EENE uit VLUCHT Siberië Ie Jaar. Nummer 43 Zondag 24 October 1886. Onderwijs en Landbouw. Ave, Cesar, moritviu te salutant! LIBERAAL WEEKBLAD VOOR Ahnnnnmontcnrii»! 5 fr- voor de sta*d' voorop betaalbaar. Abonnement..pi IJS 5 fr 50 voor den buiten, PRIJS EER NUMMER 10 G EN TIMEN. Ven abonneert zich op alle poetkantooren voor den buiten 40, Korte Zoutstraat, 40, Aalst voor de stad, ten kantoore van het blad. HET ARRONDISSEMENT AALST. Gewone, Ij centimen j dnilTSGCi. Prijs der annoncen Reklamen, 75 centimen Yonrtissn op de derde lladzijde, 30 centimen. \len maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt. Handschriften worden niet terug gezonden. Nee spe nee metu. AALST, 23 OCTOBER. LANDBOUW EN DENDERGALM. Onder dien titel verscheen er, zondag laatst, een artikel in liet hand van Aalst, dat wij eenigzins bespreken moeten. Wij zullen niet stil blijven bij de scheldwoor den die de kristelijke gazet ons naar het hoofd werpt, wij zullen ons zelfs niet stooren omdat het blad verkeerd zin sneden uit onze artikels mededeeld en dan nog durft beweeren dat zij letterlijk overgedrukt zijn. De polemiek dier schrijvers is genoeg gekend, en wij ver hopen voor de personen die met hen in dagelijks verkeer zijn, dat die heeren gazettiers eerlijker in hunnen handel zijn, dan in hunne manier van strijd voeren. Daarover punctum. Wij hvbbm ons altijd,en wij blijven m die zienswijze volharden, tegen de inko mende rechten op graan en vee verklaard: onzes inziens zijn die inkomrechten niet instaat den landbouw op te beuren, hem een redmiddel te zijn. Onze gezind heid bestrijdt het Land in dezer voege Wij vragenzelfs aan d' hevigste libera len, of er ooit DOMMER woorden geschre ven zijn FrankrijkDuitschland Spanje, beschermen ook hun nen Landbouw I)at het slim Land van Aalst ons gedacht dom viudt, zou ons eenigzins uit ons lood kunnen slagen, hadden wij niet,^ van eenen anderen kant, den troost in de Stem der Vlaamsche Landbouwershet volgende, door den Akkerbouw oveige- nomen, onder het oog te krijgen De marktprijzen der granen; niet alleen in Bel(rië waar geen invoerrechten be staan, maar ook in Frankrijk waar wel i n voer rechten bestaan verschil len nog al aanmerkelijk, de eene maikt- plaats°met de andere vergeleken. Bij voorbeeld de tarwe per 100 kil. stond onlangs genoteerd te Antvv erpen op 1 tot llf 12 frs. te Roesselare op 20 tot 21 frs., te Bergen 17 1 2 frs., te Gent 19 112 frs. Hetzelfde verschijnsel wordt in Frankrijk opgemerkt. Bij voorbeeld in het zuiden stond de tarwe genoteerd op 22 frs. in het westen op 20 frs. W at bewijst dit Heeft de wet in zake rechten op den invoer van vreemde granen, in Frankrijk een gevoeiigen invloed gehad Tot hiertoe niet EN IN Dl I ISCH LAN I) KLAGEN DE LANDBOUWERS MEER DAN OOIT. De invoerrechten hebben tot dusver 's Rijkskas helpen vullen maai nog niet genoeg, r Twe landbouwbladen dus, die er voor zeker op uit zijn de belangen van den Landbouw te verdedigen, loopen al niet zeer hoog met de invoerrechten op, ze schijnen weleer hunnen weldadigen in vloed te betwijfelen. In gemeenschap van gedachten zijnde met die tweede be voegde bladen, zal het ons wel toegela ten zijn ons om de uitscheldidgen van het Land niet te bekommeren. Zelfs zij die de beschermende rechten voor den Landbouw vragen zijn het over al niet eens. Een staaltje. Op het. Land- bon w-Onderzoek, zaturdag laatst te Aalst gehouden, verklaarde M. Vaerman van Denderleeuw, dat hij niet alleen inko mende rechten vraagt op het graan, maar ook op zaden, hop en vlas. M. Goppens, burgemeester van Lede, is voor de iet ,i- ten op 't vee maar niet voor de rechten op "t graan, omdat langs zijne streek de landbouwers veel koeibeesten kweeken en voor het overige meest vlas, ajuin, groensel en boomgaartvruchten voort brengen. Men ziet liet, elk spreekt voor zijne kapel, elk kanton voor zijne vooi t- brengselen. Iloe, in deze omstandigheid, tot eene overeenkomst geraken, ten ware op alles beschermende rechten te heffen. te moeten dragen eener heropbeuring van den landbouw. Wij hebben reeds in een onzer eerste nummers staande gehouden dat de pach ten niet meer in verhouding waren met de prijzen van 't land, dat een deel dei- crisis die thans op den Landbouw weegt voor een zeergroot deel uit den te Imo gen pachtprijs voortspruit. Over een 15 Val jaren was de prijs van de meeste Landbouwproducten veel hoogerdan nu. zoodat alsdan het Landbouwersbedrijf zeer winstgevend was. Alsdan was elkeen begeertig dien stiel aan te vangen, de vraag naar land was ongemeen groot en die omstandigheid, gevoegd bij de toenmalige hevige kiesworstelingen on der het regiem der gekende briefjes, bracht den prijs der bouwlanden tot eenen ongemeen hoogen prijs, waarvan de boeren met genoegen den intrest be taalden. Toen in latere jaren, het land bouwbedrijf niet meer zoo voordeelig bleef, toen de landbouw voortbrengselen al tc? zeer in prijs verminderden, verviel ook den landbouwersstiel het in 't oog springend redmiddel was het brengen van de pachtprijzen op den ouden voet, het evenredigen dier prijzen met do ech te waarde der landen. Dit was een louter verlies voor de grondeigenaars eu niet te verwonderen is het dat deze zooveel mo gelijk de oude pachtprijzen blijven be houden in andere middelen zoeken om. zonder verlies voor luin zeiven, den land bouw ter hulp te komen. Vandaar die beweging ten voordeele der beschermen de rechten op graan en vee, die zeker haren oorsprong heeft in den wenscli der grondeigenaren niet alleen de kosten Maar zou de landbouwer niet zeil een middel ter hand hebben om zijnen toe stand te verbeteren, zonder zijnen toe vlucht te moeten nemen tot de bescher mende rechten, zonder van zijnen grond eigenaar nieuwe opofferingen te moeten eischen. Op het Landbouw-Onderzoek te Evergein is de bijzondere aandacht in geroepen geweest op de onverschillig heid en de nalatigheid der landbou wers. Hedendaags speelt de kunstvette eenen groot en rol in den Landbouw en is van algemeen gebruik. Ilewel t blijkt dagelijks welke groote vervalschingen daaringebinikt worden de landbouwer besteedt maar al te dikwijls veel geld aan nietswaardige stoften. Nu, M. Fay, fabrikant van scheikundige meststoften te St. Amandsberg, is te Evergem ko men verklaren dat, alhoewel zijne pro ducten aan de proefstatiën onderworpen zijn, er hem nog maar twee ontsledingen gevraagd zijn geworden. Dus wordt de landbouwer bedrogen door zijne eigene onverschilligheid, doorzijne nalatigheid. Zooals alle stielen, zooals alle nijver heden, is de landbouw voor verbeterin gen vatbaar en kan de wetenschap hier toe bijdragen. Vele landbouwkundigen vinden een middel tot bestrijden dei- crisis in de opjagende teelt de landbou wer moet meer voortbrengen en aan goedkoopen prijs. Maar daarom zou hij moeten afzien van den ouden sleur, zou hij een landbouwonderwijs moeten ge nieten waardoor hij zich op de hcogte zou kunnen houden van den vooruitgang en kennis maken met de nieuwe cultuur stelsels enz. Thans schrikt hij af van den vooruitgang hij blijft den zelfden weg ingaan die zijne oudjes 'bewandelden en zelfs de landbouwvoordrachten worden door hem vermeden. Bovengenoemde heer Fay vroeg de uitbreiding van het landbouwonderwijs in de lagere school en zelfs M. Vaerman, op het Landbouw onderzoek te Aalst, vraagt nog, hoven de wier toestand ook naar ung redding vraagt. hulp J. J en Ik reclameer den prijs. Onze Koning Leopold II, heeft bij r.i.dilel van den 3Ioniteuv doen bekend maken, dat de pi ijs van 25,000 franks door hem ingesteld, in 1887 zal wor'en toegekend aan liet werk dat het best ral aa itooaen, op welke wijze België zijne rol in de groote Europeeschc familie, zoo n nit politiek en verstandelijk, als uit maat1 n schappelijk oogpunt moet opvattenom op de meest nuttige wijze zijn eigen belangen en tegelijkertijd, die der beschaving in 't alge- meen te dienen Zeer eenvoudig België kon sh c-hts op eene wijze zijne rol goed opvaten, dat is, door zich zoo spoedig mogelijk van zijn ellendig mirnste1 riete outloen, door alle scholen te herstellen, die de zachtmoedige minister Thonissen in 288 gemeenten heeft algeschatt door aan de 3^10 onderwijzers en onderwijzeressen hun ao.le loon terug te geven, dat men thans belangrijk heeft besnoeid door de 1200 onderwijzers en onderwijzeressen, die de clericalen hebben op straat gezet, weer naar hunne scholen terug te roepen. i I)it gedaan, verwijdere België alle broeder- keus, paters en nonnen uit de gemeentescholen en schafte alle aangenomene scholen af ver volgens neeir.e men strenge maat ezelen tegen het bezit van goe 'eren in de doode hand bij kloosters en godsdienstige vereenigingen men geve aan de gemeenten het recht van beheer over de kerkelijke eigendommen e.i heffe de rechtspersoonlijkheid op der kerkiabEekc-i. Voorts voere men in. de persoonlijke mih- t lire dienstplicht voor alle mannen van de kerk, en vervolge alle handelaren van mirakelen in flesschen, evenals degenen die de menschen be driegen met vervalschte lev smiddelen. De mannen die ou Ier den dekmantel der re ligie op niets uitzijn dan om het volk uit te buiten, dom te houden en te verbeest u, die de huishoudens en het land in tw;st en twee dracht hebben gebracht en van uit den biecht en pred kstoel den burgeroorlog hebben aan- gopredikt en onze nationale instellingen aan gerand, zouden streng moeten bewaakt en gemuilband worden. De gazetten in den aard van den Patriot, le TirailleurHet Land en He Werkman, zou men moeten vei plichten een patent te nemen als leugenaars en volksbedriegers en dit patent aan het hoofd van hun blad tj vermelden. Hunne schrijvelaars en opstellers zouden eenen zinken hoed'en frak moeten dragen, juist gelijk de commissionnaircs der Tandentrekkers, wei- Klerikale Spaarzaamheid. Over ee nige maanden stieri de heer V> outers, leeraar van Geschiedenis aan deOentsche lloogeschool. Twee professors dier L di versiteit stelden zich ter beschikking den Minister van Binnenlandsche beschermende rechten, voor de jonge landbouwers een Landbouw-Onderwijs nuttigen ernstigingericht. Doet de vraag van M. Vaerman niet genoeg zien dat hij zelf niet alle redding uit de inkomen de rechten verwacht en dat hij nog an dere middelen noodig acht om den toe stand onzer landelijke bevolking goed te maken ij doelen het gevoelen van den heer Valery Cnmont dat de inkomende rechten wellicht eene leniging, maar toch geen geneesmiddel voor den kwij nende Landbouw kan zijn dat de gene raliteit der belgen niet betalen moei voor een deel bijzonderlijk moet men zich wel wachten nieuwe lasien te doen drukken op de stedelijke werkersbevol- ke in de straten der groote steden loopen, op lat men ze van verre zou k amen. Ziedaar, Sire, op welke wijze België zijne rol heeft op te vatten in de groote Luropeesehe fami'ie, om zijn eigen belangen in die der alge- meene beschaving te dienen. Ik zou nog t een en t ander kunnen zeggen over de millioenen welke gij, Sire, aan uwe zwarte onderdanen van den Congo zendt, om ze wit te wassclmn, terwijl g j uwe witte en getrouwe onder lanen van België laat ewait maken van uwe geliaatte en gevloekte ministers. Denkt II niet, Sire, als ik deze gedachten wat breeder uitwerk, dat ik dan den prijs an 2öOOOfranks verdien Indien ik hein bekom, schenk ik hem ten vollen aan de arme ouder wijze! s, welke door uwen minuter Treurwilg Thonissen zij u afgeschaft, omdat zij getrouw waren aan eed en plicht. Tist Karbonkel. van Zaken en Openbaar Onderwijs, om de twee leergangen van den afgestorvenen leeraar over te nemen het waren M. Paul Fredericq, bijzonder doktor in de Geschiedkundige wetenschappen en sinds een tal vanjaren belast met t onder wijs der Geschiedenis,eerstin de athenea en dan in de universiteiten van Luik en Gent, en M. Discailles de bekwame man, in liet onderwijs der Geschiedenis vergrijsd en schrijver van menig be kroond geschiedkundig werk. De be reidwilligheid dier heeren moest aan het goevernement niets kosten, zij stelden zich onbaatzuchtig ten zijnen diensten. Dit was wel een bewijs van groote wel willendheid van hunnent wegewant men gelast zichniet te gaarne, met meer werk dan dat waarvoor men betaald wordt. Van zulke prachtige gelegenheid had een goed minister, die de belangen én van het onderwijs, én van de schatkist behartigt, maar aanstonds gebruik ge maakt 't gebeurt niet dagelijks dat men kosteloos uitmuntende leeraars ter zijner beschikking heeft. En wat doet M. Tho nissen Zat hij de jaarwedde van eenen professor sparen en het onderw ijs dei Geschiedenis aan de voortreffelijkste meesters toevertrouwen Neen. Er nes telde daar ergens, te Luik, een gunste ling eens professors die kwezelaar ge noeg is om met den flambeeuw in de hand zich in de processie te vertoonen, en die gunsteling moest geplaatst wor den vijf en twintig jarigen jongeling, pas in het bezit van zijn doctors diploma zonder bewijzen geleverd te hebben van bijzondere geschiedkun dige kennissen, ziet hij zich als buiten gewoon Hoogleeraar aan de Universi teit van Gent genoemd, met eene jaar wedde van 5000 franken Weêral 5000 franken in het water gesmeten, weêral 5000 frankeu verkwist Om vrienden te begunstigen is er geenegespaarzaamheid noodig maar om arme onderwijzers broodeloos te stellen, Oh dan, ja Het heeft deze week al heel weinig 11 NAAR HET FOOLSCH van Ütiifiii XMotvoAVwlti. gesclieelc of de liberale verzoening eu eendracht was weêral naar de maan, en dit dan nog door de schuld van dien zelfden heer Ronvaux die te Namen zoo welsprekend de eendracht en de verzoe ning aanpredikte. Dat de man het pro gramma der radikalen aankleeft kon den de doctrinairen van hem wel ver staan, en daarin zagen zij ook al geen DÉ DENDERGALM ■ll*wrï8&^- ..n j t; t P 1 Altijd, op in ij lie rtis, heb ik gedacht derg-lijke gif ten te moeten weigeren oV-rigens, de rusVisohe over lieden zouden ze mij ongetwijfeld afgenomen hebben Integendeel aanvaarde ik, zonder haarzelen en met dankbaarheid, het eten en drinken dat men mij van alle zijden aanbracht. Zeldzaam trof ik standplaatsen aan waar de postmeester naliet 't zij thee 't zij brande wijn, en zijne vrouw of zijne dochters koeken, ge- droogden visch of fruiten mij aan te bieden. Aan eene dier standplaatsen, niet ver van Toela, zag ik eei.en bedienden in uniform tot mij komen en mij schroom vallig een klein pakj», in eenen doek gewikkeld, in dezer voege aanbieden u Aanvaard dit van wege mijn n heiligen patroon. Ik begreep hem ni t al tc wel en, daar het zicht eens uniforms mij ten zijnen opzichte in weinig gunstige stemming bracht, deed ik hem taeken dat ik wei gerde. Gij zijt een Poolscli*, zegde hij mij, eenigzins rood Wjrdeude, en gij kent onze gebruiken niot. Het is vandaag mijn naamdag en op zulken dag is het bij zonderlijk e.>n plicht voor ons mot de ongelukkigen te declen. Aanvaard dus, ik bid u, in naam van mijnen heiligen patroon, n Aan zulke roereude en zoo kristelijke bede kon ik niet wederstaan het pakje behelsde brood, zout en eenige muntstukken. Deze gaf ik aan d# gendarmen en hst brood deelde ik met den ambtenaar, die mij vroeg Waarom voert men u naar Siberië. Omdat ik de gevoelens en de gedachten eens Po- piks had. Dit recht had ge, daar ge in Polen waart maar waarom willen de poolschen hunne denkwijze in Rus land inplanten In het garnizoen onzer stad zijn er oen tiental polakken die, na de omwenteling van 1830) bi) ons leger zijn ingelijfd geweest. Zoudt gij 't geloo- ven willen, Mijnheer die polakkeu hitsen onze sol. daten op met hun wijs te maken dat zij zeer ongeluk kig zijn, dat de tsar daar de ehuld van is, en dat zijn gezag niet wettig ie. Nu, wat is het gevolg van dat alles Dat zij niets doen dan hunnen toestand verer. geren en zich al de gestrengheid der russische wetten op den halB kalm. Dio polakken begrijpen niet dat elke natie een staatsbestuur heeft en hebben moet dat met hare natuur overeenkomt, liet rutsibch volk is nog altijd lomp en onbeschaatd hoe wil men, in zulkda- uigeu zakentoestand, aan een ander gezag, aan e nige staatkundige hervorming deuken Zoohaast men iets of wat van de gestrengheid onzer wetten wil afwijken, zullen het leven en de fortuin der burgers aanstonds ernstig gevaar loopen dan zullen de moorden, de dieverij en de brandstichting aan het dag-orde staan Ik ken de natie waaraan ik toebehoor. Mettertijd zal men wel de hand aan eenige verande ringen kunnen slaan, maar dit zal nog van zoo haast niet zijn, en voor het oogeublik is er zelfs niet aan te denkenn Uitgezonderd de eenige dagen dat w ij, ten gevolge der onpasselijkheid waarvan ik gesproken heb, ver plicht waron stil te houden, zettedtm wij de reis voort zonder ergens te vertoeven, tt n zij aan de standplaat sen en den uoodigeu tijd om van paarden te verwis selen, en te eten.Wij reisden dag en nacht, en wiJ sliepen gezeten in de kibitka maar mijn slaap was niet zoo rustig als die mijner twee bewakers. I'en ge volge der gedurige schokken van het voertuig, waren mijne ketens gestadig in beweging en sloegen tegen mijne voeten Om dit ongemak te voorkom' n, was ik genoodzaakt de ijzers tot mij te brengen en ze altijd in de banden te houden. Door slapeloosheid gekweld, neven mijne gendarmen, in diepen slaap gedompeld en wier pettsn, door den wind afgerukt, ik meer dan eens opvangen moest, kon ik mij niet weerhouden, te glim lachen bij bet gedacht dat ik de; wijze de bewaker mij. ner eigene bewakers was. De reis was ecutoomg, on danks de duizelige snolheid der reis, misschien wel was het juist die snelheid die Vaar eentoouing maakte, omdat zij eene lange beschouwing verhinderde en de verschillende indrukken in verwarring bracht. Ge middeld honderd zes eu zeventig kilometers per dag afleggende, was ik opvolgentlijk dc bestuurgewesten Tsjernigov, Orel, loela, Kiazanladimir, Niijni-Noi- gorod, Kazan, Viatka en Perm doorgaredm en het Oeralgebergte en de bergen van Tobolsk over gutrok ken en, na twintig dagen, zag ik mij, van de vrucht bare vlakten van Polen, overgebracht in h> t hertje van westelijk Siberië, zonder om zoo te zeggen 't bewust zijn tc hebben der lanclen uueh der volkeren die ik achter mij had gelaten. Aan eene der laatste standplaatsen voor Omsk, gedu rende de verwisseling d.;r paarden, bleef een solda. t voor mij staan en floot een deuntje dat mij deed op springen 't was het aria van Dombrowski Polen, neen, zal nooit vergaan 't Was oen landgenoot van Mazovie, een strijder van 1830, een wapenbroeder bij hat leger van Siberië ingelijfd. Hij kwam heimelijk tot mij en had slechts den tijd mij te vragen Wat dien onze landsgenoten, en welke is de meening in Frankrijk n Eind,lijk, den 20 Oogst 1844, zeer laat reeds in den nacht, bleven wij voor eene soort van versterking stil Btaan. "WerJa?riep de schildwacht van op het bolwerk. Een ongelukkiger riep de postiljon van uit onze kibitka. Aanstonds werden de poorten geopend wij waren te Omsk. Met die koortsachtige vaardigheid die de openbare diensten in Rusland kenmerkt, was er reals, na verloop van twintig minuten, een verslag over mijne aankomst aan den bevelhebber der versterking en aan den prins Gortsjakov, algemeen landvoogd van westelijk Sibe. rië, overhandigd en men keerde terug met het bevel mij naar de wacht, heel dicht bij het huis des vorstes te brengen. Men huisvestte mij in eene kamer die ik reeds bezet voud door eenen officier gestraft voor inbreuk op krijgstucht, 't Was een heel jong mensch van goede familie, nauwelijks twintig jaren oud, schoon, beval lig, vrolijk, fransch sprekend en zijne goede luim nae- «ledeelende aan alles wat hem naderde. Toen hij vernam dat ik Polak was deed hij mij or.- middelijk een gedienstig onthaal, bood mij tal van kopjes thee aan en verhaastte zich mij een legerstee gereed te maken. Ondauks de vermoeienis eener lange reis, bracht ik het grootste deel van den nacht in ge sprek met hem door,$00 aangenaam was mij zijn op geruimde kout Hij Was heel goed met 't laudbeksnd en gaf mij, te dien opzichte, de nauwkeurigste en de nut tigste inlichtingen maar hij bracht mijns tevreden heid ten toppunt met voor mij eene tamelijk goede kaart van Siberië te ontplooien. Ik bekeek ze met eene koortsachtige nieuwsgierigheid, deed mij er de teekens van uitleggen, bestudeerde de verscliilliga wegen en de waterloopen en spande al mij ne krachten in om ze in mija geheugen te prenten mijn hart klopte ge weldig en ik kon mijnen blik van de kaart niet afwen, den. De officier bemerkte eindelijk mijne ontroering. Asa zegde bij mij, zijt ge misschien bezig een plan tot ontvluchten te beramen Ik bid u, denk daar niet aan, zulks iets is gansoh onmogelijk. Verscheidene uwer landgenoten hebben het beproefd, en zij hebben zich mogen gelukkig achten indien ze, langs alle kan ten opgespeurd, door den honger gefolterd en yot van wanhoop, nog den tijd gehad hebben door dén zelf moord aan de gevolgen hunner waanzinnige onder neming te kunnen ontsnappen. Die gevolgen zijn onvermijdelijk de knoet en een rampzalig leven, zooals k het u niet beschrijven kan. Om Godswil, stel toch dergelijke, gedachten uit uwen geest I Ik vroeg aan mijnen gezel de reden zijner gevang- zitting. Wat weet ik antwoordde hij mij. Het is de eerst* maal niet dat ik deze muren begroet dit geluk valt mij ten minsten tweemaal ter maand tc beurt. Wij heb. ben nog eenen kolonel van de oude soort, zeer gestreng op het puut der krijgstucht en daar ik zooals ge zietj het geluk of het ongeluk heb zoo maar altijd zottelijk opgeruimd te zijn, stelt hij mij zeer dikwijls op arrest om mij te leeren een ernstig man te worden. M at hem het meest kwaad maakt is dat ik hem nooit iets vraag; hij uoemt dat onbeschoftheid en vrijgeestigheid (vol- nodoumstvó). n [Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1886 | | pagina 1