Ontrouw en Wraak,
3de Jaar.
Nummer 7 (111)
Zondag 12 Februari 1888.
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
6 fr. roor de stad.
Abonnementsprijs: j 5 fr 50 voor dan buiten, J
PRIJS PER NUMMER 10 C EN TIMEN.
voorop betaalbaar.
Men abonneert zich
op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore van het blad,
40, Korte Zoutstraat, 40, Aalst.
HET ARRONDISSEMENT AALST.
Gawone, 15 oentimen
Prijs der AnnoncenBaktenwn> 76 eentim6n
Vonnissen op de derde Uadzijde, SO centimen.
per drukregel.
Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan liet blad gezonden wordt.
Handschriften worden niet terug gezonden.
Nee spe nee metu.
AALST. 11 FEBRUARI.
Ttn itenlandsch politiële
overzicht.
Twee. gewichtige politieke gebeurtenissen
kenmerken h»t tijdstip der acht laatst rervlo
gene dagen het openbaar maken van het ver
drag tu8«chen Duitschland en Oostenrijk en de
belangrijke redevoering, verleden maandag,
door M. von Bismarck iu den duitschen
Reichstag uitgesproken.
Geen dagblad van welke kleur ook of het
heeft lijn woord over de groote kwestie van den
dag, het openbaar maken van het verdrag tus-
schen Duitschland en Oostenrijk. Dit verdrag
dagteekent reeds van 8 jaar vroeger, want de
ontmoetingtusschenkeizerWdhelmenczar Alex
ander II te Alexandras, waarvan wordt ge
sproken,had plaats op3 september 1879.Eenige
dagen later rukten de Oostenrijksche troepen
Novi Bazar binnen en toen nam prins Gortcha-
koff een vijandige houding aan tegenover
Duitschland. Den 21 september was prins tod
Bismarck te Weenen, dan 25 terug te Berliju
en den 29 octobor was hij te Yarzin.. Eerst wei
gerde keizer Wilhelm het verbond te teekenen
maar graaf zu Stolberg verkreeg het handte»ken
te Baden-Baden nog voor einde 1879.
Dit is;.in korte woorden het historisch van
het verhond, de beweegreden waarom dit punt
nu is openbaar gemaakt is meervoudig. Voor
eerst heeft Duitschland 700,000 nieuwe goed
afgerichtte soldaten noodig en daarbij het on
misbaar kapitaal voor de uitrusting, ten tweede
dient het als waarschuwing voor de toenadering
t'isschen Rusland en Frankrijk, ten derde isjer
de ontworpene leening vanRusiand niet vrsemd
aan, ten vierde zou het eene onrecbtstreeksche
vriendschappelijke waarschuwing wezen voor
Rusland tegen het onafgebroken voortzetten
der krijgsuitrustingeu langsheen de heele wes
telijke en zuidergrenzen en last not least moe
ten er de zaken van Bulgarie of, om duidelijker
te wezen, de kwestie der Balkans niet vreemd
aan wezen, want van daar uit dreigt het onweer
te zullen losbarsten.
Wij deelen verder op de redevoering mede
van prins vou Bismarck tot verdediging van het
nieuw militair wetsontwerp en het verkrijgen
eener groote meerderheid voor de daardoor
noodzakelijk gemaakte leening.
Die redevoering bestaat voor ons uit drij
hoofdpunten..Het eerste is eene onverholen lof-
tuiging op de vredelievendheid van den president
der fransche Bepubliek het tweede eene open
bare poging tot toenadering met Rusland, maar
het derde deel eene krachtdadige uitdrukking
van wat Duitschland kan en zal, in geval het
Rijk wordt bedreigd of aangevallen, hetzij die
uitval uit het Oosten, het Westen of gelijktij
dig langs de twee zijden moest geschieden.
Geestd-iftig zijn de woorden van den groot
kanselier onthaald in den Rijksdag, maar die
geestdrift was niets in vergelijking van het ont
haal dat hem te beurt viel, toen hij, na zijne
zending te hebben vervuld in de Ivamer, tevoet
naar zijn buis terugkeerde. De heele ontwikke-
1.
i.
Traag en log rolde de doodswagen uit de
gevangenis van Leuven na r het kerkhof dier
stad.
Een eukele persoon volgde het nare rijtuig
blijkbaar behoorde hij tot den koogeren stand
zijn zwart lakensche frak sleot nauw passend
om zijne leden, en zijne fijne verlakte schoenen
kraakten eentonig op de straatsteenen.
liet war» lastig geweest te zeggen wat in hot
gemoed van dien man omging, want het hoofd
hing h»m op de borst, en zijn gelaat was schier
teenemaal door de breede boorden van zijnen
vilten hoed overschaduwd.
Slechts Wanneer d» aardkluiten op de doods
kist bonsden, verhief hij het, gelaat en kon men,
aan den donkeren, verwilderden blik dien hij
op den grafmaker wierp, bemerken, dat gram
schap of eindelooze «mart hem den boezem
doorgriefden
Vaarwel, Adolf! snikte hij. Eu dan zich
inhoudendemurmelde hij met verdoofde
stemme Gij zult gewroken worden... o ja,
gij zult gewroken worden... dat zweer iku bij
God...
Het moest zijn dat deze overweging eene
gausche wereld van gedachten in zijnen gees';
ling der policiemacht was niet in staat den ijze
ren kanselier volledig te beschermen tegen de
duizenden en duizenden blijken ean vader-
derlandschlievenden geestdrift die de menigte
op zijnen weg ten toon spreidde.
Het gevolg zijner redevoering in den Rijks
dag was het voorstel van den vrijheer von
Franckenstein om het ontwerp van leening zon
der beraadslaging aan de commissie van het
budget te zenden ter goedkeuring en eveneens
de wet op den dienstplicht in tweede lezing en
in baar geheel aan te nemen. Al de partijen
on ersteunden dit voorstel, zelfs de sociaal-de-
mokraten deden geen verzet. Op al de openba
re tribunen werd stormachtig toegejuichd.
Oordeel der drukpers. Alle de berlijnsohe
dagbladen, zonderonderscheid van denkwijze,
zijn bet eens om den grootschen indruk te doen
uitschijnen van Bismarck's rede, alsook de
volledige overeenstemming met dewelke de
Reichstag het wetsontwerp heeft aanvaard.
In Frankrijk drukt zich de meerderheid dei-
drukpers uit op eenen toon van ontijdige hevig-
ïeid en stelt alles in het werk om de gemoede
ren ta verontrusten.
De italiaansche drukpers schijnt, in het alge
meen, nogal tevredon.
In Rusland is der redevoering van den kanse
ier een goed onthaal van wege de invloedrijke
bladen te beurt gevallen, terwijl, integendeel,
de Oostenrijksche drukpers er zich met eene
tastbare omzichtigheid over uitdrukt.
Uitgenom-n Times en Standard, leggen de
enge'scka bladen de taal van M. von Bismarck
i eenen vredelievenden zin uit.
Anti-Dnifschc betooging in Frankrijk.
Zondag is te Toul, onder voorzitterschap van
den afgevaardigde Barbe, minister van land
bouw in bet vorige Kabinet, een gedenkteeken
onthuld ter eere van de soldaten uit die plaats,
welke in den oorlog vau 1870/71 gesneuveld
zijn. Er werden verscheidene redevoeringen
gehouden, onder anderen door den voorzitter.
Het keizerrijk, zeide hij, moet de verantwoor
delijkheid van dien oorlog en van het verlies
van twee provinciën dragen, Het leger van 1870,
sprak hij ten slotte, was machteloos tegen den
veel talrijker vijand. Thans echter kan ons op
de grondslagen der democratie nieuw gevormd
leger het hoofd bieden aan den vijand, en het
zal hem, als het tot oorlog komt, verpletteren.
De afgevaardigde Hubbard weidde in .lof uit
over de schoolbataljons en de turnvereenigin-
geu en maande dezen aan zich verder te be
kwamen thans vooral nu Bismarck Europa
dagelijks verrast met zekere zaken. Het
Duitsch-Oostenrijkscho tractaat, dat dezer
dagen openbaar is gemaakt, is hoofdzakv'ijk
gericiit tegen Frankrijk, dat de Duitsche rijks
kanselier wil vernietigen.
Bij de plechtigheid der onthulling was de
minister van oorlog door een ordonuancie-
officier en de minister van binnenlandsche
zaken door den onder-prefect vertegenwoordigd.
Woelingen in Spanje. De Kamer van
afgevaardigden heeft eene motie van de conser-
deed dooreenwarrelen, want eene zekere ge
jaagdheid maakte zich van hem meester en
nauwelijks was de kuil gevuld of hij verliet
met haastige treden het doodenveld. Als een
pijl uit den boog, vloog hij naar het station,
vroeg kort en eenigszins barsch eene reiskaart
voor Brussel en verdween dan in de wachtzaal
der tweede klas.
Een uur later belde hij aan een tamelijk
groot huis in de Koninklijke straat.
De meid, die de deur opende, bezag hem
van hoofd tot de voeten en sprak dan aar
zelend
Mevrouw ontvangt niemandzij is onpas
selijk.
Dat bevel geldt niet voor mijwedervoer
de bezoeker ik ben van den huize, rij ver
wacht mij.
En zonder zich verder om de dienstbod» te
bekreunen, stapte hij recht door den corridor
en opende op het einde eene deur, die tot een
klein maar keurig gemeubileerd vertrek toe
gang gaf.
Eene vrouw, van ruim dertig jaren, zat in
eene sofa bezig te borduren. De zware gordijnen
welke het daglicht in het vertrek matigden,
belette len den binnentredende oogenblikkelijk
de dame te ontwaren. Ook zegde hij op eenig-
zins spottenden toon Hoe de schoone
Dorinda is niet hier
De vrouw welke met den rug naar de dour
gekeerd was, had tot dan niet opgezien de
stem van den vreemdeling deel haar als eene
veer rachtspringen en het gelaat naar den
ingang wenden.
vatieven, waarbij de handelwijze der regeering
ter zake der onlusten bij de mijnen van Ilio
Tinto afgekeurd wordt, verworpen met 176
stommen tegen 19.
Volgens depechen uit Madrid zijn bij de on
lusten der mijnwerkers van Huelva in eene
xotsing met de troepen, verscheidene personen
gewond en 17 gedood. Thans houden 800 man
het district bezet, terwijl nog nieuwe troepen
aankomen.
Maatschappelijke rondschouw.
Over eenige dagen stelde men te Brus
sel een persoon in vrijheid die voor
eeaen diefstal, op het Ten-Bosch-plein
gepleegd tot 5 jaren gevangzitting
veroordeeld was geweest. De man werd
onplichtig bevonden, en zonder de latere
bekendmakingen der bijzit van den
echten dief, zou dus een ongelukkige
eerlijke vent vijfjaar te Leuven geker
kerd zijn gebleven, en met die schand
vlek zijn geheel leven beiaden geweest.
Het gerechtshof kan missen, wij we-
tan het doch het gerecht moet de ver
antwoordelijkheid der samenleving zijn.
Tot hiertoe wanneer eene rechterlijke
dwaling gekend wordt, vindt de maat
schappij het goed zich de handen te
wasschen, den onplichtige los te laten
zonder hem zelfs 'nen goeden dag te
w<nschen.
Dat is meer dan ogoïsmus, dat is
wreedheid
Er zijn landen waar de veroordeelden,
tot de slavernij gebannen, en die, wan
neer zij later onschuldig bevonden wor
den, bij hunne plechtige in vrijheidstel
ling met geschenken en rijkdommen als
vergelding in het moederland terugkee-
ren
In ons beschaafd Belgie gaat dat op
eene andere manier het ongelukkig
slachtoffer krijgt geen cent vergoeding,
geen enkel woord van spijt of leedwezen
van wegens zijne rechters wordt hem
toegesproken met het vooroordeel dat
aan den gewezen lcotzitter kleeft, werpt
men hem in de samenleving terug, en
werkachting of aanzien vindt hij
niet meer. Hij is een verloren man
Hoe democratisch, hoe volksch onze
zeden zijn
Noodwendig is het dat de maatschap
pij een einde aan dat vooroordeel, aan
dien toestand brenge. Alle in vrijheid
stelling von eenen onplichtige zou moe
ten op eene openbare plaats, op plech
tige wijze en door zijne dwalende rech
ters gedaan worden, en, volgens de on-
ondevgane straf, en volgens het gewaan
de schelmstuk waarvoor men onschuldig
geboet heeft, zou er eene vergelding
moeten toegestaan worden, om den 011-
lukkige aan het vooroordeel, aan de
schande en m -estal aan het gebrek te
ontrekken.
Het gerecht is de verantwoordelijkheid
Wat? gij hier? Gij, dien ik mijne deur
deed verbieden gilde zij. En in eene op
welling van toorn wilde zij naar de belkoord
snellen.
Onnoodig, Mevrouw, sprak de bezoeker,
bedaardhot minste gerucht zou de stem in
uwen gorgel versmachten. Gij zult mij aau-
hooren of sterven voltrok hij beslissend,
terwijl hij eenen revolver onder de oogen der
dame bracht.
Overwonnen en onderjukt door den vasten
toon dier stemme en door den dreigenden blik
die hUur tegen>traa!de, liet zij zich moedeloos
in de sofa vallen
Welaan, wat wilt gij murmelde zij
gelaten. De vreemdeling nam eenen stoel en
zette zich recht voor de dame n«der deze hield
hel oog angstig op hem gevestigd.
Die vrouw moest uitnemend schoon geweest
zijn, want. alhoswel de rozen thans van heure
wangen gevaagd waren en de jaren reeds eenigo
nauw vatbare rimpelen in beur voorhoofd
gegroefd hadden, mocht zij nog bekoorlijk ge
noemd worden.
Dat scheen ook de overtuiging van den be
zoeker want hij bleef eene wijl sprakelaos en
peinzend de dame aanschouwen.
Dat stilzwijgen moest haar lastig vallen,
trouwens, na eenige oogenblikken, smeekte
zij
In 's Hemelsnaam, Roland, spreek I Wat
verlangt gij
Ha Mevrouw', gij herinnert u thans
mijnen naam spotte de vreemdeling. "Gij
hadt nochtans gezworen te vergeten dat er een
der orde inde samenleving, en deze heeft
hier hare eer op liet spel. Het princiep
eener rechterlijke vergoeding' is eene
rechtvaardigheid welke niet mag ach
teruit blijven. Weihoe, voor een werk
van algemeen nut, laat de wet toe den
eigendom mits vergoeding in te nemen,
en wanneer men u uwe eer ontneemt en
schendt, is men u niets schuldig Het is
tijd dat men aan die onrechtvaardigheid
een einde stelle, dat men van de theorie
tot de pratijk overga, en aan de onver
schilligheid en het eigenbelang der maat
schappij een einde make.
Dikwijls spreekt men, en met reden,
over den dx-oeven toestand van sommige
onzer werkersklassen maar waar men
zelden over spreekt, omdat zulks niet
altijd gekend is, is het gebrek bij ette
lijke lieden, die, alhoewel met jas en
hoed aan het lijf, over onze straten dwa
len, en dit vooral in de groote steden.
Met de meeste gelatenheid lijden som
mige burgers, en indien zij zicli moesten
vereenigen om hunne klachten te laten
hooren, zou men veschrikken voor eene
diepe, schamele ellende.
Ziethier een geval onder vele voor
drie xxiaanden was er eene kleine en wei
nig bezoldigde plaats open gevallen bij
een onzer nxinisteriën te BrusselMen
vroeg eenen agrégé, het is te zeggen
eenen hulpklerk tegen 700 frank jaar
wedde, beambte die men naar wille kan
afzetten, want zoo als men weet, staat
een agrégé buiten de kaders hij dient
slechts tot hulpbediende, die men vol
gens de noodwendigheid van den dienst,
na een of twee jaar kan wegzenden zon
der een centiem vergoeding, zonder be
lofte of zonder pensioen. Dergelijke
ambtenaars worden derhalve verwittigd
dat hun die plaats slechts bij vergunning
voor enkelen ttjd toegestaaix wordt, en
dathun mager traktementjo hun ieder-en
dag kan ontsnappen.
Nu, hoeveel candidaten hebben zich
voor die plaats aangeboden
Vijf honderd.Het is met droef lxeid
dat wij dit cijfer aanduiden. Vijf honderd
burgerkinderen met hoed en kozak, aan
wien nog meer armere dan zij eene i al-
moes op straat zouden durven afbede
len. Vijfhonderd hongerlijders die zich
op dit emplooiken zonder toekomst aan
gedrongen hebben. En onder dit getal
waren advocaten en ingenieurs
Wij staan in voor de echtheid van dit
feit En dit is maar een voorbeeld on
der velen, want indien men de bureelen
onzer ministerien of der groote handels
huizen doorsnufte len mocht, zou men
daar hartverscheurende petitiën of aan
vragen vinden welke daar dagelijks toe
komen en in de scheurmand moeten ge
worpen worpen.
En deze mis deel den der fortuin lezen
zelf dagelijks de dagbladen, waarin zij.
met eenen glimlach op de lippen, de be
schuldigingen uitgekraamd zien tegen
de alles opslorpende burgerij, tegen het
gehate kapitaal....
O, dat pennelekkersvolkje lijdt even
als de werkersstand. Wij kennen jonge
lingen die, bij duizenden ontberingen,
eervol huane studiën uitgesclxoold heb
ben, en die, om thans niet van gebx-ek
om te komen, eene plaats aaxxgenomen
hebben van policie-agent of treinhe-
diende.
Wij kennen er, wier gezondheidsstaat
niet toeliet zulk een lastig ambt te ver
vullen, zich uit den werkzamen dienst
teruggetrokken hebbenen zich thans met
schrijfwerk bezig houden. Zij zijn copist
geworden tegen 5 centiemen de bladzij
de het gewoon tarief
Na al die droomen voor de toekomst,
na aide begoochelingen der jeugd, na
de koortsaanbrengende studiën van dag
en nacht, na allerlei opofferingen, zitten
zij te krabben op eene onverwarmde
kamer, tusschen vier naakte muren om
de kox st brood te verdienen welke zoo
bitter smaakt als deze van den veroor
deelde. Welk akelig lot, en waax-om dan
liever oen stiel geleeioi dan gestudeerd?
J. B. G.
Da Kloosters in Europa.
In Beieren zijn de kloosters in 1803 af, e-
schaft. Er waren er te veel en zij begonnen te
hinderen. Eene enkwesteommisue was in 1.802
ingesteld geweest. In haar vei dag zegde zij
Een der machtigste hinderpalen tot den voor
uitgang des lands zijn de klooosters, die zoeken
onder het volk het bijgeloof en de verderfelijk
ste dwalingen te onderhouden, met het ter
zelfder tijd den haat der nationale instellingen
in te boezemen. Hun bestaan is niet alleen
nutteloos, maar ook schadelijk; daarbij is hun
bevoorrecht bedelen eene verveling voor de
bevolking. Veertien jaren later sloot Beieren
een concordaat mot Rome en men nam terug
16 kloostei's aan (dit was in 1817), Zestien
jaren later telde men er 84 en men begon hun
het onderwijs der jeugd toe te verti'otiwen
grove fout die men heden betreurt. Veertig
jaren later, dus iu 1873, had dit land 598
kloosters, bevattende 1094 paters en 5054 non
nen, m 't geheel 6143 op eene katholieke be
volking van 3 1/2 millioen. In Belgie hebben
wij er 25000
Saksen heeft maar twee kloosters. Eene wet
van 17 September 1831 zegt: Noch de jezuïe
ten, noch geen enkel mouw klooster mogen in
hat land gesteld worden.
Wurtcmherg heeft gcene patex-s. Geen enkel
klooster mag or ingesteld worden zonder do
toelating van het gouvernenieut. Het getal
nonnen is omtrent 350. Iedere gemeente heeft
het recht zich te verzotten tegen de instelling
van een klooster op haar grondgebied. De op
sluiting is verboden. De inspectie van het ge
sticht is ieder uur toegelaten. Geen Wurtem-
bergsch ondenla.ni mag aan zijne goederen
verzaken ten voorleele van ccne orde. De Staat
heeft het recht de fortuin der kloosters te
kennen.
Hertogdom Bade. De toelating van het gou
vernement is noodig tot de stichting van een
klooster. Er zijn geene paters. De nonnen zijn
ten ge/a!le van 349.
Hertogdom Hessen. De jezuïeten, ten getalle
Roland Seynaeve op de wereld bestond en dat
diens broeder uw man was Maar ik begrijp,
toen begrimde de dood u niet uit den loop van
eenen revolver Wat verandering toch zulk een
nietig werktuig in het hart eener schoone kan
teweeg brengen
Houd op met die verachtelijke spotternij,
of ik roep de dienstboden om u op straat te
doen werpen n schuimbekte de dame op haren
bezoeker toevliegend.
Gansch welhandel naar beliefte Mevrouw
bemerkte uiterst kalm de man die zich Roland
Seyuaeve genoemd had en richtte bedaard
zijnen revolver op de borst der vrouw.
Die beweging deed de dame het bloed van
ontzetting rond bet hart stollen. Zij bracht de
hauden voor het aangezicht en «nikte
Welaan, onmensch, ga voortik luister en
zal den mond niet openen hoe bloedig gij mij
ook mocht hoonea...
Dat is het beste wat gij te doen hebt,
Mevi-ouw; grinikte Roland. Overigens elk
ziine beurt is niet teveel. Gij boondetmij wan
neer mijn broeder Adolf, uw echtgenoot, als
plichtig aan moord, tot vijftien jaren dwang
arbeid veroordeeld werd en deedt mij aan de
deur zetten wanneer ik, door droefheid over
stelpt, uw gedrag als de oorzaak dier ramp
aangaf; thans.... maar ik wil dit alles niet
herinneren, 't is een oud liedje, niet waar,
Mevrouw
De dame autwoordde niet, maar bezag beu
ren bezoeker met eenen blik d e van ingehou
den toorn en slecht verborgen wraakzucht
getuigde.
Deze ging met spot en woede voortAh
gij spreekt van ho >n, Mevrouw Meent gij dat
uwe dood in staat zou wezen de schande uit te
wisschen die gij den naam Seynaeve aangewre
ven hebt Wat zijt gij, Mevrouw, om Tan hoon
en schande te spreken Eene gemeene be
driegster, eene vuige echtbreekster!.... Fe
moordenaarster mijns broeder»de boo^e
geest die zijne hand bestuurde wanneer bij den
kogel door 'thoof l van den lagen Lassonville
joeg, van Lassonville die zijne echtkoets bezxe-
deldeMijn broeder is «Lod... dood... gansch
alleen heb ik dezen morgend de begrafenis van
den rampzaligen bijgewoond... en gij... die hij
uit bet 81 ijkja uit bet slijk tot ziea verhief,
gij hebt niet eens naar ziju toestand vernomen,
gij weet niet wat bij leed, gij spottet met hem
en vergeet in de armen Tan anderen de smar
ten die gij, gij alleen ham hebt berokkend...
Oh, Mevrouw, ik weet niet wat mij weerhoudt
maar ik zou u kunnen... En de opgewon
den man sprong recht en wilde de dame aan
't lijf.
Als door eene zonderlinge tegemtelling had
deze naarmate de gramschap van heuren
schoonbroeder klom, de kalmte in heur hart
voelen dalen. Zij verroerde geen lid ondanks
diens bedreiging en vergenoegde zich te zeg»
gen
Zit neder, Mijnheer. Mijn man is dood
Dat verandert de zaak en legt mij nieuvra
verplichtingen op... Laat ons 3preken.
(Wordt voortgezet.)
in i—wmrfMiniiwiiinI
KBEgHMBBffiM