Tü ES PETRUS WATERLOO Van Beroemde Bekeerlingen De Vrede lussGtieo Duitscmand en Rusland. W eek-Kalender. BsMfen voor oen vasten. KATHOLIEK NIEUWS- EN AANKONDIGINGSBLAS) EERSTE KOmmUHlE - BEELDEKERS Ik haat u <7 Aalst, den 9 Maart 1911. MAART. Evangelie van den Zendag Jezus spijst vijfduizend menschen. JOAN. VI. 10 Zondag, Loetare, 4. v. d. Vasten. 11 Maandag, H. Vindicianus, biss. 12 Dinsdag, H. Gregorius de Groote, paus. 13 Woensdag, H. Euphrasia, maagd. 14 Donderdag, H. Mathildis, koningin. 15 Vrijdag, H. Longinus, krijgsman. 16 Zaterdag, H. Heribertus, bisschop. Wat Napoleon van Christus dacht. Deze eeuw werd geopend door een man die al zijne tijdgenootcn overtrof. Veroveraar, wetgever, opbouwer van een keizerrijk, laat hij een uaam en een gedachte achter welke nog overal aanwezig zijn. Na het werk Gods volbracht te hebben, zonder eraan te geloo- ven, verdween hij, en dompelde gelijk een verdoofde star onderindediepegolvenvanden Atlantischen Oceaan. Dèèr, op een rots, riep hij gaarne het tafereel van zijn leven terug op hij vergeleek zich dan met anderen en gebruikte daarvoor den maatstaf zijner eigen grootheid, en alzoo gebeurde het, dat er op dit beroemd tooneel, waarvan hij zelf deel uitmiek, een grootere figuur dan de zijne opdoemde. Hij keek er dikwerf naar op het ongeluk schenkt aan de ziel een klaren blik dien zij ten tijde van den voorspoed niet be zat. De figuur kwam steeds terug ten slotte moest hij haar toch beoordeelen. Op een avond dus van dit langdurig ballingschap, dat de fouten van het verleden uitboeten en een licht wierp op de wegen der toekomst, vroeg de veroveraar aan een der schaarsche gezellen zijner gevangenschap of hij hem zou kunnen zeggen wie Jesus Christus was. De soldaat verontschuldigde zich hij. had te veel ander werk moeten verrichten sinds hij op de wereld was om zich met deze vraag te kunnen onledig houden. Welhoc hernam de andere met smart, gij zijt in de katholieke Kerk gedoopt geweest, en op deze rots die ons leven verslindt, kunt gij mij niet eens zeggen wie Jezus-Christus was Welnu, ik ga het u verklaren. En alsdan het evange lie openslaande, niet met de hand, maar met een hart dat er vol van was, begon hij Jezus- Christus te vergelijken met hem zelf en met al de groote mannen der geschiedenis hij deed het kenschetsend verschil uitkomen dat Jezus-Christus buiten de lijn der menschheid stelt en na een stortvloed van welsprekend heid die eer zou aangedaan hebben aan een kerkvader, besloot hij met dit woord Zoo dus, ik weet wat menschen zijn, en ik zeg u dat Jezus Christus geen mensch was Dit woord, mijnhéeren, vat al datgene saam wat ik u over het intiem leven van Jezus Christus wilde mededeelen, alsmede den indruk dien ieder mensch vroeg of laat gewaarwordt wanneer hij met een rechtzin nig gemoed het evangelie leest. Gij die nog jong zijt, gij zult leven gij zult de geleerden zien, de wijzen, de prinsen en hunne minis ters gij zult grootheid en puinen te aan schouwen krijgen de tijd zal u met al de menschelijke geheimen inwijdenen als gij de volle maat van al het menschelijk welen zult bezitten, dan zult gij wellicht op een zekeren dag, neerdalend van de hoogten waarheen gij streefdet insgelijks zeggen ik weet wat menschen zijn, en ik zeg u dat Jezus Christus geen mensch was. Eenmaal ook zal Frankrijk dit woord in beitelen op den grafzerk van zijn grooten veldheer, en het zal er met een onsterfelijker glans schitteren dan de zon van de Pyrami- den en Austerlitz 1 Lacordaire. (Uit zijne Confereaciën). Zondag 10 Maart 1918. 5 centiamcn het nummer 7aeJaar Nr 4797 De Deoderhsde Abonnementsprijs 3 frank 's jaars. Men schrijft ia te Aalst j 31, KORTE ZOUTSTRAAT, 31. DRUKKER-UITGEVER VAN l)E PL'TTE—GOOSSENS PRACHTIGE KEUS VAN ten bureele van DE DENDERBODE 31. Korte Zoutstraat, Aalst. Men gelast zich met den opstel. 9 Letterkundig Mengelwerk Nadruk verboden. DOOR STENDHAL Nog een verrader die beveeltriep de kaporaal. Indien de vijand er aan denkt liet dorp te omsingelen worden wij allen gelijk honden gevangen genomen. Volgt mij, mannen. Fabrice keek rond, nog slechts zes sol daten volgden den kaporaal Door een groo te open poort traden zij op een ruim boeren hof zij liepen door de stallingen en kwamen alzoo in den tuin. Daar verdoolden zij een wijl, rechts en links zoekend. Eindelijk, over een haag klauterend, geraakten zij in een uitgestrekt en donker korenveld. In min dan een half uur tijds, geleid door het verward rumoer en het gedruisch der stemmen in de verte, hadden zij buiten het dorp, de groote baan terug vervoegd. De grachten lagen hier vol met weggeworpen geweren. Fabrice koos er een nit Doch de weg, alhoewel zeer wijd, was dermate ver- Het wolkje zegt het aan het ruim, De vogel aan de zon. De bij. de vlinder aan de bloem, 't Viooltjen aan de bron Ik heb u lief De sterren zeggen 't ondereen, De blaadren aan elkaar, De rotsen aan de wilde zee, De winden aan de baar Ik heb u lief De woudduif kirt het in het bosch. De visch zegt 't aan den vloed. De wreede tijger aan zijn jong. De slang aan haar gebroed lk heb u lief De mensch alleen, hij vloekt het uit De mensch, het beeld van God Weg, broeder, weg Ik wil uw bloed Zien stroomen Liefde is spot Ik haat u Fons Van de Maele. ir. Henri Lacordaire. 32e Vervolg Terugkeer naar Frankrijk als Dominikaan. Een portret. Aankomst te Parijs Hij treedt terug op in de O. L. V. Kerk. De tijden vliegen snel, doch voor een werker als Lacordaire brengt elke dag zijne vruchtbaarheid mede. Zijn noviciaat is ge daan. De poort van het vredige klooster wordt voor hem weerom opengezet op het verschiet van den woeligen wereld, en harts tochtelijk gaat hij zich terug in den strijd- werpen, want een lava-ziel als de zijne, waarin zooveel edele krachten gisten, is gemaakt voor den strijd, voor de daad, voor het bezielend en meeslepend gebaar. Als een veroveraar van geesten en harten gaat hij weerom slag leveren in zijn vaderland, en 't is in de witte pij van den Dominikaan dat het verraste Parijs hem aan het einde van 1840 terugziet Uit dit tijdstip van zijn leven is een photo van hem bewaard geble ven die op dit oogenblik vóór ons ligt. Met de donkere haarkruin om zijn kaal geschoren schedel, zijn fijn ascetisch profiel, zijn breed denkersvoorhoofd en de vinnige vlam van zijn zwart oog onder de zwaar schaduwende wenkbrauwen, doet hij denken op de strenge boetelingsfiguur van Augustinus uit de be roemde schilderij van Ary SchefferDe heilige Monica met den heiligen Augustinus. En wat Mgr. Bougaud met zijn meesterlijk schilderende pen van die figuur zegt, kunnen wij hier grootendeels met evenveel waarheid herhalen Zijn gelaat is bleek, fijn van snede, nog een weinig weemoedig, gelijk dat van een zieke die veel geleden heeft en terug opfleurtzijn oogen zijn zwart, diep, misschien niet genoeg getemperd door tee- derheid en fijngevoeligheid, doch vol van het schoonste vuurzijn mond is peinzend saamgeplooid gelijk dien van den denker. Korte haren, als een kroon rond den kop gesneden, laten een breed voorhoofd zien waarop een lichtstraal valt, symbool van den toestand waarin dit machtig verstand zich thans bevindt (Mgr. Bougaud Vie de Sainte Monique Heelemaal alzoo rijst voor ons het beeld van Lacordaire, ernstig als een boetgezant, indrukwekkend als een ziener, schoon als een heilige. De blanke ëominikanerpij valt in i breede plooien over de armen welke hij ge kruist houdthij richt het gelaat naar om hoog van waar een mystiek licht er schijnt over uit te strooinen. Zijn voorhoofd, zijn oogen, zijn mond hebben een uitdrukking van medidatie of gebed. .Achter de kuische, vaatgesloten lippen vermoedt men het gebor- rel van zijn gloeiend woord uit dit peinzend bleek aangezicht, dat zoo luide spreekt in zijn diepste stilzwijgen, treedt een ziel op u too die u aangrijpt'en overweldigt: de ziel van een veroveraar. En vóór deze photo begint men iets te Vatten van den onweer- staanbaren invloed die van dezen redenaar moest uitgaan toert hij, rijzig en majesteits- vol, met zijn bezielden heiligen kop boven de scharen verreesj Volgen wij hemjop zijnen terugkeer naar Frankrijk. Het was een echjt waagstuk met het kleed van den heiligen Efcminikui terug te verschij nen in een land wfar hrt sedert vijftig jaren verbannen werd Voorzichtigheidshalve nam Lacordaire een priéstersoutaan met zich mede om deze desnoods ^an te trekken over zijne pij. Doch nauwelijss had hij den voet op zijnen geboortegnjhd gezet, of hij aanzag deze voorzorg als ejen lafheid, een gemis aan geloof, en schonk de soutaan weg aan een armen spaanschen feestelijke dien hij ont moette. Nergens deed zich iets ergs voor op zijn reis. Verwondering, vijandschap lag wel in menigen blik die den nieuwen Dominikaan achternakeek, doel daar bleef het bij Met vreugdegeroep werd hij door zijn talrijke vrienden in de hoofdstad onthaald. De vijanden zagen v erbijsterd toe. en brand den van nieuwsgieiigheid om hem terug in .den kansel aan .het 'woord te hooren. Welk een taal zou hij thans voeren Mgr. Affre- de nieuwe aartsbisschop, zoo heldhaftig gestorven op de barrikaden van Parijs, heette hem blijde welkom, en hij aarzelde niet Lacordaire terug te laten optre den in de O. L. V. Kerk. Dit ging een dag van groote beteekenis worden. ('t Vervolgt). AANKONDIGINGEN Kleine één maal 0,73 fr. twee maal i,a$ Ir. Gewone annoncen o,x5 de regel. Vonniasen, sterfgevallen, enz. 0.5e de regel. Dikwijls te herhalen volgent akkeord. sperd met vluchtelingen en wagens, dat de kaporaal en de zijnen nauwelijks vijfhonderd stappen vorderden in een half uur. Men zegde dat deze baan naar Charleroi voerde Toen elf uren sloegen op den kerktoren, zei de kaporaal Laat ons terug dwars door de velden gaan. Zij waren maar met vijf meer. Nadat zij aldus weerom een kwaart uurs gemarcheerd hadden, jammerde een hunner Ik kan niet meer I Ik evenmin riep Fabrice. Drommels wij krijgen allen lood in ons beenen, zei de kaporaal, doch luistert naar mij en gij zult er u wel mede bevinden. Hij bemerkte eenige boomen langsheen een kleinen wal, te midden van een groot korenstuk. Daarheen 1 bcvool hij en toen zij de boomen bereikt hadden, voegde hij er bij legt u daar neder en maakt vooral geen ge rucht. Doch, alvorens te slapen moeten wij een brok eten. Wie heeft er brood Ik zei een der soldaten. Geef hier, klonk het op een toon van meesterschap Hij verdeelde het brood in vijf stukken en hield het kleinste voor zich. En al etend babbelde hij maar altijd door Een kwaart uurs voor den dageraad In Memoriam Toondichter Frans Van den Bogaerde. Deze week is alhier overleden in den gezegenden ouderdom van 85 jaren, dc heer Frans Van den Bogaerde, gewezen bestuurder der Aalstersche muziek school, muziekoverste der Koninklijke Har monie, Al Groeiend Bloeiend en toon dichter met talent. In L'Art musical en Belgiquc sous les régnes de Léopold I et Leopold II door Edouard G. J. Grègoir, (1879) vinden wij het volgende over onzen stadsgenoot ver meld Uitmuntende klarinettist, sinds 1856 muziekoverste van het 9e linie, en een der beste uit ons leger. Men is hem veel gewroch ten van zang en harmonie verschuldigddie getuigenis afleggen van veel kennis als toon dichter en melodist. zullen wij de vijandelijke ruiterij op het lijf krijgen. Past op voor de sabels I Een man alleen ware in dit plein reddeloos verloren, doch met ons vijf kunnen wij ons verdedigen Ziet wel toe dat gij goed mikt en rakelings vuurt, en ik beloof u dat we morgen avond te Charleroi heelhuids zullen aankomen. Een uur voor zonsopstand miek de kapo raal hen wakkerhij deed hen hunne wapens herladen. Het gedruisch op de groote baan duurde onophoudend voort, het had zich heel den nacht laten hooren het was als het gonzen en bonzen van een waterval in de verte. Men zou zeggen het zijn precies schapen die vluchten, merkte Fabrice onnoo- zel weg op. Wilt gij daar eens uwen bek houden, snotneustierde de kaporaal verontwaar digd, en de drie andere soldaten keken hem ook vertoornd aan alsof hij eene blasphemie had uitgesproken. Hij had de natie gelasterd. Dat is toch een beetje sterk dacht onze held zij vluchten niet, neen Aan die franschen mag men nooit de waarheid zeg gen wanneer het hunne ijdelheid kwetst. Doch hun vertoornde tronie laat mij heel onverschillig, en ik zal het hun laten blijken. Zij marcheerden voort, terwijl in de verte ln het boek Les Sociètês chorales en Belgique door Aug. Thys (1861) lezen wij het volgende Hij behaalde den eersten prijs in de klas van Af. Blaes. Hij toondichtte mannenkoren, romancen, en een honderdtal werken voor militaire harmoniewaarvan verscheidene het gunstigste onthaal hebben gevonden. Wij stellen hier de vraag of wij niet, ia betere tijden, het puikste dier nagelaten har moniestukken zouden kunnen hooren uitvoe ren, ais een blijk van hulde en waardeering voor den verdienstvollen kunstenaar die komt te verdwijnen Hetzelfde geldt voor de nagedachtenis van den grooten Pie ter De Mol, insgelijks gewe zen bestuurder onzer muziekschool, die zoo- j veel prachtige gewrochten heeft nagelaten. Wij zijn overtuigd dat onze huidige be- stuurder, de niet min verdienstelijke Gustaaf Pape, zich daarmede ten gepaste tijde zal gelasten. Allen die den heer Van den Bogaerde ge kend hebben en met hem omgingen, zullen van hem de beste herinnering bewaren, als zijnde een man met een gul en rechtzinnig karakter. De begrafenis heeft Vrijdag II. plaats ge had onder eenen grooten toeloop van vrienden en kunstliefhebbers. Hij ruste in vrede 1 R. I. P. Berlijn, 8 Maart. De vrede met Rus land, werd Zondag II., om 5 ure namiddag onderteekend. De yrede werd te Brest-Litowsk ondertee kend, door de afgevaardigden van Duitsch- land eenerzijds en de Rnssische gevolmach tigden anderzijds. Het vredesverdrag met Rusland is vervat in 14 artikelen, die nagenoeg hetzelfde zeg gen als deze van het vredesverdrag met Oekranië. Iets dat er bijkomt is de bepaling van ar tikel 7, luidende, dat gezien het feit dat Afghanistan en Perzië vrije onafhankelijke Staten zijn, beide verdragsluitende partijen zich verplichten de politieke en ekonomische onafhankelijkheid en de territoriale onschend baarheid dier Staten te achten. Blokkade der Entente over Rusland Keulen, 1 Maart. De Kölnische Zei- tnng verneemt In de politieke kringen te Rome loopt het gerucht als zou de Entente, den dag der vredessluiting der Maximalisti- sclie regeering met het vierverbond der cen- traal-mogendheden, over gansch het Russi sche grondgebied de blokkade uitroepen. Enkele Romeinsche bladen kondigen de nakende oorlogsverklaring aan van Japan aan de Maximalistische regeering van Rus land. Het Japansch Ultimatum. Geneve, 5 Maart. Volgens uit Tokio gemeld wordt zal het Japaansch ultimatum niet aan Rusland, maar aan de Bolschewiki- regeering gezonden worden. Men wil met het ultimatum wachten totdat de Japansche gezant buiten het bereik der Bolschewiki is. Het ultimatum zou, gesteund op het mandaat der Entente, alle voetstappen van de Bol schewiki ondernomen voor den afzonderlijken een stortvloed van vluchtelingen heel de groote baan bleef overspoelen. Fabrice kocht hem voor veertig franken een paard dat nog al flink op zijne pooten stond, en uit al die weggegooide sabels koos hij een lang en recht zwaard. Alzoo uitgerust, deed hij zijn paard galop- peeren, en kwam terug bij den kaporaal. Hij richtte zich op in den zadel, nam met de linkerhand de scheede van zijn zwaard vast, en zegde tot de vier franschen Deze lieden die op den grooten weg vluchten gelijken aan eene kudde schapen... zij zien er uit gelijk verschrikte schapen... Fabrice had goed en wel op het woord schapen te drukken, zijne kameraden schenen zich niet meer te herinneren dat dit woord een uur te voren hunne gramschap wekte. Hier komt het best de tegenstelling tusschen het fransch en het italiaansch karakter uit de franschman is wellicht de gelukkigste, hij kan vergeten en vergeven. Wat er ook van zij, Fabrice was niet wei nig over zichzelf voldaan nadat hij aldus van schapen gesproken had. (Slot volgt). DOpR PETRUS VAN NUFFEL. f>* Vervolg. Indien Europa do lichtbron was voor hot 1 lal, Rome is haar geweest voor Europa (l). De Pausen waren altijd en algemeen er end als de afgevaardigden van hot Opperwezen, uit hetwelk de Souvereini- teit haren oorsprong neemt de grootste prinsen, de eerste der- Duitsche keizers, kwamen den H. Vader hunne zalving vragen, daardoor, in de oogen der we reld, hunnw rechten op onbetwistbare wijze vaststellende. Er is geen heerschappijdie meer ge- rechtvaardigd is dan deze der Pausen én door haar ontstaan én door do behoeften van haar geestelijk gezag. Maar er is meer. De Pauselijke troon is dc minste van alle tronen onderhevig aan politieke1 grillen en kuiporijeu.' Zijn plaatsbekle der is altijd oud, ongehuwd en priester, hetgeen in honderd gevallen, negen en negentig maal ai de driften on de dwa lingen die de Staten beroeren, uitsluit zijne macht is van gansch anderen aard dan deze van ander wereldlijke vorsten, en hij vraagt nooit iets voor zyn eigen persoon indien dus al de zwarigheden niet opgeheven zijn hetgeen onmoge lijk te begeeren is dan toch zullen er zoo weinig overblijven als het mogelijk is te verhopen, daar de menschelijke natuur steeds de bovenhand heoft (2). Z. H. Pius X verklaarde in zyn eerste Encycliek, dal de Paus moet onafhanke lijk zijn, niet alleen voor de zekerheid der Kerk, maar omdat hij van niemand den onderdaan is oindat, wanneer men de Majesteit van zijnen troon aar.valt, men ook de Majesteit van den Godsdienst schendt. De geschiedenis vraagt, en de logica eischt het met klem, zegt Kardinaal Mathieu, dat de Paus Koning weze het is eene voorwaarde door God en de Tijden gesteld, omdat hij, in den naam der Christene Maatschappij, heerscht over de volken, over de wetten, over de verdragen hel is de weusch der Staat kunde het is de eisch der Vryheid het is de verzuchting van 't Christendom het is de billijkheid, die de wortel is van 't Recht. Wanneer men op eene Vredes conferentie het Romeinsche vraagstuk te berde brengt, hoeft, men slechts deze vraag te stellen Wil men dc wereld naar de barbaarschheid terugvoeren en hem versmachten in het knechtschap l Men stond verwonderd voor de hals starrigheid van Z. H. Pius IX, toen hij alle troonafstand bepaald van de hand wees. En men had ongelijk. Ware Pius IX enkel een gewoon koning geweest, dan had hij misschien, zonder zijne eer te krenken, met een machtigen vijand kunnen in onderhandeling treden, eenige van zijne rechten afstaan, of, onder den dwang der Omwenteling, overeenkomen. Maar bij den titel van Italiaanschen Prins en dezen van Koning der Room- sche Staten, droeg PiusIXer een andere, meer verheven en veel machtiger hij was Opperherder der bisschoppen, Paus, het Hoofd van twee milliocnkatholieken (3). Bij deze titels, zonder vergelijking, die, gelijk Mgr Dupanloup het zoo wel zegt, het Rijk der Voorzienigheid uitmaken voegden zich bijzondere plichten en eene onbuigbare strengheid. Pius IX kende ze, en, getrouw aan den eed, dien hij gezworen had, het domein van den H. Petrus ongeschonden te be waren, getrouw aan de wenschen van het Episcopaat en de katholieke wereld, zocht lnj de handhaving van zijn recht in de politiek van den wederstand, die op den dag. door de Goddelijke Voorzienig heid bepaald, de tijdelijke Vorstelijke waardigheid van den Opperpriester red den zal. De Staten der Kerk waren niet groot, maar uitgestrekt genoeg, opdat de gees telijke macht zich, door de wezenlijkheid van het tijdelijk gezag, versterkte. Dit grondbezit, schreef Stephanus II aan Pepijn, verzekert de rust der Pauzen. Paulus I, Nikolaus III, Joannes XII, Pius V. Pius VI en Pius VII bekrachtig den en ontwikkelden dit staatkundig princiep. Pius LX veroordeelde, in het Syllabus, een meening dat de afschaffing van het burgerlijk gezag, aan den II. Stoel toevertrouwd, voordeelig zijn zou aan de vyijheid en aan het geluk der- Kerk. Zijne bulle van excommunicatie van 26 Maart 1859. en zijne encycliek van 1 November 1870 zijn door eenieder gekend. Leo XIII deed niets minder dan Pius IX, als hij verklaarde Wij heb ben voor den H. Stoel eene werkelijke Souvereiniteit gevorderd, als zijnde de eenige en wezenlijke waarborg zijner 'Vfrijheid en onafhankelijkheid. Zonder- deze S rver-einiteit mag men altyd zeg gen, dai we onder een andermans gezag staan. ('t Vervolgt). (li Balbo Discours au Parlement de Turin, I848. (2) Graaide Mailt re Uit Pave, boek II, IV, bl. 187. 13) Ch. Van Duerm S. J. Vicissitudes politi que du Pouvoir Ismporel des Papes. 1890, p. 410.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1918 | | pagina 1