Iü ES PETRUS f Sim FrartGisGus m Hssisi DE STROOM De gefieurtenisseD in Oost-SiDerie Klimop AAN DE JEUGD KATHOLIEK NIEUWS- K\ AA.\KOi\DlGI\GSBLAI> Leest hier Y door Paler Valerias inaliy 11 F. m. X Op 't Westerfront. Aalst, den 15 April 1918. Wslvallig looien zich de beukenboomen Met rank klimop, gevoed door veie vocht, Hat eeuwig zijpt uit gleuf en geul en bocht, Te voeten uit, waar braam en netels droomen En 't slingert zich, in schijnbaar«chüchter schromen, Om rilde stammen tot een tijn gewrocht Vsn vlechtwerk, dat der oerbosch-telgen tocht Ten hemel, eens, moedwillig zal betoomen. Hoevelen die, daar gloed van roem-betrachten Hen stuwt, de sterkte ontberen zich te onthechten Van wat ten gronde smakt en sloopt hun krachten Doch, wen ze 't hoofd steeds hooger willen rechten, Zal aardsch genot al laf en laffer lokken, Hun groei eens in sijn wortelpezen schokken. Amand Simoens. (Uit de onuitgegeven kopij van Excelsior Leven is voor de groote massa het werk tuigelijk verrichten der dagelijksche bezig heden handen-of geestesarbeid,afgewisseld door het bezoeken van cinemas, schouwbur gen en herbergen. De eene dag volgt den andere en allen gelijken zich volkomen nooit een zucht naar hooger schoon, nooit een vurig verlangen naar reiner vreugde, nooit een snakken naar ware, naar innerlijke grootheid.-' Panem etcircences I - Brood en spelen is de levenskreet der menigte. De oorlog heeft het hart van 't volk bloot gelegd en ons doen schouwen in een ijzing- wekkenden afgrond. De jeugd zelve, de krachtige, de heerlijke jeugd is doordrongen van de heillooze, ikzuchtige en lage gedach ten, die hunnen stempel op onze geweten- looze maatschappij drukken eene plaats bekomen, zich het levensbrood verzekeren is voor het groot deel der hedendaagsche jonkheid den vreeselijken levensstrijd uit vechten. Geen gedacht aan eigen volmaking, geen bezorgdheid om den evenmensch, geen ideaal. Menig rijk jongeling sffjt zijn luilek- ker leven in een dolce far-niente, in een zalig niets doen. Plato reeds slingerde zijnen vloek naar hun hoofd en noemde ze steke lige hommels en een kanker voor de maat schappij - Schrikkelijk zijn de gevolgen van dit ideaalloos leven. Nooit was de samenleving zieker dan nu Eer- en broodroof, woeker en schraapzucht, diefte, moord en verkrach ting zijn dagelijksche kost. Tallooze vrou wen, tot tempels van den H. Geest gewijd en tot het hoog-heilig moederschap geroepen, leveren zich aan de meest biedenden. Onbe schaamd blikt het kwaad den deftigen mensch in de oogen in winkelvensters, in dagbla den en in boeken, in schouwburgen en in cinema's, in de straat praalt en pronkt het in volle naaktheid. Virtus post numinos - De deugd na het geld dreunt het de gansche wereld door. Welke heelmeester zal de rotte deelen uit het maatschappelijk lichaam wegsnijden en de wonde heelen Wie zal het zwak, willoos volk op zijn sterke schouders den berg van boetveerdigheid en van volmaking opdragen Wie anders dan de christcne jeugd. JONKHEDEN Wij zijn de vrucht van het verleden, een soort rijkeinans-kinderen die rentenieren met het kapitaal ons door onze christene voorva deren nagelaten de uitvindingen, de kun sten en de wetenschappen, het lichamelijk en het geestes leven, ja, een groot deel der deugdenkiemen zelve kregen wij bij erfenis. Dankbaarheid dwingt ons dit kapitaal te bewaren en zoo mogelijk te vermeerderen, opdat onze nakomelingen ten minste zoo gelukkig zouden zijn als wij. Beter bedeeld dan onze voorouders zal ons ook strenger rekening gevraagd worden. Wij zijn de hoop van het heden, de be- heerschers der toekomst. De maatschappij zal zijn gelijk wij ze maken godsdienstig of Dijnsdag 16 April 1918. 5 centiemen het nummer ■jv Jaar Nr 4801 Verrijken wij onzen geest, veredelen wij ons hart, sterken wij onzen wil, opdat wij het volk als lichtende zuilen kunnen voor gaan en den weg afbakenen door de woeste nij van 't leven trekken we het volk tot ons op, begeven wij ons naar patronagen, werk manskringen, vakvereenigingen en andere Letterkundig Mengelwerk Denderbode Abonnementsprijs 3 frank 's jaars. Aten schrijft in te Aalst 31, KORTE ZOUTSTRAAT, 31. DRUKKERUITGEVER VAX 1)E !»l TTE-GOOSSEXS AANKONDIGINGEN Kleine één maal 0,75 fr twee maal 1,25 Ir Gewone annoncen o,i5 de regel Vonnisten, sterfgevallen, enz. 0.50 de regel. Dikwijls te herhalen volgens akkoord. christelijke of sociale instellingen; laat ons de pers degelijk maken, de priesters helpen op het uitgestrekt zielcnveld de jeugd van ieder land make zijn volk, het zijne, grooter, beter, edeler en godsdienstig .trachten we het volk op te voeden, de menigte bewust te maken van hare groote verantwoordelijkheid; beproeven we den buitengewonen invloed j der massa op den enkeling ten goede te kee- ren, voeren we het volk weder in de armen van Christus, dan zal het vreeselijk oorlogs- spook verdwijnen en de vrede heerschen, dan zullen de menschen als broeders naast elkaar wonen en wij, wij zullen eens gelijk den trouwen Evangelie-knecht, die zijne talenten goed had gebruikt en verdubbeld, het Rijk van eeuwige rust binnentreden. Daartoe helpe ons God. Christ. *t* "X* Steeds begeerig om aan onze ver- kleefde lezers degelijke en waarde- volle lectuur te leveren, vangen wij toekomende week in ons Lettcrkun- dig Mengelwerk aan met de bijdrage *J* ALS DICHTER V Deze bijdrage, een voordracht ge- houden vóór den oorlog in tal van J intellectueele kringen waar zij den J meesten bijval bekwam, was bestemd V voor ons letterkundig maandschrift Excelsior Wij geven haar thans voor onze lezers. Schilder Heyndrickx, Felix - Ferdinandus - Joannes Heyndrickx werd te Gent geboren den 9 Januari 1799, en had voor ouders Joannes Heyndrickx en Coleta Bauwens Hij legde zich zeer vroeg tijdig op de schilderkunst toe en volgde tot in 1818 de leergangen der Academie van Brussel. Vervolgens bezocht hij de werkhui zen van Navez en David en werd leerling van Gros, te Parijs, bij wien hij niet minder dan vijf jaren lang verbleef.Aldaar schilderde hij Les rcprochcs d'Hcclor en Gezèse, ver kocht aan de barones d'Hoogvorst. Sterk toegerust kwam hij naar Brussel weer en behaalde aldaar, in de Sociélé des Beaux Arls, met een zijner gewrochten, eene schit terende onderscheiding. Te Gent. zijne geboortestad, bekwam Heyndrickx den twee den prijs met Le Christ et la Samaritaine, en, ten jare 1827, dong hij te Antwerpen mede in den prijskamp van Rome. Heyndrickx verwierf zich een goeden naam in het genre, en trok, te Brussel, in die hoedanigheid, de aandacht op hem van den Aalsterschen schilder Jozef Meganck. Wanneer schilder Serafien De Vliegher, den 20 Februari 1848, in onze stad kwam te overlijden, moest er in de Stedelijke Acade mie in dezes vervanging als professor van teeken- en schilderkunst voorzien worden. Een examen had voor de openstaande bedie ning plaats. Drie kandidaten boden zich vóór de jury, voorgezeten door den Gentschen DOOR FRANCOIS COPPÉE. (Vervolg en slot) Hij gaat. Hij zwelgt eene rivier in, dan een tweede. Verder, waar zich de silhouet van een sluismeester tegen de lucht afteekent, komt een kanaal hem verrijken met zijn gevangen stortvloed. Hij gaat, de edele stroom. Hij trekt door beroemde steden. Beladen met vlotbruggen en allerhande vaar tuigen, golft hij onstuimiger tusschen histori sche stecnen, hij klotst grommend onder de klaarklankige bogen door der monumentale bruggen en over de kaaien, vol gewoel en lawaai, werpen de slanke torenspitsen der oude kerken han rillende schaduw op zijne wateren. Dan snelt hij van her de vrije velden in, en zijn spiegel weerkaatst al de tooverachtige klaar tcspelingen van 't geluchte. Onder het Makend zomerlicht, tintelt hij van vonkelin- gen. De dageraad bezaait hem met rozen, de dalende zon bestrooit hem met topazen en karbonkels, en door de blauwige nachten, schijnt hij een heerlijken droom te volgen in den weemoedigen maneschijn. Thans is de stroom èl kracht en majesteit. schilder Portaels, aan, namelijk Adolf Lefebvre, van Gent Felix Heyndrickx en Ferdinand Parfonry. Nopens den uitslag lezen wij in het Boek der Beraadslagingen, 2 December 1848, het volgende La Commission estime que M. F. Heyn- Jnckx offre le plus de garanties pour remplir dignement ces emplois et assurer le progrós de l'Académie, ct qu'elle a puisé cctte con viction dans lei sages reflexions qu'a bien voulu lui faire M. Meganck, peintre Bruxel- les, auquel elle a en recours pour mieux s'éclairer. et doht le rapport joint h la lettre de ia Commission est communiqué Eenige dagen na izijne aanstelling kwam de nieuwe professor zich voorloopig vestigen bij Jan Van Nuffel, op den Gentschen steen weg, eenen zijner jonge leerlingen, die later huisschilder werd, en bij wiens zuster Hen- riette men nog heden bewondert het portret van F. Heyndrickx en het door hem geschil derd konterfijtsel van zijnen oudsten halven broeder. In den loop van 1849 wordt Heyndrickx nochtans als inwoner van Aalst regelmatig ingeschreven en zien wij, in de bevolkings- boeken, het huisgezin samengesteld uit vader en moeder, een zoon Gustaaf-Adolf en eene dochter Coieta-Felicita. Zijne echtgenoote, Moentjens Joanna-Livina, werd hem, den 8 Februari 1858, door den dood ontrukt. Den 1 November 1851 reeds had zijn zoon de stad verlaten, om zich te vestigen te Doornijk, en de schilder zelf nam weinigen tijd nadien zijnen intrejt in het gesticht der Broeders van Maria, xjn de Lange Ridder straat,het vreedzaam rustoord van 100 menig kunstenaar en waarvan Jozef Meganck ook zegde Daar zal ik nog komen wonen Heyndrickx overleed aldaar den 19 Januari 1861 1). Na zijne dood, den 26 April 1861, verliet ook zijne dochter die woonachtig gebleven was in het huisgezin Van Nuffel (1) AKTE VAN OVERLIJDEN. 1861 fol. 7. Januari Nr 25. Hendrickx Felix-Ferdinandui- Joannes. 't Jaer achttien honderd een-en-zestig, den een en twintigsten January, om elf uren voormiddag, Voor ons Carolus De Witte, schepen, ambtenaer van den Burgerlijken Stand der Stad Aelst, regterlyk Arrondisse ment Dendermonde, provincie Oost-Vlaen deren, zijn verschenen Livinus De Pauw, broeder van Maria,kennis van den overleden, oud een en veertig jaren, woonachtig te Aelst, en Dominicus Bosman, bedienden in het hospitael, getuygen, oud negen en dertig jaren, woonachtig te Aelst. de welke ons hebben verklaerd dat eergisteren negentien den January, om zeven en half uren van den naer middag, overleden is binnen deze stad Felix Ferdinandus Joannes Hendrickx. wedu- wenaer van Joanna Livina Moentjens, schil der, oud twee en zestig jaren, geboren te Gend, woonende te Aelst. lange ridderstraet, zoon van wylen Ferdinandus Joannes,en van Coleta Bauwens, beyde overleden te Astene. En hebben wy deze akte opgemaekt en na voorlezing onderteekend met den eersten kom- parant, den tweeden heeft verklaerd niet te konnen schryven. (get.) L. De Pauw. (get.) Chs. De Witte. Edoch, waar is het klaar en zuiver water van zijne bronader gebleven Van af het eerste waschoord wiens troebele schuimbellen bij meevoerde, heeft iedere aanraking met den mensch hem verlept en bevuild. Wat al modder en slijk werd er in hem uitgestort De fabrieken der buiten wijken, die aan den boord van 't water hun hooge steenen schouwen in de lucht heffen, hebben langzaam en aanhoudend gansche giftrivieren naar hem toegestuwd. Oude goud stukken, oude juweelen, roestige wapens welke hij, tijdens zijnen loop, in zijn drabbige diepten beroerde, hebben hem de sporen doen ontdekken van eeuwenoude schelm stukken. Des nachts, van op de eenzame brugstijlenzijn de ongelukkigen voor altijd in zijn donkeren afgrond gaan onder dom pelen, en op den lagen oever hebben de moordenaars hem de bebloede lijken hunner slachtoffers toegeworpen. Bijwijlen, alsof een gevoel van walging hem aangreep, spuwde hij op den graskant afzichtelijke en rottende vuilnis uit. Doch, hij is voor immer besmet, en evenals het geweten van een booswicht, voert hij in zijnen schoot, naast eenige onbe kende en verloren schatten, een menigte van onreinheden, van schanden, van wanhoops- weeën en misdaden mede Eindelijk, heeft de stroom het doel zijner reis bereikt. Ziehier de zeemond, mateloos breed. De schepen, terug van hun wereld- tochten, héél ver ankerend bij den neveligen en wegdoezelenden oever, dezen welke blauwe zeeën doorkliefden onder hemelen van vuur of zich een baan moesten breken door het ijs te midden van ijselijke duisternis, de ranke driemasters en de geweldige stoom- booten, gelijken aan broze schelpen opge takeld met spinnewebben. De laatste baak is hij nu voorbijgevaren, en op de grijze zeekust zijn de witte vuurtorentjes nauwelijks zichtbaar. De grootsche watermassa, door het beweeg van ebbe en vloed beurtelings aangetrokken en teruggestooten, draagt de kammen en kuiven der baren verbitterd door den strijd of rent vooruit in snelle en or.ge- stuimige schuifgolven. Uit volle zee. van waar de wind met een dof rumoer aanflapt, draven de breede rollers aan, hun schuimige manen schuddend en een dam opwerpend tegen den mistigen horizont en groote meeuwen met engelachtigen vlucht zweven boven den stroom,schrille kreten uitstootend, en schijnen de nare voorboden van den afgrond die hem gaat opslorpen. Ik ken eene ziel welke aan dien stroom gelijkt Evenals hij zal gaan bedolven worden in den oceaan, zal zij weldra verdwijnen in de dood. Evenals hij voelt zij zich, bij het naderen van den afgrond, bezwaard met gansch een verleden, diep en bitterdiep als het geheugen, bitter als de ondervinding. Zij herinnert zich haar leven dat, in zekere mate, toch ntfg rustig en weldadig is geweest. de stad Aalst, om zich te Brussel te vestigen. In onze Academie werd de kunstenaar ver vangen doodden zeer verdienstelijken schil der Jan-Michel Clevenbergh. Petrus Van Nuffel. Meer dan 10.000 kanonnen in werking. Zurich, 12 April. De «Giornale d'lta- lia* meldt dat op het Westfront meer dan 10000 kanonnen in werking zijn dag en nacht. Men kan het ammumiieverbruik van beide machtgrocpen op het Westfront in den huidigen slag tienmaal zco hoog schatten als in de veldslagen van 1917. Bazel, 12 April. Het Parijzer «Journal» meldtHet 4e Engelsche leger werd nu eveneens geheel onder het opperbevelheb- berschap van den generaal Foch gesteld. Sint-Petersburg. 12 April. Talrijk'1 Japansche, Engelsche 011 Ainerikaarischo kruisers kwamen te Vladivostock aan. Uit Moskon wordt gemeld, dat de regee- ring der raden met het oog op don ongun- stigen toestand in Siberië voorloopig van een grootsche militaire aktie wil afstand doen. I)e Sovjetstroepen en do Roode Garde hebben het bevel ontvangen, krachtig weerslaod te bieden aan de gelande troe pen bij een verder oprukken. Sint-Petersburg, 12 April. De te Moskou verschijnende Isveslija» meldt dat de rogeering met het oog op de troe penlandingen te Vladivostock onderhan delingen met Berlijn aanknoopte, om voorloopige opheffing toe te slaan van liet artikel van het vredesverdrag van Brest-Litofsk met betrekking tot de demobilisatie d -r troepen, omdat het mogelijk is, dat Rusland zou kunnen ge dwongen worden het Russisch gebied tegen vreemden inval le beschermen. - Isveslija - deelt verder mede dat de raad der Sovjets een oproep voorbereidt waarin het Japansch proletariaat aange spoord wordt de bezetting van Siberië door Japan en de Entente te beletten. Tokio, 8 April. De Sovjet en de gemeenteraad van Vladivostock protes teerden bij den japanschen konsul tegen de Japansche landing. In de beleefdste termen wordt in het protest aangehaald, dat alles gedaan is geworden om de 011- rurtstokera te Vladivostock gevangen te nemen en dat dexe aanval als eene gewo ne dieverij moet aangezien worden. Er wordt belreurd dat het bevriende Japan tot dezen maal regel dacht te moeten overgaan, want de redenen van Japan voor die maatregels zijn moeilijk te ver klaren de maximalisten zijn niet vijan dig tegenover Japan gezind.De Japansche konsul antwoordde hierop, dat de maat regel uitsluitend een doel voor zelfverde diging is en geen ingrypen in de. Russi sche toestanden bclcekent. De roaxima- lislische overheid richtte een mededeeling tot de arbeiders, om ze te wijzen op hot gevaar van een vijandelijke houding tegenover de Japanners. Groote opwin ding heorscht onder de arbeiders.Tal rijke Nochthans, met wat al Ievensvlekken werd die arme ziel voor immer besmet tijdens hare reis Voor het water dat vloeit en voor den mensch die leeft, is er slechts een oogenblik van volkomene ongereptheid, de bron en de kindsheid. Evena's de stroom in de modder zijner bedding allerlei verdoken vuilnis mee sleurt, evenzoo bevat de ziel. zelfs bij den minst besmette, allerlei schaamtewekkende geheimen. Zuiver blijven in deze wereld, is een onmogelijk en wanhopend streven het her worden in een nieuw leven, is heerlijk en vervult met sublieme hoop Deze stroom, dien de zinkende zee met diepe reutels Inzwelgt, zal zich louteren in het zout van den eindeloozen ocaan. Arme ziel, bezoedeld door het leven en ten diepste ontsteld aan den drempel van het groot mysterie der-dood, gij ook durft van onsterfelijke reinheid droomen Daarom gedenkt gij heden al die oude torens van kerken en kathedralen welke de stroom in zijne wateren weer spiegeld heeft en gij zoo vaak op uw levens weg hebt ontmoet, zonder aan hun plechtig gebaar te gehoorzamen. Daarom beantwoordt gij eindelijk het teeken dier oude steenen torenspitsen, welke u betrouwvol ten hemel wijzen, en u aansporen tot gebed en geloof Vrij naar het fransch door Jozef Crick DOOR PETRUS VAN NUFFEL. 10" Vervolg. III. De heldenstrjjd der verleden eeuw. In het verhaal dor Passie Christi, wan neer in de donkere verten hot godruisch opgaat dor gewapende mannon, die toe treden om don Zoon Gods to vangen, spreekt de Zaligmaker een woord, het welk aankondigt dat hij het slachtoffer zijn zalIlax esl hora tenebrarmn dit is het uur der duisternissen.... Alsdan kwam de prins der afgrondenter wereld. Heviger dan ooit ontstak, inde verle den eeuw, hel vuur der vervolging. De slaven der Vrijmetselarij zwoeren de II. Kerk, het voorwerp van hun gloeien- den haat, een oorlog zonder genade ketters, schismalieken, joden en ander ongoloovigen, werkdadig ondersteund, grepen do wapens der dwingelandij- Zie daar dan de strijd ontketend van hot Kwaad tegen bet Goede, van do Godsloo- eheniug tegen den Godsdienstde kamp voor het einddoel de vernietiging der Tijdelijke Macht. Pius.IX vluchtte naar Gaëta, vervolgd in zijne weigering 0111 deel te nemén aan den oorlog logen eene bevriende Natie. Ros'i, zijn eerste minisler, werd verra- derl.jk vermoord.Edoch,Frankrijk kwam tusf -hen en herstelde de Paus op zijnen trov a. Alsdan bestond het Kerkelijk gebied u:t vijf legatien Rome, Romagna, de Marken, Uiubrië en de Gampana, met Marilima, verdeeld in twintig provin ciën, met eene oppervlakte van 10,000 km., of de drie vierden van Belgie. Er niet in lukkende de Pauselijke Sta ten door schijnheiligheid in le palmen, nam de vijand zijn toevlucht tot sluw heid, en nadien tot geweld.I)e inrichting en bet bestuur van den Slaat werden onder alle vormen beknibbeld do Paus was de oorzaak van alle rampen. Men eischic op alle tonen hervormingen, terwijl de huichelaars den II. Stoel rust noch duur lieten om eene enkele hervor ming le bewerken men cisohte meer vrijheid, en de Paus heeft, in do verleden eeuw, nooit één oogenblik vrijheid ge kend. Van welken aard waren de ge vraagde hervormingen Och. niemand kon dezelve voor ernstig opnemen en, ten andere, hetgeen mogelijk was, wei gerde men voor te stellen, en alle eischen,volstrekt onuitvoerbaar, stroom den toe bij de vleet. Met veel recht had men kunnen" vragen welk land ter we reld, in zake. hervormingen 011 bestuur, aan Rome den eersten steen moest wer pen. Onder Pius IX bedroegen de inkom sten van den Staat 3,228.000 frank, waarvan den helft besteed werd aan verfraaïngen en openbare werken en den anderen helft aan werken van lief dadigheid En wie bad het recht den Paus zijn wil op te dringen H -rvor- mingen vraagt men immers slechts aan een Staatshoofd, en een Staatshoofd moet zich doen eerbiedigen do woorden Eer. Rechtvaardigheid, Vrijheid en Waardig heid hebben toch dezelfde beteekenis te Rome, als te Parijs, te Londen of te Madrid Alle veranderingen zijn geen verbeteringen, en eene hervorming, den volken opgedrongen, was hen bijna altijd noodlottig. Bossuel leerde aan den zoon van Lode wijk XIV Onder een rechtvaardigen God is er geen zuiver willekeurig gezag mogelijk. Iu September 1859 begreep Z. IIPius IX,dat bij zijn goed recht door de wapens moest versterken. Maar hij had geen leger. Hel was alsdan dat het Westen van Frankrijk voor hem in het harnas sprong. De H. Vader vond zekerlijk ook elders knappe verdedigers, doch die streek beantwoordde het talrijkst zijnen oproep het Westen had zijn geloof,zijne kloekmoedigheid bewaard, en was be kwaam tot de verhevenste clpolfering. Men herinnere zich, dat wanneer de Zouaven, in 1870, op het grondgebied van Frankrijk kwamen vechten, men hen den naam gaf van Vrijwilligers van het Westen Eene eerste bijeenkomst had plaats te Brussel, in de ruc Terre-Neuve. 105, tus schen Mgr Deschaiups, graaf de Viller- mont, M. Gattoir (een brusselsche land meter, die het plan van Ancona toeken de), generaal graaf de la Moricière cn Mgr Frederik de Mérode deze laatste, later minister van oorlog, bood de la Moricière hot ópper-bevelhebberschap aan van het Pauselijk leger. Alhoewel de taak zwaar en hopeloos was, aarzeldo do generaal niet, ondanks zijn eervol en glorierijk verleden, te aanvaarden,zeker van de nederlaag, de la Moricière lrad alsdan den ouderdom van 54 jaren be reikt. In dien tijd werden de Pauselijke Sta ten, en inzonderheid de Campana Romano, onveilig gemaakt door baan- slroopcrs, sluipmoor denaars en birbnnti (roovers).Dc gevaarlijkste plaatsen.waar- het de roekelooze reizigers onverwachts toeklonk Faccia a terra Hai lingua tu Fa la cede re Zit to waren Velletri, Guarcino, Ceprano, Terracine, Veroli, Segni, Monlelacino, Castro, Val- lecorsa.San Lorenzo, Sonnino.Garpineto, Prossedi. Pastena en Sgurgola. (Verv.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1918 | | pagina 1