Ontrouw en Wraak. LI 3d® Jaar. Nummer 11 (115) Zondag 11 Maart 1888. LIBERAAL WEEKBLAD VOOR Abonnementsprijs 6 fr. roor de stad. 6 fr 50 voor den buiten, voorop betaalbaar. PRIJS PER NUMMER 10 GEN TIMEN. Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore Tan bet blad, 40, Korte Zoutstraat, 40, Aalst. HET ARRONDISSEMENT AALST. Gewone, 15 oentimen j.M|,rnnni Prijs der AnnoncenReklameil) 75 centimen per drukre9el' Vonnissen op de derde bladzijde, 50 centimen. Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt. Handschriften worden niet terug gezonden. Nee spe nee metu. AALST. 10 MAART. Buitenlandsch politiek overzicht. Be Bulgaarsche kwestie. Uit W ee- nen wordt aan de Times gemeld, dat indien het waar is dat Rusland vast be sloten is, aan geene oplossing zijne toe stemming te geven, welke niet op on- dubbelzinige wijze zijn overwicht in Bulgarië erkent, men te "W eenen den toestand hoogst ernstig zou achten, daar Oostenrijk's buitenlandsche politiek als grondslag heeft de onafhankelijkheid der Balkanstaten. Van andere zijden wordt uit Bulgarië vernomen dat prins herdinand te Wee- nen heeft laten weten, dat hij onmidde- lijk Sofia zal verlaten indien al de mo gendheden eensgezind den wensch daar toe uitdrukken. De Keizer van Duitschland. Men te legrafeert uit Berlijn, 7 Maart Zelfs de berichten uit San-Remo staan thans op den achtergrond, wegens de vrees om trent den toestand des Keizers. Hij heeft een slechten nacht gehadnadat reeds eergisteren namiddag de pijn in liet onderlijf was toegenomen en er zich bij hem eene aanmerkelijke vermindei ing van krachten vertoonde, ien einde hém verzachting en rust te verschaffen, heelt men hem morphine ingespoten, hetwelk slechts eene voorbijgaande werking deed. Heden voormiddag scheen de toe stand zoo ernstig, dat Bismarck, Moltke, de minister van oorlog en prins Wilhelm zich naar het keizerlijk paleis spoedden. Bismarck is aldaar vier uren gebleven en des namiddags ten 3 ure heengegaan, toen de Keizer voor het eerst weder eenig voedsel wilde gebruiken. In den Rijksdag heersclite groote ontsteltenis. Niet minder was dit het geval tei Beur. 6 Ongelukkig is het niet enkel eene licha melijke storing door de verkoudheid en de blaaskwaal, die op den toestand des Keizers invloed heeft, want nog meer dan daardoor heeft hij te lijden onder den indruk der berichten uit San-Remo, terwijl hij zich ook het overlijden i an zijnen kleinzoon, prins Lodewijk van Baden, in hooge mate aantrekt, waarbij nu nog komt eene verergerde oogziekte zijner geliefde dochter, de Groothertogin van Baden. In weerwil van het zeer gure weder heerscht er in den omtrek van het kei zerlijk paleis voortdurend een groot ge drang van menschen, die allen trachten iets naders te vernemen. Ten einde geene verdere onrust teweeg te brengen, heb ben de uitgevers der dagbladen nog geene buitengewone bladen doen ver schijnen niet tegenstaande de toestand des Keizers erger schijnt dan vroeger onder dergelijke omstandigheden, ien 5. De drie heeren begaven zich opvolgend in de verschillige vertrekken, terwijl de greffier de meubelen en kamers opteekende die men zou verzegelen. Nauwelijks waren zij in hel kleine salon terug of zij hoorden de straatpoort openen en schier onmiddelijk trad mevrouw Seynave binnen. De aanwezigheid der drie vreemdelingen sloeg haar een oogenblik met verbystering. Zij her nam echter spoedig hare tegenwoordigheid van geest en zich tot den oudsten der drie heeren wendende, sprak zij, op gansch natuurlijken toon Heer Vrederechter, ik meende mij zoo aanstonds naar uwe woning te begeven ten einde ute verzoeken hier de zegels te leggen. Ik zie dat mijn schoonbroeder mij die moeite gespaard heeft. En zij boog zich voor Roland terwij een spottende blik in hare oogen schitterde. "Wij zijn inderdaad gekomen om, op verzoek van den heer Seynave, de zegels te leggen en wijl gij daaraan geen beletsel stelt, zal de zaak geene moeilijkheden opleveren. Gij hebt een testament niet waar, Mevrouw vroeg de rechter. Ja, mijnheer, ik zal het u straks overhan digen antwoordde deze. In min dan een uur waren de rechterlijke werkzaamheden geëindigd. Mevrouw, zegde de rechter op het oogen blik van het vertrek, wij hebben bij het 4 ure heeft de minister Bötticher in den Rijksdag medegedeeld, dat er zich toen een weinig beterschap-vertoonde. Intusschen zijn de geneeskundigen het meest bevreesd voor de vermindering van eetlust, omdat daardoor de mat heid toeneemt en de Keizer meer geneigd wordt om te bed te blijven. Dit laatste wenschen zij zooveel mogelijk te be perken, omdat daardoor de werking van het hart vermindert, hetgeen bij den hoogbejaarden lijder bedenkelijk zou zijn. Keizer Frans-Jozef heeft den prins van Wales benoemd tot eerekolonel over het 12e huzaren. Hierbij maakt de Neue Freie Presse de bemerking dat de laatste emgelsche kolonels in Oostenrijk, waren: koning Georges IV en de hertog van Wellington, in 1814 en 1818. Dit was op een tijdstip toen het verbond tusschen Engeland en Oostenrijk op het krachtig ste was. De kiezingen in Nederland. Men weet dat dinsdag laatst de kiezingen in Nederland voor de Tweede Kamer zijn begonnen. Het is de eerste maal dat vol gens de nieuwe kieswet, waarbij 't getal kiezers merkelijk is uitgebreid, gestemd werd. Te 's Gravenhage waren woens dag de uitslagen van 74 districten ge kend. Werden gekozen 22 liberalen, 20 katholieken, 16 orthoxe protestan ten. Er moeten herstemmingen plaats grijpen tusschen 18 liberalen, 12 katho lieken, 10 orthodoxe protestanten, 2 conservateurs en tusschen een radicaal en den hoofdman der socialisten f)omela Nieuwenhuis. De uitslagen van tien dis tricten, Amsterdam er onder begrepen, waren nog niet gekend. De tegenwoor dige is ongunstig voor de liberalen. pogen te benuttigen om hunnen afzon derlijken toestand te verbeteren en tegen onspoed en ellende te worstelen. Doch het is slechts sedert een dertigtal jaren dat de economisten het in Duitsch land en in Engeland beproefd hebben om de samenwerking op groote schaal in te richten, te verordenen en in werk zaamheid te stellen, en zulks zonder tusschenkomst van den staat, zich al leen steunende op de vrijwillige mede werking van allen, en teenemaal zonder de persoonlijke vrijheid te belemmeren. Men is er in gelukt ze geheel ten voor- deele van den werkman door te drijven. De Coöperatieven Wij hebben ons dikwijls moeten over tuigen dat onze droeve en kleingeestige bevolking de schoonste inrichtingen dikwijls eene hevige tegenkanting en de domsteminachtingtegengewrorpen heeft, den. Dit is het geval met de coöpera tieve genootschappen, eene der meest democratieve scheppingen der tweede helft der XIXe eeuw. Dat men ons toelate in eenige bijzon derheden te treden over de inzichten der coöperatieve alleman wil den grond der zaak er niet van inzien, want zij is nog iets nieuws op het gebied der huis houdkundig1. wetenschap, en zeker is het dat meer dan een denkt dat de coö peratie den kleinhandel te niet zou bren gen. Eendracht haart kracht is onze natio nale leus. Zij is ook deze der samenwei- kers van over ouds hebben de men schen de vereeniging als eene macht Onder de coöperatieve genootschap pen onderscheidt men vooral drie bij zondere 1° deze van verbruiking2° de ze van crediet. 3° deze van voortbrenging De genootschappen van verbruiking, die men reeds in Belgie aantreft en veel in de naburige landen verspreid zijn, hebben voor doel Van den eenen kant, echte en goede koop- en eetwaren te bezorgen en een echt gewicht te geven Yan den anderen kant de verbrui kers deelachtig te doen worden aan de besparingen welke op den beterkoop der eetwaren, vleesch, brood en andere zaken bekomen worden. Om dit doel te bereiken 1° De genootschappen koopen in het groot, hetgeen hen gemakkelijk valt. door het groot getal aandeelnemers gewoonlijk al het werkvolk eener fa briek, koolmijn, nijvei'heidsgesticht in dit genootschap. Dit laat liun ook toe over de hoedanigheid der waren streng te mogen zijn tegenover vervalsching, en den beterkoop te verzekeren. 2° Zij doen de waren rechtstreeks van de opbrengstplaatsen komen, hetgene zeker een groot voordeel .oplevert daar geene tusschenhacheraars van tweede of derde hand meer noodig zijn. 3° Zij verkoopen tegen gereed geld, het geen hen tegen de verliezen vrijwaart en de kas der maatschappij altijd in goeden staat houdt. 46 Zij koopen insgelijks met gereed geldhetgeen hun de escompte en de vergoeding doet bekomen welke aan den koophandel eigen zijn. In zulke uitzonderlijk batige voor waarden geplaatst, kan het niet anders of dergelijke genootschappen doen groo te winsten. Nochtans, om de kosten van eerste instelling, het huren der magazijnen enbureelen, en alle voorziene en onvoorziene voorvallen te kunnen voorkomen engoed dekken, verkoopt de maatschappij aan den prijs van den dag, dat is te zeggen zoo duur als in andere winkels of bij andere ambachtslieden. Maar alle zes maanden wordt de re kening gesloten,de profijten opgenomen en openbaar gemaak eene zekere som wordt bij het algeme«n fonds gebracht en daarna de profijten of het overschot verdeeld onder al de leden en naarmate hunne aankoopenof verbruik gedurende den verlooper semester. Hier begint nu de zedelijke kracht der coöperatieve gemootscliappen door met niet onder den gewonen prijs te verkoopen, bespaart de maatschappij voor elk harer huisgezinnen of leden eenig centiemen daags, besparing welke dag aan dag aangroeit, zonder moeite, zonder het te weten bijna. Men kan in sommige genootschappen, wel is waar de sparing trekken of er buitengewone leveringen voor vragen, doch het meerendeel der aandeelnemers laat ee staan om bij het algemeen kapi taal te gaan woekeren en steeds bij te winnen. Op eenige jaren worden deze verzamelde sommen bij de intresten van elk lid insgelijks als een kapitaal aange schreven, dat later dienen moet om het pensioen van den ouden of gebrekkelij- ken werkman te volmaken. En dat zulks geen droom of geene hersenschim is, bewijzen ons de daargestelde uitslagen welke men in Engeland bekomen heeft, waar men sedert twintig a dertig jaar duizenden genootschappen werkzaam ziet, wier oud-leden een voldoende pensioen genieten om te leven. Derge lijke genootschappen zijn reeds in Bel gie tot stand gekomen, als de Vooruit te Gent, het Volkshuis te Brussel, en de werkhuizen te Mariemont en te Morlan- welz, doch te onlangs ingericht om de afgewerpen vruchten tot hiertoe te kun nen berekenen. de bewerker of het werktuig is hetwelk Duitschland wist over te halen tot het bereiken van zijn oogwit. De conventie zou, natuurlijk volgens die fransche dagbladen voorwenden hierin bestaan, dat koning Leopold II, tegenover Duitschland de volgende ver bintenis heeft aangegaan u In geval van oorlog tusschen Duitsch land en Frankrijk, zal heel het legei van Belgie worden achteruit 'gebracht naar Antwerpen, en zal de linie der Maas worden overgelaten aan de Duitschers. Deze zouden onmiddelijk hiervan bezit nemen, ten einde zoo doende te beletten,dat een fransch leger langs daar in Duitschland doordrong, Niet slecht berekend, ongelnkkig be staat de zoo druk besproken linie der Maas nog enkel op het papier en zijn al de verdedigingsmiddelen van Belgie, in geval van eenen nieuwen fransch-duit- schen veldtocht, begrepen in en rond Antwerpen. Belgie ligt zoo open voor Frankrijk als voor Duitschland en de geringe leger- I macht waarover wij beschikken, is nau welijks sterk genoeg om eenen eersten schok van een onzer machtige naburen te doorstaan. Zoolang dus de linie der Maas niet is voltooid, vooral zoolang zij niet ie bewa pen 1 volgens de vereischten onzer dagen beteekent het alarmkraaien onzer zui derburen niets. Wij wenschen uit den grond onzes harten, zelfs na de voltooiing en bewa pening der linie van de Maas, den vree- selijken strijd, den strijd op leven en dood te zien ontwijken, waarom de on- geluksprofeten in Frankrijk om zoo te zeggen roepen. Dit is in grove trekken het doel der coöperatie voor de verbruikingIn een volgend artikel zullen wij handelen over gene van crediet en van voortbren ging. In allen is de strekking op stoffe lijk en zedelijk gebied buiten betwis ting. Hier in de Vlaanderen aarzelt men immer. Onze coöperatieven werpt men den naam van roode socialisten toe, en men spaart hun geene tegenkantin gen. Waarom, begrijpen wij geenszins. J. B. G. Oelgie en OiritsolilancL, Ondanks de offlcieele logenstraffing gegeven door het gouvernement in volle zitting der Kamer, blijft de lransche drukpers voortgaan in haar beweren, rakende eene conventie tusschen Duitsch land en Belgie. 1 Ditmaal echter wordt het gouverne ment niet aansprekelijk gemaakt, maar is het koning Leopold II in persoon die TVn is er g*olcl. De koning der rij cmakers, de groot6 Beernaert, heeft zich in de Kamer lau" weren om de slapen gewrongen. Zijn wijs bestuur heeft de schatten in Belgie's Staatskas doen toevloeien. Vergeten heeft echter de man van Thielt te wijzen op den aangroei der ontvangsten der spoorbanen welke toch niet aan het wijs beleid van den paternosterknabbelaar en werklieden uithongeraar Peereboom moet toegeschreven worden. Geen woordje I heeft hij gerept van het intrekken der I rijkssubsidiën aan de gemeenten vroeger toegekend, wier lasten steeds aangroeien. Over het getal landloopers en broocleloo- zen in de clericale arrondissementen heeft de wijze Beernaert ook gesproken. Een vertegenwoordiger van Kortrijk, die ook minister van geldwezen geweest is, de broerkenslievende Tack, hadde hem kunnen leeren dat de onkosten voor het I onderhoud van Kortrijksche vagebon den die vroeger op drie duizend franken binnenkomen hier op de tafel twee stukken ge vonden die insgelijks tot de nalatenschap he- hooren en moeten gehandmerkt worden. 11 1 ij toonde twee b'aden papier, het eene echte handteeken van Adolf Seynave, het andere handteeken waarop eene menigte gelij kende handteekens prijkten. Dorinde verbleekte. Zich echter spoedig her stellende, sprak zij koel Ik zie de noodzakelijkheid niet, heer Rechter, die stukken bij de papieren der nala tenschap te voegen. Het eene is een brief mij weleer door mijn echtgenoot geschreven, het andere is eenvoudig, een stuk papier waarop ik, bij het vernemen van zijnen ramp zaligen dood, in overmoed van droefheid en vol van zijn aandenken, zijnen naam geschreven heb.... 't Is niet mogelijk, Mevrouw; onderbrak de rechter. 't Is mijne plicht ze aan den heer Voorzitter der rechtbank van eersten aanleg te beha digen. 't Zij dan zoo verklaarde de gewezen tooneelspeelster, terwijl zij uitgeput in eenen zetel nederzakte. Den 6 Juli 1885, heerschte er eeneoDgewone bedrijvigheid op de plaats die zich voor het Gerechtshof van Brussel uitstrekt. Van alle kanten zag men de nieuwsgierige menigte hetzij te voet, hetzij in huurkoetsen, prachtrijtuigen of trams toestroomen en zich naar het grootsche gebouw begeven. Eiken stand, iedere kunne, allen ouderdom scheen er vertegenwoordigd. Rijke dainen en sierlijk opgeschikte juffers j werden verdrongen door gewone burgersvrou wen; welgekleede heeren op wier borst het lint der Leopoldsorde prijkte, stapten voort nevens nsderige werklieden; grijsaards gebukt onder de lasten der jaren,moesten achterblijven voorbijgestreefd door vlugge jongelingen pas de kindsheid ontgroeid. Het was alsof men begreep dat,, in den weidschen tempel der gerechtigheid, rijken en armen even veel te zeggen hadden, alsof men gevoelde dat alle standen der maat schappij zich daar noodzakelijk moesten ver smelten in eene volkomen gelijkheid voorde wet. Wie echter den vlottenden volksstroom een oogenblik aandachtig gadesloeg, zou gemakke lijk bemerkt hebben dat de vrouwen zich in meerderheid, tusschen de krioelende menigte bevonden. Het was omdat dien dag eene vrouw te recht zou staan, eene vrouw die schier gansch Brussel weleer toegejuicht had en die thans, zonderlin gen ommekeer van het lot, als eene misdadige voor de rechters moest verschijnsu. Dorinde Tichelare, de schoone, bekoorlijke Dorinde, was voor het Assisenhof geroepen onder de ijselijke beschuldiging van schriftvervalsching. Hare spitsvondigheid en hare aanmatiging hadden schipbreuk geleden tegenover de scherp- zichtigheid van den onderzoeksrechter en, on danks hare listen, was zij er niet ingelukt den slag af te weren die haar fortuin en hare eer bedreigde. Reeds lang voor het uur, tot de opening der zitting aangeduid, was de groote zaal van het assisenhof proppensvol en hoorde men aan de gesprekken der nieuwsgierigen dat het rechts geding een buitengewoon belang inboezemde. Om tien ure kondigde de klank der bel de intrede der gezwoornen aan. Schier onmiddelijk werd de beschuldigde binnengebracht. Zij was gansch in het zwart gekleeu en een rouwsluier iiing voor heur aangezicht. Echter kon men door het donkere gaas genoegzaam ontwaren dat heur gelaat vermagerd was en eene doodsche bleekheid heure vroeger zoo bekoorlijke trek ken ontkleurde. Zij was de trotsche, hoogmoe dige vrouw niet meer die, eenige maanden geleden, «lechts bedreigingen en spotwoorden op de lippen had. Bevreesd en bijna onhoorbaar antwoordde zij op de vragen van den voorzitter en boog dan het hoofd, zonder eenen blik op de vergadering of op de rechters te durven slaan. De eerste getuige was Marie, de dienstmeid welke de beschuldigde zoo barsch weggezonden had. Hare verklaring maakte eenen diepen indruk. Het hartvochtig gedrag van Mevrouw Seynave jegens haar eenig dochterkeu, heure onverschilligheid bij den dood van beuren echt genoot hare handelwijze tegenover haren schoonbroeder, heure alleenspraak wanneer zij het testament vervalschte, dit alles deed de verontwaardiging der toehoorders ten top stijgen en de veroordeeling door talrijkeu als zeker aanschouwen. De vrederechter en de greffier werden ook met belangstellling aanhoord. De verslagenheid der beschuldigde toen haar de bijvoeging der moeven van handteeken bij de stukken der na- Menschap aangekondigd werd, w is een bewijs tö meer van heure plicktigheid. Maar de drukkendste getuigenis was die van den deskundige, met het vergelijkend on derzoek van het ware en het valsche handteeken belast. Eerst bewees hij door de helling van hot schrift, door de scherpheid der letters en door de aarzeling in het wedergeven van sommige trekken, dat de handteekens, onder het testament, oumogelijk door den overleden gesteld zijn. Vervolgens toonde hij dat dit handteeken lang, zeer lang, na het testament zelf gemaakttwashet verschil van kleur in den inkt, de onduidelijke en nauw vatbare schaduwen welke de letters, door de ontgoni- ming van het papier, achtergelaten hadden en de doortrekking van het handteeken Vip de keer zijde van het blad waren daarvan ontegenspre kelijke bewijzen. De advokuat Delforge mocht den getuige vrij allerhande opwerpingen doen, deze toonde door proevenzoo klaar de gegrondheid en de waar heid zijner gt-zegdeu dat de verdediger het moest opgeven. Dan onderzocht de getuige het blad papier op de tafel der beschuldigde gevonden en de handteekens, welke zij, volgens hare eigene bekentenis, er op geplaatst had. Hij toonde de gezwommen hoe gebrekkig en aarzelend het eerste dier handteekens was, hoe allengskens meer gelijkheid en overeenkomst tusschen het nagemaakte en het oorspronkelijke ontstond, hoe de hand meer vastheid en zekerheid kreeg en eindigde met nagenoeg al de takken weer te geven. Zijn besluit was dat Mevrouw Seynaeve het handteeken van beuren man onder het tes tament gesteld had en zulks waarschijnlijk op den dag, aangeduid op het blad dat haar tot oefen ng verstrekte. De pleitrede van den algemeenen advokaat welke op deze getuigenis volgde was verplette rend. Hij volgde de beschuldigde van in hare jeugd; stelde haar voor als zangeres op den schouwburg van Brussel, toegejuicht, getroe-. mam

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1888 | | pagina 1