GEEN TUCHT. Uit het leven van beroemde mannen. VOOR STAD EN ARRONDISSEMENT AALST Een en ander Abonnementsprijs: KATHOLIEK WEEKBLAD tot veredeling van Volk en Land. BEHEER EN REDACTIE 29, Korte Zoutstraat, AALST r De Schuimloopers Voor alle advertentiën buiten het Arrondissement Aalst wende men zich naar OFFICE DE PUBLICITÉ 36, Nieuwstraat, Brussel. DAGWIJZER Verstandig beheer zijner goederen Katholieken van stad en bui ten, schrijft in op het weekblad van uw gewest, DE DENDERBODE Binnenland Buitenland Amerika 8.50 15.00 2 doll. ADVERTENTIËN volgens akkoord. Postcheckrekening 44024 DE DENDERBODE WERKEN VAN Dr R. SNIEDERS PRIJS FR. 3.50 Franco per Post fr. 4.50 VERKRIJGBAAR TEN BUREELE DEZER. Postcheckrekening 44024 I ZATERDAG 26 JANUARI 1924. Januari of Louwmaand. p.27 Zondag, 3e Zondag na drie Koningen. -«) H. Joannes Chrysostomus, Aartsbis schop, kerkleeraar. H. Angela Mesici, instelster der zusters Ursulinen. |28 Maandag, H. Paulinus, Aartsvader van Aquilée. Gelukzalige Karei de Groote, Keizer, Belijder. '29 Dinsdag, H. Franciscus de Sales, Bis schop, kerkleeraar. H. Valerius, Bisschop, Belijder. ;30 Woensdag, H. Martina, Maagd, Mar telares. H. Adelgonde, Maagd. H. Bathilde, Koningin. |31 Donderdag, H. Petrus Nolascus, instel- ler van het Orde van Merci tot af- koopingder slaven. H. Marcella, weduwe. Februari of sprokkelmaand. 1 Vrijdag, le Vrijdag. H. Ignatius, Bisschop, Martelaar. 2 Zaterdag, O. L. V. Lichtmis. De keersen worden voor de hoogmis gewijd. H. Laurentius, Aartsbisschop van Kan telberg, Belijder. Er is in ons land maar eene wet lie onderhouden wordt de mili- -iewet. Dit vond ik over enkele weken in mijn dagblad. Het is waarheid. Men heeft in Belgenland weinig eerbied voor al wat bestuur is, .voor wetten, voor provinciale of gemeentelijke voorschriften. Er is bij ons volk geen tucht, geen orde. En dat is jammer en spijtig. Voorbeelden zijn er bij de vleet, Vroeger werd de Loi-Wet uitgevaardigd en in al de herber gen uitgeplakt. Onder die weinig gezegende wet zagen we de zat- lapperij gedurig toenemen. Die de ^overtredingen moesten vaststellen waren dikwijls de eersten om de wet te overtreden. Nu zijn er wetsbepalingen op -den verkoop van korten drank. -Die bepalingen worden niet on- -derhouden. 't Gebruik van korten drank groeit aan. Maar ja, 't is ook de verkeerde wereld men mag in de drankwinkels twee liters en meer bestellen, en men loopt gevaar van gestraft te worden als men maar een liter verkoopt. De belastingen Er wordt beweerd dat er heel velen zijn die hunne aangiften ver- valschen, en niet betalen wat wet telijk is voorgeschreven. Men zoekt op allerhande manieren de wet te ontduiken en door het net te schieten. De belastingen zijn zwaar, maar ze zijn noodzakelijk. Is 't niet spijtig dat men die zocht te ontgaan en dat de eerlijke men- schen, die alles nauwkeurig opge ven, moeten de sukkelaars zijn? Er zijn landen waar de burgers er een eerepunt van maken den Staat het verschuldigde te geven. Hier niet. De wetten tot bescherming van de arbeiders Bazen trachten ze te ontkomen. En de werklieden spannen dikwijls meê. Meermalen hoorden wij vroe ger over wetsovertredingen van dien aard. De arbeidstoezichters stonden onmachtig omdat de werk lieden zeiven niet meêwilden. En 't gold nochtans de bescherming van kinderen die te vroeg in 't nij- verheidswerk werden getrokken. Het verplichtend schoolgaan tot 14 jaar heeft ook al veel te lijden. Gelukkiglijk schijnt daarin beternis te komen, en wordt er beter door de ouders begrepen dat een kloek onderricht een weldaad is voor de kinderen. De spelen De kansspelen voor groot geld zijn verboden, maar blijven be staan. Ge hebt dan andere spelen zoo als de hanengevechten. Men zegt dat die thans strenger verboden zijn dan vroeger. En ze gaan voort hunnen gang, meer en meer. Ik hoorde onlangs van een prijskamp men sloeg boven de 20,000 fr. in komgeld. Of dat spel goed of slecht is laat ik ter zijdewe stellen vast dat men achter 't verbod niet en loopt. Ordeloosheid Ziet dan verder hoe in steden én gemeenten de plaatselijke regle menten uitgevoerd worden. De herbergen moeten hier en daar op vaste uur gesloten worden. Er wordt niet naar omgezien. En zoo staan wij voor het ongerijmde in veel werken kunnen de werklieden slechts 8 uren daags werken, en een herbergbaas mag 24 uren drank verkoopen. De tucht op straat Straatru moer is over 't algemeen verbo den... op 't papier. Met der daad is er overal op zekere dagen straat rumoer en straatschenderij, luid ruchtig en overvloedig. De openbare zeden Ook daar voor bestaan wetten. Ontucht in zang, geroep, gesprek is heel dik wijls strafbaar. Zet uw ooren open op treins of trams of op straat. Hoe schande lijk Moest men tot een vreemde ling zeggen Dat alles is tegen de wethij zou meenen dat men hem prullen wijsmaakt. Een eigenaardig geval. Toen men in 1919 de wet van 't acht- urenwerk inbracht, was men over al doende in de frontstreek tenten op te timteren op de Zondagen. De wet op de Zondagrust kreeg een leelijken knak. Vooraleer men nieuwe wetten make, zou 't goed zijn eens na te zien wat er dient gedaan te worden om de oude wetten te doen nale ven. Er zou van veel zijden moeten gewerkt worden om de ordeloos heid te keer te gaan. Straft men genoeg Ware strengheid niet een gepast middel Alleszins dient men de kwaal goed te bekijken en te verbeteren. Het geldt hier den eerbied voor 't gezag, een steunpilaar voor het openbaar welzijn. SPIKELINUS. Gij, koopman, waag niet allegaar Op eenen bodem uwe waar En gij, rentier, zie dat uw geld Niet al aan eenen zij gesteld En gij, die zijt in landen rijk, Betrouwt ze niet op eenen dijk Der wereld zaken altemaal Die zweven in een losse schaal, Om zoo te wagen te eener tijd Al wat gij hebt, en wat gij zijt. Ik zegge daarom tot besluit, Ik roep het met den landman uit Veel kabels zijn den schippers best, Dus niet te veel in eenen nest. J. Cats. Phidias, de wereldberoemde Grieksche beeldhouwer. Een grootsche wed strijdDe wraak van een kunstenaar. Phidias, een der grootste kunstenaars van de oudheid, werd te Athene geboren, omstreeks 3530. Van jongs af aan muntte hij uit in de beeldhouwkunst welke toen zou dit kunstvak tot eene buitengewone hoogte opvoeren. Weldra kwam de gele genheid om zijn talent in het openbaar te laten blijken. Zijne stadsgenooten wensch- ten een beeld van Minerva te bezitten, en zij vroegen aan Phidias om dit beeld te boetseeren. Maar terzelvertijd bestelden zij ook eene Minerva aan den beeldhou wer Alcamenas, wiens faam eyen groot was. De beide beelden zouden dan aan het oordeel der meestbevoegde kunstrechters onderworpen worden, en het schoonste zou geplaatst worden op eene hooge ko lom, welke de stad voornemens was op te richten. Meteen werd een rijke beloo ning aan den overwinnaar uitgeloofd. [Tusschen haakjes dit alles moet ons niet verwonderen, want het is algemeen gekend hoe de Grieken een groote liefde hadden voor de kunst, en dan ook, in allerhande kunstvakken, onsterfelijke meesterstukken hebben nagelaten. Als nu de dag, waarop uitspraak moest gedaan worden, gekomen was, werden de beide beelden naar de openbare plaats ge voerd, waar de kunstrechters en eene ontelbare menigte aanwezig waren. Te midden van een plechtig stilzwijgen liet men den sluier vallen die de Minerva van Alcamenas dekte, en terstond ging er uit het volk een algemeen geroep van verba zing en bewondering op. Nooit nog had men zulk een schoon beeld gezien, zoo zuiver, zoo fijn, zoo volmaakt van lijnen. Alles was tot in de minste bijzonderheden uitgewerkt met een echt meesterschap. Alcamenas jubelde inwendig, en scheen met den blik zijn tegenstrever uit te da gen. Het werd, inderdaad, een Olympische tweestrijd voor de schoonheid. Phidias, volkomen kalm, alsof er niets gebeurd was, trad nu op zijne beurt naar voren, en deed den sluier vallen die zijn beeld aan de nieuwsgierige oogen der massa verborg. Opnieuw liep er een rumoer van stemmen over het plein, doch het was ditmaal geen concert van lof. Het was veeleer een afkeurend, een ontgoocheld gemompel. Men had beters verwacht van het talent van Phidias. Men oordeelde algemeen dat zijn beeld te ruw, te slordig afgewerkt werd, en het publiek scheen in deze slordige manier van beeldhouwen een blijk van minachting te zien, waar over het zich zeer ontevreden toonde. Het gemompel sloeg dan ook weldra over in luide kreten van afkeuring. De partijgan gers van Phidias zwegen, terwijl de vrien den van Alcamenas nu den vollen teugel aan hun geestdrift vierden. Doch nu mengden de kunstrechters zich in het geding, en zij verzochten om algemeene stilte. Na eene korte beraad slaging riepen zij Alcamenas als overwin naar uit, en wenschten hem geluk. Daarna richtten zij ook eenige woorden tot Phi dias om hem op het hart te drukken voor taan met meer zorg te beeldhouwen ten einde, met tijd en geduld, eenmaal de kunst van zijnen tegenstrever te mogen evenaren. Alcamenas trad hierop stralend vooruit om de belooning van den over winnaar te gaan ontvangen, doch Phidias begaf zich op zijne beurt naar de plaats waar de rechters zetelden, en sprak Mag ik eene enkele vraag stellen Zulks werd hem toegestaan. Welnu, vroeg Phidias, ware het niet raadzaam,.alvorens uitspraak te doen, de beelden beurtelings op de kolom te plaat sen, om na te gaan welk een indruk zij daar maken Deze vraag werd door eenieder billijk gevonden, en de kunstrechters deden, het een na het andere, de beelden op de ko lom tillen. Als nu de Minerva van Alca menas daar in de hoogte stond, en van ver bekeken werd, verloor zij veel van hare bekoorlijkheid welke vooral in de nauwgezette boetseering der vormen was nóg geen felle beoefenaars had, en hij"gelegen. De Minerva"'van Phidias kreeg integendeel een grootsch en majestatisch karakter, omdat haar massale, ruwe vorm, welke in den beginne de oogen kwet ste, thans prachtig harmonieerde in de verte, tegen de lucht. Het volk begreep nu dat het verkeerd had geoordeeld, en het juichte Phidias toe, die dan ook overwinnaar werd uitge roepen. Sinds dien steeg de roem van dezen beeldhouwer gedurig. Na den strijd van Marathon, door de Grieken gewonnen, kapte hij uit een reusachtig blok marmer, eene wraakgodin, en zijne schepping dwong de algemeene bewondering af. Doch het beeld dat hij nadien leverde voor het Parthenon, den tempel van Mi nerva, was nog ontzaglijker, en van overal stroomden de menschen toe om het te komen bekijken. Phidias was de ge vierde kunstenaar... De Grieken echter waren grillig van aard. Na den beeldhouwer tot in de wol ken verheven te hebben, lieten zij hem in de schaduw, en vergaten de groote dien sten door hem aan de kunst en het Land bewezen, Deze ondankbaarheid deed al lengs een gevoel van wrok in het hart van Phidias smeulen. Hij zou zich wreken op eene wijze waardig van zijne faam en zijn genie. De Atheners roemden er op dat hunne Minerva, van het Parthenon, het schoonste beeldhouwwerk van heel Griekenland was. Wat deed nu Phidias? Hij verlaat Athene, en doorkruist Grie kenland. De inwoners van Elene ontvan gen hem met alle mogelijke eerbewijzen, en deze hulde welke aan zijn genie werd gebracht, ontroerde het hart van Phidias. Hij beloofde hun eene herinnering zijner doorreis. En deze herinnering zou het schoonste kunstgewrocht van Griekenland worden. Hij schiep het beeld van Jupiter van Oiympië, en dit beeld was zoo heer lijk en indrukwekkend, dat het de Minerva van het Parthenon, te Athene, heelemaai overschaduwde. Het volk noemde het een der zeven wonderen der wereld. Dit was de wraak van Phidias. Nu de den de Atheners al het mogelijke om Phi dias met huldeblijken te overladen, en zij smeekten hem ook voor hunne stad een dergelijk meesterwerk te maken. Maar de beeldhouwer liet den beitel voor goed rusten. De naam van Phidias bleef een der roemrijkste namen, niet alleen van Grie kenland, maar van de gansche wereid. Hij was de eerste beeldhouwer die de natuur bestudeerde, en haar kon weerge ven in de volheid van haar luister. Dr Elm. 't Gulden Jubelfeest als Priester van Zijne Eminentie Monseigneur Mercier Aartsbisschop van Mechelen, zal met luis ter gevierd worden dit jaar. Op 4 April eerstkomende immers is 't vijftig jaren geleden, dat de groote hoogeerwaarde man werd priester van den Allerhoogste gewijd. Heel het aartsbisdom van Meche len maakt zich gereed om die blijde her denking waardig te vieren. Het overige gedeelte van ons Vaderland zal niet ten achter blijven, en ook Frankrijk, Italië, Engeland en de Vereenigde Staten van Amerika bereiden zich om mede te vieren voor den hoogeerbiedwaardige man, die onder den oorlog, zoo kranig en onver saagd het recht dorst voorstaan en ver dedigen tegenover de duitsche overwel digers. Eere wie eere toekomt 1 De tijden van gevaar, de droeve oorlogsjaren heb ben ons groote mannen doen kennen en waardeeren. Hooge eere geschiede hun bij elke passende gelegenheid 50 Duizend frank werden door Zijne Heiligheid den Paus overgemaakt aan Zijne Eminentie den Aartsbisschop vau Parijs om uitgedeeld te worden aan de Parijzenaars, die door de laatste overstrooming der Seine gele den hebben. Hartelijke dank! zullen vele zeggen, en diep gemeend. Geef elk het zijn, betaal met spoed, Dan blijft de vriendschap lang en goed. Duizende bedevaarders en talrijke geestelijken samen met Hunne Doorluchtige Hoogwaardigheden den Bis schop van Laval, dien van Lesbi, dien van Lu?on, dien van Evreux, vierden met stichtende godsvrucht den 53™ verjaardag der Verschijning van Onze Lieve Vrouw te Pontmain. Ha daar haalt Frankrijk eer van I 't Is altijd goed, geen vreemden te betrou- [wen Betrouw uw vriend, maar wil op hem niet [bouwen. 't Doet ook deugd te zien hoe vurig dc goede christenen in Frankrijk bidden om van den Hemel de gunst te verkrijgen dat het bij de naaste wetgevende kiezingen het gezag niet in handen kome van de vijanden der vader- landsche en godsdienstige belangen. Die zegt komt als ge wilt Wil zeggen Blijft liever 't huis. Eene bloed-villa 1 De fameuze Bela-Kun, die in Hongarië het afschuwelijkste schrikbewind deed heerschenen nadien naar Rusland vluchtte om de verdiende straf te ontgaan, heeft weten geld te winnen met zich het com munism ten nutte te maken Slim zijn is maar een wete zegt het spreekwoord. Nu, onder den naam Hermann Tomer, kocht hij dezer dagen, te Lausanne, in Zwitserland eene villa voorl50duizend fr.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1924 | | pagina 1