Belangrijk Bericht.
Heil het huisgezin
met vele kinderen
Een herinnering aan
groote dooden
VOOR STAD EN ARRONDISSEMENT AALST
Te veel iever,
Een en ander
73s,e Jaargang. IV 457U.
lö centiemen nei nummer.
Abonnementsprijs:
KATHOLIEK WEEKBLAD
tot veredeling van Volk en Land.
BEHEER EN REDACTIE 29, Korte Zoutstraat, AALST
De Schuimloopers
Voor alle advertentiën buiten het Arrondissement Aalst wende men zich naar OFFICE DE PUBLICITÉ 36, Nieuwstraat, Brussel.
Al wie een abonnement
neemt op DE DENDERBODE
voor 't jaar 1924, ontvangt het
blad gratis van nu tot Nieuw
jaar.
AbonnementsprijsBinnen=
land fr. 8,50, vooruit te betalen.
Postcheckrekening 44024
DAGWIJZER
Geluk op aarde
f/UUUilg f HUTCIUUtl
Binnenland
Buitenland
Amerika
8.50
15.00
doll.
ADVERTENTIËN
volgens akkoord.
Postcheckrekening
44024
DE DENDERBODE
WERKEN VAN
D' R. SN1EDERS
PRIJS FR. 3.50
Franco per Post fr. 4.50
VERKRIJGBAAR
TEN BUREELE DEZER.
Postcheckrekening
44024
November of Slachtmaand.
4 - 24e Zondag na Sinxen. H. Carolus
Borromeus, Bisschop van Milanen.
H.H. Vital en Agricola, Martelaars.
5 - Maandag. Feestdag der H. Reliquien.
H. Berthille Abdis.
6 - Dijnsdag. 6de dag der octaaf van Al
lerheiligen. H. Leonardus, Hermijt.
h - Woensdag. H. Willibrodus, lste Bis
schop van Utrecht.
8 - Donderdag. 8ste dag der Octaaf van
Allerheiligen. H.Godefridus, Bisschop.
De vier gekroonde Martelaars te
Rome. Patroons der Steenkappers.
9 - Vrijdag. Wijding der Bassiliek van
den H. Verlosser te Rome, gezegd
Sintjans van Latran. H. Theodorus,
soldaat, martelaar.
10 - Zaterdag. H. Andreas Avellinus, Mo-
nik. Patroon tegen de geraaktheid.
Het is niet overdreven te bewe
ren, dat de kroostrijke gezinnen de
voortzetting van het Belgisch volk
verzekeren. Ik mag er bijvoegen,
dat die familiën eene overgroote
schat zijn van wilskracht, arbeid
en zedelijkheid.
Zoowel in de arbeidersklasse als
in den burgestand, bij de landbou
wers als bij de hoogere kringen
der maatschappij, overal valt het
in 't oog dat de kinderen van een
talrijk huisgezin eene meer werk-
dadige opvoeding genieten. Tucht
en arbeid dringen zich bij hen als
natuurlijke noodwendigheden op
van kindsbeen af is hun karakter
op dien leest geschoeid, en dat juk
schijnt geen den minsten druk meer
op hunne schouders uit te oefenen;
de wet van den arbeid wordt daar
als het gansch natuurlijk lotgeval
van den mensch beschouwd en
met het meeste vertrouwen aan
vaard.
Het ware moeilijk te schatten
wat al zedelijke krachten de fami
liën bijbrengen die met dergelijken
moed den arbeid bezien en aan
vangen. Daar zal men bij de vleet
bronnen aantreffen van persoonlijk
initiatiefdaar zal men den onder
nemingsgeest wonderen zien tot
stand brengen daar wordt de ar
beid een lust daar ziet men ook
doorgaans welstand verschijnen en
ljeerschen. Kroostrijke huisgezin
nen zijn anderzijds ook het beste
behoedmiddel van de openbare
zedelijkheid en de zekerste waar
borg van het huiselijk geluk.
Voorzeker zijn alle dagen geen
van zonneschijn in de kroostrijke
huisgezinnen, Vele familiën van den
werkers- en middenstand kennen
tijdperken van pijnlijke ontberin
gen, om niet te zeggen, soms van
bittere beproevingen. Meermalen
gebeurt het dat de huismoeder van
die familiën zich moet afvragen op
welke wijze zij er in zal slagen die
talrijke magen te stillen. En niette
genstaande dat al, durf ik beweren
en gij zult het eens zijn met mij
dat, indien men de som kon
maken van de oogenblikken van
waar genot en innige vreugde,
eenerzijds in de talrijke huisgezin
nen, en, anderzijds in de kinder-
looze of weinig bevolkte haarden,
men voor het ontegensprekelijke
bewijs zou staan dat een huisva
der, die zijn persoonlijk geluk wil
verzekeren, duizend maal meer
kans heeft, indien hij moedig en
vroelijk de lasten en den kommer
der familie op zijn schouders werpt,
dan indien hij tracht daaraan te
ontsnappen.
(Uit de prachtige redevoering, die de
heer MinisterMoyersoen, verleden Zondag
uitsprak op het 3e congres van den Bond
der kroostrijke gezinnen, te Brussel).
Ziet ge ginds dat wolkje drijven,
Licht en vluchtig door de lucht?
Zie, hoe 't door de ruimte zachtjes
Heenvlot op der winden zucht?
Even kwam het maar te voorschijn,
't Nadert... neen 't drijft weg op zij
't Vliegtniets kan het tegenhouden
Zie... daar is het al voorbij
Zoo is ook 't geluk op aarde
Men ontwaart het in 't verschiet,
En men waant het te zien naadren,
Wijl het haastig henenvliedt.
E. Stroobant.
Midden de politieke gebeurtenissen van
allen aard die de aandacht der wereld ge
spannen houden, gaat de 125e verjaring
van den Boerenkrijg ten onzent zoo heel
stilletjes voorbij, als een feit dat weinig
interessant lijkt op zich zelf. Voor ons,
Vlamingen, katholieke Vlamingen vooraf,
houdt de herinnering aan het heldhaftig
epos onzer boeren, onzer glorierijke
Brigands nochtans heel wat beteeke-
nis in.
Treffend luidde de slotzang waarmede
de dichteres Mathide Rambout hare feest
cantate, in 1898, bij de viering van het
eeuwfeest, uitgevoerd besloot
Ei, wat geeft het, zoo wij vallen
Niet onvruchtbaar is de grond
Waar het bloed der martelaren
Eenen rijken oogst verkondt
Ep ever?, treffend waren deze woorden,
uit de feestrede van den heer Helleputte,
in 1898 te Hasselt uitgesproken
Is het geen zonderling gedacht eene
nederlaag te vieren Degenen die op
stoffelijke macht steunen, schamen zich
eene nederlaag te vieren zij willen
alleen de zegepralen gedenken. Wij, wij
vieren eene nederlaag, omdat deze, meer
nog dan de zegepraal, den vervulden
plicht beteekent.
Dat was eene fiere, kernachtige taal.
Met het vieren der 125e verjaring van den
Boerenkrijg vieren wij inderdaad, evenals
in 1898, de herinnering aan eene neder
laag. Doch, deze nederlaag krijgt in onze
oogen de schittering eener victorie. Het
v£e victishet wee den overwon
nene van den heidenschen veldheer,
veranderen wij hier in een zegekreet. Onze
Brigands sneuvelden voor den christen
haard, voor de kerk, voor Christus. Dit
sneuvelen was een zegepraal. Een zege
praal van hun liefde voor huiskring en
altaardie sterker was dan de dood. Die
stralen blijft boven hun graf met eene
aureool van heldenmoed.
Wij, Vlamingen, houden niet van mili
tarisme. Dat is voldoende bekend. Kanon
nen en sabels zijn bij ons uitvindingen
des... duivels. Aan alle kronen van ver
overaars zien wij te veel droppen van
broederbloed fonkelen als roode robijnen,
om die te kunnen liefhebben. De grond
van ons arm landeke werd, in den loop
der eeuwen, aanhoudend vertrappeld en
verscheurd door oorlogsbenden, vechtend
om een stuk land gelijk honden vechten
om ees stuk vleesch. En nog rookt onze
bodem van het bloed -dat hem in de
jongste oorlogsjaren heeft gedrenkt...
Elke herinnering aan dat oorlogsmons
ter, elke viering van oorlogsfeiten laat dus
bij ons een zeer zerpen smaak na. Doch,
een wapenfeit als dat van den Boeren
krijg kunnen wij met piëteit gedenken,
omdat de atmospheer hier zoo zuiver
bleef. Hier, geen bloeddorstige instinkten,
los gelaten met het verlangen om een ge
voel van haat te koelen, of om een brok
grond te veroveren. Geen looze staats-
kunde, die heerschzuchtige, moorddadige
plannen bewimpelt met mooie woorden.
Het is hiervan dat Vondel in zijn "Lucifer,,
zong.
Staatszucht zal alle orden storen,
Aarde en hemel, zee en strand,
Zullen staan in lichten brand...
Staatszucht kent noch goed, noch bloed.
Neen, de geschiedenis van den Boeren
krijg, die amper een paar bladzijden be
slaat in het groot boek van der menschen
streven en strijden, heeft niets met dit
alles te maken. Zij is een puur, helder epos
van sehoone menschen die vielen voor
een sehoone zaak. Wij weten het, er
wordt in de wereld vaak heel wat bloed
vergoten voor zoogenaamde sehoone
zaken die van dichtbij bekeken en ont
leden er heel troebel uit zien.
Maar de brigands van 1798 hebben
hun bloed gestort voor een werkelijk edel
en heilig doelwit. En lag er niet iets
schrijnends, iets naïevelijk grootsch in het
worstelen van dit handvol arme lieden,
verlaten door de mannen van den adel
dom en de burgerij (G. Kurth), die het
aandurfden met hunne oude roeren en
zeisens los te stormen op flink gedrilde
en uitgeruste legers die vechten en moor
den konden volgens den... klassieken
stijl
Ja, onze Brigands waren de kruis
vaarders der 18e eeuw. Zij verdienen het
voort te leven in de geschiedenis, en in
onze waardeering. Naast hen mogen wij
de stille, verdoken helden niet vergeten,
die in de meest tragische uren kalm en
grootsch naar voren tradenonze een
voudige, Vlaamsche dorppriesters. Ook
zij dragen eene aureool van heldhaftigheid.
In schuren en stallen, schamel als weleer
het stalleken van Bethlehem, kwam de
Godmensch op hun woord nedargedaald.
Waar zieken, waar gekwetsten of ster
venden hunne hulp noodig hadden, snel
den zij ter hulp, en geen doodsgevaar kon
voor hen een hinderpaal zijn. Evenals ten
tijde der katakomben blonken toen de
kracht, de schoonheid van het Geloof met
goddelijken glans uit. Het Licht scheen in
de duisternissen. Wanneer onze priesters
in de handen der tirannen vielen, die hen,
als bannelingen, wegvoerden naar Cayen
ne en andere oorden der menschelijke
wreedheid, dan waren zij omstraald met
de majesteit van Christus, gehoond en
gesmaad door de donkere beulen...
Wanneer wij dus onze Boeren van 1798
gedenken, gaat ook meteen onze hulde
naar de in hun geloof en Godsliefde ge
harnaste priesters van 1798.
In een volgend artikel geven wij een
klare, algeheele en toch bondige geschie
denis van den Boerenkrijg. Dr Elm.
Heeren van den Gemeenteraad
Wat lees ik daar weeral 1
De kinders der scholen in den stoet
Op Sint-Martensdag zouden de leerlin
gen van alle de scholen der stad moeten
deel uitmaken van den stoet, die zou ge
vormd worden voor de vaderlandsche
betooging aan den vrijheidsboom op de
Esplanade
En zulks zou beslist zijn door den Ge
meenteraad 1...
Rechtuit gesproken Voor wat toch
aanziet men scholen en onderwijzend per
soneel tegenwoordig
Veertien dagen geleden kreeg men in
het hoofd de scholen te doen marcheeren
bij de teraardbesielling van vier gesneu
velden, en dat op eenen Zondag..,.
En op 11 dezer, wederom op eenen
Zondag, wil men ai de scholen en al
't personeel wederom op trok voor de
vaderlandsche betooging...
Is 't zóó, dat men de vorming der jeug'd
bewerken kan
Hoegenaamd niet.
Dat getuigen al degenen die iets afwe
ten van zedelijke opvoeding.
Inderdaad, eene vaderlandsche betoo
ging aan den Vrijheidsboom heeft toch
wel ten doel de vaderlandsliefde en de
vaderlandsche fierheid op te wekken.
Liete men de kinders vrij dien dag, heel
de kinderwereld der stad zou er blij en
opgeruimd deel aan nemen en er een zoet
aandenken van bewaren.
Nu, integendeel, met het stelsel van
't marcheeren in den stoet, blijft er bij de
kinders enkel de gedachte aan de gedwon
gen tocht, dien zij deden, en aan den koude
dien zij uitstonden.
En die gedachte moet hen onvermijde
lijk in de toekomst die vaderlandsche
plechtigheid doen verafschuwen.
Waar blijft dan het aankweeken en ont
wikkelen van de liefde voor 't Vaderland
Dat zij met betrekking tot de kinderen.
Maar er valt ook iets in 't midden te
met betrekking tot de onderwijzers en
onderwijzeressen, mij dunkt.
Sedert de lichtzinnige Destrée in 't Mi
nisterie van Kunsten en Wetenschappen
zijne intrede eens deed, zijn er in 't Be
heer der onderwijszaken tal van mannen,
die niets liever doen dan het onderwijzend
personeel aanhoudend het mes op de keel
te doen gevoelen...
Dat personeel heeft zulks uit te staan,
voortdurend, van den Maandag tot den
Zaterdag toe.
En daarbij heeft dat personeel al den
last en de aanhoudende hoofdbreking, die
het schoolhouden onvermijdelijk mede
brengt.
Dat men dan het onderwijzend perso
neel der scholen vrij en ongedwongen
late op alle Zondagen en alle andere ver
lofdagen 1 't Is meer dan verdiend.
Natuurlijk zal niet een onderwijzer, of
onderwijzeres, die schoonen naam waar
dig, er tegen opkomen, dat voor uitzon
derende en grootsche plechtigheden, de
scholen al eens opgeroepen worden
Het bezoek van zijne Majesteit den Ko
ning, van Zijne Hoogheid den Koninklij
ken Prins, het planten van den Vrijheids
boom na den oorlog en andere uitzonde
rende grootsche gebeurtenissen kunnen
het op straat roepen der schoolkinderen
wettigen.
En dan zal elke leerkracht volgaarne
eenen vrijen dag ten offer brengen.
Maar, als zulke grootsche plechtigheid
mag toch het jaarlijks vieren van den
Wapenstilstand niet aanzien worden.
En daarom past het niet, dat de leerlin
gen der scholen in den stoet gaan op 11
dezer.
De maatschappijen der stad gaan erin,
hoe meer hoe beter, doch de scholen late
men er buiten 1
Zoo zullen meest alle ouders het liefst
hebben.
Zoo verlangen het alle leerlingen der
scholen.
Zoo wenschen het voorzeker ook alle
onderwijzers en alle onderwijzeressen der
heele stad Aalst.
Een ware Vaderlander.
Het inkomen van huisgezinnen met
veel kinderen.
Elk huisgezin moet over ^en inkomen
beschikken in evenredigheid met het getal
kinderen van het gezin.
Al die redelijk oordeelen en spreken
wil, aanvaardt die zoo redelijke zaak.
Nochtans zijn er twee soorten van
hoofdmannen, die zulk eene redelijke
zaak toch bestrijden durven
Het zijn de liberalen en de socialistische
hoofdmannen.
Die verstokte en verblinde mannen tre
den op, als de vijanden, ik zeg vijanden,
van het huisgezin en in 't bijzonder van de
huisgezinnen die't geluk en de eer heb
ben veel kinderen te tellen-
Hoe ver de haat tegen -den godsdienst
en tegen God de menschen leiden kan 1
Gelukkiglijk zijn de katholieken van het
rechte gedachtdoor hunne leering, die
de leering der waarheid is, zijn zij de op
rechte vrienden van het huisgezin en, in
't bijzonder, van de kinderrijke gezinnen.
En luide houden zij staan, dat het inko
men der huisgezinnen moet in evenredig
heid zijn met het getal kinderen.
Werklieden allen! vergeet niet wie uwe
oprechte en ware vrienden zijn 1
Wel geantwoord.
Een geuzenfieske zat op den trein recht
over een priester, 't Geuzenfieske wilde
eens zijn kuren toonen, met het gedacht,
nadien bij zijn vrienden te stoefen over de
manier waarop hij met de pasters wist den
zot te houden.
Hum Mijnheer de pastor, zegt het
fieske, 'k wilde dat dat ik uw centjes had I
En had ik dan uw verstand 1 loech
de priester.
Wel wat zouden we dan zijn
Alle twee arme menschen! luidde het
SNUIF inhoudend antwoord.
De Kamer.
De Kamer zal den 13 November aanst.
heropend worden. Reeds zijn eenige vra
gen om interpellatie op 't bureel neêrge-
legd. De laatste gaat uit van een lid der
uiterste linkerzijde, dat aan den minister
van financies om uitleg zal verzoeken over
de manier waarop de taks op de verma
kelijkheden geïnd wordt.
Voor de Missies.
Het Komiteit voor de Bescherming en
dé Evangelisatie der Zwarten zal in dank
alle bijdragen ontvangen, die onze lezers
het zullen willen zenden. Men kan de
giften zenden aan Graaf Alfred Le Grelle,
Wilryck-Antwerpen.—(Postchekrekening
41099). Warm aanbevolen.