VOOR STAD EN ARRONDISSEMENT AALST SPAART. Een en ander bondag 5U Maart 1924. .a Abonnementsprijs: KATHOLIEK WEEKBLAD tot veredeling van Volk en Land. BEHEER EN REDACTIE 29, korte Zoutstraat, AALST NAND 5NOECK De Boerenzoon Voor alle advertentiën buiten het Arrondissement Aalst wende men zich naar OFFICE DE PUBLICITÉ 36, Nieuwstraat, Brussel. DAGWIJZER :s DE KERK Over Letterkunde, Geschiedenis en nog wat. Katholiekenvan stad en bui ten schrijft in op het weekblad van uw gewest DE DENDERBODE,,. uciuiciiicii inn nummer. o Binnenland Buitenland Amerika 8.50 15.00 doll. AD VERTENTIËN volgens akkoord. Postcheckrekening 44024 DE DENDERBODE PRIJS FR. 5.00 Franco per Post fr. 5.50 VERKRIJGBAAR TEN BUREELE DEZER. Postcheckrekening 44024 ZATERDAG 29 MAART 1924. Maart ot Lentemaand. 2030 Zondag,Halfvasten,NZondag voor den Zondag van 't lijden of Passiezon- H. Veron, Belijder te Lembecq bij Hal. H. Zozimus, Bisschop, Belijder. 31 Maandag, H. Benjamin, Diaken, Mar telaar. April of Grasmaand. 1 Dinsdag, H. Hugo, Bisschop, Belijder. H. Gilbertus, Bisschop, Belijder. 2 Woensdag, H. Franciscus, van Paula, stichter der Grauwbroeders of Minimen. H. Theodosia, Maagd, Martelares. 3 Donderdag, H. Richard, Bisschop, Bel. H. Ulpiaan, Martelaar. 4 Vrijdag, 1= Vrijdag der maand. H. Isidoor, Bisschop, Kerkleeraar. H. Hiidebertus, Abt, Martelaar. 5. Zaterdag, H. Juliana, Kloostermoeder van den Berg Cornellion bij Luik. H. Vincentius Ferrerius, Priester van de Orde van den H. Doniinicus. De vastenbrief van Z. E. Kar dinaal Mercier is een merkweerdig stuk, dat we geheel zouden willen overdrukken, hadden wij maar plaats daartoe. ZE., na een over zicht gemaakt te hebben van den oorlog dien we doorgemaakt heb ben, toont aan tot welk een ellen- digen toestand die schrikwekken de tijden België gevoerd hebben. Hoe pijnlijk die toestand nu ook weze, toch mogen we ons aan de moedeloosheid niet prijsgeven. In tegendeel we moeten hoopvol de toekomst inzien en ons vertrouwen stellen inde goddelijke Voorzie nigheid. Bidden moeten wij, en christelijk leven, om aldus Gods milde tusschenkomst te mogen er langen. Al draalt Duitschland, toch zal het eindigen met betalen. Intusschen moeten wij de midde len beramen om ons zeiven, zoo veel dit zijn kan, uit den nood te helpen. Het middel daartoe is als van zelfs aangewezen en ligt ver vat in de woorden bezuinigen en sparen, Ziehier woordelijk wat Kardi naal Mercier aan de geloovigen voorhoudt Vermits wij verarmd zijn, moe ten wij ons niet aanstellen alsof we het niet waren. Wezen wij ze dig. Van hoog tot laag dient iede reen in de maatschappij zijne uit gaven in te krimpen. Voor wat voedsel en kleederen betreft zul len wij zoo leven dat al het over tollige verdwijne. Waarom niet van onze tafel verwijderen den champagne, de fijne likeuren en morgenwijnen, de vreemde sterk gealcoliseerde bie ren Willen of kunnen wij niet met de volstrekte eischen der ge heelonthouding instemmen, waar om zouden wij niet zelfs ücht geal- cooliseerde dranken tot het mini mum beperken Waarom de kos telijke fijne sigaren niet derven Onder den oorlog stelden de meest bemiddelde familiën zich 's middags tevreden met één vleesch en velen namen er 's avonds geen. Zij bevonden er zich heel wel bij. Waarom zouden wij die eenvoudige levenswijze niet her nemen 't Ware tijd gewonnen en geld, en onze gezondheid zou er niet bij verliezen. Is het schande een zindelijk kleedsel te dragen dat reeds lang heeft gediend of zelfs versleten is tot op den draad Is het geen grove dwaling den eerbied dien de jonge vrouw, de jonge dochter verdienen, te waardeeren volgens de sommen die zij verkwisten aan nieuwe kleederen en ijdelen op smuk? Is het niet onredelijk bij winterweer, het mag kosten wat het wil, in de zalen of in de werk huizen zijden kousen te dragen Hebt gij wel opgemerkt dat België jaarlijks voor meer dan 160 mil- lioen zijden weefsels invoert De vasten staat voor de deur in naam van het Evangelie, in naam der openbare gezondheid, in naam der belangen van het vader land, smeek ik mijne duurbare dio- desanen, zonder zich aan iemand gelegen te laten, het eenvoudig leven, de armoede, de boete met vastberadenheid te beoefenen. We zullen aan deze woorden niets bijvoegen, doch we bidden onze lezers ze in hun hert aan te teekenen en hun leven naar hen te regelen, ten bate van het huisge zin in 't bijzonder en de maat schappij in 't algemeen. Zangwijze De Vlaamsche Leeuw. 1. O Kerk van achttien eeuwen, Die vast staat op de rots Al kwam u 't schuim besneeuwen Van 't loeiend golf geklots i O Moederkerk van Romen, Zoo edel en zoo groot, lr' j Van alle kanten stroomen, De volken in uw schoot. O Moederkerk, enz. 2. O Kerk der Martelaren, Gepurperd in uw bloed O Kerk der Maagdenscharen, In lelieblanken stoet O kerk van alle talen, Van alle volk en tijd, Uw lof bereikt de palen Der wereld breed en wijd. O Moederkerk, enz. 3. De lijders en de ziëken Vertroost gij in den druk, En in uw balsemwieken Verschuilt zich 't ongeluk. O Moeder van de weezen, Voorzienigheid der weêuw, Uw lof klinkt nooit volprezen Herhaald van eeuw tot eeuw O Moederkerk, enz. 4. Ons katholieke vaadren Zijn wij, hun zonen, waard Hun bloed doorstroomt onze aadren Van smetten vrij bewaard. Wij willen 't leven derven, Maar staan 't geloof niet af, En zingen nog bij 't sterven En op den boord van 't graf O Moederkerk, enz. L, De Koninck. Naar aanleiding van het verschijnen van drie nieuwe werkjes van P. Van Nuffel. Wij hadden reeds vroeger de gelegen heid te wijzen op den vruchtbaren arbeid van P. Van Nuffel. Deze gaat maar aldoor voort met het interessante zijner geboor testad, dat voortleeft in oude gebouwen, oude inrichtingen, oude sagen, aan de vergetelheid te ontrukken. Op litteraire pretentie stuurt dit werk niet aan, maar het is zeer verdienstelijk, dewijl het toch een heelen boel gebeurtenissen en wetens waardigheden, die den geest van het ver leden over ons brengen, in eere houdt door ze uit het stof der tijden en der per kamenten op te delven. Hier liggen voor ons drie nieuwe werk jes Aalstersche Mengelingen le deel, (Uitg. M. Sacré, Merchtem), De Grau wen Steen te Aalst (Uitgever, Van den Broeck, Aalst), De Koninklijke Harmo nie, AI Groeiend' Bloeiend'(Uitg.M. Sacré Merchtem). Het eerste werkje biedt, in anekdoti- schen vorm, een twintigtal vertellingen in sagen van vroeger, fel lokaal getint. Het anekdotische, het Aalstersche cachet de zer vertellingen, maakt ook hunne ver diensten uit. Litteratuur zoeke er men niet in. Ten andere, hierom schijnt de schrij ver zich ook niet te bekreunen. Hij stelde zich tevreden met, op ordentelijke wijze, een aantal leuke of griezelige plaatselijke verhalen uit den goeien ouden tijd te boekstaven. De lezende massa zal aan deze Aalstersche Mengelingen pret beleven. Om de geschiedenis van Den Grauwen Steen te Aalst op te teekenen, heeft de heer Van Nuffel, zooais ten overvloede blijkt uit de flink gedokumenteerde bro- chuur, andermaal heel wat gesnuisterd en gesnuffeld in stadsarchieven en anderen verschrompelden, stoffigen papierrommel uit vervlogen eeuwen. Hij 'heeft hier dan ook weerom zijn gewone methode van monografiën-schrijver gevolgd een kotn- pakte kompilatie van hier en daar opge dolven archievenproza, feitelijk zonder streng logischen of historischen draad aan mekaar gehouden, met aitemets een anekdotisch, intermezzo dat even het muffe proza der muffe perkamenten wat oplicht. Het is, in den vollen zin van 't woord historisch mozaïek. Dezelfde werkwijze paste de heer V. N. toe bij het schrijven der meer uitvoerige geschiedenis van De Koninklijke Har monie. Deze geschiedenis wemelt op sommige plaatsen van nota's en bijzon derheden die feitelijk alleen belang heb ben voor de leden van het muziekkorps zelf, en het huishoudelijk leven ervan be lichten. Daarnaast komen bladzijden die ook den buitenstaanden lezer interessee ren, dewijl hier, in meer algemeenen zin, een kijk wordt gegund op het artistieke bedrijf der heele stad. De schrijver mag gerust beweren Aalst hield altijd aan muziek (Er moest eigenlijk staan Hield van muziek„) Dat Aalst, jammer genoeg, in vroegere tijden, ook van een klein geestige dorpspolitiek hield, die menig artistiek pogen verbrodde, blijkt eveneens uit menige gebeurtenis welke de schrijver met zorg opteekende. Eene dergelijke on artistieke, boertige mentaliteit schijnt, Goddank, heelemaal tot het verleden te behooren. Met belang dan lazen wij die hoofdstukken waarin wij vernemen van het roerige, interessante leventje van prijskampen, festivals, en andere feeste lijkheden van de medewerking met an dere kringen, enz. Daar wordt ook een bijzondere bladzijde gegund aan de na gedachtenis van Gustaaf Pape, en terecht, met eenige verrassing troffen wij, aan het einde van het boek, een kapittel aan over De Wereldsche muziek in onze ker ken. De schrijver, te goeder trouw wel licht, rept van sommige menschen die de muziek uit de kerk willen. B Dit klinkt paradoxaal. Laten wij eerst goed elkaar verstaan. Wat wordt hier be doeld met muziek Een orkest kunnen wij in de kerk best missen, maar wie komt beweren dat pok het orgel zou moe ten verdwijnen De h. Van Nuffel schrijft steeds te goeder trouw Nu staat het hoogzaai ook al in den weg Nu moet het orgel verdwijnen Dit ware het ideaal, zegt men (Bladz. 126) De schrijver is hier stellig te pessimist Wij kunnen niet aannemen dat ernstige, vrome menschen er zouden aan denken het orgel uit de kerk te verwijderen. Altaar en orgel zijn beiden alleen op hun plaats in de kerk. Werd nog niet onlangs te Mechelen, waar de zuiver liturgische mu ziek stellig het strengst van het heele land in eere wordt gehouden, een nieuw kolos saal orgel, dat een fortuin kost, plechtig gewijd Ten andere heel dit kapittel van den h. Van Nuffel wenschen wij eens op den keper te beschouwen, in een volgend nummer. Het is het weerleggen waard. Doch dit valt heelemaal buiten zijn taak en zijn verdienste van vruchtbaren kro- nijkschrijver waarover wij hier, rechtzin nig, een woord van waardeering hebben willen reppen. Een Stadsgenoot. De veelwijverij, die ongelukkige instelling van 't Oosten, schijnt den doodslag te zullen krijgen bij de Turken. Bij de wetgevende vergadering te An gora kwam een smeekschrift toe van Ma- homedaansche vrouwen, vragende dat de veelwijverij zou afgeschaft worden en dat de wetgeving op 't huwelijk en de echt scheiding verstrengen zoude. Tiens en in ons Belgenland zou 't liberalism de echtscheiding nog gemakkelijker willen maken In 't Oosten verlangt men van de miseries af te geraken in ons land zoekt men zeHoe slim. Katholiek door en door dienen wij te wezen. Daardoor, en daar door alleen kunnen wij onze vijanden ontzag inboezemen. Te veel katholieken vindt men tegenwoordig, die, om zoo te spreken, een gedeelte hunner princiepen prijsgeven, met het gedacht de liberalen naar hen te trekken en zoo een sterken dam te maken tegenover 't socialism... 't Is een verkeerd en onheilbrengend gedacht. Vooreerst is 't verkeerd gehan deld. Inderdaad eens dat wij onze katho lieke princiepen opgeven, zijn wij geen katholieken meer. Daarmede al. En verder wat betreft het naar ons trek ken der liberalen tegenover 't socialism, herinneren wij ons wat er in de laatste maanden in de Kamers gebeurd is. Nooit lieten de liberalen er eene gelegen heid voorbijgaan om samen met de socia listen hun godsdiensthaat te bévredigen. Dat zij daardoor gevaar liepen de katho lieken ten zeerste te krenken, dat kon hun weinig schelen. Onheilbrengend is dat gedacht, door dien het onze katholieke party verzwakt en ze belachelijk maakt in de oogen onze vijanden. Katholiek van één stuk, katholiek doe en doordat zij onze leuze Wees man en houd u recht, buig nooi en buig voor niemand, dan voor de waar heid, bruid der eeuwen, geest van God Om een waarheid te vinden moet men niet altijd heel verre zoeken Wilt gij een bewijs Een geleerde, na aan zijne vrouw eei werk voorgelezen te hebben, vraagt haar Hebt gij 't goed verstaan Ja wel. Dan ben ik gerust, iedereen zal he verstaan Liefde voor de ouders, dat is toch zoo schoon om in werking t< zien, bij de kleine zoowel als bij de grootf kinders. 'k Moet zachtjes op de teentjes gaan, Want moeder is zoo krank k Moet zachtjes op de teentjes gaan; Dan slaapt zij dubbel lang. En, als mijn zieke moeder slaapt, Dan voelt ze geene pijn, Haar niet gewekt dusopgepast Van stil, heel stil te zijn o dat staat in Lachjes en Achjes van H. Muyldermans, en dat is toch zoo lief om hooren. Wat genoegen en voldoening voor vader en moeder als hunne kinders zoo bekommerd zijn met 't geluk en 't welzijn hunner ouders In onze stad Aalst zien wij ouders, die zich in geenen deeie bekommeren met de christelijkheid hunner kinderen. Heb ben de die ook zooveel liefde en bezorgd heid van hunne zonen en dochters te ver wachten Ach ze mogen die verwach ten maar verwachten en bekomen, dat is twee, vooral ais 't komen moet van kin deren, die de vreeze Gods in 't hart niet hebben. Hola de Heer Fran^oisse algemeene bestuurder der Spoorwegen, met zijne 70.000 fr. jaarwedde, is reeds verwonderd, omdat de ambtenaars, be ambten en bedienden niet tevreden zijn over zijn stout en vrank in beschikbaar heid stellen en verjongen der kaders. Zie dat fameuze plaats geven aan jon ge krachten dat heeft in den loop der tijden, al inrichtingen naar den duivel ge holpen. Ha "'t verjongen der kaders Ml meent de heer Framjoisse misschien, dat zijn personeel de treins zal voortsteken met hunne schouders Neen, man gij zijt een verkeerde baan op. Eén man van jaren, die werken wil, is honderdmaal meer waard voor den vooruitgang eener instelling, dan de beste "jonge kracht, die men vinden kan. Dat weten de ambte naars, beambten en bedienden, en zoo komt het dat zij geenen vrede hebben met de berekende werking des heeren Fran- ?oisse. Bij de grijsheid Huist de wijsheid zegt het gezond verstand van eeuw tot eeuw. Ook, de Belgen zijn trouwe onderdanen, maar slavernij verdragen zij niet. 't Is 't woord van Keizer Karei. En de tijden hebben dat woord bevestigd. Men onder- zoeke de geschiedenis van Markgraaf de Prié, die van Jozef II, die van Willem lil, die van den schoolstrijd van 1879, enz., en de overtuiging over die waarheid zal rotsvast gevormd staan. De Heer Fran- Soisse houde goede nota van de uitgelekte ontevredenheid van het Personeel der SpoorwegenNihil opportunius protuit accidere riep de Romein, die de eerste vlam zag, ais zijne woning begon te bran den, die hij nog hoopte te zullen kunnen redden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Denderbode | 1924 | | pagina 1