MIJN DOOP.
DOOFHEID
3de Jaar.
Nummer 42 (146)
Zondac 14 October 1888.
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
Abonnementsprijs
6 fr. voor de stad.
6 fr 50 voor den buiten,
voorop betaalbaar,
PRIJS PER NUMMER 10 C EN TIMEN.
abonneert zich op alle postkantoren voor den buicen voor de stad, ten kantore van het blad,
40, Korte Zoutstraat, 40, Aalst.
HET ARRONDISSEMENT AALST.
t Gewone, 15 oentimen 1
Prijs der Annoncenper drukregel.
Rsklanien, 75 centnnen r J
Vonnissen op de derde bladzijde, SO centimen.
Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt.
Handschriften worden niet terug gezonden.
Nee spe nee metu.
AALST, 13 OCTOBER.
BwiteixlaiKlscli politiële
overzicht.
Voor het oogeblik is de jonge keizer van
Duitschland als gast aan het Hof van Itaalje.
Dit bezoek is een bewijs der vriendschappe
lijke betrekkingen, die thans tusschen Itaalje
en Duitschland bestaan.
De jonge keizer zal van zijn verblijf te
Roomen gebruik maken om den paus in het
Vatikaan te gaan bezoeken. Naar de Opper-
kerkvorst meent zal hij Willem II kunnen
overhalen om zijne bemiddeling te willen
verleenen tot het herstellen van den Paus in
zijne wereldsche Macüt. Wij kunnen niet aan
nemen dat Willem voldoen zal aan de wen-
schen van Leo XIII Bismarck is de raadgever
van den keizer, hij is ook de steunpilaar van
het Duitsche Rijk, en het valt moeielijk aan te
nemen dat de man, die de eenheid van Duitsch
land heeft tot stand gebracht, de hand zou
kunnen leenen tot eene daad die de eenheid
tan Itaalje zou schenden zulks ware onrecht
streeks zijn eigen werk vernietigen.
M. Carnot de President der Fransche Repu
bliek, heeft deze week eene reis gedaan in
Savooien en het Rhöne-departoment en is
overal met uitbundige toejuichingen ontvangen.
Daar waar hij komt doet hij, al ware he. maat
tijdelijk, de oneenigheid in de republikeinsche
rangen ophouden, zoodar. zijne talrijke omrei
zen in Frankrijk, sinds zijne verkiezing, een en
gunstigen indruk voor de Republiek bij liet
volk hebben doen ontstaan.
M. Jules Roche is algemeen verslaggever
genoemd der Begrootings-Commissie. Door de
inschikkelijkheid welke dezes leden en de be
langhebbende ministers aan den dag hebben
gelegd zullen er vele struikelsteeuen uit den
weg van het ministerie geruimd worden en zal
de bespreking der Begroeting zonder groote
luoeielijkheden kunnen geschieden. Het is dus
te gelooven dat het kabinet Fioquet, indien het
niet roekeloos zijn bestaan waagt in eene
Grondwetsherziening, nog langen ,tijd liet be
wind zal kunnen in handen houden.
Uit Krakau (P den) seint men, in dagteeke-
ning van 8 dezer, dat de politie van Moskow,
in eenen kelder, dynamietboinmen heeft gevon
den, als ook eene groote som valsche zilveien
munt.
Zij heeft eenen zekeren Rosloeukoil aangehou
den die, op het oogenblik zijner aanhouding,
gepoogd heeft zich, bij middel van eenen
messteek in de keel, te zeltmooiden.
De politie, heeft ook eenen genaamden Petrif
aangehouden en, door de briefwisseling ten
huize dier twee kerels gevonden, kunnen
bestatigen dat er kwestie was van eenen aan
slag op het leven van den tsaar.
Volgens de Novosti, een blad van Petersburg
zou het, door ernstige diplomatische beschei
den bewezen zijn, dat er tusschen Engeland on
Itaalje eene overeenkomst bestaat volkomen
gunstig aan een Oostenrijksck-Italiaansch ver
bond en tegen Frankrijk.
Ware het niet de tegenstand welke het, bij de
oppositie in het britsch Parlement, ontmoc t,
die overeenkomst ;zou reeds in een verbond
herschapen zijn.
Uit Madrid schrijftj men dat don Carlos de
herr inrichting bevolen heeft, met het oog op
aanstaande gebeurtenissender carlistische
comiteiten in de Baskische previntiën.
10en October 1887.
't Is dijnsdag aanstaande een jaar ge
leden dat wij, voor de derde maal sinds
den beslissenden val van het liberalism
in Aalst, in de gemeentekiezingen deer
lijk geklopt werden.
Op een kiezerskorps van nog geen
twee duizend mannen hadden wij eene
minderheid van twee honderd stemmen.
Die uitslag,van dichterbij aanschouwd,
was nochtans merkelijk voordeeliger
dan de voorgaande.
Hij bewees dat onze partij hier in
vooruitgang was.
In andere steden of gemeenten, wan
neer de liberalen veld winnen, wanneer
zij de meerderheid hunner tegenstrevers
zien verminderen, dan nemen zij niet
alleen het krachtig besluit die meerder
heid te vernietigen, maar ook al de
maatregelen om dit besluit ten uitvoer
te brengen.
Dergelijk besluit namen wij ook na
1G October 1887. Of het een krachtig
besluit was valt te betwijfelen.
Maar wat hebben we ge laan om dit
besluit ten uitvoer te brengen
De liberale Associatie heeft mot ver
nieuwden moed en grootaren iever haar
jaarlijksch werk aangevat.
Maar het liberale kiezerskorps
's Avonds van de bloemkoolmanifes
tatie heeft onze jongheid wat tegenge-
manifesteerd.
Wij hebben ook nog gedanst wij
dansen zoo vele jaren op de pijpen der
klerikalenwij mochten nu ook wel
eens op de toonen van onze muziek
dansen. Een druppeltje water is ook
eene lafenis voor 'nen dorstigen, al
duurt ze ook naar 'nen stond.
En verder? Wat hebben we nog
gedaan
Zijn we met het kiezerskorps in nadere
betrekkingen gekomen, doen we de
noodige propaganda om ons populair te
maken bij die massa vlottende kiezers
die heden de meerdeeheid aan de kleri
kalen geeft
Hebben we iets gedaan om aan de
misleide kiezers de gansche waarheid
over den toestand onzer stadszalcen
bloot te leggen en om de dwaalbegrip
pen nopens het liberalism uit te roeien,
die de geestelijkheid in de geesten der
kleine kiezers heeft dopn ontstaan
Niets van dat alles.
Maar hebben we ten minste alles
gedaan wat noodig was om onze ge
trouwe vrienden te bevredigen, om hen
alle reden van misnoegdheid jegens ons
te ontnemen
Hebben we de liberale werken, de
liberale instellingen ondersteund en
aangemoedigd
Hebben we opgehouden klerikale bel
hamels met het geven van werk, met
onze aan- en verkoopen te begunstigen
ten nadeele van de vrienden die, om
hunne politieke denkwijze, van wege de
klerikalen zoo veel te lijden hadden,
die liberaal bleven al kostte het hen ook
hunnen welstand
Neen
We bleven onverschillig ten opzichte
der vlottende kiezers
We bleven onverschillig ten opzichte
onzer eigene vrienden
En wat deden de klerikalen .binst al
dien tijd?
Sliepen zij op hunne lauweren
Geenszins.
Geen liberaal wierd door een klerikaal
bevoordeeligd, dan wanneer het dezen
onmogelijk was anders te handelen.
De klerikalen gaan stelselmatig de
winkels en de werkhuizen der liberalen
voorbij. Zij ondeisteunen in alles en
v or alles hunne vrienden. Onder hen
bestaat er solidariteit en broederlijkheid.
\Yij, liberalen, hangen aan een zoo als
gekapt strooi, bij zoo verre dat ik me
afvraag of we nog wel eene partij uit
maken
De klerikalen hebben hunne maat
schappijen en kringen bloeiend in stand
gehouden en, alhoewel meester van het
terrein, door t stichten van nieuwe ver-
eeuigingen, als eene Maatschappij van
Ouderlingen JJijstadneen liond der lde-
rikale Bekwaamhei iskiezers, een Werk-
manskringeene Vlaamsche Taalgilde,
hunne stelling door nieuwe schansen
zóódanig versterkt dat het voor ons wel
haast totaal onnoodig zal geworden zijn
tegen de klerikale sterkte nog storm te
loopeu.
En wij
Wij lieten onze kringen en Gezel
schappen kwijnen, deze uitgezonderd die
het drievoudig doel Eten, drinken en
Vermaak na streven en wanneer het
er op aankwan nieuwe gezelschappen te
stichten waarvan het nut onbetwist
baar en do noodzakelijkheid bewezen
waren, dan liet men de ontwerpers al
leen met hunne goede plannen eu hunne
beste inzichten
Zoo is de toestand.
Wij hebben het tafereel met geene
somberdere kleuren afgeschilderd dan
het in werkelijkheid is.
Verre van daar. Wij hebben stelsel
matig nagelaten zekere punten aan te
raken die in deze zaak aller belangrijkst
zijn maar die het best aangeraakt kun
nen worden op eene andereplaats dan in
de kolonnen van een weekblad.
Ons doel, wanneer wij dit overzicht
maakten, was n et zekere 'personen, ook
niet onze liberale jongheid, te krenken.
Wij wilden alleen hen allen de noodza
kelijkheid aan toonen van af te breken
me, die oude overleveringen die zoo
schadelijk zijn voor onze partij.
-Wij wilden eenvoudiglijk den toe
stand in ganscli zijne afzichtelijke
naaktheid afschilderen, om onze vrien
den, door het zicht er van, tot betere
gevoelens op te beuren, tot meer werk
zaamheid aan te wakkeren, tot eene
meer krachtdadige houding te stemmen,
tot meer fogiek te overhalen.
Zoo lang wij dit doel niet zullen be
reikt hebben, zoolang moedloosheiden
lamlendigheid het kenmerk zullen zijn
der aalstersclie liberale partij, zoolang
zal onze pen rusteloos voortgaan met
den waren toestand af te schetsen, zoo
lang zal onze stem, onophoudend, den
liberalen het werda toe roepen.
En wij hopen dat liet niet lang meer
zal zijn. J, J.
en Tuitingen in het hoofd.
Manier om zich ten zijnent te genezen,
Men zend eene brochuur van 132 bladz. tegen
0,30 c. Men wende zich tot J. II. Nicholson, 4.
Drouetstraat, Parijs.
Wat de papen ons kosten.
La Gazette heeft onlangs de bereke
ning gemaakt, gestaafd door officiëele
cijfers van wat de papen ons kosten. Zij
zijn ontleend aan het Officieel jaarboek
over 1880 en kunnen derhalve niet
betwist of geloochend worden.
1° Op 31 December 1880 bedroeg de
bevolking der kloosters in Belgie 25,362
religieusen van beide geslachten, wier
onderhoud berekend aan 2 frank per
hoofd en per dag, jaarlijks eene som
bedraagt van 18,514,260 frank.
2° De geestelijkheid geniet van het
kosteloos gebruik van 3248 groote en
kleine kerken, dewelke volgens eene
berekening door den staat opgemaakt
eene minimum-waarde hebben van 650
millioen. De staat schenkt bijgevolg jaar
lijks, den interest dezer som a 4 °j0
genomen, eene som van 26 millioen.
3° D: geestelijken genieten bovendien
pro deo van 3243 pastorijen, welke aan
eene gemiddelde huurwaarde van 500 fr.
elk, eene som vertegenwoordigen van
1,621,500 frank.
4° Bovendien genieten" de verschillige
geestelijke gestichten nog een onder
stand van 657,908 fr.
5C Op 31 Januari 1864 dus voor
24-jaar hadden de kerken, bisdom
men en seminariën ingeleend bezit26,543
hectaren grond, opbrengende gemiddeld
a 125 fr. per liectaar 3,317,875 fr
's jaars.
6° De bezoldiging der Roomsche gees
telijken kost jaarlijks 4,730,000 frank.
7° Jaarlijksche sommen geschonken
door Staat en Provincie aan de gemeen
ten voor den onderhoud der godsdiens
tige gebouwen, 725,000 fr.
8° Toelagen van Provinciën en Ge
meenten voor hetzelfde doel ongeveer
anderhalf millioen.
En nu de optelling
N"
N°
Nu
N1'
N°
N°
Nl'
NJ
fr. 18,514,260
26,000,000
1,021,500
675,908
n 3,410,875
4,730,800
725,000
1,450,000
ïe samen fr. 67,010,543
Zeven-en-vijftig millioen zestien duizend
vijf' honderd drie-en-veertig frank per jaar.
Wij hadden het eerst geschat iop 25 mil
lioen meer dan 32 millioen hadden wij
te weinig berekend.
En in die overgrootc som zijn nog niet
medegedeeld de inkomsten der kerkfa
brieken, noch de opbrengst der ontelbare
misssen-föndatiën, die regelrecht in den
zak der priesters gaat.
Konden we, zegt de Voortvacht, die
die de kg berekening overnam, een blikje
werpen in de kassen der bisdommen en
de portefeuilles van jezuieten en andere
papen, we zonden daar zonder twijfel
meer vinden dan we zelfs bij benadering-
durven veronderstellen
En nog hebben die kerels niet genoog.
Onderwijs door de moedertaal.
In de Septemberaflevering vau L'Enseigne-
ment des Langues moderncs treffen wij een
overtuigd artikel aan van J. flendrickx, over de
vraagMoet het onderwijs aan Vlamingen
geheel ip 't Nederlandseh gegeven worden
De schrijver haalt vooraf eenige methodologi
sche stellingen aan: Men ga van het bekende
naar het onbekende, van het eenvoudige naar
het samengestelde, van het het gemakkelijke
naar het moeilijke 't is het eenige middel om
de leerlingen zooveel voortgang mogelijk te
doen maken in zoo weinig tijd mogelijk.
Maar het bekende, roept hij vervolgens uit,
het bekende, het eenvoudige dut is juist de
moedertaal Zich daarop steunende, hekelt
hij het anti-pEedagogische stelsel de verwant-
schapte talen, Duitsch en Engelsch ook soms
wel 't Nedorlaudsch zelf!!bijmiddel van
het Fransch aan te leeren. Vervolgens be
schouwt hij de wetenschappen, en geeft een
staaltje van eene beschrijving op plantenkundig
gebied, om aan te toonen hoe het Nederlandsch
klaar en duidelijk verstaanbaar is, terwijl
integendeel...
Doch men oordeele
Plante pbanérogamiquö ct dicolylédonée
(zichtbaar bloeiend en tiveezaadlobbig gewas);
la tige est multangulaire, divariqirée et dicho-
tome) .de stengel is veelhoekig, veruit gespreid
en tu:ecgaffelig)les feuillas sontamplexicaules,
ncuminées et atténuées (de bladen omvatten den
stengel, zijn lang puntig en zeer verdund); le
calice est mnnosépale et irabriqué (de kelk is
eenbladig); la corolle est polypétalo et imbri-
quée (de krans is veelbladig en overeenliggend
il y a six ('taurines tétradynamiques (er zijn zes
vicrmachtige poederdraden)les anthères sont
uniformes et uniloculaires (depoederkopjes zijn
eenvormig en eenholchig); style simple (de stijl
is eenvo dig); stigmate bifidé-labé (de stangel
tweespietig en lobbig); L'ovaire possède uno
ou deux carpelles {het zaadbed bezit een of twee
zaadboljes); fruit bilocul.-iire, a dehiscence
circulaire monosperme, indébiscent (de vrucht
twe'eliolkig, openbarstend en rondachtig, of
eenhoklig. eenzadig en niet openbarstend);
embryon droit dans nn périspermc charnu
(rechtstaande zaadkiem in eene, vlossige
vruchthui).
Qu'en peniez-vous, Messieurs gaat de
schrijver voort.
Est-ce par l'enseignement a l'aide du fran
cais, ou a l'aide du néerlanclnis, que les c-lèves
k'il'lEO
Het was een schoone leutemorgend, toen ik barre
voets en blootshoofd, en zoo vet als een mol da breede
wersld werd ingezonden.
Volgens het zeggen van Coletta, die mij stond af te
wachten en te vergeefs naar mijnen helm zocht, was
ik vies gezind, en stelde mijne keel open dat heel de
buurt ervan ontwaakte. -
I)e boer, die mij gebracht had, drukte al lachende
de meening uit, dat ik waarschijnlijk bestemd was
voor het groot opera.
In afwachting dat die vermoedelijke bestemming
zich zou verwezentlijken, werd mijn lijveken gewaï-
schen met lauw water, mijn hoofdekeu ingesmeerd
met zoete boter, mijn mondje met witte wijn, en ver
moeid van dien grooten kuisoh, beving mij de lust om
voor den eerste* keer van mijn leven op s werelds
rond een uilkeu te vangen.
Bovengemelde boer bezag mij nog eeus en maakte
alvorens te vertrekken, de voor mij vernederende op
merking Hij slaapt al, 't en zal ook al geen dood-
werker zijn
Hij mijn ontwaken werd ik, bij gebrek aan wat
Uit de kinderjaren.
anders, mijne zuster Emma als geschenk voor haat-
naamdag aangeboden.
Rechtuit gezegd, zij had liever iets anders gehad,
een nieuw kleed of iets goed om op te eten.... of....
u Maar hij heeft honderd frank gekost zegde
Colletta als aanbeveling.
Honderd frank I -Waarom heeft men mij
niet liever het geld gegeven vroeg de kleins feeks.
Ik heb het reeds gezegd hoe goed ik bij mijne ge
boorte werd onthaald, maar vergat erbij te voegen
dat ik daarom niet veel verdriet maakte.
Den volgenden maandag achternoen stond voor
onze deur eene koets met twee paarden. Ofschoon
do zaken niet al te goed gingen wilde mijue moeder
voor mij doen, wat voor de andereu was gedaan en
per koets zou ik ten doop worden gevoerd.
Ik vergat bijna te zeggen wat moeite het gekost
heeft om mij eenen peter te bezorgen.
Volgens dn rangschikking der familie, was hit de
echtgenoot van mijne moeders zuster, die mij over
den vont moest honden, maar vader had voor eenige
maanden twist met hem gehad, en eerder dan hem
iets te verzoeken.... nog liever had hij...enfin, i, daar
was niet aan te denken.
Dan bleef er nog een neef beschikbaar, die gereed
was hot ambt van peter te aanvaarden, maar die stelde
al» voorwaarde dat ik zijnen naam zou dragen, en hij
heette Nicodemus 1 't Was nog erger dan oovdjesdief
Er bleef niets anderB te doen dan onzen gebuur te
vragen, Petrus Bockstale.
Petrus Bockstale waB een boer met weinig geleerd
heid en veel gezond verstand.
Getrouwd zijnde met de keukenmeid van het huis
waar hij paardenknecht was, had hij eenen kleinen
handel begonnen van aardappelen, zand en stokvisoh,
weldra kwam er zout, peper en mostaard bij, en op
weinige jaren had hij den best geklanten kruideniers
winkelvan heel H. Kerst, en leefde met vrouw en kin
deren alegoudvischjes in eenen vijver.
Springen wij niet verder dan onze stok lang is,
was zijn spreekwoord hij bleef het steeds getrouw,
#11 had daaraan grootendeels zijn geluk te danken.
Petrus Bockstale was een der geestigste mensohen
van heelde wijk, en vond er steeds plezier in een g>
buur van dienst te zijn.'
llem kon het wTeinig schelen of ik al of niet zijnen
naam zou dragon. Het is uw kind, sprak hij, en gi
alleen hebt het recht hem te noemen zooals gij het
verkiest.
Mijne moeder wilde mij Jan heetten, maar mijn
vader deed terecht opmerken dat er reeds zooveel
Jans waren, daarenboven, hij vond dien naam wat te
gemeen. (Da hond heette ook Jan).
Ka rijp overleg werd er besloten dat ik August zoo
heette, gelijk het schip van wijlen M. De Cock, selie-
pene der stad Gent. (Ik acht mij nog gelukkig dat men
mij geen Raphael, gelijk den befaamden schilder, of
geen Napoleon gelijk den wer»ldboroemden vechters
baas heeft genaamd want niets is onaangenamer dan
Adonis te heeten, wanneer men op geen der hoedanig-
heden vau zijn patroon aanspraak kan maken).
Doch één naam was een beetje weinig, de mode
was in zwang gekomen, drie, vier namen te geven aan
een kind. Dan kunnen wij er den naam van peter eu
nieter bijvoegen, zei mijn vader, die over zijn vond
gelukig scheen Augustinus, l'etrus, Livinus.
Dat klinkt niét slecht, zei Colletta.
Integendeel, zei Petrus Bockstale, het luidt goed
en het kost niets.
Mijne moeder vond dat goed
De brave vrouw waa gewoon alle» goed te vinden. Ik
zou dus op het stadhuis worden gehoekt als Augusti
nus, Petrus Livinus
Petrus Bockstale had zijnen trouwhoed op een
hoed dien hij had gekregen van den beer waar hij
laatst gediend had.
Ofschoon men kon bemerken dat onderhavige hoed,
op mijn toekomende peters erve, of liever op zijn
hoofd, nietwa* gegroeid, toch stond hij hem niet slecht
Wat mijn peter te kort schoot aan hoofd, had hij door
eenige bandjes papier weten te vergoeden.
Ook zijn rood fluwcelen gilet, met vergulden knoop
jes, die alleen op hoog- en feestdagen uit de kas kwam
maakte een duurzameu indruk op den voorbijganger.
Mijn vader zag er niet min good uit. Zijn trouwjas
van echt blauw Haarlemsch laken, scheen nog spliii
tern ieuw, of schoon Dij reeds den eerbiedwaardigen
ouderdom van dertien jaar had bereikt.
Maar het was een jas die vijf en negentigfrank had
gekost, en de kleermaker bad mijn vader verzekerd
.1 -vi-v :;irr-.kei.- V-
dut liet ecu stuk was voor zijn leven.
Mijue meter was een dikke blozende) blonde krol-
harige niebt mijner moedc-r. Volgens het schijnt
had zij gezondheid te koop. Of zij er uit verkocht
heeft, zou ik moeielijk kunnen zeggen. Zij was de
vrouw van den hovenier van wijlen baron Hamelinck,
die destijds zijn kasteel had te Gentbrugge.
Colletta heeft mij verteld dat mijne meter een acht
kantige sjaal droeg die bijna op den grond sleepte.
(Waar zij daaraan geraakt was blijft nog steeds een ge
heim).
Aan den hals droeg zij een diamanten kruis, aan
hare ooreu twee gouden slingers, ca aan hare rechti r
hand vier en hare linkerhand twee gouden ringen.
Op hare borst prijkte eene gouden broche die het
porceleinen portret van Napoleon 1 o ..calie.
Colletta, die zuinigheidshalve de t.,.'. van achter-
wares op zich had genomen, had huren s uijncn cardi-
naal aan, een stuk dat drie- eu twintig iVank kostte, en
waarvoor zij twee jaar had gespaard.
Hare beste muts, versierd met vijf ellen gespeld#-
werkten zwarten kant, door eigene handen ge
maakt, zei ze altijd, mettwea ellen pui-per fluweelen
eu twee ellen rood satijnen lint, het wsb inderdaad
prachtig.
Ook 6tonden er niet weinig kinders aan de deur, ,ora
den heerlijken stoet in het rijtuig te zieu stijgen.
Moeder, die in een leunstoel zat, sloeg alles ga dooi
de glazen der keukendeur, ea twee tranen biggelden
langs hare wangen. [Wordt voortgezet).