Ontrouw en vergeten.
A'asteiiaAon <1.
Wat men doen en laten moet, zegt ons de
bisschop in zijnen Vastenbrief.
Hij vergunt bij wijze van dispensatie in den
vastentijd vleesch te eten, enz., enz.
,HiJ. beveelt hen die van die dispensatie
gebruik maken te bidden dit en dat. u Men kan
zich van deze1 verplichting vrijmaken met bet
betslen van eene aalmoes in eenen daarvoor
in de kerk geplaatsten offerblok.
Deze aalmoezen worden door ons bisschop
Br acq) uitsluitend voor goede werken en in
u net bijzonder aan bet godsdienstig onderwijs
besteed.
Wij vermanen de rijken van veel meer dan
bet gevraagde te geven, enz.
Wij vermanen de geloovigen zich te ont-
u houden van wereldlijke vermaken en in
't bijzonder van de buitensporigheden des
vastenavonds, enz., enz.
Beminde Lezers,
De geschiedenis napluizende van het ontstaan
van den vastenavond, hebben wij belangrijke
bijzonderheden ontmoet over het feest der
zotten.
Dat feest, door de geestelijken in 't leven
geroepen was eene aaneeaschakkeling van
buitensporigheden en zotternijen zonder einde,
en van schandelijke maskarades die iti de ker
ken plaats hadden. Men waant te droomen bij
het lezen van de uitspattingen waarmede men
jaarlijks het huis Gods ontheiligde
Wij zullen door eenige Citaten onder het
oog onzer lezers te brengen, toonen, hoe wal
gelijk de vermaken waren die gedurende
eeuwen door de Kerk werden gepatroneerd.
Het oatstaan van dat feest der gekken of
zotten z»gt de kundige Fransche Criticus Paul
de St. Victor, is van onheugelijke dagteekening.
In de X" eeüw bestond hei reeds in hetRo-
meinsche keizerrijk ïneu vierde het in de
reeks feesten, die tusschen Kersmis en Drie
Koningen plaats hadden en het droeg het ka
rakter van de heidensche Saturnaliën 1 Bij het
feest der zotten matigde zich de lagere
geestelijkheid voor ééneu dag de rechten en de
eerbe wij zingen aan, welke tot het domein der
hoogere gezalfden behoorden.
Op dien dag zette zich de Subdiaken eenen
mijter op het hoofd de koorknaap nam den
bisschopsstaf en de misdiener liet zich bewier-
rooken. Maar om die vermommingen te ver-
schoonen, behingen die v istenavondgekken hun
geleende kleeren met tal van schelletjes en
noemden zij hun feesthet feest der gekken
festum Factuorum. Alle kerkelijke plech
tigheden bootsten ze men in 't bijzonder het
misoffer; en om u een denkbeeld te geven van
hetgeen ze durfden zij h t vilgeude aante-
halen,dat de priciter, in pla1t3v.au het Ita
Missa estte zin ren, waarmede de dienst
eindigt, hij driem al met het ezelen geluid
uitbuikic ter h>nnn nia'-ir ter jj! h t volk
driemaal antwoordde HinhamKinham
Hinham
De too.ieelen van wauonK gingen zoorer, dat
de paus zkih genoodzaakt zag bij middel ran
zijn legate.i, lusscheu b iden te komen. Zqo
was het nat iVtcr, kardinaal-diakenlegaat
van Frankrijk, in de XII0 eeuw, vernemende
dat op de feestdagen der Besnijdenis en van den
H. Steplianus de diakenen en subdiakess
niet alleen de vuilste woorden spraken en zich
op de ergerlijkste wijze in de O. L. Vrouwe
Kerk sloegen, v.elfs gedurende den dienst, aan
Eude de SuUi, bisschop van Parijs beval, die
wanordelijkheden o; straffe van schorsing te
verbieden.
Het schijnt dat aan de woorden van den
legaat werd gevolg gegeven, want bij het
Kerstfeest van het jaar 1198 hadden de gewone
schandalen geene plaats.
Dat duurde echter niet lang, want in het jaar
1444 zag zich de Godsgeleerde Faculteit van
Parijs verplicht liet volgende schrijven aan de
bisschoppen van Frankrijk te richten.
Gedurende het goddelijk offerzegt die
brief, waren de priesters en koorknapen ge
kleed als de zotten, deze in vrouwen kleederen,
terwijl weer anderenals de vrijers van deze
vrouwen speeldenmaar allen op het zichtelijk-
ste vermoi d. En niet te vreden met onder den
dienstin plaats van de gewone koorzangen,
de onredelijkste liederen te zingen, op hei al
taarnaast den priester die de mis opdroeg,
vette soep te eten, met dobbelsteenin te werpen,
bewierookten ze hem ook nog met stinkend mest
en brandende schoenlappen, sprongen en dans
ten om hem heen, onder het uitspreken van de
vuilste woorden en het aannemen van duizen
den gemeene en walgelijke houdingen. Daarna
lieten te zich, zittende op karren en wagens
door de stad rondvoeren.
Wij twijfelen niet of men zal deze beschrij
ving zeer stichtend vinden, alsmede dat de
geestelijken ook eertijds zich op zedige wijze
wisten te vermaken 1
Meer nog, gaat dezelfde circulaire voort
soms kozen, wijdden, zalfden ze onder zich
eenen bisschop, eenen aartsbisschop en zelfs
eenen paus der zottendie het H. Misoffer op
droeg en den zegen aan het volk gaf, omhangen
met de pauselijke kleeren en ornamenten. In
een woord, die zotternijen behaagden hen zoo
zeer en waren in hun oogeu zoo christelijk,
dat zij dengene, die ze had willen verbieden,
zouden hebben in den ban geslagen 1
Onze lustige broeders betrachtten dus die
spotternij nen als tot den godsdienst behoo-
rende.
Het zonderlingste echter is de manier waarop
de Godsgeleerden die zotternijen verdedigen.
Men hoore hierover de doctoren der Parijzener
faculteit
Onze wijze en brave voorgangers hebben
dat feest toegestaan, laten wij leren en doen
zoo als zij. Wij doen die dingen niet met ernst,
maar alleenlijk om te spelenom ons te verma
len naar oude gewoonte, opdat de zotheiddie
in onze natuur ligt, in ons is overgeplant, ons
aangeboren is, ten minste eenmaal 's jaars zich
een uitweg kan banen, kan uitstroomen
Dus, dit is aangenomen in die vieze
tooneelen heeft men niets anders gezien dan
onschuldige vermaken, door overlevering bij
behouden. Moet dan de zotheid, die in ons
zit niet uitstroomen Goed gesproken,
brave theologanten uwe taal ten minste is die
van mannen die het arme menschdom kennen
en medelijden hebben met zijne zwakheden!
Gij wildet van ons geen heiligen en engelen
maken Gij weet dat al te gestreng de harten
eer verbittert dan heilig maakt 1 En om aan
hun gevoelen meer kracht bij te zetten, bedie
nen zich die goede doctoren theologanten
van deze schoone vergelij king
Ce wijnv tten zouden barsten zeggen ze
-indien men niet van tijd tot tijd, de bom
los sloeg. En wij zijn even als oude schepen
en slecht gehoepelde tonnen, die door het gis
ten van den wijsheidsgeest zouden uiteenspat
tenindien wij dien door onze voortdurende
godsvrucht miar steeds lieten opbruischen
Men moet ze eens los laten van tijd tot tijd,
lucht geven, opdat niet alles in den grond loopt
en verloren gaat. 't Is daarom dat tvij eenige
dagen geven voor spel en zotternij, ten einde
daarna met meer kalmte en vurigheid in den
dienst van het altaar en van God te kunnen
terug gaan
Ik weetniet of ieder denkt als wij, maar wij
vinden die woorden bijzonder diepzinnig. Ja,
wij zijn beslagen tonnen, die eindigen zullen
met ouder do werking eener eeuwige gisting te
barsten. De bom moet dus los óf Inder
daad die Parijzer faculteit hield nog al eens van
een grapje. In onzen tijdis dat heel anders
geworden. Onze hedendaagsche zielenherders
willen van de wereldsche vermaken en buiten
sporigheden des vastenavonds, van dat nu en
dan debom losslaan niets meer weten,
ze kunnen ons niet genoeg toeroepen
Barst maar.... niet de bom los a
En de kerk en de heilige Vader Pier uit
'i Land beweren dat da leering der Kerk niet
veranderd is
Eindelijk veranderde dat feest der zotten,
geheel van karakter. De Parlementen ontzeg
den aan hetzelve den toegang der Jlverk en het
werd een leeken feesteen volksfeest en het ver
loor daardoor zijne oorspronkelijkheid.
Oscae.
Algeraeene leerplicht.
Het treffendstegedeelte van Bismarck's
redevoering welke niet alleen in den
Duitschen Rijksdag, maar de wereld
door eenen zoo grooten indruk verwekt
heelt is dat waarin hij de reden aan
geeft der voortreffelijkheid van Duitsch-
lands leger en des vertrouwen welk dit
leger de natie moet inboezemen.
Iden kan zegde de rijkskanselier
Frankrijk en Rusland met zooveel man
nen wapenen als wij, hun even goede ge-
weeren, even goede kanons geven. Aber
die qualitd können sie nicht erreichen;
maar men kan zulke goede soldaten niet
bekomen. En waaromPOmdat inDuitsch-
land, waar het onderwijs meer verspreid
is dan in Frankrijk en Rusland, de ont
wikkelde officieren en onderofficieren in
overvloed voorkomen. Zij ondergaan al
de ex imons. Das kann keiner nachahmen:
geen land kan dat navolgen.
Dit is waar, zegt de Berlijnsche corres
pondent van èlePrécurseur. Een Pruisische
on leroiffcier heeft soms zooveel kennis
als een Russische kolonel.
De gevolgen van het onderwijs! Ook,
hoe werd de rij skanselier toegejuicht,
toen hij tot driemaal toe, den volgenden
volzin doende uitschijnen, uitriep Das
kann ki iner nachahmen
Het was eene fiere uitdaging aan Eu
ropa, aan de onwetende massas gewor
pen, door degeleerde barbaren van
het boorde Voltaire die zag hoe,
onder Frederik, men het Pruisische volk
onderwees, heeft geschreven dat eens
het licht en ook de macht van daar
zou komen.
Het is wol op eenen dag niet gekomen,
maar het komt thans. Duitschland gaat
isginnen te oogsten wat 't gezaaid heeft.
Moltke zegde reeds in 1866, dat niet hij,
naar de onderwijzer den slag vanSadowa
gewonnen had.
Twee-en-twintig jaren later, hetzelfde
gedacht hernemende, zegt Bismarck tot
Europa Gij zijt onbekwaam om solda
ten te hebben gelijk de onze en hij is
gereed het te bewijzen.
Terwijl men elders met zooveel over
tuiging en fierheid de onmetelijke wel
daden van het onderwijs, van den alge
menen leerplicht roemt, trachten onze
domme of verraderlijke bestuurders
meer bekommerd met de kleingeestige
belangen van de klerikale kliek dan
met de hoogste belangen van 't vader
land gansch het volksonderwijs te
vernietigen
V anneer zal men deze ministers dei'
nationale domheid omvei werpen om ze
te vervangen door de regeering van het
verplichtend onderwijs (Br. Beiaard.)
Kie.sk ron ij k.
Men begint reeds te spreken, in verschillige
dagbladen, van do kandidaturen die zich in het
liberaal kamp te Brussel zullen voordoen voor
de wetgevende kiezingen van Juni aanstaande.
Ziehier eenige namen die reeds vooruit wer
den gezet
Buis en Guillery, uittredende volksvertegen
woordigers Janson, Goblet d'Alriolla, Van-
derkindere, Demeur (deze laatste is twijfel
achtig), oud-volksvertegeuwooidi'gersDustin
of Lepage. ReL-.e en Pilfoy, provincieraads
leden; Collicrnon.b urge jneestór van Schaarbeek,
Blykaerts, burgemeester van Elzene, Holle
voet, bur emeestervnn Molenbeek, Frick, oud-
burgemeester van Steynockerzeel, Duvivier,
advokaat bij het Verbrekingshof, Ronsseaux,
rector der Hoögesohool. De Wilde, leeraar bij
de Veeartsenijschool. Eene sterke lijst zooals
uien ziet, en gansch niet doctrinair. Zeer ver
dienstelijke personen tot den ultragematigden
liberalen groep behoorende, als de heeren
Eugeen Anspach, oud-gouverneur der Nationale
Bank, Heyvaert, oud-gouverneur der provintie
en De Mol, schepen, h bben alle kandidatunr
geweigerd.
Men schrijft uit Antwerpen dat er eene
groote verdeeldhejd bestaat in Je antwerpsche
klerikale partij, uit hooide der aanstaande
provinciale kiezing. Men weet dat het kanton
Antwerpen tegenwoordig geen enkel liberaal
lid in den provincialen raad bezit. In de laatste
kiezingen waren de klerikalen, die eerst beslist
hadden niet te strijden, met eene zoo armzalige
lijst kandidaten afgekomen, dat de liberalen
het de moeite niot weerd achtten zich te deran-
geeren. Zij moesten hunne onverschilligheid
duur betalen, want geheel de klerikale lijst
werd gekozen.
Maar tijdens de gemeentekiezingen was ieder
een op post en de liberalen zegepraalden met
1700 stemmen meerderheid, 't Is deze laatste
uitslag die de klerikalen nu doet aarzelen of
zij ia het strijdperk zullen treden. Er is een
zeker slach van ambitieuse jonge klerikalen die
kost wat kost provinciaal raadsheer willen
worden en daarom dringen zij op den strijd
aan.
^De liberalen integendeel zijn het te Antwer
pen goed eens en eene volledige lijst zal wor
den voorgesteld.
I ffiimlrlaim.
Het maakte me ongeduldig dat ons Aalst tot
hiertoe nog geen toeken van Vlaamichgezind-
heid gegeven had. Het kwam me voor als
scheen men hier niet eens te weten dat er zich
elders dappere strijders bewogen voor Vla imsch
en Vlaamsche belangen.
Het scheen m®, als was men hier gansch
oawetend nopens de Vlaamsche Beweging, de
schoonste wedergeboorte die ooit een volk
beleveu mocht. Dit trof me nog laatst toen ik
een vertooning van het Land van Riem
bijwoonde. Ik hoorde eenen Matsys de schoon
ste woorden ten beste geven voor het hand
haven van het heerlijke zijner moedertaal
tegenover eeae verfranschte windblaas.
Het publiek bleet daarbij zoo onverschillig,
zoo koud a's eene verkleumde bergrat.
Ik viel uit den hooge en voelde eene koude
rilling me door het lijf loopen, ik die Breidel
en De Conine bij ge wo end had, daar daverend
handgeklap bij iedere Vlaamschgezinde spreuk
gehoord en er zelf als een bezetene aan
meegedaan had. Alle geestesleven scheen me
overal elders dan in Aalst te zoeken te wezen.
Oordjes winnen, eten en drinken, rust hebben
en Fransch spreken scheen me het Nee plus
ultra van het geluk te wezen voor den Droog
stoppel Aalstenaar.
Maar eindelijk....
Het Droogstoppelschap schijnt uit zijnen
zeemzoeten sluimer wakker geraakt te zijn.
Twee paar Vlaamschgezinden, de HH. Is.
Bauwens, Béthune, Arys en Geeroms (meen
ik) hebben het oude Davidsfonds in eenen
Vlaamschgezinden Kring umgewandeltals
men mij zooveel Duitsck vergeeft. Is het juist
zoo niet, het trekt er toch op. Het bijzonderste
is dat een Vlaamsche Kring hier te Aal«t be
staat. Die Heeren, rond welke al de leden van
hetLand van Riem zich geschaard hebben,
zullen zich met Vlaamsche Letterkunde en
Vlaamsche aangelegenheden bezig houden. Het
zal er op aan komen dat ieder beurtelings ©en
eigen werk vervaardige en voordrage. Groote
vrijheid zal er zijn voor de keus der onderwer
pen, bij zooverre dat het aan M. Arys zal vrij
staan over visch te handelen. (Nieuwe Diep 1)
Nieuwe Diep lij Vischhandel en Flamingantis-
mu3 1
Waarom niet
Als Flamingant wenschen wij den jonge*
Kring van harte gel.ik ea goede reis.
Nu, een woord tot onze politieke vrienden.
Een liberale Vlaarnschgezinde Kring moeat
sedert lang hier bestaan. We zijn liberale Fla
minganten genoeg, ma tr we zijn verstrooid en
wat maakt dat uit? We moesten bijeen ge
schaard zijn: dan konden wij eenigen invloed
hebben en wat goeds stichten, Een Vlaarnsch
gezinde Kring i3 hoofdvereischte voor ons
daar zou de moedertaal aangeleerd, onderhou
den, beoefend worden daar zouden we kennis,
of dieper kennis maken met eene glansende
letterkunde daar zouden we kennis maken
met eigen glorie, zouden we hetVlaamsche volk,
het Neêrlantlsche, onder zóó menig eigenaar
dig oogpunt leeren kannen, waar wij nu onze
onwetendheid niet loochenen kunneD. De onver
schilligen, de lauwen, als ze ons aan 'twerk
zouden zien, zouden meê gesloopt worden
Waarlijk die akker moet beploegd en bezaaid,
hij kan overvloedige vrucht opleveren! Waarom
zouden wij nog langer, lauwhartigen, de armen
gekmisd zitten? Laat ons toch eens de hoofden
bij elkaar steken, en onze krachten meten 1
Kom, 'ne stoot aan den wagen, hij rolt I
geduwd aan het schip en 't is vlot 1
Bij ons is de plaats der Vlaamsche lib rale
jeugdvan allen die zich nog een weinigje
bloed in de aderen voelen, van dat aloud kloek
strijdersras dat te Kortrijk overwon Wij
spraken over veerti'Li dagen vaneenigen wien
het onder verschillige oogpunten onmisbaar is
van de Neêrlandsche taal goed machiig te zijn
en die met gemak te spi eken vooral de plaats
van dezen is bij ons! Daar zuilen zij tot dit
alles gelegenheid vinden.
Welaan dan Taal cn Vrijheid en Wil
lemsfonds», schiet nu rok eens uit uwe slui
mering zoudt gij niet kunnen wat Davids
fonds en Land van Riem doen Doet dan
een oproep aan de liberale V laamschgezinden
en sticht den Liberalen Vlaamschgezinden
Kring.
Wie doet er meê?
Vlaamsche Jongen.
Vicforien Van de Wtghe.
Denderbode en Burgerwacht.
au tijd tot tijd herneemt Denderbode zijne
aanvallen tegen de aalstersche burgerwacht,
welke hij gaarne zou willen zien verdwijnen,
wanrom weten we nietmisschien uit colère
omdat er van zijne opsteller» zijn die er geen
deel kunnen van maken.
In zijn nummer van Zondag 1.1. loopt Slim-
meke weêr storm tegen die nationale instelling.
Ze doen verdwijnen Neen, dat wilt Slim-
mekc niet, maar ze doen herinrichten op den
voet van een enkel bataljon, derwijze dat het
bestuur ervan en het bevel er over teenemaal
in handen zoün vallen van mannen die onze
burgerwacht aldus gemakkelijker zouden ver
nietigen.
Denderbode zegt dit niet recht uit, oh neen 1
Hij handelt slecht» met het d >el eenige hon-
derde franksu te besparen maar zijn inzicht,
dat zijner k.iek is zeer wel gekend.
Onze burgerwacht, zegt de spaarzaamheids
minnaar, telt geene manschappen genoeg om
ze in 8 compagniën te kunnen indeelen er zijn
hier, volgens 't provinciaal vertoog, slechts 400
wachten en 46 officieren, 't zij voor elk dei 8
compagniën slechts 56 manschappen, terwijl,
volgens nummer 4 van 't koninglijk besluit van
18 Juni 1848, de sterkte eener compagnie van
ten minste 75 wachten moet zijn in de gemeen
tes waar de burgerwacht meer dan eene com
pagnie telt. Dus zou Aalst met moeite nog recht
hebben op 6 compagniën.
Slimmeke zou groot gelijk hebben indien de
wet van 13 Juli 185J de wet van 8 Mei 1848,
op de burgerwacht, liet gewijzigd en haar
artikel 27 het N° 4 vaL bovengemeld koninglijk
besluit niet afgeschaft had.
Zou de behendige rechtsgeleerde uit Dender
bode, in het belang zijner zaak, die wet van
1853 misschien willen wegmoffelen
Ziehier wat die wet, in haar artikel 27, van
de sterkte der compagniën zegt De sterkte
eener infanteriecompaguie is bepaald op mins
tens 60 manschappen, officieren, onderofficieren
en kaporaals in begrepm.
Eiwel, hoor ik Slimmeke mistrouwd uit
roepen, 60 manschappen!... En ge bekent zelf
dat uwe compagniën er slechts 56 tellen
Nu, ja, wij bekennen 'twat de 'getal
sterkte aangaat indien wij 't provinciaal
vertoog stipt moeten gelooven Wijven wij
iets wat te kort aan deletter der wet, maar wien
de schuld ervan
Kan de algemeene getalsterkte onzer burger
wacht vermeerderd worden? Ja, zeggen we,
want ze loopen er verduiveld dik de slimmerik
ken de karottrekkerszooals men bij den
troep zegt die g ene andere reden hebben
om van den dienst der burgerwacht ontslagen
te zijn dan hunne behendigheid om er zich aan
te ontrekken.
Moest ge eens een toertjen rond de stad doen,
Slimmeke, 's zondags morgends wanneer er
oefeningen of wapenschouwingen plaats heb
ben, ge zoudt vei schieten in hoe groot getal ge
de mannen zoudt aantreffen die zich ter stede
niet durven vertoonen uit schrik dat ze door de
burgersoldaten opgemerkt en aan den herzie-
ning8raad aangeklaagd zouden worden.
Ge zegt gij neen die getalsterkte kan
niet vermeerderd worden.
Waarom
Omdat Aalst, in verhouding zijner bevolking,
zooveel manschappen telt als Genten een derde
meer dan St. Niklaas.
Eiweldit bewijs bewijst niets; in de ver
houding der bevolking zouden wij ook een
argument tegen de beweegredens van Dender
bode kirnnen vinden. De burgerwacht van
Eekloo, in denjongsten tijd tot den werkelij-
keu dienst geroepen, bestaat uit een bataljon
van 4 compagniën. Nu, Eekloo's bevolking is
slechts van de helft der bevolking van Aalst,
zoodat onze stad dus recht heeft op twee batal
jons, indien de evenredigheid eenigzins tot
maatstaf mag dienen in deze kwestie.
Wat nu gezegd over de besparingen welke
voor stadskas zouden voortspruiten uit de her
inrichting der burgerwacht
De jaarlijksche uitgaven der burgerwacht
bedragen gemiddeld ongeveer 2400 fr. 's jaars.
Wierd het Legioen op een bataljo i versmolten
het zou eene besparing te weeg brengen van
12 tot 1300 franken, zoo beweert Slimmeke.
De jongen meent dat de onkosten met de
helft zullen verminderen als het getal bataljons
vat 2 op 1 zal gebracht worden.
Och 1 ja, de onnoozelen zullen God zien
Nemen wij echter dit cijfer aan, maar laat
ons dan ook eens vragen aan den spaarzamen
financier uit Den Denderbode of er geene andere
posties kunnen gevonden worden waar spaar
zaamheid mogelijk is. Het pompierskorps, na-
mentlijk.
Op hetbudjet van 1885 vinden wij eene som
van 3000 fr. uitgestoken voor onderhoud van
brandspuiten en braudbluschgeree ischap.
3000 franken Daar kan zoo »chro-
melijk veel meê onderhouden worden, met der
gelijke som, al was het, van tijd tot tijd eens
in i jaar, de keel en de maag eener gansche
kompagnie vrijwillige pompiers.
Verder nog, in 't zelfde budget, vinden
we Buitengewoon krediet voor 't Pom-
pierskorp» 720 fr. 01 c. Voor dergelijk som
kan er nog al menig Pompier in 't nieuw gesto
ken worden en als de gemeenteraad dergelijke
cadeautjes jaarlijks hernieuwd, zal de heer Bur
gemeester nooit moeten vreezea dat een ver
schoten tenue galon of épaulet het prachtig
uitzicht zijner lijfwacht zal ontsieren.
Maar ook, een statig man als M. Vaa Wam-
beke mag tich door een slatig korps janissari»-
sen omringd zienals het de stadskas, 't i» te
zeggen de burgers, is die het betalen.
Als ge wilt dat we nog andere besparings
middeltjes aanhalen, be»te Denderbode gij hebt
maar uw mondjen te openen.
Kaporaal Poppe.
1> itj
Mogen wij, op onze beurt, eenige vraagjes
stellen aan den eerzamen Denderbode Een
paar kleintjes maar
Heeft eene vrouw opgeschreven op den lyst
der behoeftigen door een Bureel van Weldadig
heid ondersteund, hec recht nog toeiagem te
genieten van dit Bestuur bij voorbeeld 10 fr.
per maand wanneer zij naar £eene vreemde
gemeente b. v. Brussel haar verblijf heeft
overgebrachten mag de ontvanger van dit
Bestuur van W eldadigheid die maandelijksehs
toelage in handen houden om zich te vergoeden
voor achterstallige schulden bij hem door die
behoeftige vrouw nagelaten
Terwijl onze bekwame stadhuisbazen dui-
zende franken gaan besteden om God weet
voor welken heiligen den poel derHertshage
in geldverslindende kaaien te herschapen, laten
ze in de kuip der stad, ten einde der Kastanje-
vesten, een deel der straat iu eenen poel veran-
ci*rei'Onze stadhuisbazen geven duizen
den aan Jonge Garde en Pompierskorps, aan
overdekte muiten en brandverwekkende ben-
gaalsche verlichtingen, aan stukjes bleak en
rotte meerschen, maar eenige honderde franken
uithangen om, door het maken eener goot te
beletten dat het noorderlij k uiteinde der Kei
zerlijke I laats eenen vijver worde, dat kunnen
ze niet.
Maar laat ons niet te haastig zijn om iemand
Ie beschuldigen. Wie weet of de mannen die,
volgens Denderbode, onze stad willen doen
groot schijnen in de oogen van andere steden
wie zoün die mannen wel mogen zijn het
inzicht niet hebben de eenige honderde franken,
welke onze Confrater voorstelt jaarlijks te be
sparen door het herinrichten onzer burger wacht,
eenige jaren bij een te houden om dien poel mei
eenige boompjes en plant;es te omring en ten
einde Aalst er te doen uitzien als of het een
park met vijver had. Wanneer het harde win
ters zijn, zooals nu, zou men op dien vijver
winternachtfeesten kunnen inrichten, gelijk
over eenige jaren in den Osbroek.
Wie weet wat al prachtige inzichten de man
nen die onze stad groot willen doen schijnen
niet in hun schild voeren
Sinds eenigen tijd heft 't Land wekelijks
een smeekgebed aan Geen liberale rechter te
benoemen te Dendendermonde, maar wel een
nol bloed klerikaal Dat 't Land niet gaarne
een liberaal als rechter te Deudermonde zou
genoemd zien, dat kunnen wij nog al aanne
men maar zóó roepen, zóó tieren, zóó bidden,
zóó bedreigen, dat scheen ons zonderlingen uit
eene bijzonder» reden te spruiten. Daarom, wij
gingen om inlichtingen en die bijzondere reden
wierd om duidelijk uiteen gezet de meest be
gunstigde kh rikale kandidaat voor die plaats
van rechter isde zoon van een der aandeel
hebbers van 't Land van Aalst, de neef van
den stichter van dit blad IWanneer valt
onze Confrater eens uitjtegen de penlakkeiën
Antwoordende op het schrijven der klerikale
Gazet van Boom, dat het in de liberale steden
alleen is dat de slecht befaamde huizen zijn,
ïaalt onz» confrater Rupelbode het voorbeeld'
aan vau 't klerikale Brugge, waar dergelijke
huizen met lioopen te vinden zijn. Hij zou ins
gelijks van 't klerikale Aalst kunnen spreken
hebben waar het, volgens 't fanatiek Land van
Aalst, van geheime ontuchthuizeu krioelt en
waar het zedenbederf zoo schrikkelijk gewor
den is.
Sprekende van 't Land, zullen wij eens vra
gen aan dien vervloekten leugenaar, aan dien
lafhartigen volksbedrieger, die maar altijd
beschuldigt zonder te bewijzen, in welk artikel,
in welk nummer van ons blad hij gelezen
heeft d-»t wij geen kwaad zien in de nacht-
looperij van 't vrouwvolk.
Bewijzen, jezuiet, of aan den «chaudpaal
Die fanatieke gazet bidt en smeekt wekelijks
onzen gemeenteraad om toch een reglement te
maken op de dansorgelderij.
Ware zijn oprecht inzicht een reglement t»
vragen dat de dansorgelderij derwijze regelt dat
er daarin geen gevaar noch voor de openbare
rust, noch voor de openbare zedelijkheid, noch
voor de rust en du welvaart der huisgezinnen
zou bes aan, zonder eventwel aan de danszaal
houders die hun fortuintjen in hunne zaak
gestoken hebben hunne broodwinning te
ontnemen en ze, zonder meer pleegvormen, met
vrouw ea kinderen broodeloos op straat te
zetten, wij zouden volgaarne 't Land ter zijde
staan. Maar wat dit blad waarlijk in het oog
heeft is de dansoreelbnzen ten gronde te bren
gen, omdat zij liberaal zijn zoo schrijft
het en om de danszalen te s uiten, raeenende
alzoo onze bevolking te beter te kunnen ver-
kwezelen.
Beminnen en li ;min4 zijn, is op .aarde
Een hamel, dien hij 1 mg» Vid g Iroomd
Zoo «prulchij toen ij eerst ontwaarde,
Ja, zei ze, wacht tot dat <i> lente koomt.
Do lente i-s daar, 'dé vogelpaarkpns bouwen
liet n ut m 'I f<> t, w ir;u;sch ii't vlietje vloeit:
Kom, sprak hij wocr, wil mij uw hart vertrouwen,
Neen, zei -.vacht tot ecus de rooslaar bloeit.
Daar is de zomer thans met dnizend bloemen
lu bonte kleurenpracht ligt 't reld geverfd
Dan zei ze wacht tot weer de bloeme sterft.
't Is winter, 't laatste blad valt van den boom,
Bevroren ligt èn aarde èn vliet èn stroom...
Dan mocht hij haar zijn cenig liefken noemen.
Zij had hem toegeknikt de blonda deerne,
Zijn hand gedrukt, hem zeggend Voor altijd
Zie ik u, droomer, boven allen geerne,
Aan u alleen zij mijne min gewijd.
Zij zegde hem nog andre schoone dingen,
Die ze in zijn hart als milden welluBt drong
't Was ais een lied dat hemelkorea zingen,
lerwijl zijn ziel van vreugde medezong.
Verrukt, verdwaald, hij ssheen de spraak verloren,
Dij greep heur hand, hij kuste heuren mond
Gelukkig voelde hij zioh op dien stond
Gslijk de vogel die van liefde kweelt,
Gelijk de vlinder die ds bloeme streelt,
Hij liet haar stil mijn liefken uitverkoren
Zoo vloden heen de vollen zaalge jaren,
En gansch zijn hart lag ia haar eigen aart
Niet een ^'eheim kon hij voor haar bewaren
In lief en leed, in rreagdeii en in smart....
Maar eens is dan een donkre dag gekomen
Verandering ia ?s meisjes liefdezin
Hour eed was valsch en valsch heur woord Tan min:
De hoop verzwond met al de wellust droomen.
Hij stond bedroefd vaak om dien smaad te weenen
Om haar die hem zoo wuft en laf bedroog,
Om zijn geluk dat als een droom vervloog
«Vergeet ze, sprak een vriend, en smoor uw klacht
Er zijn er nog wier hart naar liefde smacht,
is zal 't eene andre beter met u meenen.
In liefde wordt men alle dagen wijzer
t Is eene school waar de ondervinding heerscht
^lJn Jeugdig hart, zoo teerderbrandeud eerst,
l)at maakte «en meisje thans zoo koud als ijzer.
Ja sindi verzoop hij al die lietdedroomen
Hij zocht verstrooiing op den boom van 't o-lag
Dat lang zijn liefdedorst voor goed genas'!
Wen't schallend lied hem uit de borst komt stro om en
wijn alleen, gij deed den hoon vergeten
Hen wonderwereld schept gij voor 't gezicht'
qi> ollno ji. li. r'-,
Gij wijr
Een wo
Waar alles juichten danst in 't vroolïjk licht
En waar het hart, weer onafhankelijk vrij,
De ermnering vliedt der wufte huichlarij,
Die t lang geboeid hield met der liefde keten