GROENE KRANSEN
DOOFHEID
3de Jaar.
Nummer 34 (138)
Zondag 19 Augusli 1888.
i
iib-i >;r
-I fjJ
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
Abonnementsprijs
6 fr. voor de stad.
6 fr 60 voor den buiten,
voorop betaalbaar.
PRIJS PER NUMMER 10 C EN TIMEN.
Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore van het blad,
40, Korte Zoutstraat, 40, Aalst.
HET ARRONDISSEMENT AALST.
Gewone, 15 oentimen
Prijs der AnnoncenReklamen, 76 centlmen Per drukregel.
Vonnissen op de derde bladzijde, 50 centimen.
Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt.
Handschriften worden niet terug gezonden.
Nee spe nee metu.
AALST. 18 AUGTJSTI.
Biiitenlaiulscli politiek
overziclit.
Veldmaarschalk von Moltke heeft, op
eieren aanvraag, zoo als het luidt, zijn
ontslag als Overste van deti Algemeenen
Staf des duitschen Rijkslegers bekomen.
Zijn opvolger is generaal graai von NV ai-
dersee. Dezes benoeming heeft m de po
litieke kringen, niet alleen in Duitse ï-
land, maar ook in het overige van
Europa, nog al opschudding verwekt.
Immers, het is bekend dat de nieuwe
staf-overste het hoofd is der duitsc ie
oorlogspartij en dat hij, met zijne gema
lin, de anti-semitisclie beweging toege
negen en prins von Bismarck en zijne
staatkunde vijandig is. Als men nu
in aanmerking neemt welken doorwegen-
deninvloed 't ambt van algemeenen staf
overste aanbrengt, zal niemand zich
verwonderen over de ontroering welke
de benoeming van von W aldersee lieeit
doen ontstaan.
Zondag is te Sofia, met grooten luis
ter, de internationale spoorweglijn tus-
schen Weenen en Constantinopel, door
den vorst van Boelgarië ingehuldigd
Die gebeurtenis heeft eene groote betee
kenis. Voortaan zijn Constantinopel
Boelgarië en Servië rechtstreeks met
Westelijk Europa verbonden en 't lijdt
voor niemand twijfel, zoo als het de
bolangrijkste dagbladen van Europa te
recht deden opmerken, dat de invloed
van Oostenrijk in de landeu van het Bal-
kansch Schiereiland daardoor zal aan
groeien. Het feit, dat prins Ferdinand
in persoon, de inhuldigingsfeesten heelt
voorgezeten, en de volgende woorden,
door M. Natsjevitsj, lid van het boel-
waarsch kabinet, op het banket uitge
sproken, bewijzen dat, in tegenstrijdig
heid met de verspreide geruchten, de
prins het voortdurend met zijn gouvei-
nement eens is en dat hij er geenszins
aan denkt, de pijp aan Marten te ge
ven en Boelgarië te verlaten Nooit,
zegde M. Natsjevitsj, zou het land, on
danks al zijne moeite, alle zijne opotte-
ringen, dit grootsch ontwerp kunnen
verwezenlijken hebben, zonder de me
dehulp van den vorst die, in moeiëlijke
omstandigheden de kroon aanvaarden
de, de natie vertrouwen heeft weten in
te boezemen.»
De werkstakingen, op verschillige
punten van Frankrijk uitgeborsten,
sehijnen voortaan rustig te zullen anoo-
pendie te Amiens is nagenoeg geëin
digd deze der aardewerkers, te Parijs,
schijnt eerder toe-dan aftenemen, doch,
dank zij de krachtdadige maatregelen
door de Overheid genomen, is de rust
tot hier toe behouden gebleven.
Het is morgenzondagdat er wetgevende
kiezingen plaats grijpen in de Somme-,
Noorder-, en Lagere-Charente departe
menten. Het belang dier kiezingen is
hier in gelegen, dat generaal Boulanger
zich op de drie plaatsen als kandidaat
voorstelt. De laatste inlichtingen melden
dat zijn konsen al heel gering zijn.
De Italianen hebben in Afrika, rond
Massaowa, eene gevoelige en bloedige
nederlaag geleden. Eene italiaansche
legerafdeeling, verscheidene honderde
mannen sterk, is door de Abyssijnsche
troepen met groote verliezen uiteen
geroeid.
Een belangrijke opstand is indeEngel-
sche Indiën, onder de inlandsche bevol
king van den Thibet, losgebarsten.
De Staat buiten de sohool.
Langzaam maar zeker wordt de ver
nietiging van het onderwijs door de
klerikalen voortgezet. Van het lager
onderwijs blijft er niets, of slechts wei
nig, op het platteland, behouden. Thans
heft de geestelijke drukpers weerom
een vreugdekreet aan, omdat de nor
maalscholen, voor jufvrouwen, te Gent,
en voor jongelingen, te Brugge, afge
schaft worden. Wanneer er geene enkele
normaalschool van den Staat, geen
enkel Atheneum geen enkele staats
middelbare school meer zal bestaan,
dan eerst zal de klerikale vraatzucht
voldaan zijn dan eerst zal zij van
haar verdelgingswerk uitrusten, omdat
dan eerst haar doelwit de Staat bui
ten de scholen bereikt zal zijn.
Voor de klerikalen heeft de Staat zich
met het onderwijs der jeugd niet te be-
moeiën.
De Staat mag zorgen voor een korps
gendarmen om de booswichten en de
misdadigers aan te houden, om de orde
te handhaven, om de persoonlijke vrij
heid en den persoonlijken eigendom te
doen eerbiedigen maar de Staat heeft
het recht niet te zorgen dat, bij middel
van onderwijs en opvoeding, het getal
booswichten en misdadigers vermindere,
het volk de vrijheid en den eigendom
der bijzondere leere eerbiedigen.
De Staat zal ijzeren-wegen mogen
hebben en gebruiken, zich het mono-
pool van Telegraaf-en Postdienst toeëi-
genen, maar hij zal niet mogen zorgen,
bij middel van wel ingerichte scholen,
dat hij nooit gebrek hebbe aan bekwa
me, kundige bedienden om dien dienst
te verzekeren hij zal aan de particu
lieren alleen de zorg moeten laten hem
de noodige beambten aan te kweeken,
op gevaar af de onbekwaamste, de lomp-
ste vlegels alleen te zijner beschikking
te krijgen en de diensten, waarmeê hij
zich gelast heeft, niet meer te kunnen
verzekeren.
De Staat zal op allerhande wijzen,
door het gedurig verbeteren der midde
len van verkeer, door alle middelen
van aamoediging, door het maken van
voordeelige handelstractaten, door het
onderhouden van kostelijke gezantschap
pen en consulaire agenten, moeten zor
gen voor den bloei en den vooruitgang
van handel en nijverheid, op alle wijzen,
eene uitgezonderd hij zal geene scho
len mogen oprichten om aldus te zorgen
dat de nijverheid steeds verstandige
werklieden, de koophandel wakkere en
geoefende agenten ter hunner beschik
king hebben.
De Staat moet zorgen voor het gods
dienstig onderwijs, met het bezoldigen
van pastoors en bisschoppen, met het
bouwen en onderhouden van kerken en
pastoreelhuizen, maar voor het weten
schappelijk onderwijs mag hij niet zor-
gen.
De Staat moet eene geestelijkheid on
derhouden die zich boven de wettelijke
overheid des Lands stelt en deongehoor-
zaamheid tegen de wetten en wettelijke
verordeningen aanpredikt, maar hij zou
geene onderwijzers mogen bezoldigen
die aan de jonge geslachten eerbied en
gehoorzaamheid aan 's Lands wetten en
instellingen inboezemen.
Is zulk stelsel aanneemlijk
Zeker niet.
Wel zeggende klerikalen dat het pri
vaat-onderwijs, wanneer de vrije scho
len in evenredigheid van het getal
harer leerlingen, toelag ;n van den Staat
zouden ontvangen, in alle behoeftens
zou voorzien.
De ondervinding heeft geleerd dat die
stelling der klerikalen niet gegrond is.
Zooals het de uitstekende geleerde
Emiel de Laveleye, verleden maandag
nog in de Gazette deed opmerken, heeft
't privaat-onderwijs overal bedroevende
uitslagen opgeleverd. In het oud-ko
ningrijk Napels, in Spanje, in Portu-
gaal waren, onder het stelsel van het
gesubsidieerd privaat-onderwijs, de drie
vierden der bevolking ongeletterd zelfs
in Engeland waar er nogthans drie
machtigevereenigingen,twee protestant-
sche en eene R. katholieke, bestonden
om het onderwijs te rugsteunen, bleef
de onwetendheid onder het volk zoo
groot, dat het Staatsbestuur zich ge
noodzaakt heeft gevonden scholen op te
richten ten laste der belastingsschuldi
gen.
verboden wordt zich werkelijk met de
politiek bezi,te houden ;de geestelijken
nemen kommerloos aan den politieken
strijd deel, wat zeg ik, zij zijn de ziel van
dien strijd, zij zijn de rede van bestaa i
eener staatkundige partij 't is dus be
tamelijk, niet waar klerikalen, dat de
Staat zijne middelbare scholen sluite en
zijne professors aan de deur smijte, maar
voortga met de geestelijken te bezoldigen
en hen alle voordeelen ter hand te doen?
Ja, de middelbare scholen zijn onze
scholen, de scholen der liberalen, omdat
deze de verdraagzaamheid en de vrijheid
als de schraagpijlers eener wel inge
richte Maatschappij huldigen en dat
in de middelbare scholen de verdraag
zaamheid onderwezen en de gewetens
vrijheid van eenieder geëerbiedigd
wordenDe klerikalen kunnen die scholen
als de hunne niet aanzien, omdat in
ïunne scholen rede en wetenschap het
ïoofd moeten bukken voor de leer van
iunnen eenigen godsdienst, omdat voor
ïen, klerikalen, er geene andere vrijheid
mag zijn dan de vrijheid voor de Room-
sche Kerk om alles te overheerschen en
te overweldigen, omdat zij,klerikalen,in
hunne scholen de verdraagzaamheid ten
opzichte van andersdenkenden als eene
uitvinding des duivels afschetsen.
Laat de klerikale partij eene schen
dende hand aan ons middelbaar onder
wijs slaan, indien zij meenen dat de 1500
stemmen meerderheid welke zij, in het
gansche land, verkregen, hen daartoe
het recht gevenindien hij, die esns in
het Parlement de noodzakelijkheid van
een goed ingericht onderwijs uitriep,
van gevoelen is dat de wil van 1500
onwetende kiezers, wien zelfs die kwestie
niet onderworpen was, vermag dit zelfde
onderwijs te vernietigeneens zal het
gezond verstand, eens zal de beschaving
zegepralen, vroeger misschien dan gij
meent en wee dan, klerikalen, wee dan
uwe geestelijken wee uwe pastoors
wee uwe bisschoppen wee uwe kloos
ters wee uwe krochten van allen aard
Alsdan zult gij ook «we geestelijkheid en
uwen ecredienst mogen betalen en wij
zullen wetten maken om uwe kerkfa
brieken en uwe kloosters te beletten
Staat, Provintie en Gemeente te bedrie
gen en te bestelen. J. J.
Na het lager onderwijs totaal ontred
derd te hebben, vallen de klerikalen,
hunne bladen en bladjesvan allen kaliber
aan 't hoofd, het middelbaar onderwijs
aan. Is het geen schande, roepen de
Courrier de Bruxelles en 't Land van
Aalst uit dat de liberalen de middelbare
scholen onze schoLn noemen en
j dat wij die scholen moeten betalen.
't Is schande, inderdaad. De klerikalen
noemen de geestelijkheid onze geeste
lijkheid en wij. liberalen, moeten ook
die geestelijkheid betalen, maar dit is nu
geene schande. De onderwijzers en
leeraars van de Staatsmiddelbare scholen
zijn bermbten van den Staat, aan wie het
naar het Noorsch
VA1S L. DILLING.
I.
en Tuitingen in het hoofd.
Manier om zich ten zijnent te genezen.
Men zend eene brochuur van 132 bladz. tegen
0,30 c. Men wende zich tot J.H. Nicholson, 4,
Drouetstraat, Parijs.
Pastoor en] geneesheer.
De volgende schets uit het leven in
onze verkwezelde vlaamsche gewesten
is ontleend aan het Weekblad van Oos
tende
De vervolging, die eene fanatieke,
haatdragende en wraakzuchtige geeste
lijkheid op onze dagen tegen uit oefent
alwie anders durft denken of a xij, kwkt
geene palen meer.
Vroeger was hare woede alleen tegen
de olïiciëele onderwijzers gericht. Doch
nu deze in den buiten zeldzaam gewor
den zijn als staartsterren, is hare wraak
zucht tegen hen bij gebrek aan spijs
noodzakelijk gekoeld, doch verre van
verzadigd
Evenals de onverzaadbare en wraak
gierige tijger aast onze geestelijkheid
steeds op nieuwe slachtoffers alwie zich
tegen haar aanmatigenden trots durft
verzetten, moet vervolgd worden.
En men zou moeilijk raden tegen wie
zij nu voornamelijk want merken wij
wel op dat onze navolgelingen Christi
in eenen zelfden haat alle liberalen om
strengelen voornamelijk, zeggen wij
dus, hare vervolgingen uitoefent.
Tegen wie
Tegen de liberale geneesheeren
Dat laat zich verstaan.
Zijn die achtbare ambtenaars, door
hunne diepe kennissen en hunne talrijke
vriendenschaar, immers niet bijzonder
lijk in staat om een zekeren invloed uit
te oefenen en tot de ontvoogding van
ons volk mede te helpen
Ja, en dat is genoeg opdat zij het mik
punt zouden zijn van al de schurkerijen,
die eene politieke geestelijkheid zich
niet schaamt te plegen.
Wil men bewijzen
Ik heb er met volle grepen, alle voor
gevallen in gemeenten van ons arrondis
sement en in 't liberaal Oostende zelf.
Nummer 1 geschiedt ineen der volks-
rijkste kwartieren van Oostende.
Luistert naar deze ware geschiede
nis
Een man was hevig ziek. Zijn genees-
i heer een liberaal had de vrouw
verwittigd dat zij wellicht voorzichtig
zou handelen met alle voorzorgen te ne
men, dat eene ontknooping wel niet
onmiddellijk, toch aanstaande zijn kon.
De vrouw zendt dus den dienaar des
Heeren een onzer fanatieke onderpas
toors, halen. (Wij zullen zijnen naam
verzwijgen, ofschoon men ons gemach
tigd heeft hem te openbaren). De hei
lige man komt kort daarop binnen hij
bezoekt den zieke en onderhoudt zich
daarna kortwijlig met de vrouw, vraagt
een en ander en ook naar den naam van
den geneesheer des huizes.
De vrouw onvoorbedacht, maakt hem
I ermede bekend. Een wijl daarna neemt
de onderpastoor het medecijnfleschje,
dat toevallig op de vensterplaat was blij
ven staan, in handen. Hij slaat hetzelve
aandachtig gade en plots, schijnbaar in
eenen aanval van heilige verontwaardi
ging ontstoken', werpt hij flesch en
inhoud in de stoof, uitroepende Men
moet geen doktoor zijn om te zien dat der
gelijke medecijn niet past voor den lijder
(Wordt voortgezet.)
f
--a-
O
We bevinden ons in een sierlijk gemeubelde eet
zaal waarvan een hoekvenster op de binnenplaats
uitzicht heeft. Het grootste buffet is overladen mot
zilverwerk en 011 Ie ontbijttafel fonkelen eenige
kristallen karaffen met verschillendo wijnen en U-
^Aal'de tafel zit een jonge man van hoogstens
twee-en-twintig jaar, met een welgevormd, bleek
gelaat en sprekende grijze oogeu, die met een wee
moedige uitdrukking rondkijken zijn donkere lok
ken fn het midden gescheiden, zijn zorgvuldig ge
friseerd, en oen fijn blonde knevel, waaraan blijkbaar
evenveel zorg besteed is, ondersohaduwt den fieren
m?Iif is gekleed in een ochtendjasje van wit flanel,
gevoerd en afgezet met blauwe zijde, over de borst
vastgehouden en gegarnierd met blauwen zijden
koorden, hetgeen hem het uiterlijk geeft van een
TSJS'i™ i« zijn .looi .tak, een
cigarette aan en nam van tijd tot tud een teugje uit
een kop koffie of een glas likeur, waarbn hij ei uit
zag alsof hetfgeheele leven hem verveelde.
fin dat deed het werkelijk ook want hij had er zoo
twintigjarigen leeftijd stond hij bij den dood
ziiner ouders geheel alleen m den wereld als erfge
naam van een reusachtig vermogen, waarover zijn
vnmri hem toeliet naar willekeur te beschikken.
Toen beo-af hij zich naar Parijs, waar men voor
«ld alles Itoopen kan, en waar hij dus veel cham
pagne en liefde kocht, en met jeugdige, onverzadelqke
begeerte zoo veel van beiden genoot, dat ze hem be
gonnen tegen te staan.
Daarop zwierf hij een jaar lang geheel Europa
rond, waarvan hij het grootste gedeelte in spoorweg
coupés doorbracht hij at en sliep in Jhotels, zag alles
wat een reiziger zien moet, verveelde zich bij dat
alles, en vestigde zich ten laatste in Copenhagen,
waar hij een paar appartementen huurde, die hij met
veel smaak meubelde, en waarvan hij de zorg toever
trouwde aan een huishoudster, die tevens voor de
keuken zorgen moest.
Zij was een vrouw van middelbaren loeitljd geheel
geschikt voor haar trouwens niet moeilijke taak, en
die het in deze betrekking ook wel naar haar zin had,
behalve dat zij er zoo tegen opzag des avonds alleen
thuis te zijn, terwijl het vrij dikwiils voorkwam, dat
haar heer, tot's avonds laat uit bleef—en ook wel
den geheelen nacht niet thuis kwam. Juffrouw Mad-
sen, zoo heette zij, zag namelijk in haar verbeelding
altijd en overal dieven, moordenaars, spoken en de
hemel mag weten wat meer.
De jono-e man zat nog steeds aan tafel, den rook
van zijn cigarette in kleine kringetjes uit te blazen,
en half onbewust te luisteren naar de vorschillende
geluiden 111 de drukke straten der groote stad,'t geraas
der rijtuigen en de eigenaardige uitroepen der straat
venters.
Eerst kwam er een man, die een wagen vol zand
en schuurgoed voortkruide, op heeschen, krijschen-
den toon zijn waar aanprees toen een schelle vrouwe
item die "koop garnalen" riep, en daarop een krach
tige bas, die op een niet in den handel te verkrijgen
melodie zijn nieuwe aardappelen, doperwtjes en
bloemkool ten verkoop aanbood.
Daarop volgde ecu oogenblik van stilte tot do schel
van den melkboer weerklonk.
De jonge man Bloot op zenuwachtige wijze de oogen
en nam een teugje chartreuse om zich te versterken,
toon het schellen voorbij was.
Toen hoorde hij een klein liedje, door een zuiver
helder kinderstemmetje gezongen
Groene kransen, koop mijn kransen
En mijn bloempjes, zacht van kleur....
De jonge man begaf zich naar het venster, dat op
de binnenplaats uitzag hij zag er een volwassen
meisje met een mandje vol bloemen aan den arm.
Haar gezichtje was bleek, haar donker haar hing
in twee zware vlechten lan<*s haar rug, en koolzwarte
oogen gingen zoekend van de eene verdieping naar de
andere, om te zien of zij aan een der vensters niet een
kooper voor haar bloemen kon bespeuren.
Haar rok was veel te kort, zoodat men haar dunne
beentjes zien kon, een dun, lichtgrijs omslagdoekje
en een afgedragen zwarte hoed met een gekrakte veer
en een paar kunstbloemen maakten haar schamel toi-
let- uit.
Toch kon men aan een rooden strik, dien ze op de
borst had gehecht, en aan een snoer groote gele paar-
len om haar hals zien, dat het haar niet ontbrak aan de
aangeboren zucht der vrouw om zich op te Bchikken.
Hij opende het venster en wenkte de kleine. Daarop
schelde hij.
Jufvrouw Madsen kwam binnen, /ij zag er vrij on
behaaglijk uit met haar mager, roodbruin gelaat,
eenigzins gekroosd naar en baar roodbruine japon,
en daar zij in de week zich de weelde van een wit
kraagje niet veroorloofde, was het moeilijk te zeggen
waar haar hals eindigde en haar japon begon.
Wat blieftu, mijnheer?
Och, doet u even de deur open en laat dat bloe
menmeisje binnen.
Bloemenmeisje
Ja.
Dan kunt u immers geld geven en ik zal de bloe
men aan de deur koopeu dan maakt ze onze trappen
en kleeden niet morsig. Mijnbeer kan immers ook niet
dingen.
Neen, laat haar liever binnenkomen.
Waarom toch mijnheer
Omdat ik bet wil! viel hij uit, zijn gewone
onverschillige kalmte verliezende.
Wel goeden hemel 1
Zij verliet ijlings bet vertrek, de deur met een
slag achter zich sluitende zoodat het huis er van
dreunde. Dat trotsche noorsche bloed vliegt dadelijk
op 1 bromde zij.
Het meisje stond in deemoedige houding op den
trap.
Veeg uwe voeten goed af, en geef boleefd en fat
soenlijk antwoord hoor. Mijnheer is lang niet gemak
kelijk.
Daarop duwde jufvrouw Madsen haar de kamer in,
terwijl zij zich in de haast het genoegen niet kon ont-
zecgon, haar even in den arm te knijpen.
Ïïet kind bleef midden op den vloer staan.
Hare donkere oogen vlogen vol verbazing van de
kristallen karaffen naar het zilverwerk, en keken
verstolen naar dien schoonen, jongen man, die daar
in de vensterbank zat, zoodat het rooden zijden gor
dijn een schitterende achtergrond vormde voor zijn
fantastisch eostuum.
Hij geleek een prins uit't wonderland harer Bproolc-
jee.
Kom maar eens hier, mijn kind-en laat eens
zien wat gij in uw korfje hebt.
Sohoone bouequetten voor eon dubbeltje, mijn
heer, en groene kransen voor twee centen bet stuk.
Ze geuren het meest, als ze verwelkt zijn.
Go geeft er zeker wel drie voor vijf cent vroeg
juffrouw Madsen.
U kunt wel heengaan, jufvrouw Madsen ik zal
u roepen zoodra ik u noodig heb.
De jufvrouw slofte de kamer uit, van boosheid nog
rooder en bruiner dan gewoonlijk.
Hoe heet gij
Dina.
Dat is een sohoone naam. En hoe cud zijt ge.
Vijftien jaar, mijnheer,
Zijn uwe ouders dood
Neen, mijn vader leeft nog.
Wat doet hij?
Hij hij doet mets. Hij drinkt wel eens als ik
ten minste wat verdiend heb, en als hij dronken is,
slaat hij mij.
Van wien hebt gij dat liedje geleerd dat gij
daareven zong.
Dat heb ik mij zelf geleerd.
Laat mij bet nog eens hooron.
Zij sloeg de oogen neer, en schudde blozend het
hoofd.
Wilt gij niet
Het hoofd gebogen keek ze hem met haar zwarte
oogen eventjes schuw en verlegen aan.
Ik kan niet hier niet
Gekheid Daar is een goudstuk, tien guldon.
Zoo veel geld hebt gij nog nooit gehad. Gij kunt er
een schoon nieuw kleed voor koopen.
Zij bleef met neergeslagen blik staan, terwijl ze met
een verlegen lachje neen schudde.
Ge zult het hebben en nog een er bij, als u voor
mii zingen wilt.
Er riolen een paar tranen, tussohen haar bloemen.
Ik kan niet zingen hier niet, wel beneden op
de plaats.
Ween nu niet, ik wil u immers niet dwingen.
Daar hebt ge de twee goudstukken en zing dat beneden
voor mij maar recht duidelijk, zoodat ik het goedhoo-
I ren kan.
Zij zag hem verbaasd aan en dacht, dat hij gek
scheerde.
Ziedaar, neem zo en verlies ze niet. V oor het
esne kan u eene nieuwe japon koopen, de rest is voor
uw vader, dan kan hij zich een vroolijken avond ma
ken. En drink zelf ook eerst een glas wijn. Hier.
Hij schonk een glas vol. De sohorrij vonkelde als
opgelost goud in geslepen kristallen glas. Zij dronk
het uit.
Het was haar alBof ze vuur gedronken had, en het
bloed steeg haar naar het hoofd.
Hij nam eenige gebakjes en legde ze in haar mandje.
Zie zoo, ga nu voor mij zingen.
Zij hield hem haar mandje toe.
Wil mijnheer niet een paar bloemen nemen.
Ja, dat is waar ook. Ik zal één van die kransen ne<
men, en dan geef u mij een kus op den koop toe.
Hij nam haar onder de kin, en drukte een kus op
haar reinen, frisschen kindermond.
Daarop greep hij een krans uit haar mandje eu
drong haar zacntkens de kamer uit.
I
.h