Van Beroemde Bekeerlingen Tü ES PETRUS ©0©©©©0©©©©©©©©©o©o©ooooe©oo©o© QRRITAS i Mcdicd voor m vasten. WATERLOO ie Brosi-litowsk. Week-Kalender. KATHOLIEK NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAl) 0©ö©G©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©© H. Joannes a Cruce. Einde van den oorlogstoestand Iq ttel Oosten. Aalst, den i6 Februari 1918. FEBRUARI. Evangelie van den Zondag Jesus door den duivel bekoord. Matth. IV. 17 Zondag, Quadragesima, 1 v. d. Vasten. H. Silvinus, bissch. 18 Maandag, H. Simeon, b. en m. 19 Dijnndag, H. Bonifacius, b. 20 Woensdag, Kwatertemperdag. H. Eleu- therius, B. B. 21 Donderdag, Gel. Pepinus v. Landen. 22 Vrijdag, Kwatertemperdag, St. Pieters- stoel te Antiochië. 23 Zaterdag, Kwatertemperdag, H. Petrus Damianus. Zondag 17 Februari 1918. 5 centiemen het nummer 73= Jaar Nr 4794 De DenderDode Abonnementsprijs 3 frank 's jaars. Men schrijft ia te Aalst 31, KORTE ZOUTSTRAAT, 31. DRUKKER-UITGEVER VAN DE PUTTE—GOOS9ENS - Voor onze heldhaftige hospitaalzustcrkens dit erkentelijk vers. O vrouwen gij zijt groot, die boven al de ellenden Wanstaltig op uw stappen uitgespreid, Uw rijke liefde lijk een hemel breidt, En gansch uw jïugd verbloeien laat voor onbekenden Als gij ter zaal met lichte schreden glijdt, Ziet gij naar u den blik dier kwijnende oogen wenden Waarin het lijden om erbarmen schreit, En heel uw hart stroomt uit in deernis zonder ende. Gij buigt de blanke leap van bed tot bed, En wijl uw lippen plooien tot gebed. Verpleegt ge, moeder-mild, de walgelijkste kwalen... Dan schrijdt de groote Lijder zeegnend door de zalen En fluistert aan uw zielen zalig-blij Al wat ge dezen doet, doet ge voor Mij Jozef CRICK. Sigalon, een uitmuntende fransche kunst- schilder is enkele dagen vroeger ook be- - zweken. De abt van Solesmes heeft een weinig koorts gehad en is nu hersteld. De plaag richtte schrikkelijke verwoestin gen aan te Rome en in het omliggende. Tijdens de gunstige uren van den dag ging Guéranger met zijn vriend de romeinsche katakomben bezoeken. Den 1* September begaf Lacordaire, zooals gewoonte, zich naar het hotel van den benedictijn om met heqj uit te gaan, en hij vond hem lijdend, aange tast door de verafschuwde kwaal. Aanstonds snelt hij naar dokter Nicotera, en de volgende dagen wijkt hij geen voet van het ziekbed niettegenstaande het groot besmettingsge vaar. Dit deed hij heel natuurlijk zooals zijn dapperheid en zijn genegenheid het hem ingaven. Aan Mevrouw Swetchine, brieft hij alleen deze enkele woorden over het geval De abt van Solesmes werd ernstig over vallen door de kwaal, en verkeerde gedu- rende vier en twintig uren in gevaar. God- dank, nu is hij weerom gaaf en gezond. (16 Sept. 1837.) Hij had zich tijdens deze akelige dagen, ook ten dienste gesteld van den vicaris kar dinaal om de slachtoffers van den cholera te verplegen, zooals hij vroeger te Parijs deed. En de schrijver aan wien wij deze bijzonder heden ontleenen, merkt hier op Deze bewonderenswaardige ziel lokte vooral aan door den stillen eenvoud har er toewijding. Dom Guéranger bekende later dat hij, na God, het leven was verschuldigd aan de tegen woordigheid van geest en aan de spoedige zorgen van Lacordaire. 1 Later, in de branding der politieke en godsdienstige geschillen, welke in Frankrijk steeds zulk een gunstig terrein vonden, is er verkoeling gekomen tusschen deze beiden, maar Dom Guéranger zal stellig nooit die dagen vergeten hebben waarin de heerlijke toewijding van den edelen priester hem van de dood redde. De cholera bleef woeden. In den hooger aangehaalden brief schrijft Lacordaire nog AI da wegen zijn gesloten. Niets wordt doorgelaten behalve de briefwisseling welke de koeriers aaabrengen. Al de steden, zelfs de burchten an dorpen zijn gewapend "indien ge er toe koman wilt Jezus te be- zitten, zoek Hem nooit zonder zijn kruis. Wie Christus' kruis niet begeert, begeert ook zijne verheerlijking niet. Wie den Thabor bereiken wil, moet eerst den Calvarieberg beklimmen. De hooge beteekenis van 't aardsche leven is juist die keus der ziel vóór twee wegen den weg tot het Ik en tot de wereld, den weg j Christus an tot God... En de keus die men doet is een keus voor j de eeuwigheid. Htj, die God kiest, vindt God, en zal na den dood eeuwig het Eeuwige aanschouwen en bezitten. Hij, die zichzelven kiest, zal in alle eeuwigheid overgelaten wor- den aan zijner ziele eenzaamheid en ijdelheid. j Daar is niets onrechtvaardigs in. God geeft j iedereen wat hij zelf gewild, begeerd en ge- J kozen heeft. J. JöRGENSEN. (Uit Levensleugen en Levenswaarheid. j IT. Henri Lacordaire. 29* Vervolg De cholera te Rome. Dom Guéranger in doodsgevaar. Toewijding van Lacor daire. Heldhaftig gedrag. Terug keer. Bij Montalembert te Villersexel. De cholera, schielijk op Rome gevallen, weerhield er Lacordaire en Dom Guéranger. In datum van 21 Oogst 1837, schrijft de eerstgenoemde aan Mevrouw Swetchine Zie ons hier nu, beste vriendin, volop geteisterd door den cholera. Na drie weken weifeling is hij bij het begin der laatste week bepaald losgebroken. Gisteren had- den wij hier een aantal haastige sterfgeval len, waaronder de prinses Massimo. M 6 Letterkundig Mengelwerk Nadruk verbodea. DOOR STENDHAL. Na «enige oogenblikken bestatigde Fabrice dat de bommen tot aan de boomen begonnen te vallen, in wier schaduw hij zoo treurig aan 't mediteeren was. Hij richtte zich op en trachtte zijn weg te verkennen. Hij keek naar die weiden met het breed kanaal en de lange rij van weelderig bebladerde wilgen. Daar kwam een infanteriekorps den wal overge stoken en rukte door de weiden op, eenige honderden meters vóór hem. Onze held wilde het op een loopen zetten, denkend dat het vijanden waren, doch weldra werd hij gerust gesteld door hun uniform dat hem bekend was. Hij zwenkte rechts af om zich bij hen aan te sluiten. Na het zedelijk lijden dat men hem berok kende door den verraderlijken diefstal van zijn paard, begon er hem iets anders te nijpen en te kwellen hij stierf van honger. Na gedurende een tiental minuten heel hard met de beenen gewerkt te hebben, zag hij met yreugde dat het korps, hetwelk hij op de hielen zat, stil hield en eene stelling scheen te zoekea. In een omzien bevond hij zich te midden der eerste soldaten. Kameraden, wilt gij me niet een stuk brood verkoopen Die kerel aanziet ons voor bakkers Het spottend gezegde en het algemeen gelach dat het uitlokte, vielen weerom als «en steen op het hart van Fabrice. De oorlog was dus niet meer dit edel en onderling streven van zielen naar de glorie, zooals hij uit de proclamatiën van Napoleon opgemaakt had I Hij liet zich op het gras neervallen en werd heel bleek. De soldaat die daareven met hem gekte en op enkele stappen zijn geweer aan het kuischen was, kwam nader en wierp hem een snede brood toe. Dan, toen hij zag dat Fabrice het niet meer opraapte, stak hij zelf het brood in zijn mond. Fabrice opende de oogen, en at zwijgend. Toen hij eindelijk met zijn doffen blik naar den soldaat zocht om hem te betalen, bevond hij zich alleen. Het korps was terug op marsch. Hij aan de poorten bedreigt men u met het geweer en men werpt u zelfs geen stuk brood toe, al betaaldet gij daar tien pias- ters voor. Het gedacht der besmetting heeft den geest dezer streek op hol gebracht, en alhoewel de kwaal merkelijk afneemt, weet ik niet wanneer wij er in gelukken zullen een postkoets te vinden. Het plan van de heroprichting der Predik- heeren of Dominikanen rijpt onderwijlen meer en meer in zijn hoofd, en het staat buiten twijfel dat Dom Guéran ger, gedurende hun zoo intiem verkeer in de Eeuwige Stad, aan zijn vriend licht en raad heeft verschaft voor die grootsche onder neming. Vóór het uitbreken van den cholera ont moette Lacordaire in Romen een zijner oude studiemakkers, den Eerw. Heer Chaladon, theologale kanunnik van Metz, die hem voor stelde met het aanstaande winterseizoen in zijne stad te komen prediken. Het voorstel werd aangenomen. Middelerwijl, zooals wij hooger zagen, werd de Eeuwige Stad getei sterd door den wreedste der geesels. De dood waarde maaiend rond. Eindelijk toch klaarde de lucht op, en Dom Quéranger en Lacordaire mochten hun reispak gereed maken voor den terugkeer. Het wachten moe, gingen zij een akkoord aan met een koetsier die beloofde hen in dertien dagen van Romen naar Mila- nen te voeren. Den 25 September vertrokken zij. en een barsche troep van dragonders deed hen uitgeleide. Daarna waren het even brutale karabiniers die de beide reizigers vergezelden. Zulk een tocht was geen kleine karwei Na een reis van vijftien dagen in een schokkende, rammelende koets, stapten zij af te Milanen en rustten er drie dagen uit. Dan ging het verder aiover Lauzane en Be- san^on naar Villersexel waar graaf Montalembert hen wachtte op het kasteel van den markies de Grammont. Hij had een dringende uitnoo- diging gestuurd aan den benedictijn Breng Lacordaire mede, schreef hij, want hij kan in Romen oek niets meer verrich- ten. Hoe dank ik God om de zoo schoone vriendschapsbetrekkingen tusschen u bei- den 1 Wat een geluk voor mij die uw ge- meenzamen vriend beu 1 (Brief van 18 Sept. 18371. Op het kasteel te Villersexel werd er onder deze drie zoo hoogbegaafde mannen ernstig gekout en geredekaveld over godsdienst en politiek. Waren zij niet gelijk drie kapiteins die plannen maakten voor hunne toekomende veldslagen Elk van hen was voorbeschikt om prachtige veroveringen te doen, Lacordaire als de onsterflijke predikant der O. L. V. Kerk te Parijs, Montalembert als politiek redenaar en verdediger van den Heiligen Stoel, Dom Guéranger als herstichter der benedictijnen en glansrijke baanbreker der Liturgie. Lacordaire gaf er lezing van zijn Lettre sur le Saint-Siège waarvan hij het hand schrift nog altijd op zak had, en er werd besloten ten spoedigste al de hinderpalen uit den weg te ruimen die het verschijnen dezer prachtige en hoogst actueele pleidooi beletten. Den dag na de aankomst der twee pelgrims, op Zondag 22 October, zong Dom Guéranger de mis in de parochiekerk van Villersexel en Lacordaire hield er een kleine aanspraak, 's Anderdaags vertrok de benedictijn naar de abdij van Solesmes. De predikant bleef, en in de stilte der ruime eenzame woning, be reidde hij zijne Adventsermoenen voor Metz. ('t Vervolgt). (i) Dom Guéranger, abbé dc Solesmes, par un mom* béncdictin de laCongrcgation de France.* i* deel, blz. 204. AANKONDIGINGEN Kleine ééa maal «,75 Ér twee maal i,sj lr. Gewone annoacca e,i5 de regel Vanniasen, sterfgevallen, eaz. «,5a de regel. Dikwijls te herhalen relgeas akkoord. stond op en volgde hen werktuigentlijk. Hij kwam aan een woud en trad er binnen. Hij ging weerom van uitputting vallen en keek rond naar een goed plaatsje. Hoe groot wat ineens sijne vreugde toen hij eerst het paard, dan het karretje, en dan de marketentster van dezen morgen erkende 1 Zij snelde naar hem toe en jammerde luid over zijn toestand. Doe nog eenige stappen, kleine, zegde zij Zijt ge gewond -. En uw mooi paard Alzoo sprekend geleidde zij hem naar heur wagentje, en hielp er hem op. Nauwelijks neergezeten, viel onze afgematte soldaat in een loodzwaren slaap. Niets kon hem wekken, noch de geweer schoten die heel dicht bij knalden, noch de galop van het paardje dat' de marketentster duchtig van de zweep gaf. Het regiment, onverwachts door pruisische ruiterijmassas overvallen, was in aftocht en vluchtte in de richting van Frankrijk na heel den dag aan de zegepraal geloofd te hebben. De kolonel, een prachtige jongman die den kapitein te Macon vervangde, werd neer gesabeld. De bataljonchef, die hem onmid dellijk opvolgde, een ouderling met witte Mijn Huisje. Ik kan mijn huisje niet vergeten Dat midden ligt van 't oorlogsveld, Waar 'k droeve dagen heb gesleten En bange nachten heb geteld. Ik kan mijn huisje niet vergeten, Al lag het er zoo schamel, klein, Want daar heb ik geliefd, geleden Ei 't zal mij immer dierbaar zijn - Ik kan mijn huisje niet vergeten Met vaders werk en zweet gekocht, Waar ik op moeders knie zat 't eten Als ik 't nog niet alleen vermocht. Ik kan mijn huisje niet vergeten, Dat huisje met zijn strooien dak, Waar 't windje speelde door de reten, En waar ik miek mijn zwerverspak Ik kan mijn huisje niet vergeten Mij dierbaarder dan 't schoonst paleis, En ovral waar ik richt mijn schreden Volgt zijn lief beeld mij op de reis. 16. 1 '18. Een vfuchteling. Eene verklaring van Trotzki. BREST-L1TOWSK, 10 Februari. De Duitsche- Oostenrijk-Hongaaarsch- Russische kommissie tot regeling der politieke- en grondsgebieds-aangelegenheden, heeft giste ren en heden zittingen gehouden. Tijdens de zitting van heden deelde dc voorzitter der Russische afvaardiging (Trotz ki) mede, dat Rusland zonder eer bepaald vredesverdrag te onderschrijven, den oorlogs toestand met Duitschland, Oosten-ijk-Hon- garië, Turkije en Buigarië als geëindigd ver klaart en gelijktijdig bevel heeft gegeven tot volledige demobiliaeering der Russische strijdkrachten aan alle fronten. Voor wat de verdere onderhandelingen nopens de wederkeerige konsulaire, rechter lijke en economische betrekkingen aangaat uit den nieuw geschapen toestaud tusschen de Centraal-Mogendheden en Rusland voort spruitende, wenschte Trotzki de onmiddel lijke herneming van het verkeer tusschen de betrokken regeeringen, tevens wijzende op de kommissie der Centraal-Mogendheden die zich reeds te St-Petersburg bevindt. Het vredesverdrag met Oekranië. Zaterdag, 9 Februari om 2 ure namiddag, werd het vredesverdrag onderteekend tusschen de gevolmachtigden van het vierverbond namelijk Duitschland, Oostenrtjk-Hongarië, Buigarië en Turkije eenerzijds, en de Oekranische volksrepubliek auderiijds. Oekranië, welke naam eigenlijk beteekent grensland is eene streek van Europeesch Rusland, die thans de gouvernementen of provinciën omvatte van Pultawa, Kiew, Sharkof en Tschernigsed. De streek is gelegen aan de twee oevers van den Dniester, en wordt begrensd, ten Noorden door Russisch- Volen en Wit-Rusland, ten Westen door Oalicië (Oostenrijk), Bikovina en Roemenië, ten Zuiden door de Zwarte Zee en de zee van Azow en ten Oosten door de Russische Don- provincie. Het is eene lage vlakte buitengewoon vruchtbaar en waar ook de veekweek op groote schaal wordt beoefend. Oekranië heeft eene oppervlakte van ongeveei1 700,000 vierkante kilometers, of ruim 23maal de uitgestrektheid van België Het vredesverdrag tusschen de centraal- karen, deed het regiment stilstaan. Hij vloekte, en riep tot de soldaten ten tijde der Republiek, ging men niet in aftocht dan onder den on weerstaan baren druk van den vijand... Alle duivels! Verdedigt iederen duim gronds en sterft liever dan te wijken want nu staat het leven van ons vaderland op het spel Het karretje bleef ook staan. Fabrice schoot eensklaps wakker. De zon was reeds lang gezonken, en het verbaasde hem zeer toen hij zag dat de nacht bijna viel. De soldaten liepen links en rechts in een groote ver warring welke aan onzen held heel zonderling voorkwamhet scheen hem dat zij nog weinig krijgshaftig deden. Wat is er dan gebeurd vroeg hij aan de marketentster. Niemendal. Wij zijn geklopt, ventje de ruiterij der Pruisen kapt op ons, meer niet. Die domme generaal dacht eerst dat het ons eigen volk was. Welaan, steek een hand uit om Cocotte terug op den loop te krijgen. ('t Vervolgt). DOOR PETRUS VAN NUFFEL. y 3* Vervolg. Eon ander stem van gezag, deze van don duitschen geschiedschrijver J. von MüUer, ondersteunt deze verheven waar heden, en zegevierend galmt ze Zonder de Paus zou Rome niet meer bestaan I)e opvolgende eeuwen hebben de gren zen van het Patrimonium der Kerk ver sterkt, bepaald en geregeld. Geen enkel beschaafd volk van Europa, geen enkel beschaafd volk der aarde is den H. Stoel niet verplicht.... Was het dan le ceel, dat men aan liet gansch goddelijk en mensehlievend Pausdom een plekje grond afstond, waar de Vader der Christen wereld zich thuis kon voelen Hoege naamd niet de bekrompenheid der gift laat ons toe te zeggen het was le weinig. De Pauzen werkten onverpoosd voor de uitbreiding van al de nuttige weten schappen. Het hcidensch Rome had scho len, ja, maar scholen, waarin de onge lukkige kampvechters leerden elkander op behendige wijze het leven ontnemen. De Pauzen, integendeel, stichtten scholen voor Kunsten minder wreed, voor toon kunde, letterkunde, bouw- en schilder kunst. Van in de achtste eeuw, bevestigt Macauly, in zijne History of England (t. I, hl. 33) beschermden zij al deze onderwijsgestichten met niet minder luister dan in dc moderne tijden. De Christen Wet ophelderen, in het belang der slaven en der armen het Zondagwerk verbieden, en, derwijze, een dag rust per week verzekeren aan dui zenden lijfeigenen, die zuchtten onder zwaren arbeidlastde oude kruisdood, in zwang bij do Romeinen, afschaffen; de meesters aanmoedigen tot het vrijmaken hunner slaven de naakten kleeden de pelgrims aan de huistafel ontvangen dit waren de dagelijksche bekommernis sen van het Christen Rome. De verkleefdheid, de eerbied der vol ken hebben aan do Pauzen meer macht gegeven dan de wapens van Scipion, van Sylla of van Pompei er ooit hebben in- geoogst. En geen wonder want de H. Stoel regeerde alleen voor het geluk van allen hij was de schuilhoek der ver sloot! ingen, de treost der bedroefden, de v u-nd van alle ongelukkigen (1). Daar aoet de oorzaak gezocht worden dat de opvolgers van Petrus meer ver knechte verdedigers rond zich geschaard za li, dan de Cesars er ooit in hunne krijgshorden hadden. Van in het begin haddon de Christenen togen meedoogenlooze vervolgers le kampen. Bij beken vloeide het bloed der eerste martelaars, mannen, maagden en kinderen, die liever den ijselijksten dood stierven, dan hun H. Geloof af te staan. Dit was de Strijdende Kerk. De keizers van het heidensch Ro- meinsch Rijk poogden haar te wurgen in het bloed der eerstgeborenen. In 303 reeds geschiedde de tiende en de grootste vervolging. Diocletanus had het christen dom zulke gevoelige slagen toegebracht, dat hij in zijn overmoed munt deed ma- kon met het opschrift -.Het christendom is vernietigd Meermaals moesten de Pauzen dc Eeuwige Stad van den onder gang redden, voornamelijk door zich, in de V,: eouw, te verdedigen tegen dc ruwe horden der Visigothen van koning Alaric; in de VIII0 eeuw, onder Luitprènd, ko ning der Longobarden, en tegen Aistolf, koning der Lombarden. Pas had de H. Stoel gezegevierd over het Heidendom, of hij vond dc Ketterij, duchtig gewa pend, legen zich gekant. Alle geweld bleef echter tevergeefs. Steeds onwrikbaar hield de Roomsch- Katholieke-ApostoliekeKerk stand tegen over de woedende golven van do Ariaan- sche en Nestoriaansche ketterijen, tegen over de beeldstormerij van hel Islamisme, tegenover de zoogenaamde Hervorming en al de later aangewende pogingen om haar te vernietigen. De negentiende eeuw haarde nieuwe vervolgingen. Napoleon I, verblind door zijn overmacht, dierf het bestaan de hand te slaan aan den heiligen Grijsaard, die Pius VII heette de wereldveroveraar nam den zwakken ouderling in Fontai- nebleau gevangen, en wilde hem dwin gen, in ruiling van eene jaarlijksche rente van 2 millioen lira's, zijne Staten af te staan, waarop het plechtig ant woord weerklonk en sindsdien door de geschiedenis zoo dikwijls herhaald Liever sterven, dan mijn geweten met zulke schandelijke misdaad te bevlekken. De God can weleer leeft nog, de God die altijd de vervolgers der Kerk strafte en vernietigde Tien jaren later stierf Napoleon op eene naakte rots, terwijl de Paus zegepralend naar zijnen troon werd teruggebracht. Vóór zijn dood had de trotsche keizer zijne omge ving gewaarschuwd Eerbiedigt de Stadhouder van Christus. Randt, de Paus niet aan verdrukt hem niet, of gij zult door dc wrekende hand des Scheppers, die den Stoel van Petrus bewaart, verpletterd worden (Wordt voortgezet). (1) In Cod. Car. Brief van het Senaat van Rome aan Pepijn, door Paus P&ulus.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1918 | | pagina 1