Ontrouw en Wraak.
3de Jaar.
Nummer 10 (114)
Zondag 4 Maart 1888.
mm
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
G fr. voor de stad.
Abonnementsprijs: 6 (r 60 voor den buit6n,
PEIJS PEE NUMMEB 10 C EN TIMEN.
voorop betaalbaar.
Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore van het blad,
40Korts Zoutstraat, 4.0, Aalst.
Prijs der Annoncen
HET ARRONDISSEMENT AALST.
Gewone, 15 oentimen
per drukregel.
E,skiamen, 75 centimen r
Vonnissen op de derde bladzijde, SO centimen.
Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt.
Handschriften worden niet terug gezonden.
Nee spe nee metu.
AALST. 3 MAART.
Bultenlandsch politiek
overziclit.
Dagbladberichten weten dat Turkije voorne
mens is Bulgaria uit te hongeren om dit tot
onderwerping te dwingen, dat de sultan de
troonsbeklimming ran prins Ferdinand als
onwettig aanneemt, enz. Het groot belstsel
echter tegen eene regeling der kwestie zon het
verzet wezen in Oostenrijk, dat vooraf de voor
waarden wil kennen van Rusland Jen eerst zal
toestemmen als er eene voorloopige regeling
getroffen is tusschen de mogendheden. De ver
bittering tegen Oostenrijk neemt in Rusland
toe, omdat dit de eenige mogendheid is die een
beletsel stelt aan de regeling der kwestie.
Er wordt beweerd dat keizer Wilhelm eigen
handig aan czar Alexander zou hebben geschre
ven, om te verzoeken die kwestie geregeld te
zien vóór zijn overlijden. En nu beweert de
Soleil van Parijs dat Rusland als kandidaat
voor den troon van Bulgarie zou optreden met
prins Dolgareuki, gezant te Teheran, hoewel
hij gouverneur is over «ene streek in Zuid-Azië.
In zake der kwestie van Bulgarie draait de
wind naar eene andere «tr»ek. Niemand wil
prins Ferdinand van den troon vervallen ver
klaren, maar niemand ook zijne verkiezing offi
cieel erkennen. Twee stroomen staan hierbij
tegenover elkander langs de eene zijde is bet
Engeland, Italië en Oostenrijk, langs de andere
vreemd om zeggen, gaan Rusland, Frankrijk
en Duitschland hand in hand.
Frankrijk heeft aan Italië doen weten dat er
voer dit land niets overblijft, dan de jongste
voorstellen van Frankrijk betreffende het han-
delstractaat aan te nemen of te verwerpen. Be
doelde voorstellea zijn de laatste, welke Italië
van Frankrijk te verwachten heeft.
M. Flourens, de fransche minister van hui-
tenlandsche zaken, heeft met eene geringe
meerderheid den zetel verkregen in de Kamer,
waarvoor hij heeft gebedeld in een afgelegen
hoek van Frankrijk, zegt een fransch republi-
keinsch dagbltd. Die benoeming is alles be
halve eene overwinning en de minister mag er
niet te hoog op roemen.
Parijs, 1 Maart
Wilson, afgevaardigde bij het Fransch par
lement en schoonzoon van den gewezen voor
zitter der Republiek, is heden door de correc
tioneele rechtbank van Parijs veroordeeld tot
twee jaren gevang, 3000 franks boete en vijf
jaren ontzegging zijner burgerlijke rechten.
Ribaudin werd veroordeeld tot 8 maanden,
Dubreuil tot 4 maanden en Hebert tot eene
maand gevang. Ratazzi werd vrijgesproken.
De overwegingen van het vonnis zijn zeer
streng voor Wilson die bet geweten en de
openbare zedelijkheid door zijn gedrag had
beleedigd.
BEDE LAARSGESTICHTEN.
Verleden jaar vroeg de heer Moeste
in de Kamers, aan den heer De Volder
toe maligen minister van justitie, de af-
4.
schaffing der bededelaargestichteri. In
deze sociale quaestie zijn wij den heer
Woesteiets dat ons zelden vooivalt
bijgetreden, omdat hij, met bewijzen
inde hand, de schandelijke misbruiken
en eene daar heerschende afschuwelijke
zedelijke ellende blootlegde.
Dezer dagen heeft M. Woeste ander
maal zijne bewijzenaan ministerLejeune
voorglegd, maar even zoo als verleden
jaar, werd hij met eenige advocaten-
praatjes afgescheept. De minister beloof
de enkel de opgeslotenen in groepen
van ouderdom en gedrag te verdeelen.
Dat is niet ernstig want er bestaan
afdoende redenen om de totale afschaf
fing onzer bedelaarsfiuizen te eischen,
want zij dienen meer tot de aanmoedi
ging dan totde beteugeling der luiaardij.
Wat meer is, is het wel rechtvaardig dat
een arme mensch van zijne vrijheidbe-
roofd kan worden, en opgeeloten uit
hoofde van het gezegde wanbedrijf de
hand tot eene aalmoes uitgestoken te
te hebben
Iemand die bedelt is daarom niet al
tijd een dronkaard, landlooper ofluierik
van stiel. Bij dit gure jaargetijde zijn
het meest lieden zonder werk (zoo zon
den er geene mogen zijn) ouderlooze
kinderen of gebrekkelijken wien de
honger op deD openharen weg en voor
onze deur drijft. Zij hebben brood noch
vuur zij moeten wel de milddadigheid
gaan afsmeeken De armbureelen ziju
niet voldoende bij kas, of soms te wille
keurig....
Door de politiebeambten aangehou
den, worden de bedelaars voor het ge
recht gebracht, dat hen voor de eerste
maalmet een gevangenzitten van een tot
zeven dagen kan veroordeelen. Deze
straf uitgezeten, stuurt men onze grove
misdadigers naar het diep Ier kempen
in het bedelaarshuis.
Daar komen zij weldra in aanraking
met een hoop oude doortrapte vagabon-
den, door de kiemen aller ondeugden
besmet, en die iedereen bederven wie
hun nabijkomt. Wanneer onze bedelaars
van Merkxplas, na eenige maanden on
der dit genootschap geleefd te hebben,
terugkeeren zijn zij zedelijk geheel
bedorven, en hebben de hoedanigheden
der misdrijven en der landlooperij inge
studeerd.
Ten propooste van het vastzetten der
bedelaars, haalde de heer Pirmez gedu
rende de beraadslagingen des budjets
van rechtswezen, een feit aan, dat ons
zeer heeft doen nadenken
Een klein dochtertje uit Gilly was
naar Charleroi te bedelen gegaan de
ouders beweerden later dat het voor de
eerste maal was, doch dit doet niets ter
zake. Evenwel werd het kind aangehou
den. Des anderendaags voor den vrede
rechter verschenen, werd zij tot het
bedelaarshuis of tot de hervormschool
verwezen en er dadelijk ingevoerd. In-
tusscben tijd zochten en vroegen de
ouders naar hun kind, en zulks gedu
rende vele dagen zonder te weten of te
hooren wat er van de [arme kleine g -
worden was I
Als gevolgtrekking van dit rechter
lijk bewogen historieken, bad de heer
Birinez den minister om voortaan wat
menschelijker te handelen wat aangaat
de kleine bedelaars. De ouders zouden
ten minste moeten onmiddellijk verwit
tigd worden over de oorzaak der aan
houding hunner kinderen. Zijn deze on-
onvolwassen, dan zou de vader het recht
moeten hebben zich zelve voor den vre
derechter aan te bieden om zich te ver
ontschuldigen of zich te verdedigen, en
stellig zou meermaals het kiud in vrij
heid gelaten worden. Een vrederechter
is toch wel geen wreedaard, maar liever
een goede en zachtmoedige onderhande
laar.
Het uur nad ub
Wanneer we al de woordenen daden
van onze klerikale ministers en repre
sentanten wikken en wegen, dan ziet
men ten klaarste dat hun schip groote-
lijks gevaar loopt van in Juni met man
en muis te verzinken.
Over eenige dagen riep een afgevaar
digde van Nijvel uit Zoo wij hier na
de kiezing nog terugkomen n
Mag men daar niet uit besluiten, dat
de kans hunner herkiezing gevaar loopt,
dat zij den vasten grond onder de voe
ten voelen wegspoelen en dat zij daarom
de landbouwers, welke zij zoo fijn met
de vleeschwet bedrogen hebben, nu nog
eens met wat ander leugens zoeken te
paaien 't Zal niet lukken, heeren kleri-
kaaltjes, de dagen van uw rijk zijn
geteld, uw vonnis ligt geteekend.
Zijn ze wel eens op eene kapitale
kwestie't akkoord geweest? Hebben zij
wel eens voor eene hoofdzaak hunne
portefeuille's in de weegschaal durven
werpen
Komedie, niets dan komedie hebben
zij gespeeld, oogenverblinding, huiche
larij en bedrog hebben hunne regeering
gekenmerkt.
Komedie was het met de vleeschrech-
ten, oogenverblinding met de werkers-
kwestie, huichelarij met de kredieten
voor de Maasversterkingen, bedrog met
den persoonlijken dienst
Komedie altijd en overal
liet is maar
het te kort van
schrijft Denderbode, dat
1884 dat 18 millioen
Dat wil de heer Pirmez, en hij heeft
gelijk. Maar de heer Woeste heeft nog
groster gelijk met de volstrekte afschaf
fing der bedelaarsgestichten te vragen,
en dit vooral voor de jongelingen.
Zij die deze gestichten willen behou
den en noodig achten,vragen wat men zou
doen met onze zes duizend landloopers
Ons antwoord is te doen werk n in
het openbaar, in het vrije, maar ze niet
gevangen houden. Want toch eens komen
zij er uit, en dan zijn zij meestal te lui
en te doorslepen geworden om nog werk
te zoeken of te willen werken, en het ge
sticht te Hoogstraaten schijnt hun als
een toevluchtsoordals hun eigen kas
teel, als voor hen alleen geschapen. Wat
lief regiem in ons Landeken
Dat men zoo streng niet weze voor
eenige dwalende bedelaars,maar dat men
zoo als de socialisten het vragen -
de gemeente, de provintie en den staat
dwinge de grondstof voorhanden te heb
ben om die te bewerkente verwerken
of te hervormen, en zulks door allen die
kloek en gezond, en ongelukkig zijn.
Wij hebben het in een onzer vorige
artikelen gezegd de opsluiting verzede-
lijkt of verbetert weinig integendeel,
zij baart meestal bederf, misnoegen, on
zedelijkheid en wraak.
De vraag is genoeg toegelicht, en het
is bedroevend dat minister Lejeune die
qujestie niet in eens willen doorhakken
heeft, met eene totale afschaffing onzer
bedelaars gestichten. Ilij heeft verklaard
nieuwe beproevingen te doen met een
stel van groepeering volgens gedrag,
ouderdom en ontwikkeling der opgeslo
tenen.
Wij twijfelen of dit middeleenig voor
deel zal bijbrengen. J. B. G.
In dezelfde weck zien wij Slimmerd
Woeste bij het Ministerie er op aandrin
gen van wetten voor te dragen betrek
kelijk den kinderarbeid in de fabrieken,
de ongelukken en rampen van het werk
en de vereeniging der ambachten.
Wat volksgezinde man, die heer Woes
te toch wordt, en dat nog al eenige
weken voor de kieziug
Zou men niet zeggen, dat hij zijn
gansch levon gewrocht heeft om het lot ophemehngen en uitbundige lofzangen
bedroeg, thans is aangevuldja dat er
zelf overschot bestaat.
Niets is gemakkelijker de belastingen
door de liberalen gestemd geven jaarlijks
12 millioen, de ijzerenweg geeft 6 mil
lioen meer, de openbare werken zijn van
3 millioen verminderd, de gemeenten
betalen voor 2 millioen in de onderwijs
kosten, het inkomend vleesch brengt
1 1/2 millioen op, dat alles maakt seffens
een paar dozijnen millioenen, genoeg om
het te kort te dekken en nog overschot
te hebben.
Niettegenstaande al de overdreven
van den arbeider te verzachten? Hij die
denkt dat de maatschappelijke krisis
alleen kan redding vinden in de kleri
kale tappen of Congregatiën trekt nu
eene schapenvacht aan om beter zij
nen wol venstaart te kunnen verbergen
Maar weet ge, heer Woeste, wat het
volk, dat ge reeds sedert vier jaren om
den tuin leidt, dat uwe geestelijkheid
sedert dien tijd tot den hoogsten graad
uitbuit, verstompt en verkwezelt, weet
ge wat dit volk zeggen gaat? In de weeg
schaal gelegd en te licht bevonden, zal
het u toeroepen Qu'ils s'en aillent
Trekt er van door, wij hebben genoeg
van u
der sakristijbladen loopt er een stroom
door het hart van Belgie, dat de liberale
partij met de zoetste hoop vervullenmag.
Ja, het volk is die priesterregeering
moede het wil vooruit gaan. Het "Ml
een ministerie, dat vrij van allen druk,
vrij kan handelen, vrij kan besturen, en
voor het geluk van het werkvolk, en
voor den vooruitgang der burgerijmaar
roor de verrijking van papen
en nonnen.
Ja, het uur nadert, dat het Mane,
Thecel, Phares der klerikalen slagen zal.
IV.
Mama Mama Marie zegt dat een stoute
man u doet bevenklonk een zilveren kinder-
stemmeken in den corridor der woning van
Dorinde Tiekelaere, op het oogenblik dat
Roland Seynave de straatpoort toetrok.
Geen antwoord volgde op den harts toch te-
lijken uitroep van het lieve, blonde meisje, dat
in den gang huppelde. Zij trad dus omzichtig en
bevreesd in het salon en bleef op een paar
etappen van heure moeder staan met zooveel
medelijden, zooveel deelnemende droefheid op
het sprekend gelaat dat men beur den druk uit
de oogen zou gesneden hebben. De vrouw gunde
haai dochterken zelfs geenen blik en met eene
stem waarvan de toon alleen het zoete kind met
schrik sloeg, tierde zij
«De deur uit, schreeuwster ik heb uhier
niet noodig, de keuken in
Dat zulke woorden niet van aard waren liet
meisje op te beuren, hoett niet gezegd en noch-
thans was dit gewone onthaal dat ze van henrc
moeder ontving. De schoone Dorinde haatte
heur dochtertje want, zonder dat dochtertje,
hadde zij het gansche fortuin van lieuren over
leden man bezeten zij ware dus schatrijk
geweest, hadde heure blikken ^misschien nog
hooger kunnen slaan dan op eenen luitenant of
eeneu advokaat.
Niet zoodra had het meisje weenendhet salon
verlaten of de dame, hare ondrrbrokene over
wegingen voortzettende, zegde met verdoofde
stemme
Niemand dandie onbeschofte Roland heeft
het testament gezien, niemand weet dus dat
het niet geteekend is.... Ik kon vroeger het
handteeken van mijnen man even goed maken
als hij.... beproeven wij eens.... God weet....
De dame nam een blad papier en gedurende
een kwart uurs bleef alles doodstil in het salon.
Het gaat, het gelukt murmelde zij
eindelijk. Laat ons nu eens het echte
handteeken er nevensleggen... Geen verschil...
alle trekken zijn weergegeven.... Het schorp-
zienste oog moet zicli vergissen.... Nu voor
goed, voltrok1 zij.
En over de tafel gebogen, bleef zij nogmaals
voor eenige oogenblikken in heuren arbeid
verslonden.
Dan sprong zij recht en, met den glans der
overwinning op het gelaat, juichte zij
Ziedaar 1 't Is gedaan en gelukt? 't Kan
niet beter
Als opgetogen door hare eigene woorden,
naderde de vrouw het venster, hield twee
bla 'en papier op eenigen afstand van heur
gezicht, bracht /e dan dicht bij het gezicht om
zelfs de minste bijzonderheden op te nemen en
zegde dan half luid en met innige zelfvoldoe
ning
Ja, die twee handtcekens gelijken elkaar
als twee druppelen van hetzelfde water.... Men
zou wel arendsoogen mo ten hebben om te
Waarom heeft men verder de kiezing
der burgerwachten van eene maand ver
vroegd
Is de schrik dan reeds zoo groot in
't klerikale kamp, dat ze tot dien buiten
gewonen maatregel hunnen toevlucht
nemen om nog bij tijds de politieke
vrienden tot de hooge gra len te kunnen
benoemen
Zijn dit al geene voorteekenen der
toekomende wegborsteling van 't kleri
kaal ministerie
En dan verder al dit lofgeschal, dat
wij in de pastoorsbladen voor het te
genwoordig bestuur viudeu? En dan die
belachelijke politiek van onze meesters
zeiven, welke voor eenen Woeste e
beven staan en onder den blik van ee nen
Jacobs beschaamd de. oogen nederslaan.
Vertegenwoordiging der minderheid.
Donderdag der verledene week hebben
de verschillige afdeelingen der Kamer
het wetsontwerp van M. Eesmet op de
vertegenwoordiging der minderheid on
derzocht.
Ziehier den uitslag dezer beraadsla
ging
/e afdeeling, Verslaggever M. Eeman,
Deze afdeeling verwerpt bet voorstel met
4 stemmen tegen 4 en 2 onthoudingen.
2e afdeeling. Verslaggever M. d' Oul-
tremont verwerpt het met 3 stemmen
tegen 3.
3e afdeeling. Verslaggever M. Berge-
rem neemt het aan met 6 stemmen te
gen 5.
Se afdeeling. Verslaggever M. Pirmez
verwerpt het met 3 stemmen tegen 2 en
1 onthouding.
De 4e en 6e afdeelingen hebben de be
raadslagingen nog niet geëindigd.
i
onderscheiden welk van de twee het echte of
het nagemaakte i».... Dat die ongelukkige
Roland mij nu nog eens over de ongeldigheid
van mijn testament kome lastig vallen.... Maar
zou ik niet goed doen eeneu advokaat over al
die zaken te onderhouden Tot welken zou ik
inij wenden? Delforge? Ja, hij bemint mij en
meer dan elk ander zal hij mijne belangen
behartigen.... Overigens bij heeft mijne vraag
tot echtscheiding in handen.... Maar zoo hij
eens ontdekte dat het handteeken valsch is
Doch neen, dat kan niet, het is te wel nage
maakt.... Marie! Marie riep zij.
Maar zich omkeerende, ontwaarde zij de
meid die, mot open mond en verwonderde
blikken, heure meesteres aanstaarde.
Ha zoo 1 b kreet deze woedend, gg
komt mij afloerenGij wilt mijne geheimen
achterhalenDie onbescheidenheid zal u duur
kostenGij moogt uw pak maken ik wil geene
bespieders in mijn huis.... Binnen acht dagen
kunt gij eenen anderen dienst zoeken.
Maar, Mevrouw, klaagde de meid,
ik ben niet gekomen om u af te luisteren;
wat belang zou ik daarin hebben Ik meende
dat aij mij geroepen had, want gij spraakt zoo
luid dat ik uwe stem tot in de kejikeu hoorde
weerschallen.... Na het vertrek van den heer,
dieu is komen bezoeken, dacht ik dat gij mij
iets zoudt te gebieden hebben.... n
«Ik heb u enkel te gebieden dat gij mijn
huis moet verlaten gilde de dame meer en
meer verbolgen.Gij verwaarloost uwen dienst
en miskent mijne bevelen. Had ik u niet gezegd
dat ik niemand ontving En toch zijt gij dom
genoeg om mijnen dwazen schoonbroeder bij
mij toe te laten
De meid trachtte zich te verschoonen, doch
heure opvliegende meesteres liet haar den tijd
niet en toonde haar de deur.
Zoodra de mei cl verdwenen was, vouwde de
schoone Dorinde het testament van heuren man
en ging dan naar boven om zich aaa te kleeden.
Een half uui later verliet zij hare woning en
richtte heure «tappen langs de Treurenberg-
straat en de Kerk van St-Goedele naar de
Wolvengracht', waar zij hij den advokaat
Delforge aanbelde.
Schier op hetzelfde oogenblik dat de gewe
zen tooneelzangeres de studie van den rechts
geleerde binnentrad, boden zich drie 1 eeren in
hare woning aan. Ondanks de tegenkantingen
der meid, die zegde dat hare meesteres zich
naar den advoxaat Delforge begeven had, om
niet hem over de echtscheiding en testament te
spreken, stapten de bezoekers den corridor in.
Roland Seynave, die de geleider der twee
andere scheen bracht hen in het kleine salon «n
verzocht hen plaats te nemen.
Eensklaps viel zijne oog op het blad papier
dat de dame op de tafel vergeten had en zonder
aarzelen erkende hij, bij den eersten blik, het
handteeken van zijnen broeder.
Dat kwam hem vreemd voor, doch met de
scherpzichtigheid, hem ingeboren, begreep hij
al haast wat er gaande was.
Zooveel behendigheid veronderstelde
ik mijne schoonzuster niet; sprak hij en
reikte het blad papier met een ingehouden spot
lach aan eenen der twee heeren over. Die
handteekens zijn wel stellig goed nagemaakt,
niet waar, heer Rechter voltrok hij.
Nagemaakt vroeg deze verwonderd en
zette zijnen neusnijper op om het stuk te
onderzoeken. Brussel, den 25 april 1885
las hij met ingehouden stem. Maar dat is de
dag van heden.... En daaronder staan talaijke
handtéekens van uwen broeder 1... Wat betee-
kent dat, Mijnheer Seynave Is uw broeder
dan uit het graf wedergekeerd.
Wel neen, heer Rechter klonk het ant
woord. Enkel vermoed ik dat mijne zuster
zich geoefend heeft in het namaken van het
handteeken mijns broeders om het daarna
onder heur testament te stellen; de meid
zou daarover misschien inlichtingen kunnen
geven.
Weet gij dat die veronderete'liug eene
zware beschuldiging is tegen uwe schoonzuster,
mijnheer Seynave Gij verdenkt ze dui van
schriftvervalschiugen
Ik durf niets bevestigen, heer Rechter; enkel
weet ik dat het eigenhandig testament mijns
broeders niet geteekend en dus ODgeldig is. Of
nu mijne schoonzuster, gedurende mijne afwe
zigheid een valsch handteeken daaronder ge
plaatst heeft, dit zal de toekomst meaten
leerea. n
De rechter bleef een oogenblik nadenkend.
Dat testament moeten wij in alle geval
hebben.... Intusschen zullen wij onderzoeken
op welke menbels de zegel» dienen gelegd te
worden, en daarna kan de heergreffiiar zijn
verslag beginnen. Middelerwijl zal Mevrouw
wedergekeerd zijn.
Wordt voortgesei.)
■t
S