonder lijk in de groote steden, die den Oppersten Heer in alles van kantstellen, de dagen Hem toegewijd onteeren, hunne godsdienstige plichten verzuimen, ja God verachten en De Dendertode Abonnementsprijs 3 frank 's jaars. Men schrijft ia te Aalst 31, KORTE ZOUTSTRAAT, 31. DRUKKER-UITGEVER VAN DE PETTE-GOOSSENS weigeren Hem nog te erkennen 1 En de grootste goddeloosheid onzer dagen is dat God niet meer aanbedeft wordt door de maat schappij, dat zijn gezag en zijne rechten niet meer erkend worden door de volkeren, dat Zijn Naam door vele regeerders met 'opzet niet meer uitgesproken'wordt. Welnu, wij zeggen met den Paus dat de zedeloosheid en goddeloosheid, die zelfs tot een stelsel van verfijnde kuituur verhaven waren, dc wereld in eene zee van bloed gedompeld hebben. Zedeloosheid en godde loosheid brengen wanorde in de samenleving, en uit die wanorde volgt noodzakelijk vroeg of laat de oorlog. Maar Wij willen dat gedacht niet verder uitbreiden Wij willen er alleen op steunen dat de zedeloosheid en de goddeloosheid de straffen van God op de wereld trekken. Wij weten wel dat er zijn, zelfs onder de christenen die schijnen verer gerd te zijn als men hun spreekt van de straffen des Heeren die op de wereld neder- komen. Zij aanzien dit als tegenstrijdig met de goedheid van God. Maar God die de opperste volmaaktheid is, is niet alleen goed en barmhartig, Hij is ook heilig en recht vaardig. en het kwaad hatende, moet Hij het noodzakelijk straffen. Daarenboven én het H. Schrift én de Kerkleeraars Ieeren ons dat, wanneer eene zekere'maat van overtredingen der goddelijke wet vervuld is, en bijzonder lijk als de maatschappij als zulksdanige het göddellijk gezag verworpen heeft, God de zwaarte van zijnen!?, wrekenden arm laat gevoelen met haar rampen over te zenden of ten minste met de rampen die over haar nederkomen niette verwijderen en te beletten. Miser os facitj populos peccatum, de zonde maakt de volkeren ongelukkig. Ziedaar de algemeene oorsprong vaq alle ongeluk welken de eeuwige waarheid zelve ons aan duidt. De profeet Jeremias, sprekende van het volk van Israël, leert ons dat wanneer steden en dorpen door den 'oorlog verwoest en verbrand werden, geheel die vernieling uit de zonde voortkwam. Propter mult it u- dinem iniquilatis tuce et propter dura peccata tuafeci hcec tibiom de menigte uwer •nrechtvaardigheden, en uwe zware zonden, heb ik dit gedaan. En alhoewel dit recht streeks toepasselijk was aan het Joodsche volk, dat bijzondere beloften van tijdelijken voorspoed had wanneer het getrouw was aan den Heer, en bedreigd wierd met straffen als het zijne wetten overtrad en van Hem afweek, mag dit nochtans ook aan de christene landen toegepast worden wanneer zij zich jegens den Heer grootelijks plichtig gemaakt hebben en Hem niet meer willen erkennen. Volgens de Kerkleeraars schenkt God eerst tijdelijke weldaden en voorspoed aan de volkeren opdat zij uit dankbaarheid Hem zouden erkennen en zijne wetten zouden onder houden maar wanneer in plaats van Hem dankbaarheid te bewijzen, zij Hem beleedigen en als uitdagen door hunne zonden, dan slaat Hij ze met rampen, opdat zij zijnen straffenden arm gevoelende, tot inkeer zouden komen. Wantin de straffen van God is er toch altijd barmhartigheid gelegen. Zoo spreken onder anderen de H. Chrysostomus, de H. Laurentius Justianus en de H. Grego- rius de Groote. Niet noódig meerdere plaatsen van de Heilige Schriftuur of van de Kerkleeraars bij te brengen om met den Paus de rampen die op ons neergekomen zijn te doen aanzien als straffen van de zedeloosheid en de goddeloos heid onzer dagen. Hier willen wij nochthans eene bemerking doen. God straft de maat schappij omdat zij grootelijks gezondigd heeft door zedebederf en goddeloosheid. Daaruit moeten wij niet besluiten dat al de plaatsen, steden of dorpen, die bijzonder verwoest zijn, dat de laRdea die het meest geleden hebben, het meest plichtig zijn. Neen, 't is eene algemeene straf die aan de wereld overgezonden is, en God doet niet altijd mirakelen om degenen die? niet plich tig waren van de uitwerksels dier straf te bevrijden Hetgeen dan voor de pllchtigen een straf is, is voor de onschuldigen eene beproeving waaruit zij groote voordeelen kunnen trekken,'indien zij kloekmoedig en standvastig zijn. Wat valt er te doen, Z. B. B. Opdat de verschrikkingen van den huidigen oorlog een einde zouden nemen, moeten de menschen tot God terugkeerenVooreerst moeten zij God erkennen en aanbidden als den Schepper van het heelal, den Oppersten Meester aan wien alles toabehdért, den Regeerder die alles bestuurt. God aanbidden is het eerste gebod zijner wet. Velen hechten weinig belang aan dat gebod. Welke dwaling 1 Gelijk een kind dat zijne ouders niet wil erkennen, groote lijks te kort blijft aan zijnen plicht en aan de wet der natuur die den eerbied, de dankbaar heid en de onderdanigheid veraischt ten op zichte dergenen aan wien wij het leven ver schuldigd zijn, zoo ook misdoet grootelijks de mensch, die God van kant stelt, omdat hij de verplichtingen niet volbrengt die uit zijne hoedanigheid van schepsel jegens zijnen Schepper voortkomen, omdat hij de aanbid ding niet geeft aan het Opperste Wezen, de dankbaarheid niet betoont aan Dengene van wien hij alles ontvangen heeft, den dienst weigert aan Hem die recht heeft aan eenieder te gebieden. Daarenboven, God'zelf heeft voor zijnen eeredienst zekere verplichtingen vastgesteld en de H. Kerk heeft ze in het bij zonder bepaald. Zoo moet de christen mensch den zondag en cenige feestdagen aan God toewijden met zich te onthouden van slafelij- ke werken cn met de H. Mis bij te wonen zoo moet hij ook ten minste ééns jaars, binst den Paaschtijd, tot de H. Tafel naderen allergrootste plichten die nochtans door zoovelen, bijzonderlijk in de groote steden, verwaarloosd worden. Degenen die deze ge boden verzuimen, boven de doodzonde die zij bedrijven, vervallen nog welhaast in eene volkomene onverschilligheid in zake van godsdienst. Maakt dan allen het voornemen van 's zondags altijd Mis te hooren en met den aanstaanden Paschen te biechten en te communiceeren, nu dat wij door de recht vaardige straffen des Heeren geslagen wor den. En willen wij barmhartigheid bekomen, veegen wij bij de volbrenging onzer plichten jegens God, de belijdenis van onze schuld Er zijn er hedendaags die tegen God opstaan, die Hem lasteren uit'reden'van'4het lijden dat zij moeten onderstaan. Ah I 't is zoo niet dat wij dat lijden van ons zullen afkeeren. Die barmhertigheid wil bekomen, moet zich voor God vernederen, ootmoedig'zijne schuld bekennen en genade afsmeeken. Zoo deed de koning David na dat hij gezondigd had, zoo deden de Ninivieters wanneer de profeet Jonas hun de verdelging van hunne stad om de zonden die zij bedreven hadden, kwam aankondigen. Zij beieden hunne schuld, zij pleegden boetveeerdigheid, zij bekwamen vergiffenis en zij werden bevrijd van de straffen die zij moesten ondergaan. Het zijn die gesteltenissen van nederige belijdenis van onze zonden, van verduldige onderwer ping aan de straffen die ons overkomen en van rechtzinnige boetvaardigheid die het hart van God zullen treffen en zijne straffen van ons zullen afkeeren. Keert dan terug o christenen, tot den Heer uwen God, erkent zijn gezag, onderwerpt u aan Hem, vraagt Hem ootmoedig vergiffenis en Hij zal u ge nade schenken. Maar eene zekere godsdienstigheid en erkenning van God is niet voldoende. Men moet nog zijne zedewei onderhouden, en indien met de goddeloosheid ook de zede loosheid die zich in al de klassen der maat schappij uitgebreid heeft, de stelselmatige overtreding der zedelecr van Christus die onder de volkeren al langs om grooter ge worden is, eene groote oorzaak is van de rampen die op ons neergekomen zijn, moeten de volkeren, willen zij de redding van God mogen aanschouwen, hunne booze wegen verlaten en de zuiverheid van Christus' zede- leer wederom aankleven. Diezedeleergebiedt ons elkander te beminnen, den naaste in zijnen nood te helpen, eerlijk en rechtvaar dig te zijn in den handel Verzaakt dan, ge lijk Wij het u verleden jaar reeds gevraagd hebben, aan dien woekerhandel door den welken men misbruik maakt van het ongeluk der tijden en de schaarschheid van de lerens middelen, om overdreven prijzen voor den verkoop der waren te eischen, en zoo oor zaak is dat vele menschen gebrek en honger lijden. De zedeleer van Christus is een leer van zuiverheid dit aan eenieder leert de zui verheid passend aan zijnen staat te onderhou. den. Jongelingea en jonge dochters, weest getrouw aan de heilige wet, beteugelt uwe kwade driften, vlucht de gevaren van zonde om uwe deugd ongeschonden te bewaren. Gehuwden, blijft getrouw aan uwe verbinte nissen jegens elkander die door de dood alleen kunnen gebroken worden en laat u niet verleiden door valsche leerstelsels om de lasten van het huwelijk te verminderen en om aan de plichten van uwen staat te kort te blijven. Gij allen die plichtig zijt, verzaakt aan uwe zonden, keert terug tot den Heer uwen God I In ons Vlaanderen, den Heere zij dank, is de toestand nog zoo bedroevend niet als in vele andere streken veruit het grootste getal is God getrouw gebleven, is nog vastgekleefd aan den godsdienst, volbrengt zijne kristene plichten, maar nochtans is de godsdienstig heid in het algemeen verminderd bij de werklieden en, in onze bisschoppelijke stad, zijn er duizende menschen die hnnnen Paschen niet meer houden en des Zondags naar de Mis niet meer gaan. In ons geliefd ^bisdom zijn er nog velen die leven als ware kristene menschen maar bij vele anderen is de zedelijkheid grootelijks verslapt, de heiligste wetten van den levensstaat worden niet meer onderhouden en de zedeloosheid neemt al langs om meer toe. AANKONDIGINGEN Kleine één maal *,75 fr twee maal i,aj Ir. Gewooe annoncea o,i5 de regel. Vannitsen, ■terfgevallen, cnr. 0,5» da regal. Dikwijl» te herhalen volgen» akkoord. Wij zijn verheugd geweest bij onze bis schoppelijke bezoeken overal zooveel ge loovigen ontmoet te hebben die onloochen bare bewijzen van hunne godsdienstige gevoelens gaven. Schoon is overal geweest de toeloop en de vurigheid der geloovigen op het laatste feest van O. L. V. Hemelvaart, en Wij verhopen dat door de toewijding aan Maria, op dien dag plechtig vernieuwd, ons bisdom van nieuwe verwoestingen en van verdere onheilen zal bevrijd worden. Maar hetgeen ons van den anderen kant grootelijks bedroefd, het is dat velen die plichtig zijn, naar de stem van God, die tot ons spreekt door de rampen die ons overkomen, niet willen luisteren. Sedert den oorlog is, in 't algemeen, het getal dergenen die hunne gonsdienstige plichten verzuimen niet verminderd noch voor het bijwonen der Zondaagsche Mis, noch voor het volbrengen van den Paasch- plicht. Volgens hetgeen Wij van vele kanten van het bisdom vernemen, vermeerdert nog gedurig het zedenbederf. Met droefheid hooren Wij onder andere zeggen dat melige jonge dochters hunne eer en deugd te koop stellen voor een weinig geld dat er zelfs vrouwen gevonden worden waarvan de man door de tijdsomstandigheden afwezig is, die zich laten bekoren door de armoede om ongetrouw te zijn aan hunne verbintenissen, niet den kende aan de onheilen die moeten gevreesd worden wanneer de man terugkomende die ongetrouwigheid van zijne vrouw zal ver nemen. Dit alles bedroefd Ons grootelijks en mogen wij als eene reden aanzien om dewelke de oorlog blijft woeden en God ons niet barmhartig is. Beminde Diocesanen, gij die van den Heer afgeweken zijt en uwe plichten jegens Hem niet meer volbrengt of zijne zedewet niet ge noegzaam onderhoudt, weest niet ontevreden omdat Wij in onzen eersten Vastenbrief u op zulke wijze toegesproken hebben. Hét is Onze liefde tot u, de begeerte van uw geluk, de iever voor uwe zaligheid die ons dit inge geven hebben. Luistert naar onze stem, zui vert uwe ziel met den aanstaanden paasch tijd, maakt het voornemen van voortaan wel uwe plichten te kwijten en te leven als ware christene menschen, bekeert u uit gansch uw hart tot den Heer uwen.God. Dan zult gij ten minste geen beletsel meer stellen aan Gods barmhartigheid; hetgeen gij nog te lijden hebt, zult gij verduldig lijden om uwe bedrevene zonden uit te boeten, en door den vrede dien gij in het hart zult genieten, zul len de beproevingen die u nog overkomen, met vertroostingen vermengeld zijn, en u zelfs voordeelig en verdienstelijk worden. En gij, Beminde Diocesanen, die den Heer getrouw gebleven zijt, gedenkt dat voor degenen die God beminnen, alles, zelfs het lijden, tot het goede medewerktverliest den moed niet, blijft onderworpen aan de schik kingen van God, uw betrouwen stellende op zijne Voorzienigheid, bidt voortdurend voor de bekeering der zondaars, voor het welzijn van ons vaderland, voor den vrede der vol keren. Neemt uwen toevlucht tot het H. Hart van jezus, opdat onder de menschen de tweedracht worde weggenomen en de liefde zou heerschen. Aanroept Maria, de Moeder, de Koningin van ons Bisdom dat haar toe gewijd is, aanroept den H. Jozef, den Patroon van ons vaderland en vereert hem op bijzondere wijze binst de aanstaande maand Maartaanroept ook den H. Michaël prins der engelenscharen en Beschermengel der H. Kerk. Brengt dezen vastentijd over in geest van ingekeerdheid en godsvruchtigheid; vermijdt de wereldsche vermaken, overweegt het lijden van onzen Heer Jesus-Christus en woont daartoe met iever de Meditatiën bij die binst den Vasten gedaan worden, offert aan God in geest van boetvaardigheid de beproevingen die ons overkomen en vereenigt ze met het lijden van den Goddelijken Zalig maker. Moge dan deze Vastentijd door de gratie van God, door de verdiensten van Onzen Heer Jesus-Christus, door de voorspraak van Maria en der heiligen, onze Beschermers, voor de zondaars een tijd zijn van bekeering, voor de rechtvaardigen een tijd van geestelij ke vurigheid, en voor allen een tijd van goddelijke weldaden en van zaligheid. Amen. Schikkingen voor den Vasten. Ingevolge de buitengewone machten welke Wij van den H. Stoel ontvangen hebben, verleenen Wij, voor den Vasten van dit jaar, de volgende dispensatiën of toelatingen I. De wetten van het vasten en de van onthouding zijn opgeschorst in het Bisdom gedurende geheel den tijd van de aanstaande Vasten. Nochtans blijft het gebruik van vlecsch op Goeden Vrijdag verboden. Het verbod van vleesch en visch te eten op denzelfden maaltijd is opgeheven. II. Men is verplicht driemaal te lezen het DOOR PETRUS VAN NUFFEL. 2* Vervolg. - De glans, die van de Pauselijke Majesteit, straalde, zegt graaf de Maistre, verdoofdo de luister der keizerlijke kroon, cn dc keizer voerde den Romcin- sehen adelaar naar verre gewesten, op dat Rome den hemelschen standaard vrij en openlijk zóu kunnen verheffen. Vau toen af werd Rome de zetel der Katholieke Kerk, die, door alle eeuwen heen, de Waarheid heeft bevestigd. Van toen of verwisselden de Pauzen hun ver blijf der catacomben met een vorstelijk paleis, waar voortaan de troon der On haalbaarheid, der Souvereine Heiligheid, zou schitteren. Na Constantmus den Groote, die veel kerken van Rome met aanzienlijke goe deren begiftigde,breidden zich, vanaf den 11. Silvester (IVe eeuw) lot op het einde der IX" eeuw, de Pauselijke Staten uit. Pepijn den Korte schonk, ten jare 757, niet minder dan 22 steden aan den H. Stoel, en zijne opvolgers hebben die eigendommen verdubbeld. Het is van dit tijdstip (VIIIe eeuw) dat de Pauzen heerschten als vrye, wettige, wereldlijke en onafhankelijke vorsten. En sedert dit tijdstip was de Paus wettige Koning van al de Pauselijke Staten, en bleven zulks zijne opvolgers gedurende duizend jaren. Sindsdien droegen 179 voorgangers van Benedictus XV de kroon vau Vader en Koning Quis ui Pontifex Maximus. Noem uog één Souverein in gansch de wereld, van wien men zooveel zeggen mag die zooveel voorzaten heelt Wijs mij één troon op heel den aardbol, die op zulken eerbiedwaardigen ouderdom kan aanspraak maken Alhoewel do troon der Pauzen door de Goddelijke Voorzienigheid zelf werd op gericht, heeft men het aan Karei den Groote te danken, dat hij dezen verhief en opluisterde om de andere tronen te versterken, te ondersteunen dat hij aan de Koninkrijken een Vader gaf en hen allen uit de barbaarschheid redde. Niet tegenstaande de II. Kerk geen ouderdom heeft, is men het Frankrijk verschuldigd de Katholieke Kerk in de wereld te heb ben gesticht, met haar Opperhoofd te verheffen tot den rang, waardig van zijne Heilige Zending, zonder welken rang hij slechts zou wezen een patriark van Con stantinopel, een ellendig speelgoed in de handen der christen Sultans en der zelf- hoerschende Muzelmannen. Alhoewel de tijdelijke macht in feite bestaat sedert Constantinus den Groote, bestaat zij in rechte sinds de regeering van Paus Gre- gorius II. Dit ontkennen, is willen doen gelooven dat, indien de zon voor elk schijnt, de waarheid, de rechtvaardigheid, de geschiedenis niet meer bestaan wan neer liet dc Pauzen betreft. Wij laten thans het woord aan John Miley, die ons de rol, de richting van hel. Pauselijk Koninkdom zal doen kennen Was de rol dor Tijdelijke Macht, deze der oude Gesars, om op eene markt sla ven te koopen of te verkoopen om spelen te regelen van afgrijselijke slach tingen, van worstelaars, die elkander doodden tot vermaak van een volk, fier over zijne kennis en grootheid om, op bergen en in de schoonste streken der wereld, villas te bouwen, en aldaar in tuchteloosheid en slempery de schatten der beleedigdeen uitgestroople Natiën Ie verbrassen De Pauzen handelden gansch.anders zij verlosten de gevan genen, schonken de slaven de vrijheid weer verboden de moorddadige spelen der worstelaars zij ook bouwden villas, domus cultus, maar die huizen dienden voor het herbergen en verplegen der armen, der ouderlingen en der zieken. De wreede en laffe Preloriaan van het heidensch Rome verkocht zijn vaderland aan den meestbiedende de Pauzen, integendeel, redden hetzelve altijd uit de handen der verwoesters, met gevaar huns levens. Marcus-Aurelius, dien de moderne wijsgeeren hebben geroemd voor eenige zijner fraaie stelregels, be handelde, in zijn schouwburgen, de ge vangenen niet beter dan dieren, op oen tijdperk dat reeds de zachte invloed van het Christendom zich deed gevoelen. De Pauzen hebben altijd de onafhankelijk heid on de waardigheid hunner onder danen geëerbiedigd. Een enkele Paus heeft meer gedaan voor de verdrukte en lijdende menschheid dan al de oude koningen, dictators, consuls of keizers. Noch Cesar, noch Trajanus hebben zelfs gepoogd te doen voor het welzijn van t volk, hetgeen een Gregorius den Groote, een Adrianus I, zoo uitmuntend voor den Romeinschen voorspoed teweeg brachten. Het oud Rome kende eene kroon toe aan dozen die liet leven van een zijner medeburgers redde, een triomfwagen aan dezen die een nieuwe provincie aan liet keizerrijk hechtte.... Hoeveel kronen en zegebogen is men niet aan de Pauzen verschuldigd, die zooveel bannelingen en opgcslotenen uit de ketens verlosten, zooveel ongelukkigen uit den nood trok ken, zooveel tranen droogden van on telbare slachtoffers der oorlogen, der pest. van den hongersnood, van hel vuur, der overstroomingendie niet alleen provincieën voegden aan het domein der Eeuwige Stad, maar Rome zelf hebben gered, het heroprichtten op stevige grondvesten, vaster dan het Rome van Romulus of Augustus (W. r.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1918 | | pagina 1