De IJzerstichting.
Onpartijdigheid
Uit het leven van
beroemde mannen.
VOOR STAD EN ARRONDISSEMENT AALST
Een en ander
Abonnementsprijs:
KATHOLIEK WEEKBLAD
tot veredeling van Volk en Land.
BEHEER EN REDACTIE 29, korte Zoutstraat, AALST
De Schuimloopers
Voor alle advertentiën buiten het Arrondissement Aalst wende men zich naar
ij
BERICHT
DAGWIJZER
OFFICE DE PUBLICITÉ 36, Nieuwstraat, Brussel.
Non praevalebunt
Katholieken van stad en bui
ten, schrijft tn op het weekblad van
uw gewest. DE DENDERBODE
cjuiiud^ If» tfauuui! 1
Binnenland
Buitenland
Amerika
8.50
15.00
2 doll.
AD VERTENTIËN
volgens akkoord.
Poistcheckrekening
44024
DE DENDERBODE
WERKEN VAN
Dr R. SNIEDERS
PRIJS FR. 3.50
Franco per Post fr. 4.50
VERKRIJGBAAR
TEN BUREELE DEZER.
Postcheckrekening
44024
ZATERDAG 12 JANUARI 1924.
Onze abonnenten gelieven in acht te
piemen dat wij in den loop der week,
"loor tusschenkomst van het Postbestuur,
len abonnementsprijs voor DE DEN-
JERBODE 1924 zullen doen ontvangen
fr. 8.50 Vriendelijk verzoeken wij hun
Ie noodige schikkingen te willen nemen
ipdat de kwijting niet onbetaald terugga.
Januari of Lauwmaand.
3 Zondag, 8e dag der Octaaf van drie
Koningen.
H. Veronica, Maagd.
4 Maandag, H. Hilarius, Bisschop, kerk
leeraar.
H. Felix van Noles, Priester, Belijder.
5 Dinsdag. Ablebertus ook Embertus ge
noemd. Broeder van de H. Gudula,
Bisschop, Belijder, geboren te Aalst
op de Burgt of slot ter Ham, (Pa
penrode). Na de dood van den H.
Vindiciaan in 705, Bisschop van
Kameryk genoemd. Oud geworden
is hij naar het vaderlijk huis, het
slot ter Ham terug gekeerd, waar
J hij overleed. Eenige jaren later is
zijn overblijfsel naar Merchtem ge-
l c dragen, van waar het later vervoerd
fA_ iSJtaar Maubeüge.
I H.Maurus, Abt. Belijder. Patroon der
kleermakers.
6 Woensdag, H. Marcellus, Paus, Marte
laar.
H. Honoratus, Bisschop, Belijder.
7 Donderdag, H. Antoilius, Kluizenaar,
Belijder. Patroon der slachters en
vleeschhouwers.
8 Vrijdag, St. Pieterstoel te Rome.
H. Prisqua, Maagd, Martelares.
9 Zaterdag, HH. Marius en zijne huis
vrouw Martha, Martelaars.
H. Cannutus, koning van Denemarken,
Martelaar.
gesneuvelden, geheel en al door
vrouwenhanden opgebouwd,
't Is hooge schoonheid.
Rome bouwt zijn Basiliek
van den vrede en bestemt ze voor
dagelijksche missen en gebeden
tot lafenis der oorlogsdooden.
Washington, in Amerika, wil
eene reusachtige basiliek ter eere
der Onbevlekte Ontvangenis in
dezelfde gevoelens verwezenlijken.
En zou ons land, zou ons volk
alleen gesloten blijven voor groote
gedachten en grootsche onderne
mingen
Zalig nieuwjaar ook voor de dooden.
Wij zijn in 't nieuwe jaar 1924.
Evenals de vorige na-oorlog-
che jaren gaat het verrijkt, of
'erarmd worden met monumenten.
Ik zeg verrijkt, of verarmd, om-
lat, helaas 1 alle monumenten gee-
1e aanwinst zijn voor de kunst en
le openbare zedelijkheid
Nu, het is overbodig te herha-
in, dat 's lands uiterlijke erkente-
jkheid meest of beter, alleen in 't
'oordeel valt der levenden, en dat
lezen, die het meest bijdroegen
Dt de bevrijding des vaderlands,
r al niet veel meer van genieten
tan zij ervan zien, 't is te zeggen
liemendalle
Dat zij gezeid, zonder misken
ing van de opvoedingswaarde
er vaderlandsche feesten, of zon-
er nevenbedoelingen aan dier
irichters te willen toeschrijven.
Wij zoeken enkel te beletten,
at men het houvast der erkente-
jkheid uit het oog verlieze, en wij
'illen dat de wereldsche erkente-
jkheid tot godsdienstige dank-
aarheid opbloeie en veredele.
Wij wenschen dus dat in dien
n het nieuwe jaar zalig weze
oor de dooden, gelijk het voor-
'Oedig en vredig verlangd werd
oor de levenden.
Te Kimle, in Servië, lazen wij,
ferd eene kerk, uit piëteit voor de
Moet er alles verbrokkeld wor
den tot dorpspartijen en monu
mentjes
O! neen roepen duizenden
Vlamingen tegelijk.
Wel daarom vernieuwen wij
hoopvol onzen oproep ten voor-
deele der IJZERSTICHTING
bij onzen christen Vlaamsche me
deburgers en strijders.
Welaan alle christen Vlamin
gen hervat uw glorievollen durf
van vroeger eeuwen, die de groote
waren.
Geesten en harten omhoog 1
Schept weer vertrouwen in u
zeiven.
Dat allen, groot .van ziel, die
droomen van een zedelijk groot
Vlaamsche volk, hun prijsbaar ide
aal vastknoopen aan dat der
IJZERSTICHTING, ten einde
bij de onzen de oprechte natie
dankbaarheid te verwekken, die
een volk veredelt en het waarbor
gen wil voor de toekomst.
was 't om het quorum te doen zakken en
Onze tegenstrevers de gelegenheid te ge
ven dit te bereiken, or^, zoo doende, ons
eenige zetels af te nemen en ons van het
stadhuis te verwijderen.
Dat ze zulks nu niet jneer zullen doen
is zeker. Anders is huiïne werking. Geen
opene strijd meer aaii onze katholieke
instellingen, maar ondlir duimsche wer
king onze katholieke maatscnappijen
boycotteeren en onze,katholieke voor
mannen in bladen belasteren en bezwad
deren.
De onpartijdigheid ondermijnt dus langs
alle kanten ons katholi- k leven. Ze dient
bekampt te worden langs aile kanten. Al
onze krachten moeter: samengetrokken
worden om dien geesel te keer te gaan.
Alle ware katholieken, mannen van den
ouden stempel, zullen het ais plicht aan
zien mee te werken om dien geesel af te
weren en geen beter middel dan zich te
laten inschrijven als lit der Katholieke
Jonge Wacht van Aalst, welke van nu af
aan werkt en werken zal om in 1925 onz.e
katholieke princiepen schitterend te doen
zegevieren. Een Jonge Wachter.
Er drijft tegenwoordig over het hoofd
der Katholieke partij van België 'n donkere
onweerswolk die wij, Katholieken moeten
ontvluchten willen wij niet onder de
gevolgen hareruitbarsting te pletter gesla
gen worden. Die onheilspellende wolk is
de onpartijdigheid
De onpartijdigheid is de grootste vijand
van onze katholieke instellingen.Vóór den
oorlog hebben onze tegenstrevers atles
ingespannen om ons te bekampen, geene
middelen werden gespaard, doch niets
hielp I Overal troffen ze bij de katholieken
die overtuiging aan waartegen zij zich
't hoofd in beukten. Sinsdien is de oorlog
gekomen en die heeft in de harten der
mensclien 'n heele beroering teweeg ge
bracht. De wereld moest veranderd en aan
politiek mocht niet meer gedaan worden.
Ons volk, het politiek strijden ontwend,
liet zich gedwee door den stroom meevoe
ren. Dit oogenblik verwachten onze te
genstrevers, en zij, die vroeger de kern
waren van andersgezinde maatschappijen
verklaarden zich ineens onpartijdig.
Onpartijdigheid I Oh I spotwoord.
Uw bestaan in zake politiek is onmoge
lijk Men is noch katholiek noch
liberaal? Maar wat is men dan ten tijde
van kiezing? Voor wie stemt men dan
Onpartijdigheid is anti-katholiek wij
hebben hier te Aalst van die zoogenaamde
onpartijdige bonden. Ze'n doen niet aan
politiek. Maar wat zagen we met de laatste
gemeente-verkiezingen Die zooge
zegde neutrale bond kwam op en streed
met 'n volledige kandidatenlijst, en, niet
tegenstaande dat, 'verklaarden ze zich
onpartijdig, ze'n deden het maar om steun
te hebben in den gemeenteraad, feitelijk
Het net beweegt, de stok staat pal.
Geen zee die hem beroeren zal,
De wakkre visscher weet het
Hij komt, wanneer 't is uitgewoed.
Hij vindt hetgeen hij vinden moet,
En 't andre hij vergeet het.
Zoo plantte een net sinhPieters hand,
Op Gods bevel in 's weields zand
Het stond er duizend jaren
De dolle zee, hoe meer ".ij woedt,
Hoe vaster zij het net daar doet
En staan en visch vergaren
G. Gezelle.
Antoon Van Dyck.
Zijn avontuur in het atelier van Rubens.
Reis naar Rome. Onverwachte idylle.
Van Dyck werd te Antwerpen geboren,
22 Maart 1599. Zijn vader was een glas
schilder (over honderden jaren beleefde
de glasschilderkunst een hoogen bloei ten
onzentdaarvan leveren de prachtige
glasramen onzer oude tempels het beste
bewijs) en zijn moeder schilderde mooie
landschappen. Hieruit kan men gemakke
lijk afleiden dat de jonge Antoon al heel
vroeg kennis miek met penseel en palet.
Zijn eerste leermeester was Hendrik Van
Buien, een verdienstelijke kunstenaar, die
Italië doorreisd had en de meesterwerken
van dit land terdege bestudeerde. Daarna
kreeg Van Dyck ingang tot het werkhuis
van Rubens, den koning der schilders.
Weldra klom de talentvolle leerling heel
hoog in de gunst van den meester, en
deze schonk hem in volle mate, zijn ver
trouwen en genegenheid. Van Dyck werd
stilaan den rechterarm van Rubens. Deze
overladen met werk, liet hem de minst
moeilijke deelen zijner doeken voort af
werken. Allengs liet hij hem zelfs gansche
schilderijen op eigen kracht borstelen.
Dan kwam de meester, hertoetste hier en
daar een beetje, al naar gelang hij het
noodig achte, en zette dan zijn handteeken
onderaan het schilderij dat grootendeels
door zijn leerling gepenseeld werd.
Zekeren dag werd Rubens voor drin
gende zaken uit de stad geroepen, en hij
vergat het speciaal atelier te sluiten waar
hij altijd alleen aan het werk was', en im-
meraan nieuwe meesterstukken schiep.
Zijne leerlingen, door nieuwsgierigheid
gedreven, drongen in het privaat vertrek
binnen, en bleven er vol bewonderyjg
vóór een prachtig doek dat de meester
reeds ten grooten deele geschetst had. Het
zou later de beroemde Kruisatdoening
heeten. Na de eerste oogenblikken van
ingetogenheid, geraakten de jonge schil
ders aan het stoeien en ravotten, en het
werd alras een dolle pretmakerij. Zij lie
pen en sprongen door het privaat atelier
gelijk uitgelaten kinderen. Toen gebeurde
er plots een groot ongeluk. Een der joe
lende gasten was uitgegleden, stootte te
gen den schildersezel, en het doek van
Rubens plotte naar beneden. Algemeene
ontsteltenis. Met bevende handen wordt
het kostbaar schilderij opgenomen, en....
toen bekeken zij elkaar met volkomen
beteuterde tronies. Wat was er gebeurd
In den val werden een arm vanMagdalena
en een gedeelte van het gelaat der Lieve
Vrouw uitgevaagd. Het leek wel een on
herstelbare ramp. De plichtigen zegden
tot elkaarWanneer de meester dat
morgen zal merken, mogen wij onze mat
ten rollen -.
Nu verklaarde Van Dyck Geen Jere-
nriasklachten Ik zal trachten het bescha
digde doek te herstellen. Laat mij aan het
werk I
Hij zette zich dadelijk aan den arbeid,
en na enkele uren had hij arm en gelaat
terug geborsteld. Alleman verliet daarop
het vertrek, en iedereen wachtte in angst,
op de dingen die komen zouden-
Den volgenden ochtend treedt Rubens
opgeruimd zijn atalier binnen, gevolgd
door de leerlingen die de bevelen verbeid
den voor hunne wederzijdsche dagtaak.
De meesterblijftvóórhet doek der «Kruis
atdoening staan, bekijkt het eenige
oogenblikken, en vraagt dan aan de om-
staanders
Wat dunkt u van dit gelaat en dezen
arm Ik vind wel dat zij tot nog toe het
flinkste gedeelte van mijn doek uitmaken.
De verstomde leerlingen wisten niet
wat antwoorden, en Rubens het palet in
handen nemend, werkt voort aan zijn
schilderij. Maar nu bemerkt hij dat de
fijnste deelen van zijn doek, de arm van
Magdalena en het gelaat der Maagd door
een vreemde hand beschilderd geweest
zijn. Dit verbaast hem niet weinig, en hij
overstelpt zijne leerlingen met een stort
vloed van vragen. Zoo komt alles aan het
licht. Maar Rubens maakt zich niet kwaad.
Hij roept Van Dyck tot zich, omhelst hem,
slaat hem vaderlijk op den schouder, en
zegt plechtig Kereltje, gij zult het ver
brengen. Gij moet Italië bereizen, en daar
uw talent laten gedijen.
Van Dyck kreeg een prachtig paard, een
beurs vol goudstukken, en kwam enkele
weken later afscheid nemen van Rubens.
Vol blijdschap vertrok hij naar het land
van zon en blauwe lucht, doch zooals de
kronijken ons vertellen, reed de pronte
ruiter niet ver. In een Vlaamsch dorp,
(naar het schijnt te Saventhem) waar hij
in eene afspanning wat ging rusten, ge
raakte hij schielijk smoorlijk verliefd op
een jong meisje, beeldschoon, dat de klare
oogen, den zuiveren mond, de fijn getee-
kende gelaatslijnen en het lelieblanke
voorhoofd had van een dier madonna's
welke de schilder later op tal zijner doe
ken vereeuwigen zou in heerlijk glanzend
koloriet. Het werd een idylle die maanden
lang duurde. De reis naar Italië, naar het
land van kunst en glorie, was heelemaal
vergeten... Maar zekeren morgen kwam
Rubens zelf naar het stille dorp gereden.
Hij had gehoord van Van Dyck's liefdero
mannetje, en de stem van den meester
klonk liefderijk doch streng Hebt gij
dan het doel uwer reis vergeten Gaat gij
dan, voor eene vlaag van verliefdheid,
eene schitterende toekomst prijs geven
Dit was raak gesproken. Dat was wel
niet in den troef van den ontnuchterden
minnaar. Doch deze, luisterend naar de
stem van wijsheid en rede, zette dan maar
algauw een slot aan het mooie romanne
tje. Hij sprong terug in den zadel, en
rende nu dapper door naar Italië. De kro
nijken verteilen niet hoe het verder met
de uitverkorene van den schilder ver
gaan is. Maar, met een weinig fantazij,
kunnen wij ons allicht inbeelden dat dit
afscheid zeer pathethisch zal geweest
zijn. De klassieke handkusjes en... tranen
zullen er niet bij ontbroken hebben. Hee
lemaal werkeloos was Van Dyck in het
vermelde dorp, het nest zijner liefde, toch
niet geweest. Hij liet er een puik schilderij
achterSint Martinus die zijn mantel
schenkt aan een bedelaar Hoe was dit
doek ontstaan Van Dyck had in het dorp
goede sier gemaakt, en de goudstukken in
zijn beurs waren gesmolten als sneeuw
onder de zon. Toen zegde hij tot den
pastoorAls ge mij een doek en kleuren
geeft, zal ik voor uwe kerk ai schilderen
wat ge wilt. De verstandige pastoor was
hier dadelijk meê te vreden, en toen het
meesterlijk schilderij voltooid was, be
taalde hij den kunstenaar hiervoor honderd
florijnen.
Of dit alles heel geschiedkundig is, weet
ik niet. Maar, zeg me, is dit geen pitto
reske bladzijde in het leven van den jongen
schilder, die eenmaal een der gloriën onzer
Vlaamsche schildersschool zou worden
Dr Elm.
Een rechtsgeding tegen Duitschland
door tien opgeëischten ingespannen,
wordt tegenwoordig gepleit in Parijs.
Keert dit proces ten voordeele der op
geëischten, dan zal er dadelijk een nieuw
proces ingespannen worden door de
80.000 overige opgeëischten, allen slacht
offers der "zachte Duitsche Cültiir,, waar
van onder duizend andere het volgende,
dat wij aan de pleidooi van den heer
advokaat Pirenne ontleenen, een klein
staaltje uitmaakt
—"In het berucht "Zivil Arbeiter Batail-
Ion„ werden de ijselijkste gruwelen ge
pleegd. Op zekeren dag hebben de Duit-
schers een Belgisch werkman in een graf
kuil geworpen en den man levend begra
ven tot aan het hoofd. De aarde werd
dan weer uitgedolven. Tot vijfmaal toe
hebben de beulen die begraving herhaald.
De Belg is 's anderdaags aan eene bloed
spuwing gestorven.
—"Een Duitsche ambulancier, Matheus
Maasraan, snauwde den 30 Januari 1917
een werkman die niet meer kon gaan, toe:
Dat zwijn moet afgemaakt worden
Dan sloeg hij den ongelukkige zoo wreed
op het hoofd, dat de arme man 's ander
daags bezweek. Dit vernemende, schertste
de beul er om, zeggende Geen erg,
weer een zwijn te meer in 't kerkhof
De weggevoerden werden bovendien
aan de gruwelijke marteling van de stel
selmatige uithongering onderworpen. In
een kamp van 969 gedeporteerden zijn
er 72 bezweken en 250 zijn gansch uit
geput en ziek naar huis weergekeerd.
Werklieden, die bij hunne wegvoering 77
kilos wogen, kwamen terug als geraam
ten en wogen nog amper 48 kilos. Van de
11.782 weggevoerden uit Groot-Gent zijn
er 333 bezweken en 3877 zijn ziek weerge
keerd, cijfers die maar slaan tot korts na
den wapenstilstand. En dan dierven de
Duitschers beweren dat de weggevoerden