EENE
uit
VLUCHT
Siberië
Ie Jaar.
Nummer 43
Zondag 24 October 1886.
Onderwijs en Landbouw.
Ave, Cesar, moritviu te salutant!
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
Ahnnnnmontcnrii»! 5 fr- voor de sta*d' voorop betaalbaar.
Abonnement..pi IJS 5 fr 50 voor den buiten,
PRIJS EER NUMMER 10 G EN TIMEN.
Ven abonneert zich op alle poetkantooren voor den buiten
40, Korte Zoutstraat, 40, Aalst
voor de stad, ten kantoore van het blad.
HET ARRONDISSEMENT AALST.
Gewone, Ij centimen j dnilTSGCi.
Prijs der annoncen Reklamen, 75 centimen
Yonrtissn op de derde lladzijde, 30 centimen.
\len maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt.
Handschriften worden niet terug gezonden.
Nee spe nee metu.
AALST, 23 OCTOBER.
LANDBOUW EN DENDERGALM.
Onder dien titel verscheen er, zondag
laatst, een artikel in liet hand van Aalst,
dat wij eenigzins bespreken moeten. Wij
zullen niet stil blijven bij de scheldwoor
den die de kristelijke gazet ons naar
het hoofd werpt, wij zullen ons zelfs
niet stooren omdat het blad verkeerd zin
sneden uit onze artikels mededeeld en
dan nog durft beweeren dat zij letterlijk
overgedrukt zijn. De polemiek dier
schrijvers is genoeg gekend, en wij ver
hopen voor de personen die met hen in
dagelijks verkeer zijn, dat die heeren
gazettiers eerlijker in hunnen handel
zijn, dan in hunne manier van strijd
voeren.
Daarover punctum.
Wij hvbbm ons altijd,en wij blijven m
die zienswijze volharden, tegen de inko
mende rechten op graan en vee verklaard:
onzes inziens zijn die inkomrechten
niet instaat den landbouw op te beuren,
hem een redmiddel te zijn. Onze gezind
heid bestrijdt het Land in dezer voege
Wij vragenzelfs aan d' hevigste libera
len, of er ooit DOMMER woorden geschre
ven zijn FrankrijkDuitschland
Spanje, beschermen ook hun nen Landbouw
I)at het slim Land van Aalst ons gedacht
dom viudt, zou ons eenigzins uit ons lood
kunnen slagen, hadden wij niet,^ van
eenen anderen kant, den troost in de
Stem der Vlaamsche Landbouwershet
volgende, door den Akkerbouw oveige-
nomen, onder het oog te krijgen De
marktprijzen der granen; niet alleen in
Bel(rië waar geen invoerrechten be
staan, maar ook in Frankrijk waar
wel i n voer rechten bestaan verschil
len nog al aanmerkelijk, de eene maikt-
plaats°met de andere vergeleken. Bij
voorbeeld de tarwe per 100 kil. stond
onlangs genoteerd te Antvv erpen op 1
tot llf 12 frs. te Roesselare op 20 tot
21 frs., te Bergen 17 1 2 frs., te Gent
19 112 frs. Hetzelfde verschijnsel wordt
in Frankrijk opgemerkt. Bij voorbeeld
in het zuiden stond de tarwe genoteerd
op 22 frs. in het westen op 20 frs. W at
bewijst dit Heeft de wet in zake rechten
op den invoer van vreemde granen, in
Frankrijk een gevoeiigen invloed gehad
Tot hiertoe niet EN IN Dl I ISCH LAN I)
KLAGEN DE LANDBOUWERS MEER
DAN OOIT. De invoerrechten hebben tot
dusver 's Rijkskas helpen vullen maai
nog niet genoeg, r
Twe landbouwbladen dus, die er voor
zeker op uit zijn de belangen van den
Landbouw te verdedigen, loopen al niet
zeer hoog met de invoerrechten op, ze
schijnen weleer hunnen weldadigen in
vloed te betwijfelen. In gemeenschap
van gedachten zijnde met die tweede be
voegde bladen, zal het ons wel toegela
ten zijn ons om de uitscheldidgen van
het Land niet te bekommeren.
Zelfs zij die de beschermende rechten
voor den Landbouw vragen zijn het over
al niet eens. Een staaltje. Op het. Land-
bon w-Onderzoek, zaturdag laatst te Aalst
gehouden, verklaarde M. Vaerman van
Denderleeuw, dat hij niet alleen inko
mende rechten vraagt op het graan, maar
ook op zaden, hop en vlas. M. Goppens,
burgemeester van Lede, is voor de iet ,i-
ten op 't vee maar niet voor de rechten
op "t graan, omdat langs zijne streek de
landbouwers veel koeibeesten kweeken
en voor het overige meest vlas, ajuin,
groensel en boomgaartvruchten voort
brengen. Men ziet liet, elk spreekt voor
zijne kapel, elk kanton voor zijne vooi t-
brengselen. Iloe, in deze omstandigheid,
tot eene overeenkomst geraken, ten
ware op alles beschermende rechten te
heffen.
te moeten dragen eener heropbeuring
van den landbouw.
Wij hebben reeds in een onzer eerste
nummers staande gehouden dat de pach
ten niet meer in verhouding waren met
de prijzen van 't land, dat een deel dei-
crisis die thans op den Landbouw weegt
voor een zeergroot deel uit den te Imo
gen pachtprijs voortspruit. Over een 15
Val jaren was de prijs van de meeste
Landbouwproducten veel hoogerdan nu.
zoodat alsdan het Landbouwersbedrijf
zeer winstgevend was. Alsdan was elkeen
begeertig dien stiel aan te vangen, de
vraag naar land was ongemeen groot
en die omstandigheid, gevoegd bij de
toenmalige hevige kiesworstelingen on
der het regiem der gekende briefjes,
bracht den prijs der bouwlanden tot
eenen ongemeen hoogen prijs, waarvan
de boeren met genoegen den intrest be
taalden. Toen in latere jaren, het land
bouwbedrijf niet meer zoo voordeelig
bleef, toen de landbouw voortbrengselen
al tc? zeer in prijs verminderden, verviel
ook den landbouwersstiel het in 't oog
springend redmiddel was het brengen
van de pachtprijzen op den ouden voet,
het evenredigen dier prijzen met do ech
te waarde der landen. Dit was een louter
verlies voor de grondeigenaars eu niet te
verwonderen is het dat deze zooveel mo
gelijk de oude pachtprijzen blijven be
houden in andere middelen zoeken om.
zonder verlies voor luin zeiven, den land
bouw ter hulp te komen. Vandaar die
beweging ten voordeele der beschermen
de rechten op graan en vee, die zeker
haren oorsprong heeft in den wenscli
der grondeigenaren niet alleen de kosten
Maar zou de landbouwer niet zeil een
middel ter hand hebben om zijnen toe
stand te verbeteren, zonder zijnen toe
vlucht te moeten nemen tot de bescher
mende rechten, zonder van zijnen grond
eigenaar nieuwe opofferingen te moeten
eischen. Op het Landbouw-Onderzoek te
Evergein is de bijzondere aandacht in
geroepen geweest op de onverschillig
heid en de nalatigheid der landbou
wers. Hedendaags speelt de kunstvette
eenen groot en rol in den Landbouw en
is van algemeen gebruik. Ilewel t blijkt
dagelijks welke groote vervalschingen
daaringebinikt worden de landbouwer
besteedt maar al te dikwijls veel geld
aan nietswaardige stoften. Nu, M. Fay,
fabrikant van scheikundige meststoften
te St. Amandsberg, is te Evergem ko
men verklaren dat, alhoewel zijne pro
ducten aan de proefstatiën onderworpen
zijn, er hem nog maar twee ontsledingen
gevraagd zijn geworden. Dus wordt de
landbouwer bedrogen door zijne eigene
onverschilligheid, doorzijne nalatigheid.
Zooals alle stielen, zooals alle nijver
heden, is de landbouw voor verbeterin
gen vatbaar en kan de wetenschap hier
toe bijdragen. Vele landbouwkundigen
vinden een middel tot bestrijden dei-
crisis in de opjagende teelt de landbou
wer moet meer voortbrengen en aan
goedkoopen prijs. Maar daarom zou hij
moeten afzien van den ouden sleur, zou
hij een landbouwonderwijs moeten ge
nieten waardoor hij zich op de hcogte
zou kunnen houden van den vooruitgang
en kennis maken met de nieuwe cultuur
stelsels enz. Thans schrikt hij af van den
vooruitgang hij blijft den zelfden weg
ingaan die zijne oudjes 'bewandelden en
zelfs de landbouwvoordrachten worden
door hem vermeden. Bovengenoemde
heer Fay vroeg de uitbreiding van het
landbouwonderwijs in de lagere school
en zelfs M. Vaerman, op het Landbouw
onderzoek te Aalst, vraagt nog, hoven de
wier toestand ook naar
ung
redding vraagt.
hulp
J. J
en
Ik reclameer den prijs.
Onze Koning Leopold II, heeft bij r.i.dilel
van den 3Ioniteuv doen bekend maken, dat de
pi ijs van 25,000 franks door hem ingesteld, in
1887 zal wor'en toegekend aan liet werk dat
het best ral aa itooaen, op welke wijze België
zijne rol in de groote Europeeschc familie, zoo
n nit politiek en verstandelijk, als uit maat1
n schappelijk oogpunt moet opvattenom op de
meest nuttige wijze zijn eigen belangen en
tegelijkertijd, die der beschaving in 't alge-
meen te dienen
Zeer eenvoudig België kon sh c-hts op eene
wijze zijne rol goed opvaten, dat is, door zich
zoo spoedig mogelijk van zijn ellendig mirnste1
riete outloen, door alle scholen te herstellen,
die de zachtmoedige minister Thonissen in 288
gemeenten heeft algeschatt door aan de 3^10
onderwijzers en onderwijzeressen hun ao.le
loon terug te geven, dat men thans belangrijk
heeft besnoeid door de 1200 onderwijzers en
onderwijzeressen, die de clericalen hebben op
straat gezet, weer naar hunne scholen terug te
roepen. i
I)it gedaan, verwijdere België alle broeder-
keus, paters en nonnen uit de gemeentescholen
en schafte alle aangenomene scholen af ver
volgens neeir.e men strenge maat ezelen tegen
het bezit van goe 'eren in de doode hand bij
kloosters en godsdienstige vereenigingen men
geve aan de gemeenten het recht van beheer
over de kerkelijke eigendommen e.i heffe de
rechtspersoonlijkheid op der kerkiabEekc-i.
Voorts voere men in. de persoonlijke mih-
t lire dienstplicht voor alle mannen van de kerk,
en vervolge alle handelaren van mirakelen in
flesschen, evenals degenen die de menschen be
driegen met vervalschte lev smiddelen.
De mannen die ou Ier den dekmantel der re
ligie op niets uitzijn dan om het volk uit te
buiten, dom te houden en te verbeest u, die
de huishoudens en het land in tw;st en twee
dracht hebben gebracht en van uit den biecht
en pred kstoel den burgeroorlog hebben aan-
gopredikt en onze nationale instellingen aan
gerand, zouden streng moeten bewaakt en
gemuilband worden.
De gazetten in den aard van den Patriot, le
TirailleurHet Land en He Werkman, zou
men moeten vei plichten een patent te nemen
als leugenaars en volksbedriegers en dit patent
aan het hoofd van hun blad tj vermelden.
Hunne schrijvelaars en opstellers zouden eenen
zinken hoed'en frak moeten dragen, juist gelijk
de commissionnaircs der Tandentrekkers, wei-
Klerikale Spaarzaamheid. Over ee
nige maanden stieri de heer V> outers,
leeraar van Geschiedenis aan deOentsche
lloogeschool. Twee professors dier L di
versiteit stelden zich ter beschikking
den Minister van Binnenlandsche
beschermende rechten, voor de jonge
landbouwers een Landbouw-Onderwijs
nuttigen ernstigingericht. Doet de vraag
van M. Vaerman niet genoeg zien dat
hij zelf niet alle redding uit de inkomen
de rechten verwacht en dat hij nog an
dere middelen noodig acht om den toe
stand onzer landelijke bevolking goed te
maken ij doelen het gevoelen van den
heer Valery Cnmont dat de inkomende
rechten wellicht eene leniging, maar
toch geen geneesmiddel voor den kwij
nende Landbouw kan zijn dat de gene
raliteit der belgen niet betalen moei
voor een deel bijzonderlijk moet men
zich wel wachten nieuwe lasien te doen
drukken op de stedelijke werkersbevol-
ke in de straten der groote steden loopen, op lat
men ze van verre zou k amen.
Ziedaar, Sire, op welke wijze België zijne
rol heeft op te vatten in de groote Luropeesehe
fami'ie, om zijn eigen belangen in die der alge-
meene beschaving te dienen.
Ik zou nog t een en t ander kunnen zeggen
over de millioenen welke gij, Sire, aan uwe
zwarte onderdanen van den Congo zendt, om
ze wit te wassclmn, terwijl g j uwe witte en
getrouwe onder lanen van België laat ewait
maken van uwe geliaatte en gevloekte ministers.
Denkt II niet, Sire, als ik deze gedachten wat
breeder uitwerk, dat ik dan den prijs an
2öOOOfranks verdien Indien ik hein bekom,
schenk ik hem ten vollen aan de arme ouder
wijze! s, welke door uwen minuter Treurwilg
Thonissen zij u afgeschaft, omdat zij getrouw
waren aan eed en plicht.
Tist Karbonkel.
van
Zaken en Openbaar Onderwijs, om de
twee leergangen van den afgestorvenen
leeraar over te nemen het waren M.
Paul Fredericq, bijzonder doktor in de
Geschiedkundige wetenschappen en
sinds een tal vanjaren belast met t onder
wijs der Geschiedenis,eerstin de athenea
en dan in de universiteiten van Luik en
Gent, en M. Discailles de bekwame
man, in liet onderwijs der Geschiedenis
vergrijsd en schrijver van menig be
kroond geschiedkundig werk. De be
reidwilligheid dier heeren moest aan het
goevernement niets kosten, zij stelden
zich onbaatzuchtig ten zijnen diensten.
Dit was wel een bewijs van groote wel
willendheid van hunnent wegewant
men gelast zichniet te gaarne, met meer
werk dan dat waarvoor men betaald
wordt.
Van zulke prachtige gelegenheid had
een goed minister, die de belangen én
van het onderwijs, én van de schatkist
behartigt, maar aanstonds gebruik ge
maakt 't gebeurt niet dagelijks dat men
kosteloos uitmuntende leeraars ter zijner
beschikking heeft. En wat doet M. Tho
nissen Zat hij de jaarwedde van eenen
professor sparen en het onderw ijs dei
Geschiedenis aan de voortreffelijkste
meesters toevertrouwen Neen. Er nes
telde daar ergens, te Luik, een gunste
ling eens professors die kwezelaar ge
noeg is om met den flambeeuw in de
hand zich in de processie te vertoonen,
en die gunsteling moest geplaatst wor
den vijf en twintig jarigen jongeling,
pas in het bezit van zijn doctors
diploma zonder bewijzen geleverd te
hebben van bijzondere geschiedkun
dige kennissen, ziet hij zich als buiten
gewoon Hoogleeraar aan de Universi
teit van Gent genoemd, met eene jaar
wedde van 5000 franken Weêral 5000
franken in het water gesmeten, weêral
5000 frankeu verkwist Om vrienden te
begunstigen is er geenegespaarzaamheid
noodig maar om arme onderwijzers
broodeloos te stellen, Oh dan, ja
Het heeft deze week al heel weinig
11
NAAR HET FOOLSCH
van
Ütiifiii XMotvoAVwlti.
gesclieelc
of de liberale verzoening eu
eendracht was weêral naar de maan, en
dit dan nog door de schuld van dien
zelfden heer Ronvaux die te Namen zoo
welsprekend de eendracht en de verzoe
ning aanpredikte. Dat de man het pro
gramma der radikalen aankleeft kon
den de doctrinairen van hem wel ver
staan, en daarin zagen zij ook al geen
DÉ DENDERGALM
■ll*wrï8&^- ..n j t; t P 1
Altijd, op in ij lie rtis, heb ik gedacht derg-lijke gif
ten te moeten weigeren oV-rigens, de rusVisohe over
lieden zouden ze mij ongetwijfeld afgenomen hebben
Integendeel aanvaarde ik, zonder haarzelen en met
dankbaarheid, het eten en drinken dat men mij van
alle zijden aanbracht. Zeldzaam trof ik standplaatsen
aan waar de postmeester naliet 't zij thee 't zij brande
wijn, en zijne vrouw of zijne dochters koeken, ge-
droogden visch of fruiten mij aan te bieden. Aan eene
dier standplaatsen, niet ver van Toela, zag ik eei.en
bedienden in uniform tot mij komen en mij schroom
vallig een klein pakj», in eenen doek gewikkeld, in
dezer voege aanbieden
u Aanvaard dit van wege mijn n heiligen patroon.
Ik begreep hem ni t al tc wel en, daar het zicht eens
uniforms mij ten zijnen opzichte in weinig gunstige
stemming bracht, deed ik hem taeken dat ik wei
gerde.
Gij zijt een Poolscli*, zegde hij mij, eenigzins rood
Wjrdeude, en gij kent onze gebruiken niot. Het is
vandaag mijn naamdag en op zulken dag is het bij
zonderlijk e.>n plicht voor ons mot de ongelukkigen te
declen. Aanvaard dus, ik bid u, in naam van mijnen
heiligen patroon, n
Aan zulke roereude en zoo kristelijke bede kon ik
niet wederstaan het pakje behelsde brood, zout en
eenige muntstukken. Deze gaf ik aan d# gendarmen en
hst brood deelde ik met den ambtenaar, die mij vroeg
Waarom voert men u naar Siberië.
Omdat ik de gevoelens en de gedachten eens Po-
piks had.
Dit recht had ge, daar ge in Polen waart maar
waarom willen de poolschen hunne denkwijze in Rus
land inplanten In het garnizoen onzer stad zijn er
oen tiental polakken die, na de omwenteling van 1830)
bi) ons leger zijn ingelijfd geweest. Zoudt gij 't geloo-
ven willen, Mijnheer die polakkeu hitsen onze sol.
daten op met hun wijs te maken dat zij zeer ongeluk
kig zijn, dat de tsar daar de ehuld van is, en dat zijn
gezag niet wettig ie. Nu, wat is het gevolg van dat
alles Dat zij niets doen dan hunnen toestand verer.
geren en zich al de gestrengheid der russische wetten
op den halB kalm. Dio polakken begrijpen niet dat
elke natie een staatsbestuur heeft en hebben moet dat
met hare natuur overeenkomt, liet rutsibch volk is nog
altijd lomp en onbeschaatd hoe wil men, in zulkda-
uigeu zakentoestand, aan een ander gezag, aan e nige
staatkundige hervorming deuken
Zoohaast men iets of wat van de gestrengheid onzer
wetten wil afwijken, zullen het leven en de fortuin der
burgers aanstonds ernstig gevaar loopen dan zullen
de moorden, de dieverij en de brandstichting aan het
dag-orde staan Ik ken de natie waaraan ik toebehoor.
Mettertijd zal men wel de hand aan eenige verande
ringen kunnen slaan, maar dit zal nog van zoo haast
niet zijn, en voor het oogeublik is er zelfs niet aan te
denkenn
Uitgezonderd de eenige dagen dat w ij, ten gevolge
der onpasselijkheid waarvan ik gesproken heb, ver
plicht waron stil te houden, zettedtm wij de reis voort
zonder ergens te vertoeven, tt n zij aan de standplaat
sen en den uoodigeu tijd om van paarden te verwis
selen, en te eten.Wij reisden dag en nacht, en wiJ
sliepen gezeten in de kibitka maar mijn slaap was
niet zoo rustig als die mijner twee bewakers. I'en ge
volge der gedurige schokken van het voertuig, waren
mijne ketens gestadig in beweging en sloegen tegen
mijne voeten Om dit ongemak te voorkom' n, was ik
genoodzaakt de ijzers tot mij te brengen en ze altijd in
de banden te houden. Door slapeloosheid gekweld,
neven mijne gendarmen, in diepen slaap gedompeld en
wier pettsn, door den wind afgerukt, ik meer dan eens
opvangen moest, kon ik mij niet weerhouden, te glim
lachen bij bet gedacht dat ik de; wijze de bewaker mij.
ner eigene bewakers was. De reis was ecutoomg, on
danks de duizelige snolheid der reis, misschien wel
was het juist die snelheid die Vaar eentoouing maakte,
omdat zij eene lange beschouwing verhinderde en de
verschillende indrukken in verwarring bracht. Ge
middeld honderd zes eu zeventig kilometers per dag
afleggende, was ik opvolgentlijk dc bestuurgewesten
Tsjernigov, Orel, loela, Kiazanladimir, Niijni-Noi-
gorod, Kazan, Viatka en Perm doorgaredm en het
Oeralgebergte en de bergen van Tobolsk over gutrok
ken en, na twintig dagen, zag ik mij, van de vrucht
bare vlakten van Polen, overgebracht in h> t hertje van
westelijk Siberië, zonder om zoo te zeggen 't bewust
zijn tc hebben der lanclen uueh der volkeren die ik
achter mij had gelaten.
Aan eene der laatste standplaatsen voor Omsk, gedu
rende de verwisseling d.;r paarden, bleef een solda. t
voor mij staan en floot een deuntje dat mij deed op
springen 't was het aria van Dombrowski Polen,
neen, zal nooit vergaan 't Was oen landgenoot van
Mazovie, een strijder van 1830, een wapenbroeder bij
hat leger van Siberië ingelijfd. Hij kwam heimelijk
tot mij en had slechts den tijd mij te vragen Wat
dien onze landsgenoten, en welke is de meening in
Frankrijk n
Eind,lijk, den 20 Oogst 1844, zeer laat reeds in den
nacht, bleven wij voor eene soort van versterking stil
Btaan.
"WerJa?riep de schildwacht van op het bolwerk.
Een ongelukkiger riep de postiljon van uit onze
kibitka.
Aanstonds werden de poorten geopend wij waren
te Omsk.
Met die koortsachtige vaardigheid die de openbare
diensten in Rusland kenmerkt, was er reals, na verloop
van twintig minuten, een verslag over mijne aankomst
aan den bevelhebber der versterking en aan den prins
Gortsjakov, algemeen landvoogd van westelijk Sibe.
rië, overhandigd en men keerde terug met het bevel
mij naar de wacht, heel dicht bij het huis des vorstes
te brengen.
Men huisvestte mij in eene kamer die ik reeds bezet
voud door eenen officier gestraft voor inbreuk op
krijgstucht, 't Was een heel jong mensch van goede
familie, nauwelijks twintig jaren oud, schoon, beval
lig, vrolijk, fransch sprekend en zijne goede luim nae-
«ledeelende aan alles wat hem naderde.
Toen hij vernam dat ik Polak was deed hij mij or.-
middelijk een gedienstig onthaal, bood mij tal van
kopjes thee aan en verhaastte zich mij een legerstee
gereed te maken. Ondauks de vermoeienis eener lange
reis, bracht ik het grootste deel van den nacht in ge
sprek met hem door,$00 aangenaam was mij zijn op
geruimde kout Hij Was heel goed met 't laudbeksnd en
gaf mij, te dien opzichte, de nauwkeurigste en de nut
tigste inlichtingen maar hij bracht mijns tevreden
heid ten toppunt met voor mij eene tamelijk goede
kaart van Siberië te ontplooien. Ik bekeek ze met eene
koortsachtige nieuwsgierigheid, deed mij er de teekens
van uitleggen, bestudeerde de verscliilliga wegen en
de waterloopen en spande al mij ne krachten in om ze
in mija geheugen te prenten mijn hart klopte ge
weldig en ik kon mijnen blik van de kaart niet afwen,
den. De officier bemerkte eindelijk mijne ontroering.
Asa zegde bij mij, zijt ge misschien bezig een
plan tot ontvluchten te beramen Ik bid u, denk daar
niet aan, zulks iets is gansoh onmogelijk. Verscheidene
uwer landgenoten hebben het beproefd, en zij hebben
zich mogen gelukkig achten indien ze, langs alle kan
ten opgespeurd, door den honger gefolterd en yot van
wanhoop, nog den tijd gehad hebben door dén zelf
moord aan de gevolgen hunner waanzinnige onder
neming te kunnen ontsnappen. Die gevolgen zijn
onvermijdelijk de knoet en een rampzalig leven, zooals
k het u niet beschrijven kan. Om Godswil, stel toch
dergelijke, gedachten uit uwen geest I
Ik vroeg aan mijnen gezel de reden zijner gevang-
zitting.
Wat weet ik antwoordde hij mij. Het is de eerst*
maal niet dat ik deze muren begroet dit geluk valt
mij ten minsten tweemaal ter maand tc beurt. Wij heb.
ben nog eenen kolonel van de oude soort, zeer gestreng
op het puut der krijgstucht en daar ik zooals ge zietj
het geluk of het ongeluk heb zoo maar altijd zottelijk
opgeruimd te zijn, stelt hij mij zeer dikwijls op arrest
om mij te leeren een ernstig man te worden. M at hem
het meest kwaad maakt is dat ik hem nooit iets vraag;
hij uoemt dat onbeschoftheid en vrijgeestigheid (vol-
nodoumstvó). n
[Wordt voortgezet.