Belangrijk Bericht. 1 Een allerkostbare schat Een genezing te Lourdes VOOR STAD EN ARRONDISSEMENT AALST Abonnementsprijs: KATHOLIEK WEEKBLAD tot veredeling van Volk en Land. BEHEER EN REDACTIE 29, Korte Zoutstraat, AALST r1 De Schuimloopers 1 k Voor alle advertentiën builen het Arrondissement Aalst wende men zich naar OFFICE DE PUBLICITÉ 36, Nieuwstraat, Brussel 0/j Al wie een abonnement neemt op DE DENDERBODE voor 't jaar 1924, ontvangt het blad gratis van nu tot Nieuw jaar. AbonnementsprijsBinnen= land fr. 8,50, vooruit te betalen. Postcheckrekening 44024. DAGWIJZER Kerkhofblomken Bondige geschiedenis van den Boerenkrijg CV It<11 tedii» I ra Binnenland Buitenland Amerika 8.50 15.00 2 doll. ADVERTENTIËN volgens akkoord. Postcheckrekenitig 44024 DE DENDERBODE WERKEN VAN D' R. SNIEDERS PRIJS FR. 3.50 Franco per Post fr. 4.50 VERKRIJGBAAR TEN BUREELE DEZER. Postcheckrekening 44024 November of Slachtmaand. 11. 25 Zondag na Sinxen. H. Martinus, Bisschop van Tours, Patroon der stad Aalst. In het bisdom van Gent zijn er 46 pa'ro- chiën die Hem voor Patroon hebben. 12. Maandag, H. Livinus, Bisschop, Mar telaar, Apostel van het land van Aalst. Patroon der stad Gent. Ont hoofd te Sint Lievens-Essche, be graven te Sint Lievens-Hautem. 13. Dinsdag, H. Britius Bisschop van Tours. Onmiddelijken opvolger van den H. Martinus. H. Didacus kloosteling van den H. Franciscus. 14 Woensdag, H.Josaphat, Bisschop Mar telaar. H. Alberic-us, Bisschop van Utrecht. 15 Donderdag, H. Gertrudis, Abdis. H. Eugenius, Martelaar. H. Leopoldus, belijder, Oostenrijkschen Markgraaf. Uit zijn huwelijk met Agnès dochter van Keizer Hen drik zijn 18 kinders geboren. 16 Vrijdag, H. Edmundus, Aartsbisschop van Kantelberg. 17 Zaterdag, H. Gregorius de wonder doener, Bisschop. [1 In ons christen leven was er eens g een eerste groote dag Rj Luister en zoete blijheid heersch- g ten er dan rondom ons. g "Ik doop u in den naam des Va- {3 ders, en des Zoons, en des Heili- g gen Geestes,,. klonk stil en machtig |j over ons jeugdig en tenger hoof- g deken, dat intusschen eene plech- g tige afwassshing onderging g En op dien grooten stond schonk g ons de algoede God, boven andere g kostelijke gaven, een allerkostba- g ren schat. g Het was de goddelijke deugd g van Geloof, iobf Daardoor verleende God aan ons verstand eene bovennatuurlij ke hulp, die ons klaar doet begrij pen, dat de goddelijke veropenba ring te gelooven, en die daarbij, in 't werk van gelooven,ons nog helpt en bijstaat. En boven dat licht in ons verstand plaats. God, door de 'A 01 deugd van Geloof, in onzen wil kos eene genegenheid, een bereidwillig heid, die den wil beweegt om aan God te gelooven en dien in 't werk van gelooven ondersteunt en helpt. Inderdaad een allerkostbare, een onwaardeerbare schat En de goede God schonk ons I dien uit loutere goedheid. Hebben wij dan niet ten plicht dien schat zorgvuldig te bewaren? Voorzeker En 't is wel de dankbaarheid en de erkentenis jegens den hoogst- verheven Gever, die ons dien plicht voorschrijft. En ook ons eigen belang legt ons dien ernstig op, want 't staat vast, dat er niemand zonder de deugd van Geloof de gelukzalige eeuwigheid ooit zal binnengaan. Helaasniet alle christenen schijnen de noodige bezorgheid te koesteren voor 't bewaren van de deugd van Geloof, dien onwaar deerbaren schat Hoevele katholieke ouders, die hunne kinderen, hunne dierbare kinderen, toevertrouwen aan zoo gezegde onzijdige scholen En de onzijdige scholen zijn 't helsche middel, door de vrijmet selaarsloge uitgevonden, om vast en zeker de deugd van Geloof, uit de harten der jeugd te rukken... Wat droeve verblindheid Hoevele Christene, die zich niet schamen goddelooze nieuwsbladen in handen te nemen, waar ons heilig Geloof in aangdvallen wordt door alle slag van Godtergende man nen En door die onvoorzichtigheid ging bij vele de allerkostelijkste der schatten voor altijd verloren,.. Hoevelen gaan roekeloos te werk in 't lezen van boeken, tot vreugd van degenpn, die loeren op 't bederf der harten Enhoevelebrengenhunne deugd van Geloof in gevaar, door t bij wonen van slechte vertooningen in schouwburgen en cinema's En hoevele katholieken lieten zich, in de laatste jaren, niet opne men als leden van onzijdige maat schappijen en bonden Groote onvoorzichtige weeral Die gedurige omgang, of samen werking met personen, die tegen over t' Geloof vijandig of onver schillig optreden, heeft altijd een verlammenden, en heel dikwijls een doodenden invloed op 't Geloof der goeden. Droevig Droevig Maar, 't is elk voor zijn eigen rekening, die eens zal te vereffenen vallen bij den Opperrechter... God dankzeer velen leggen alles in 't werk om den kostelijken schat van 't Geloof te bewaren. En dedie hebben ijver om den bloei der goede werken te behar tigen. En dedie zijn bezorgd met de ar men en de lijdenden. En dedie weten het middel om de kinderen uit onzijdige, of min goede scholen, naar katholieke scholen over te brengen. En dedie helpen de goede ge schriften verspreiden en de slechte uit de huizen weren. En dedie bewandelen op tijd den heilzamen weg der kerk En dedie bewaken streng hunne kinderen en houden die af van al le kwaad. En dedie bidden eiken avond met hungezin het gezamelijkavond- gebed. Heil zulke christenen Heil Dankaanhen zal, met 's Heeren hulp en bijstand, onze ontredderde samenleving herworden. VERAX. Zoo daar ooit een blomke groeide Over 't graf waarin gij ligt, Of het nog zoo schoone bloeide Zuiver als het zonnelicht, Blank gelijk een lelie blank is, Vonklende als een roozenhert, Needrig als de needre ranke is Van de winde daar m'op terdt, Riekend, vol van honing, ende Geren van de bie bezocht, Nog en waar 't voor die U kende Geen dat U gelijken mocht G Ge zelle. Over dit onderwerp is reeds heel wat inkt gevloeid. Wij hebben aan de beste bronnen geput hetgeen ons toelaat eene zoo getrouw mogelijk historischeschet den lezer aan te bieden. Het oproer der boeren brak los 22 Octo ber 1798, te Overmeire ontbrandde de lont het eerst. In Vlaanderen werd, zonder succes, Audenaerde aangevallen. Daarna liep men storm op Kortrijk, waar men hoopte wapens te vinde De aanval mis lukte eveneens. In Klein-Brabant stroom de de boeren samen op de oevers van de Rupel Boom, St. Amands en Bornhem dienden als verbindingscentra. Onder de leiding van Rollier trekt deze groep de Schelde over te Dendermonde en rukt op naar Zele. Hun doel was de Nederschelde te bereiken waar, een weinig tevoren, Engelschen ontscheept waren. In verband met dit feit zijn de geschiedschrijvers van meening datdeoproerlingen op Engelschen steun lïoopten, des meer^dat de Brigands uit het land van Waes, na zich meester gemaakt te hebben van 'khet hoofd van Vlaanderen, insgelijks naarZeelandopruk- ten. Zij gingen echter niet verder dan tot Eecloo. Rollier, na een weinig voorgedron gen te zijn op den linker-Scheldeoever, steekt den stroom op verscheidene plaat sen over, en doet |Baesrode bezetten. Een deel zijner mannen verspreiden zich in de streek van Aalst, en verbroederen met an dere oproerlingen uit het omliggende van Geeraarsdsbergen, die door Ninovetrekken met vereenigde kolommen beproeven zij eenen opmarsch naar Brussel. Intusschen trekt Rollier zich op zijn verbindingscen trum terug, tusschen de Schelde en den linkeroever der Rupel. Hij doet de dorpen in staat van verdedigng stellen, en tracht daarna, langs Londerzele en Assche, even eens op te marcheeren naar Brussel. Met een rukken Kempische opstandelingen op naar Leuven. Deze strategie verschalkte een tijd lang de fransche generalen, die wisten aan welken kant het hoofd te bieden. Hetgarnizoen van Brussel beproeft twee maal in Klein Brabant te dringen om Rol lier te verslaan. Het wordt tweemaal ach- teruitgeworpen.De aanvallende opmarsch van Rollier, en djens wapenmakker, naar Brussel wordt gestuit. Dit is het eenige praktische resultaat van het ingrijpen van het Brusselsch garnizoen. Eindelijk treden de franschen ernstig op. Zij werpen niet min dan vier detachementen,die verschei dene duizenden man sterk zijn, machtig geschut bezitten, en volgens een algemeen planopereeren. Generaal Beguinot rukt op uit Mechelen, en komt te Willebroeck in verbinding met het garnizoen van Brussel Generaal Rostolant rukt op uit Dender monde. Gedurende twee dagen wordt er verwoedt gevochten te Tisselt, Blaasveld, Willebroek. Ruysbroeck, St. Amands en Bornhem. 6 November komen de fransche kolommen aan in de vlakten van Hingene. Verscheidene honderden boerenj sneu velden, doch alhoewel, spijts hun leeuwig worstelen, verslagen, geven de Brigands het niet op. Wijl de eenen langsheen de Dyle naar Aerschot en Diest trekken,vol- gen de anderen den loop van de Rupel en de Nethe, in de richting van Gheel, en vervoegen de oproerlingen uitdeKempen. Het oproer in de Kempen had als brand punt het grondgebied tusschen Gheel, Moll en Meerhout. Als aanvoerders waren er Van Ganzen en Meulemans van Wes- terloo Eelen van Scherpenheuvel; Stol man van Zoerle-ParwysCorbeels van Turnhout. Bij deze namen moeten nog, volgens het oordeel der geschiedschrijvers F. de Bas en Graaf J. de T'Serclaes, de namen gevoegd worden van een zekeren Constant, uit Roux-Miroir, die met boeren uit Waalsch-Brabantde Kempische boeren kwam helpen. Lier, Herenthals, Turnhout, vallen in hunne macht. Lier en Turnhout worden echter bijna dadelijk heroverd door Fran sche troepen, uit Antwerpen en uit Her togenbosch aangesneld. De Brigands con- centreeren zich te Herentals waar zij een rampzalig gevecht leveren. Onderwijl zijn anderen naar het Zuiden opgemarcheerd, en maken zich meester van Diest en Me chelen. Daarna willen zij ook Leuven doen vallen, maar worden teruggeslagen. De Franschen hernemen Mechelen, waar zij 41 gevangen Boeren fusiljeeren gelijk honden. Zij hernemen ook Diest en ver stevigen de positie van Leuven. Nu wijkt het brandpunt van den strijd tusschen Gheel, Westerloo, Meerhout en Moll waarheen de Brigands al hunne krachten saamtrekken. De Fransche gene ralen Lautour, Beguinot, Chabert en Jar- don, aan het hoofd van sterke kolommen, en met veel artillerie, rukken op uit Ant werpen, Mechelen, Leuven, en Diest. De 8000 boeren, te Meerhout vereenigd,slaan het detachement van Chabert heelemaal uiteen. De generaal zelf viel een oogen- blik in hunne handen. Dan trekt het kranig boerenlegertje meer Zuidwaarts, en bezet Diest. Dit viel voor 12 November. Te Diest, waar zij met zes duizend den vijand afwachten, worden de boeren door-de troepen van Chabert, Jardon en hoofdgeneraal Colaud aange vallen. 13 November wordt een eerste aanval van Colaud met succes afgeslagen. Den volgenden dag doen de Boeren drie uit vallen en dringen tot in de batterijen van den vijand. Hier wordt de leider, Van Gansen, gekwetst, en dat brengt verslap ping en wanorde in de worsteling. Men besluit de stad te verlaten. Tijdens den nacht van 14-15 November grijpt de zeer degelijk uitgevoerde aftocht der Boeren plaats. Zij slaan een brug over de Koe beek, en trekken midden de Fransche pos ten door. Op het einde stort een der geïm proviseerde bruggen in, en een zestigtal man verdrinken in de overstroomde wei den. Het sterkste gedeelte der Brigands gaat de oude posten, Meerhout, Moll, Gheel, terng bezetten. Den volgenden dag, 15 November, staan de Fransche genera len elkaar beteuterd te bekijken. Gedu rende acht dagen blijven zij besluiteloos ter plaats. Zij steken Diest in brand, ver moorden een aantal Brigands, en plunde ren de aanpalende dorpen. 21 November breekt een nieuw geza menlijk Fransch offensief los. De boeren verdedigen zich moedig in de bosschen tusschen Gheel, Moll en Meerhout. Zes honderd hunner sneuvelen. De overblij- venden wijken af naar Hasselt, 23 Novem ber. Hier komen allen bijeen, die ontsnap ten aan de Fransche aanvallen, aan alle zijden, volgens een eenslultend plan, op hen gericht. Ook Van Gansen en Eelen, op de hielen gevolgd door de generalen Jardon en Gancy, voeren er hunne laatste troepen heen. Het offensief tegen Hasselt begint. De oude muur brokkelt weldra uiteen onder het Fransch kanon. De Boe ren trachten te ontsnappen langs de poort van St. Truiden zij worden onmeedoo- gend neergesabeld. Zes honderd hunner laten er hun leven. Dit was het laatste bedrijf van het Boe rendrama, dat zooveel martelaren telde. In een slotartikel zullen wij even nagaan welke rol de Boerenkrijg-herinneringen, speelden in de letterkunde, de muziek, enz. Dr Elm. Een knaap plotseling genezen van een jarenlange werveltering. Een lezer ooggetuige van een wonder bare genezing, schrijft uit Lourdes het volgende Nog lang zullen wij ons dien gezegen- den Vrijdagavond herinneren, toen wij langs de zijtrap van het ruime Hópital des Sept Douleurs terecht kwamen in het bovenkamertje waar de kleine Jacques Fleury ons, op den drempel, jubelend springgezond om den hals vloog. Wij hadden hem vier dagen vroeger, met al de zorg die zijn toestand vergde, ontscheept uit den avondtrein van Bordeaux en op een baar naar het hospitaal overgebracht. Sedert 1918 hield eene ongeneesbare ziekte de kwaal van Pott of wervelte ring hem op zijn lijdensbed gekluisterd. Volledige verlamming der onderste lede maten was reeds ingetreden en thans dreigde de kwaal ook de hersenen aan te tasten. Bij dit vreeselijk vooruitzicht en daar alle medische hulp toch machteloos bleek, besloten zijne ouders tot eene be devaart naar de grot van Massabielle,waar zij den Maandag 8 October met hun zoontje toekwamen. Dien dag en de volgende viel niets bij zonders op te merken. De kleine zieke had zulk een afschrik voor het kille water der baden dat men zich beperken moest tot plaatselijke bevochtiging der beenen, Ten slotte, om zijn brancardiers genoegen te doen, zou hij zich 's Vrijdags in het bad laten dompelen. Zoo gebeurde het. Den Vrijdag 12 October, na gecommu niceerd te hebben aan de Grot, werd de kleine Jacques Fleury op een baar naar het bad overgebracht. Wij dompelenj hem volledig in het mirakuleuze water, her dompelen hem een tweede maalhij roept gestadig Notre Dame de Lourdes guérissez moi, staat recht wat hem sinds drie jaar niet meer mogelijk was stapt alleen uit het bad'en voelt zich genezen. In het Medisch Bureau na kennisne ming der radiogrammen en der getuig schriften van Dr Boudet van Royan en Prof. Roeker van Bordeaux, die de werke lijkheid der ziekte bevestigen wordt de kleine lacques aan het gewoon, zeer streng, medisch onderzoek onderworpen. Drs Marchand en Cox van Lourdes, Dr Rogé van Névian en Mevr. Dr. Rivoire van Nizza stellen de volledige genezing vast en onderteekenen volgende conclu- siën (uit het Journal de la Grotte de Lourdes21 Oct. 1923) 1° De kleine Jacques Fleury van Royan heeft werkelijk geleden aan de kwaal van Pott met verlamming der onderste lede maten 2° De genezing van al de ziektever schijnselen is plots en volledig geweest, in het bad heden morgen, Vrijdag ^Oc tober 1923 3° Deze genezing kan, uit hoofde van de omstandigheden waarin zij zich voor deed, aan geen natuurlijk proces toege schreven worden. Wij hadden het geluk, na de genezing nogeenige dagen samen met Jacques Fleu-

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1923 | | pagina 1