Verschillig nieuws. Lees en oordeel. Geene week gaat voorbij dat Denderbode of Land van Aalst ons ministerie tot in de hoog- ■te wolken niet ophemelen. Alle pastoorsbladen, van het kleinste tot het grootste, zingen denzelfden lof juist alsof België wezentlijk een land van beloften was. Volgens hen beleven wij dagen van onge hoord geluk en buitengewone welvaart, zoo danig dat landman en stedeling in overvloed zwemmen. Hoe dikwijls hebben wij niet reeds gezegd Burgers, men bedriegt a, men werpt u poeier, in d'oogen. Ge zijt niet gelukkiger dau vroe ger, integendeelde handel, de nijverheid, de landbou gaan s1 echter dan ooit. Men maakt u wijs Jat de lasten verminderd zijn. Leuvens, niets dan leugens Nog eens willen wij u daarvan overtuigen met cijfers getrokken uit het Verslag der Stadszakendoor ons gemeentebestuur opge maakt en uitgegeven. Dit zijn officieele cijfers van ons klerikaal Schepenkollegie en wij dagen I)enderbode en 't Land uit er een puntje aan te kunnen ver anderen of er een centiem van ,af te doen. In 1883 betaalde de stad Aalst volgens het Stadsverslag de volgende belastingen Grondlasten fr. 103,076.18 Personeel 102,264.58 Patenten 36,861.86 Totaal fr. 242,202.62 Dat maakt voor de 21992 inwoners welke er toen volgeus hot Stadsverslag waren 11 franken en 1 centiem per inwoner. In 1887 betaalde men (altijd volgens Stads verslag) voor Grondlasten fr. 107,974 22 Personeel 114,725.74 Patenten 38,303,05 Totaal fr. 261.002.01 Dat maakt voor 23399 inwoners 11 franken m per hoofd of 14 centiemen meer Si. a roept u toe Wij betalen minder en woner moet gemiddeld 14 centiemeu - opbrengen,hetgeen zoo maar 3276 franken m: voor onze stad bedraagt. Burgers, wat zegt ge van die bedriegers mei hunne lastenvermindering Alles voor paters en nonnen. Reeds meer dan eens is de aandacht van het publiek ingeroepen geweest op het feit, een echt schandaal, dat men in onze stadsscholen eenen enkelen on derwijzer den last oplegt het toezicht te houden over en het onderricht te geven aan meer dan honderd leerlingen. Eene doodende taak. Ons stadsbestuur, dat, sinds het aan 't bewind kwam, het getal bedienden ten stadhuize bijna verdubbeld heeft, terwijl de bevolking slechfs met 20 °j0 vermeerderde, ons stadsbestuur laat dien schandelijken toestand voort bestaan h t vo];r- laarir ~oc niet de bevelen der geesitoH jkhe 1 am 3sters, dan toch hun voorbeeld It katholieke school van Papenro- ae-Drïes laat het klerikaal school comi- teit eene armejuffer der stad zich lang zaam dooden, gelast als zij is, alleen, zonder-de minste hulp, meer dan hon derd en twintig leerlingen te onderwij zen en op te voeden, het school lokaal te kuise hen en's winters, het vuur te ontsteken. Voor dit afbeulend werk ontvangt die ongelukkige een maande- lijksch loon van vijftig frank Men oordeele dan welke waarde een onder wijs, in dergelijke Jslechte voorwaarden gegeven, hebben kan. Vroeger werd diezelfde meisjesschool door zusters van 't klooster van Gijze- grai bestuurd. De nonnen waren er ten et lie van twee maar de oversten dezer nonnen vonden de taak nog te zwaar voor hare schouders en de non- ii inderdaad een christen waardig. Laat mij hem eens zien. Mijn vriend, de heer Granger, zal er denk ik, niets tegen hebben een certifi caat te geven Ja, antwoordde de gevraagde, het doet mij zeer leed inderdaad, het spijt mijmaar ik vrees dat er geen twijfel in dit geval kan overblijven, de jonge man is krankzinnig. Die dwaze praat, dat onzinnige denkbeeld omtrent een iugebeelden moord, skan alleen uit volsla gen krankzinnigheid voortkomen. De koorts is overwonnen, maar de zinsverbijstering is ge bleven. Er zijn alle kenteekenen van krankzin nigheid voor handen. Rupert Godwin zuchtte zwaar. Het is heel treurig, sprak hij; mi.me arme Julia zal er diep door getroffen zijn, want zij had zulk een hoog denkbeeld van de talenten van dien jongeling. Ik vertrouw, dat gij bedaard en rijpelijk over het geval zult nadenken, doctor, en geen overhaastig oordeel zult uitspreken. De bankier trok aan de bel, en beval den binnentredenden bediende de beide geneeshee- ren naar de ziekenkamer te brengen. De beide heeren verwijderden zich, dr eene vervuld met de gedachte aan de edelmoedig heid van Rupert Godwin, de andere verheugd over het voordeel, dat hem te beurt zou kun- n n vallen. Dr. Wilderson Snaffley was een geweten- looze fortuinzoeker, eene schande voor zijne kunst, die hij geheel ondergeschikt maakte aan zijne eigene plannen. Hij was een man die zijn geheel leven lang ernaar gestreefd had, zichzelÉven te verrijken, door te azen op de zwakheden of gebruik te maken van de slecht heid zijner medemenschen. Het Toevluchts oord li was een sóórt van graf, waarin misda dige geheimen zeer gemakkelijk te verbergen waren, en sommige van de binnen die muren bef r.vene verborgenheden waren inderdaad van vreoselijken aard (Wordt voortgezet.) nen werden terug geroepen Wat die twee kloosterzusters niet konden doen, dat heeft de geestelijkheid, speculeeren- de op den benai'den toestand eener on gelukkige, op den schouder geladen eenenleeken-onderwijzeres Is 't schandelijk genoeg, vragen wij Maar wat bekreunt zich de geestelijk heid om de gezondheid, otn het leven van leeken personen Kostelijker voor haar, is de gezondheid, het leven van luie raollebroers en blozende nonne- kens Voor meer dan honderd jongens, veelal niet zinnend dan op jok en spel zooals Van Beers in zijn Confi teor zegt, wordt één leeken onderwijzer, door ons gewij waterd gemeentebestuur voldoende geacht om ze te bewaken en hen het aanvankelijk onderwijs te ge ven. Maar om een vijftigtal knapen, waaronder een zeker getal jongelingen, van 15 tot 18 jaren oud, onder het on- middelijk toezicht staande van bijzon dere meesters die hen eenen stiel aanlee- ren, een gedeelte van den dag te bewaken, heeft het bestuur der stedelij ke Godshuizen, onder voorzitterschap van pater Paul Béthuse, noodig geoor deeld wee broeders in het Weezenhuis aan te stellen Eene wereldlijke onderwijzeres is voldoende, zegt ouze geestelijkheid, om in eene onzer scholen het onderwijs te geven aan 125 leerlingen en er, daaren boven, den dienst eener meid te ver richten Maar diezelfde geestelijk heid die, bij slotsom, meester is over het beheer onzer Hospiciën, plaatst in onze gestichteu voor arme ouderlingen met halve dozijnen nonnen om, onder haar bestuur, een veertigtal oude sukkelaars te oefenen in het stoppen van koussen, in het vermaken van oude jassen en broeken en het huichelend prevelen van onafmeetbare paternosters en litaniën Alles voor paters en nonnen, wier blozende kaken en logge bewegingen getuigenis geven van bun onbekommerd leven Voor de arme wereldlijken, eene drooge korst brood, voor geest en li chaam doodenden arbeid, gedurigen kommer en angst. Eene schande dien 't hoogst tijd is te doen ophouden Een Contribuabel. Wij vinden het volgende pareltje in De Den derbode van 9 Januari Aalst Nachtverblijf. «Ondanks de wet op de landlooperij stiptelijk wordt nageleefd, werd alhier, gedurende het verloopen jaar 1889, aan 1309 rekende behoef tige vreemdelingen op zoek naar werk voeding en nachtverblijf verleend.» Heel schoon en heel menschlievend, vriend Denderbloodje,maar weet ge dan niet, Stimme- ken, dat in Brussel, Antwerpen, Gent, Leuvan, euz. nachtverblijven bestaan waar de reizende werklieden op zoek naar werk, voedsel en slapen kosteloos verkrijgen en verschillige kleedingstukken geschonken door milddadige personen aan hen uitgedeeld worden, ze daar drie tot vier nachten mogen verblijven terwijl men hier in onze stad maar voor een enkele nacht per jaar verblijf bekomt. Weet Slimmeken ook niet dat de inwoners van Gent, Brussel, Antwerpen, enz., wanneer zij zich hier in het nachtverblijf aanbieden geweigerd worden, om lat, zoo men zegt, hunne stad of gemeente voor hen niet wil betalen. Zo* Slimmeken ons niet kunnen zeggen, hoeveel dit menschlievend werk vaard >or 1309 behoeftige werklieden voedsel ca nachtverblijf verkregen hebben, wel aan do stad opgebracht heeft Hopbellen Wat dunkt Vier van den nieuwen bisschop, Mgr, Stilleman-- welke zich zoo stillekens zal doen inhalen. Wij geven monseigneur hierin volkomen gelijk eenvoud n nederigheid zijn passend aan degenen, welke zich als opvolgers der arme apostels uitg en. Wat meer is, al die prachtige inhalingen en die rijke feestma len dienen maar om geest en maag te ontstel len Niet waar, Pier Zoo,, zoo, Vier twijfelt aan het nut der proeftuinen, der landbouw-voordrachten en der opzoekingen voor landbouw-ondericht Waarom voegt Vier er niet bij hoeveel -duizenden franken die vriendjes-bevoordeeli- ging gekost heeft. Arme boeren I Het Land houdt mordicus staan dat de landbouwers duizenden bij de nieuwe vleesch- wet gewonnen hebben. De groote veekweekers dat is mogelijk Durnont, Tiberghien, Meeus, de Bethune en andere, maar de kleine boer- kens, her nik Vier durft zeggen dat die wet het vleesch niet opslaat komt eens naar de Kastanje- vesten, jongen, men zal het u daar zeggen. lieer Opsteller In uw nummer van zondag laatst hebt ge Denderbode eens ferm in zijn kot gesteken met in eeD doorslaand artikel te doen ui schijnen hoe de klerikalen en vooral de geestelijken een gansch leger spioenen ten hunnen dienste heb ben om te weten of men in de liberale huisgezinnen een stoeltje herplaatst of een voetje verzet heeft. Dat bestaaten zal immer bestaan, daar zij op de colleges niets anders ge leerd hebben dan elkander te bespieden. Om bij Denderbode allen twijfel weg te nemen en hem voor goed hierover den mond te stoppen, gaan wij letterlijk de woorden aanhalen, waarmede een door en dooi katholiek studentenblad DeVlaam- sche vlagge 12* jaar bl. 6. dit walgelijk bespiedingsstelsel in de kolleges afschil dert Sten bespiedt de studenten van 'a morgends v tot 'h avonds. Een woord, een oogslag, een boek, een «tap, en zij staan op het kwaa kladje.. Wij kennen een kollegie,waar, als er i) een nieuwe professor binnenkomtde Over- ste hem roept eu hem zegt, dat hij al zijne Collegas niet en mag betrouwen, noch er mede vriend zijn dat eenigen slechten geest hebben, en als hij, de jonge proesfsor, iets kwame te hooren, dat. hij het zoud moeten bekend maken. Aan de oude professors zegt die Overste, datjouge, nieuwe heeren soms kwaden geest hebben, dat zij, de oude, wel zouden doen van te waken, en hoorden zij iets, van den nieuwen professor, dat zij het zouden bekend maken. Uit iedere klasse zijn leerlingen bij den Overste geroepen, en gevraagd naar hetgeen er in de klasse gedaan en gezeid wordt. Uit iedere speelplaats worden leerlingen n uitgehoord naar hetgene de bewaker wel doen en zeggen mag. Op hunne beurt worden de profesors en bewakers ondervraagd naar de gezindheid van die en die leerlingen. Wij vragen eens of zulk een leven van we- ji derzijdsch bespieden wel dragelijk is Wij d vragen eens, wat er van het bespieden der meesters door de kinders te denken en te s> zeggeu staat Wij vragen eens, hoefer kan ruste zijn of worden iu zulke onrusten al- gemeen mistrouwen Welnu, Slimmekenhoe smaakt u die pil? Zoo worden de leerlingen in de kol leges tot bespieders, verraders en ver- klikkers opgeleid. Daarmee is het dat zij tot schijnheili gen, huichelaars en Jesnieten opgroeien; daarmee is het dat zij in het donker werken, hunnen vijand onverwacht be springen en verraderlijk den genadeslag toebrengen. Yalschheid straalt uit hunne oogen, valschheid spreekt hunnen mond, valsch klopt hun hart en valsch is hun gan- sche handel en wandel. Iri zulk een broeinest van geslepen veinzerij en onbeschaamd bedrog kweekt men de Pourbaix's, de Coussaert's en de Laloi's tot schande van 't Vaderland, tot oneer der Maatschappij. Uw lezer. X. Iddergem. Tist. Een gelukkig jaar, vriend Domien. Domien. Wel, Tist jongen, wie we daar hebben? Van 's gelijken en veel victorie met de naaste kiezing. Tist. Ja, Domien, dat hoop ik. Wat ben ik blijde u te zien, het is reeds zoolang geleden. Domien. Juist van den laatsten keer, man. Weet ge nog hoe we toen gelachen heb ben en hoe is 't nu met Jan Kak Tist. God dank nog 't zelfde. Groot en dom en opgezwollen als een kalkoenschc haan. Hij is immers nog onze meester of liever de dienaar van den grrrooten Mijnheer. Een goede sul, die we nog een poosje willen ophou den, want ge weet toch wel welke schooue en nuttige werken ze nu gaan uitvoeren Neen Wel gansch Iddergem verlichten, behalve hetgeen donker mag blijven. De lantaarns zijn er, dus weg met de duisternis Domien. Ja, vriend, ge zijt gelukkiger dan wij, dat is heel aangenaam en gemakkelijk des avonds. Ik zou hetzelfde bij ons ook wen- schen. Tist. Maar bij u is dat niet noodig, daar moet zooveel 's nachts niet geloopen worden en hier i3 maneschijn onvoldoende. Een beetje licht, wil ik wel, kan goed zijn vooral wanneer men zijne laatste studiën doet. Domien. Tist jongen, wat komt er u over. Ge raaskalt, go klapt hoog want nu versta ik er niets meer van. Tist. Te veel licht, te veel licht, daar, kom laat ons wat op zij gaan. Het be ert al. Zie, met maneschijn zien de Marollen niet goed genoeg met hunne lodderoogen, daarom branden dan hunne verlichtende lampen. De Marolle is haar laatste jaar van bestaan inge treden, het tijdstip der vlucht nadert en om geen gevaar te loopen hunnen weg te verliezen moet hunne baan verlicht zijn. Kijk maar rond Hoogstraat en Vherendries veel licht daar, maar verder duisternis. Immers, moet het niet klaarst zijn waar de Jannen, Mandussen,Zotten en andere boschuilen wonen? Is dat niet zoo, en bewijst reeds dat goed vooruitzicht geeue hooge geleerdheid en fijn vernuft Domien. Zeker, man, dit is weer al eene proef daarvan. Tist. Eu dit dan, wat zal dat nu zijn? Elke mol maakt ziju hol en de Marol zoekt ook haar hol. Men spreekt van onderaardsche goten in de gemelde strat en wijk alleen. Nie mand heeft het meer van doen dan Jan Kak, Mandus en C', die langs daar een gat zullen vinden om schampavie te spelen, terwijl de Cougolanen met hun licht (dit is, lezer, Congo- licht van den knappen onderwijzer in de avondschool uitgestraald) op hunnen pijpekop zullen trommelen. Hoe zal Mandus katoen geren, Jan kak hebben en Jef daarbij met zijnen paternoster, waarmeê hij een vierde schepsel zal leiden, dat eens zijn verstand ver wisselde tegen dat wan eenen blinden kaluin. Domien, dat zal een ferme trein zijn. Domien. Spijtig genoeg dat wij hem niet lang zien, hij zal te rap uit het licht der lantaarns de goten in zijn. Tist. Des te beter, anders zouden we er t1 dicht bij kunnen geraken en moest Jau u treffen met zijne plakkers dan zou het zeker ne melen zijn. Domien. Ja, ja, en waar zijn. Nu, Tist, ik verlaat u, tot later. Tist. Goede reis, Domien. Jefiin. W eld adigheidsfe est Wij vernemen dat er op Zondag 26 Januari in de Zaal Concordia met de medewerking van verschillende libe rale maatschappijen, een groot Welda digheidsfeest zal plaats hebben. Sterfgevallen. M. de graaf de Liedekerke-Beaufort, kleri kale volksvertegenwoordigers van Diuani, is te Elzene (Brussel) overleden. M. de Bruges de Ge.pinnes, katholieke sena tor van Namen, is overle len. Er zullen dus eerlang twee kiezingen in de provincie Namen plaats hebben. Kieskronijk. Wij vernemen dat de liberalen in het arron dissement Dinant den strijd zullen aangaan. Zij zouden den heer de Selys Longchamps voorstellen. De kandidaat der katholieken zou den heer de Montpellier d' Enrievoye provinci aal raadslid zijn. Stad en omliggende. Lokaal Concordia, Aalst, Werkmanskring VOORUITGANG DOOR 'T WERK ter bevordering van de opvoeding en het onderwijs van het volk. Programma van het avondfeest van Zondag 12 Januari 1890, opgeluisterd door het muziek van den Cercle Symphoniquevan Aalst, onder de leiding van M. Vanderlindenen met de medewerking der Leden van de verschillige afdeelingen der Maatschappij Eerste deel. 1. Openingstuk, uitgevoerd door den Cercle Symphonique. 2. Maure et Captiveromance te zingen door M. Leon Vandenberghe. 3. Gymnastische oefeningen, uitgevoerd door 16 leerlingen der afdeeling, onder het bestuur van M. Leon Vandenberghe. 4. Trientjes naamdag, luimige tweespraak. 5. Symphonie. 6. De zegepraal der wetenschap, voordracht gegeven doorM. Van Eecke Felix, van Gent. Tusschenpoos van 20 minuten. Tweede deel. 1. Symphonie. 2. LI estpartiromance te zingen door M. Leon Vandenberghe. 3* Ne cent voor St. Vietcr, kluchtlied te zingen door M. Edouard Van Cauwenbergh. 4. Gymnastische oefeningen met den stok door 16 leerlingen der afdeeling. Bestuurder Lcon Vandenberghe. 5. Symphonie. 6° Vooroordeel. tooneelspel in twee bedrijven. Openings des bureels om 5 ure. Gordijn om 5 1/2 ure stipt. Er zijne geene voorbehoudene plaatsen. De liberalen geen deel makende van den Werkmanskring, zijn toegelaten mits een in komgeld te betalen van 0,25 fr. Wichelen. Maandag avond, tusschen 6 en 7 ure, is op de wijk Hulst de schuur en een stal van Alois Van Caeneghem, met al den in houd, de prooi der vlammen geworden. Een varken en ean kalf zijn in den brand omgeko men. Dank aan den moed van al de Wichelaren zijn de naburige huizen voor het vuur kunnen gevrijwaard worden. De schade is zeer aan zienlijk. Vlaamsche Schouwburg, Laken straat, Brussel. Men kondigt de 4 laatste opvoeringen aan van het groot succes DE BASTAARD VAN WEZÉMAAL. De personen, welke dit schoone drama nog niet gezien hebben, moeten zich dus haasten. De vertooningen hebben plaats Zondag, Maandag, Woensdag en Donderdag, ten 7 1/2 ure, en eindigen 1/4 voor 11 uren. Brand van den Beursschouwburg te Brus sel. Brussel, 7 Januari, 6 ure 's morgens. De Beursschouwburg vau Brussel is dezen nacht totaal vernield door de vlam nen. De brand is tnsschen 2 1/2 en 3 ure ontstaan in de zaal der machienen. Het Hotel Central, palende aan den schouw burg, is nog niet aangetast door het vuur. De bewoners van dit hotel en van de huizen, den schouwburg omsluitende, hebben zich zonder ongevallen kunnen redden. In het Hotel Central hadden de redders slechts den tijd om in hunne armen de dame en hare kinderen weg te dragen. De brand breidt zich uit. Men vreest voor al de achter bon schouwburg gelegen huizon. Men meldt geene ongevallen van personen. Al de overheden zijn ter plaats. Van den schouwburg blijven slechts de vier muren meer recht. 7 ure. Het Hötel Central is gansch behouden. De brand van de gebouwen achter den schouwburg is ook tegengehouden. Er is hoegenaamd geen gevaar voor de groote magazijnen der Beurs. 3 stoompompen zijn nog in werking, om de vlammen uit te dooven. Een peloton gendar men komt den ordedienst versterken. De om streken van den schouwburg liggen vol met stukken van den koruis des scho wburg3 welke op eene lengte van 15 meters afgevallen is. De overheden zijn tevreden over den spoed waarmee het vuur werd beperkt. Het wordt bevestigt dat er geene ongevallen van personen te betreureu zijn. 9 nre. Eene onzer stadsgenoten, Mej. Irma Thery, was aau den Beursschouwburg verbonden. Zij heeft een telegram gezonden om hare ouders gerust te stellen. Het alarm werd ongelukkiglijk maar zeer laat gegeven en de schouwburg stond reeds geheel iu brand, wanneer de pompiers, zeer aangesneld, aankwamen. Een inwoner der Vischverkooporsstraat, opgestaan om zijnen zieken vader te gaan zien, (die in eene kamer te bed lag, welke het daglicht uit de straat krijgt) om te weteu of hij niets noodig had, ging eens aau het venster zien. Hij werd ge- troiien door het zicht, dat de keldergaten hevig verlicht waren en er rook uit sloeg. Maar het brand daar binnen riep hij uit. ilij keek naar het uur. Het was kwart na drie. Ilij kleedde zich haastig en hep aan i e p >ort van den schouwbur: bellen, langs waar de artisten ingaan en waarneven zich de woning van den concierge bevindt. Deze sliep vast. Op het herhaalde en luide hellen werd hij eensklaps wakker, stond op en op den trap komende, om te gaan opendoen, sloeg de rook hem al tegen. Zijn eerste werk was nu zijne oude moeder, zijne vrouw en kinderen te redden. De dienst vaardige gebuur droeg deze laatste iu zijne armen weg. De concierge en zijn gezin, nauwelijks ge kleed, werden in eene naburige herberg opge nomen, waarvan de eigenaar, door het gerucht der aankomst van de pompiers gewekt, de deur geopend had. Terwijl de redders zich vermenigvuldigden en de stoomspuiten duizende liters water in den minuut op den brand wierpen, liep een man als zinneloos iu de Vischverkoopersstraat. Ilij slaakte wanhopige kreten. Het was de heer De Luyck, de eigenaar van den schouwburg en der naburige gebouwen. Ik ben ten onder gebrachtriep hij hui lend uit. Maar was uw schouwburg niet tegen brand verzekerd?... vroeg men hem. Ja wel, maar er is voor 400,000 fr. mate rieel, decors, kostumen en bijhoorigheden. die de maatschappijen niet hebben willen verzeke ren. En dit alles is onherstelbaar verloren De eenige bekommernis vau al de geburen, die zich door den brand bedreigd zagen, was om haastig en met den schrik op het lijf, de waardijen te reddca, die men onder de hand kon krijgen. Velen liepen half gekleed de straat op. In de Paul Devauxstraat is eén heer Ilellebaut, die ernstig ziek te bed lag, door zijne vrouw gered. De zieke viel in bezwijming. In een ander huis werd eene arme oude vrouw door hare kiuderen gered. De heer Ed. Allard, handelsreiziger, na in verschillende huizen de bewoners wakker ge maakt te hebben, heeft uit N° 16 der Paul Devauxstraat, Madame De Jaifve en Madame Sanson, de moeder van den gekenden photo- graaf, gered. Een deel van het dak der werkplaats van den heer Sanson is afgebrand. Eene geheele familie vader, moeder en zes kinderen zijn n chtverblijf komen vragen iu de politie-peitïianence. Men denkt dat het een color if ere ia, rader het tooneel geplaatst, die den brand peeft ge sticht. Anderen vertellen dat het de beweeg krachtgever mofeuris var» het toestel, dut dient om de electrieiteit voort te brengen voor de verlichting. Behalve het niet verzei. erd materieel van den schouwburg zijn al de kostumen en kleederen der artisten, die zich in hunne logiën bevonden verbrand. De brand is niet enkel eeue ramp voor den heer De Luyck, maar ook een zeer groot verlies voor geheel het personeel van den schouwburg, dat zeer talrijk is. Zonder goede spijsverteering geene gezond heid Opoot, (Luxemburg), 10 Februari 1886. Ik verklaar dat ik na het gebruiken der Zwitsersche pillen Hertzog vau Parijs, ee ne groote verlichting gevoeld heb de spijsver teering geschiedt zeer goed. (Ilandteeken gewett.) Combrexelles Ale xander. Nachtelijk drama on de Waterloo!aan De genaamde X., een Signor va a Spa insche afkomst, zeer rijk, was smoor verliefd op 'ene toouee!kunstenares van een onzer Fransohe schouwburgeu. Vau de liefde tot de jaloersch- heid is maar een stap, en onze Spaansche jong heer was zeer van jaloerschheid behebt. Dikwijls hadden zonderlinge tooneeltje* plaats tusschen de twee geliefden. Zaterdag avond was de Signor weer zijne lieve M tdonna aan den schouwburg gaan afhalen en na in eenige drinkhuizen te hebben aangelegd, itwa men zij rond een uur 's morgens op W aterloo- laan aau. Nabij de Naimschepoort ontstond er weer twist tusschen de tortelduifjes en de Span jaard dreigde de kunstenares te doo len. De freu'e slaakte angstkreten en vluchtte heen. De agenten der eerste afdeeling kwamen toegesneld en zagen dat de signor zich achter een boom verschuilde. Zij naderden, toen eene losbranding zich hooren deed. De heer B., zoo heet de zelfmoordenaar, had zich door het hoofd geschoten. Door de zorgen der politie werd het lijk naar het doo- denhuis gebracht. Nadere bijzotulerheden: Een agent had ge zien dat de twee geliefden in do Troousiraa - twisten. Ilij naderde het koppel toen ie jou ge I9jarige tooneelspeelster veaklaarde, uit de jongeliug haar overal volgde. )e agont ver zocht den sig.ior hoen to gaan en vergezelde de deerne tot op de hoogte der Pepinstraat. Daar gaf de jongeling een briefen zeliinoordde zich dan een tiental passen verder. De tooneelspeelster verklaarde dat zij met den signor liefdesbetrekkingen onde.kouden had, doch dat zij sedert lang zijne vraag om malkakde. w oer te voretaan, had van de hand gewezen.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1890 | | pagina 2