f J
HET GEHEIM
Abonnementsprijs
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
5 fr. voor de stad.
5 fr 50 voor den buiten,
PRIJS PER NUMMER 10 GEN TIMEN.
voorop betaalbaar.
Men abonneert zich
op alle postkantoren voor den buitenvoor de stad, ten kantore van het blad,
10, Vooruitgangstraat 10, Aalst.
HET ARRONDISSEMENT AALST.
Gewone, 15 een timen
Prijs der Annoncenv
per drukregel.
Reklamen, 75 centimen r
Vonnissen op de derde bladzijde, 1 frank.
Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt.
Handschriften worden niet terug gezonden.
Nee spe nee metu.
AALST JUNI
De personen die een abonnement ne
men op DE DENDERGALM, voor het
laatste halfjaar 1889 en hun bedrag
van hun abonnement zenden naar de
Redactie zullen het blad gratis ontvan-
ven, te rekenen van heden tot einde
Juni.
33niteiilandscli politiële
overzicht.
Frankrijk. M. Cai'not, voorzitter
der Fran se he Republiek heeft deze week
verscheidene steden van het noord-wes
ten van Frankrijk bezocht. Overal is hij
op de hartelijkste en ieverigste wijze
ontvangen geweest geen enkel kreet
van Leve Boulanger of ander heeft
de toejuichingen onderbroken.
Dit onthaal stelt natuurlijk de
Boulangistischa dagbladen ii? woede. Zij
zeggen dat M. Carnot een voorzitter is,
welke handelt als een kwakzalver om
de republiek partijgenoten bij te bren
gen. Die dagbladen vergeten zekerlijk,
als zij zoo spreken, dat indien er ooit
een meester Sin kwakzalverij bestaan
heeft, het wel hun dappere held is.
Italië. Men gaat te Rome, in de
nabijheid van het paleis des Pauzen een
standbeeld oprichten aan pater Giardo-
na Bruno, welke in de zeventiende eeuw
om zijne vrijzinnige gedachten op eene
publieke plaats levend werd verbrand.
De klerikale bladen zijn om razend
te worden.
Engeland. De oude strijder Glad
stone doet eene reis in het zuid-westen
van Engeland om het terrein voor de
aanstaande kiezingen te bereiden. Over
al wordt hij op de geestdriftigste wijze
ontvangen. Volgens dien grijzen staats
man uit de voorgaande kiezingen be
sluit, zullen de liberalen een honderdtal
zetels kunnen bij winnen.
Amerika. Al de dagbladen geven
talrijke bijzonderheden over de vreese-
lijke ramp welke eene provincie der
Vereenigde-Staten komt te treffen.
Overvloedige stortwaters hebben den
dijk vaneenen vergaarbak doen breken,
waardoor talrijke dorpen en 8 steden to
taal vernield zijn geworden. De schade
beloopt met honderden millioenen en
er zijn meer dan 20,000 slachtoffers.
Duitschland. Keizer W illem heeft
besloten den 15 juli naar Engeland te
vertrekken omzijn bezoek al te leggen
bij zijne grootmoeder, koningin'van
Engeland. Met recht zal men deze vorst
in de geschiedenis noemen Willem
de reiziger.
Zijne reis naar Engeland is nu vast
gesteld daarna zal hij naar Spanje en
Portugal gaan.
Natuurlijk is het voor zijn eigen ver
maak niet dat keizer Willem zich al deze
moeite geeft. Ieder bezoek, iedere reis,
brengt nauwere bondgenoten aan Duitsch
land bij, tegen Frankrijk. Men wil
Frankrijk meer en meer van andere lan
den afzonderen. Bismarck schijnt erin
te gelukken.
Middelbaar en normaal onderwijs.
Molière in zijnen merkwaardigen
Don Juan doet eenen boor zeggen ik
herhaal hetzelfde, omdat het altijd het
zelfde is;indien het niet altijd hetzelfde
was, zou ik het niet herhalen.
Zoo doet Pier ook met zijn geraas
over de middelbare scholen u Veel ka
tholieken blijven verblind en onverstan
dig Dus volgens dat blad zijn do
ouders die hunne kinderen naar die
scholen zenden bitter te beklagen, om
dat de leerlingen er niet anders kunnen
worden dan vrijdenkers en frama-
Qons.
Vrijdenkers maken van kinderen
die misschien niets beter wenschen
dan zich in den schoot van onze moeder
de heilige kerk te komen verwarmen
Is dat geene dwaasheid, geene wraak
roepende zonde, zoo de kinderen buiten
hunnen wete en tegen hunnen dank in
het verderf op te leiden. De vrijmetsers
werken dag en nacht voor de school op
de Graanmarkt en voor hun meisjes
school uit de Pontstraat En zoo is
het bijna alle zondagen in de gazet van
Pier.
Maar,lieve confrater toch, wat spreekt
gij van tegen wil en buiten wete. Doen
uwe meesters niet sedert negentien eeu
wen hetzelfde als zij buiten wete der on-
noozele kinderen deze doopen en er
christenen van maken Zeggen wij dat
de ouders verblind of onverstandig zijn?
En waar haalt Pier in Aalst dan toch
al die vrijmetsers Wij zien dat diezelf
de ouders, die door het Land zoo zeer
beklaagd worden, hunne kinderen laten
doopen hebben, hunne eerste communie
doen, voor de kerk trouwen, en bij
hunne dood zeer prachtige lijkdiensten
laten doen. Ons erachtens, is dat zoo
frama^onachtig niet handelen. Wat wil
Pier toch meer op deze droeve wereld
En verder Wat gaat er op volgen,
vraagt Pier. Wat zal er geworden van
een geslacht dat met de leerstelsels dier
scholen opgevoed wordt. Is dit niet do
barbaarschheid inloopen. En 't zijn al
leen die leerstelsels welke het liberalism
aanneemt.
Zoo is 't confrater, het liberalism
vraagt ind' rdaad niets anders dan eene
volstrekte vrijheid 'van geweten. Een
onderworpen geweten, is geen geweten
meer het is een slaaf die gehoorzaamt,
het is een zedelijk werktuig dat ver
minkt is-
Hoe zal Pier ons bewijzen willen dat
een geslacht van vrijdenkers aange
nomen dat onze scholieren dat wat wor
den ons naar de barbaarschheid zou
den leiden Is Pier dan zoo diep de sta
tistieken machtig om het land te over
tuigen dat de vrijdenkers, in eene
betrekkelijk evenredige meerderheid,
talrijker zijn in de gevangenissen dan
de geloovige van M. Pastoor af zelfs
dan zij welke in de Jezuietencollegas
opgevoed zijn geweest
Waarmeê zitten al de gevangenissen
dan op dit oogenblik zoo kriolend opge
vuld, dat de minister van justitie ver
plicht was verleden jaar eene wet te
maken, die toelaat veroordeelde perso
nen niet naar de gevangenis te zenden en
anderen, die reeds eenen tijd opgesloten
zitten, los te laten
Toch zeker wel, niet waar, Pier, met
evenveel lieden en kerels die school gin
gen onder de wet van 1842 en onderwe
zen zijn geworden in collegiës en broer-
kensscholen met leerstelsels waar in elke
les en op ieder uur met den naam Gods
gedweept werd
Ilseft dit gedurig liooren en zien van
het woord God met ap- en depen-
dentiës belet, dat die leerlingen schel
men en deugenieten zijn geworden
en nu de gevangenis bevolken
Men ziet dus wel dat al dit schermen
over den heilzamen en deugdverwek-
kende invloed van in alles zooals het
Land van Aalst doet, den godsdienst en
de kerkte mengen, maar praat voor den
vaak is, en niets zal afbreken aan het
onderwijs in onze middelbare scholen
gegeven. De Aalstersche huisvaders zijn
geenszins verblind, en zij begrijpen
waarom zij er hunne kinderen heen zen
den en waarom zij deze op eene treffe
lijke manier willen doen opvoeden.
Met overschot van gelijk willen wij
die hu svaders er tegen waarschuwen,
om nooit hunne kinderen volgens broe
derlijke wijze te laten onderrichten.
En om ons gelijk te staven, hebben
32.
VAN DEN BANKIER.
Zij ging weer naar beneden en ontmoette
den heer Maltravers achter op het tooneel; hij
zégde haar, den volgenden morgen ten tien ure
te komen, voor de repetitie van de nieuwe
panto nine.
O ja, dat is waar ook, sprak hij, toen zij
heen wilde gaan, welken naam zal ik op de
plakkaarten zetten Gij hebt mij uwen naam
nog niet gezegd.
Mijn naam is West.... begon Violette,
maar bleef plotseling zwiigen, bij de gedachte
dat de ondergeschikte plaats, die zij op het
tooneel zou innemen, in zeker opzicht eene
schande voor den naam van haren vader zou
^De regisseur scheen haar gedacht te raden.
Gij zijt niet verplicht uwen eigen naam
op te geven, mijn kind, sprak hij op vriende
lijken toon, als gij eenen anderen naam wilt
aannemen, dan is dat even goed.
De meeste actricen nemen valsche namen
aan. Zij hebben meest altijd vrienden of be
trekkingen, die er tegen hebben dat zij op het
tooneel verschijnen.
Gij zijt zeer vriendelijk, mijnheer. Ik
zou inderdaad niet geerne mijne betrekking
hier aan iedereen bekend maken, stamelde
Violette. Ik vereer de tooneelspeelkunst, maar
daar mijne betrekking aan het tooneel slechts
zeer nederig is, zal het mij aangenaam zijn,
zoo ik mijnen naam geheim kan houden. Noem
mij maar miss Watsou, mijnheer.
Heel goed zoo zal het zijn. Wij zullen u
als miss Watson op de plakkaten aanduiden.
XVII.
Eene ontmoeting van Lionel Westford.
Terwijl Violette haar nederige loopbaan aan
het tooneel intrad, deed Lionel eene nieuwe
poging om een weinig geld te verdienen. Zijne
bekwaamheden als artist wareD in het geheel
inderdaad niet gering, en hii beproefde een
wanhopend middel om zijne talenten met voor
deel aan te wenden. Hij zocht een aantal zijner
schetsen bijeen, sommigen in waterverf, anda
ren mat de pen vervaardigd; maar allen getui
genis gevende van eene groote mate van
oorspronkelijkheid en kunst. Schetsen van de
jacht en uit het militaire leven, bevallige
groepen ridders in het altijd even schilderach
tig kostuum der restauratie, alles het werk van
gelukkiger tijden in het ouderlijk huis. Met
zijne portefeuille onder den arm beg if Lionel
Westford zich op zektren namiddag op weg,
met het voornemen een kunstkooper op te
zoeken, die schetsen en teekeningen zou willen
koopen.
Nooit hadden ds straten van Londen er ver
velender en smeeriger uitgezien dan op dien
dag. Zelfs in de drukste hoofdstraten zag men
weinig rijtuigen; en de beslijkte voetgaugers
die met moeite hunnen weg op het glibberig
plaveisel vervolgden, schenen allen op niet al
te goeden voet met de fortuin te staan.
Lionel Westford ging Waterloo Brigde over
en sloeg den kortsten weg naar Regent-street
in.
Hier, even goed als in de minder fatsoenlijke
gedeelten der stad, hadden de voetgangers
ruimschoots gelegenheid om te genieten van
het onaangename en het ongemak van slijkrige
straten en voortdurend regenachtig weder;
wij maar te wijzen op de smerige ge
stichten al'j Citeaux, Ronse, Maltebrug-
ge, St. Hubert en zoovele anderen, waar
men van 's morgens tot 's avonds en
van 's avonds tot 's morgens niets an
ders spreekt dan van God en zijne hei
ligen, maar waar men de kinderen op
de afschuwelijkste wijze naar ziel en
lichaam bezoedelt en verprost, en er
aldus de walgelijkste menschen der sa-
meleving van maakt,
't Zijn die pestholen, waar men alles
wat goed is in kinderen, verkankert en
verrot, die de ouders moeten schuwen
voor hunne zonen 't is daar, ja, dat de
meeste schelmen en deugnieten worden
gekweekt, die de gevangenissen over-
bevolken.
Wij vinden het beter den naam van
God maar aan onze kinderen te doen
hooren daar waar het den echten gods
dienst betreft, dan eene opvoeding te
hebben verkregen op zijn Ronsse's of
Citeaux's en wij zijn overtuigd dat
alle deftige en verstandige Aalstenaars,
liberalen en zelfs catholieken, het daar-
mêe zullen eens wezen.
Wij begrijpen waarachtig niet hoe
het mogelijk is zoo onrechtvaardig te
gen onze scholen iederen zondag uit
te varen, zoools het Land het doet.
Waarom zoo gedurig de afschaffing
onzer middelbare scholen wenschen
Handelt men uit bezorgdheid voor den
godsdienst en de eeuwige zaligheid der
kinderen
Wie het moge denken, bedriegt zich
uitermate.
Waar Land en Denderbode heen wil
len? Hun duidelijk uitgesproken wensch
is de sluiting dier scholen in
krimping der toelagen aan het openbaar
onderwijs, toekenning van hulpgelden
aan de collegiës en priesterlijke gestich
ten, afdanking der wereldlijke lee
raren en vervanging dezer door
geestelijken, jezuieten en kwezelaars.
Er mag geene openbare neutrale school
meer in België blijven geheel het on
derwijs moet verpaaptscht worden de
heer Goossens heeft het op het clerikaal
congres te Mechelen gezeid.
De heeren Jacobs en Thonissen heb
ben reeds elf normale scholen afgeschaft
Andere offers zullen nog volgen. De
normale staatsscholen zijn ter dood
verwezen door het clerikaal goeverne-
ment. Zij moeten vallen de eene na de
andere. De studiebeurzen worden van
jaar tot jaar verminderd. Het orde
woord is aan de clerikale gemeentebe
sturen gegeven de gediplomeerde
leeraars van den Staat worden niet meer
aangenomen men wil geene meer dan
deze uit de bisschoppelijke gestichten,
Eu zulke gestichten zijn talrijk ne
vens iedere normale staatsschool heeft
de geest, lijkheid er eene ingericht en
bestuurd door priesters of nonnen, ofwel
door wereldlijken die slechts mislukte
priesters zijn.
Aldus heeft men tegenover Lier de
broêrkensscliolenvan Molle en Mechelen;
Brugge wordt bedreigd door Thorhout
om Gent te doen vallen heeft het mi
nisterie St. Nikolaas aangenomen Ber
gen word bestreden door Bonne-Espé-
rance St. Truiden vervangt Hasselt
St. Roch aal Verviers en Iloei ten onde
ren brengen Carlsburg valt Yirton aan,
en Malonne overvleugelt Couvin
Ziedaar negen normaalscholen waar
de geestelijken door het goevernement
aangenomen zijn, met heteenig doel de
staatsnormaalscholen die ons nog over
blijven, omver te werpen.
De toestand is nog meer bedreigend
in de normale scholen voor onderwijze
ressen. Het goevernement der bisschop
pen heeft er reeds zes afgeschaft Brus
sel, Ankverpen, NamenHasselt, Leuven
en Bergen. Doch weeral hier tegenover
heeft het er 24 aangenomen, en op die
24 zijn er slechts 2 die aan den clerika-
len geest ontsnappen.
Gelijk men ziet verrechtvaardigde
men de afschaffing der staatsnormaal
scholen geenszins uit hoofde van het
groot getal, want daar zijn er nu bijna
het dubbel tegen 1884, door het aanne
men van al deze bisschoppelijke ge
stichten. Moet dit regiem zoo nog eeni-
gen tijd behouden worden, men mag
zeggen dat ons normaal en middelbaar
onderwijs geheel voor de liberale opinie
te niet is.
En zeggen dat wij een ministerie be
zitten van openbaar ouderwijs. Zoude
het niet beter zijn dit ministerie een
voudigweg afstand te laten doen in de
handen der kerk, en de bureelen naar
Mechelen over te brengen. Dat zoude
veel geloop en geschrijf besparen zijn,
en elkeen zou, volgens de schrijvelaars
als Pierop zijne plaats wezen De heer
Goossens minister des gouvernements en
onze huidige meesters zouden in de bu
reelen als klerken kunnen gebezigd
warden. Dat zou wellicht ook nog be
terkoop zijn J. B. G.
Kieziug- te Brussel.
De uitslag der kiezing van Brussel
heeft in het land den besten weerklank
gehad.
Nadat het ministerie der mouchards
maar de prachtige gekleede vrouwen die hier
en daar in hun Iweelderig rijtuig voortrolden,
werden bij het uitstijgen beschut dooreenen
grooten regenscherm die de gedienstige lakei
hoven haar hoofd hield en waarmeê hij haar
tot aan de deuren der elegante winkels ge
leidde, die even prachtig en gemakkelijk inge
richt waren als een salon in het We3t-End.
Lionel trad den winkel van een der fashiona
ble kunstkoopers binnen. Er waren betrekke
lijk weinig menschen en hij kon zonder
moeite de toonbank bereiken, waaraan de
bestuurder, druk bezig met het schikken van
eenige platen in eene portefeuille, gezeten was.
Drie of vier schijnbaar voorname personen
slenterden in de nabijheid der deur heen en
weer en zagen met minachting op den armoedig
gekleeden jongeling neêr, wier versieten jas en
kalen hoed. waarvan de regen afdroop, maar
al te veel getuigenis gaven van zijne armoede.
Lionel Westford naderde de toonbank en na
jnige woorden om het doel zijner komst
u-klaren, opende hij zijne portefeuille.
De kunstkooper was terstond geneigd de
teekeningen te bezien. Zij waren zeer goed,
zegde hij zij gaven blijken van groot talent
maar ongelukkig had hij geen gebrek aan zulke
zaken. Men kou daarvan krijgen zooveel men
verkoos, van menschen die hun bestaan maakten
van het verveerdigen van zulke dingen.
Lionel's gelaat verbleekte toen hij zag hoe
ook in dit opzicht de laatste hoop hem zou
ontvallen,
Kunt gij mij niet de eene of andere bezig
heid verschaffen? sprak hij op koortsachtigen
gejaagden toon. Gij denkt misschien dat ik te
veel geld voor mijn werk zal vragen.
Daariu bedriegt gij u. Ik ben bereid voor
het karigste loon te arbeiden, onvermoeid te
arbeiden. Al wat ik vraag is, dat gij mij de
gelegenheid geeft om iets te verdieneD.
De kunstkooper schudde zijn hoofd.
Geheel en al onmogelijk, sprak hij. Ik
heb meer van die dingen in voorraad dan ik in
een jaar tijds zal kunnen verkoopen. De foto-
graphie heeft dit soort van werk geheel ver
drongen. De mode van schetsboeken te houden,
is voorbij
Maar als ik eens iets van meer belang
schilderde
Mijn beste jongen, dan zoudt gij geen
kooper vinden. Gij moet eerst een weinig naam
als schilder hebben voor gij kuut verwachten
dat men uwe schilderijen zal willen koopen,
antwoordde de winkelier, die ongeduldig begon
te worden.
Lionel sloeg zijne portefeuille dicht en keerde
zich om met een gevoel van volslagen moede
loosheid. Niemand dan zij die zulke teleurstel
lingen bij ondervinding hebben, kunnen zich
het grievende daarvan voorstellen.
Zijn gelaat was doodsbleek, zijné lippen
trokken zich krampachtig samen en in zijn oog
schitterde een toornigen blik. Hij verkeerde in
eene gemoedstemming, die een Franschman tot
zelfmoord zou hebben aangezet.
Toen hij zich omgekeerd had en den winkel
wilde verlaten, bevond hij zich vlak tegenover
eene vrouw wier schitterende schoonheid zijne
oogen verblindde.
Nog nooit had hij een gelaat gezie i, dat hem
zoo betooverend was voorgekomen. Het was
geen type van engelsche schoonheid; hare
groote schitterende oogen, wier glans toch zacht
en beschaduwd was, geleken op de oogen der
madona van Corrigio. Haar vol gelaat gaf door
zijn licht plijfklenrige tint getuigenis van bui-
tenlandsche afjeomst; haar eenvoudig kaar
maaksel, onder eeu rooskleurig krippen hoedje
verborgen, had een blauwachtig zwarte kleur,
die een schilder zou verkiezen voor de weelde
rige lokken van eene koningin.
Deze dame was met den meest mogelijken
goeden smaak naar de laatste mode gekleed,
ten minste zoo kwam het Lionel voor, wiens
kunstenaarsoog terstond elke bijzonderheid van
haar voorkomen had opgemerkt, zelfs in
weerwil van de droevige omstandigheden
waarin hij zich bevond.
Zijn eigan verdriet en armoede vergat hij bij
het beschouwen van die onbekende vrouw en
hij geraakte geheel en al verdiept in zijne
schilders opgetogenheid over de schoonheid
barer vormen en kleur.
De jonge dame droeg een kleed van de eene
of andere zijden stof, waarin purper en zilver
grijs kunstig vermengd waren. Een kostbaren
cachemiren skal bedekte hare volmaakte ge
stalte en vormde die lijnen en plooien, welke
zoo aangenaam voor het oog des schilders zijn.
Dicht achter die jonge dame stond eene groote
maar zeer deftige vrouw, blijkbaar bestemd
om de geleidster en beschermster der jonge
yrouw te zijn.
Lionel Westford bemerkte nauwelijks de
tegenwoordigheid van deze dame. Het was de
schoonheid der jonge vrouw, wier plotselinge
verschijning hem bijna geheel van zijn stuk
gebracht had.
Hij staarde gedurende eenige minuten de
jeugdige dame aan, geheel buiten zichzelven
over hare prachtige schoonheid en wilde zich
daarop haastig verwijderen. Hij gevoelde
behoefte den winkel te verlatenhij voelde dat
hij zich aan den invloed van dat gelaat moest
onttrekken. Het kwam hem voor als was er iets
verstikkends in de lucht. Wat had hij te
maken met die ongeschikte en ongetwijfeld
hooggeboren vrouw? hij, ee bedelaar, een
verstooten, een soort van paria door zijne
armoede.
(Wordt voortgezet.)
1