Verschillig nieuws.
Lees en oordeel.
Geene week gaat voorbij dat Denderbode of
Land van Aalst ons ministerie tot in de hoog-
■te wolken niet ophemelen.
Alle pastoorsbladen, van het kleinste tot het
grootste, zingen denzelfden lof juist alsof
België wezentlijk een land van beloften was.
Volgens hen beleven wij dagen van onge
hoord geluk en buitengewone welvaart, zoo
danig dat landman en stedeling in overvloed
zwemmen.
Hoe dikwijls hebben wij niet reeds gezegd
Burgers, men bedriegt a, men werpt u poeier,
in d'oogen. Ge zijt niet gelukkiger dau vroe
ger, integendeelde handel, de nijverheid, de
landbou gaan s1 echter dan ooit. Men maakt
u wijs Jat de lasten verminderd zijn.
Leuvens, niets dan leugens
Nog eens willen wij u daarvan overtuigen
met cijfers getrokken uit het Verslag der
Stadszakendoor ons gemeentebestuur opge
maakt en uitgegeven.
Dit zijn officieele cijfers van ons klerikaal
Schepenkollegie en wij dagen I)enderbode en
't Land uit er een puntje aan te kunnen ver
anderen of er een centiem van ,af te doen.
In 1883 betaalde de stad Aalst volgens het
Stadsverslag de volgende belastingen
Grondlasten fr. 103,076.18
Personeel 102,264.58
Patenten 36,861.86
Totaal fr. 242,202.62
Dat maakt voor de 21992 inwoners welke er
toen volgeus hot Stadsverslag waren 11 franken
en 1 centiem per inwoner.
In 1887 betaalde men (altijd volgens Stads
verslag) voor
Grondlasten fr. 107,974 22
Personeel 114,725.74
Patenten 38,303,05
Totaal fr. 261.002.01
Dat maakt voor 23399 inwoners 11 franken
m per hoofd of 14 centiemen meer
Si. a roept u toe Wij betalen minder en
woner moet gemiddeld 14 centiemeu
- opbrengen,hetgeen zoo maar 3276 franken
m: voor onze stad bedraagt.
Burgers, wat zegt ge van die bedriegers
mei hunne lastenvermindering
Alles voor paters en nonnen.
Reeds meer dan eens is de aandacht
van het publiek ingeroepen geweest op
het feit, een echt schandaal, dat men
in onze stadsscholen eenen enkelen on
derwijzer den last oplegt het toezicht te
houden over en het onderricht te geven
aan meer dan honderd leerlingen. Eene
doodende taak.
Ons stadsbestuur, dat, sinds het aan
't bewind kwam, het getal bedienden
ten stadhuize bijna verdubbeld heeft,
terwijl de bevolking slechfs met 20 °j0
vermeerderde, ons stadsbestuur laat dien
schandelijken toestand voort bestaan
h t vo];r- laarir ~oc niet de bevelen der
geesitoH jkhe 1 am 3sters, dan toch
hun voorbeeld
It katholieke school van Papenro-
ae-Drïes laat het klerikaal school comi-
teit eene armejuffer der stad zich lang
zaam dooden, gelast als zij is, alleen,
zonder-de minste hulp, meer dan hon
derd en twintig leerlingen te onderwij
zen en op te voeden, het school lokaal
te kuise hen en's winters, het vuur te
ontsteken. Voor dit afbeulend werk
ontvangt die ongelukkige een maande-
lijksch loon van vijftig frank Men
oordeele dan welke waarde een onder
wijs, in dergelijke Jslechte voorwaarden
gegeven, hebben kan.
Vroeger werd diezelfde meisjesschool
door zusters van 't klooster van Gijze-
grai bestuurd. De nonnen waren er ten
et lie van twee maar de oversten
dezer nonnen vonden de taak nog te
zwaar voor hare schouders en de non-
ii inderdaad een christen waardig. Laat mij
hem eens zien. Mijn vriend, de heer Granger,
zal er denk ik, niets tegen hebben een certifi
caat te geven
Ja, antwoordde de gevraagde, het doet
mij zeer leed inderdaad, het spijt mijmaar
ik vrees dat er geen twijfel in dit geval kan
overblijven, de jonge man is krankzinnig. Die
dwaze praat, dat onzinnige denkbeeld omtrent
een iugebeelden moord, skan alleen uit volsla
gen krankzinnigheid voortkomen. De koorts is
overwonnen, maar de zinsverbijstering is ge
bleven. Er zijn alle kenteekenen van krankzin
nigheid voor handen.
Rupert Godwin zuchtte zwaar.
Het is heel treurig, sprak hij; mi.me
arme Julia zal er diep door getroffen zijn,
want zij had zulk een hoog denkbeeld van de
talenten van dien jongeling. Ik vertrouw, dat
gij bedaard en rijpelijk over het geval zult
nadenken, doctor, en geen overhaastig oordeel
zult uitspreken.
De bankier trok aan de bel, en beval den
binnentredenden bediende de beide geneeshee-
ren naar de ziekenkamer te brengen.
De beide heeren verwijderden zich, dr eene
vervuld met de gedachte aan de edelmoedig
heid van Rupert Godwin, de andere verheugd
over het voordeel, dat hem te beurt zou kun-
n n vallen.
Dr. Wilderson Snaffley was een geweten-
looze fortuinzoeker, eene schande voor zijne
kunst, die hij geheel ondergeschikt maakte
aan zijne eigene plannen. Hij was een man die
zijn geheel leven lang ernaar gestreefd had,
zichzelÉven te verrijken, door te azen op de
zwakheden of gebruik te maken van de slecht
heid zijner medemenschen. Het Toevluchts
oord li was een sóórt van graf, waarin misda
dige geheimen zeer gemakkelijk te verbergen
waren, en sommige van de binnen die muren
bef r.vene verborgenheden waren inderdaad
van vreoselijken aard
(Wordt voortgezet.)
nen werden terug geroepen Wat die
twee kloosterzusters niet konden doen,
dat heeft de geestelijkheid, speculeeren-
de op den benai'den toestand eener on
gelukkige, op den schouder geladen
eenenleeken-onderwijzeres
Is 't schandelijk genoeg, vragen wij
Maar wat bekreunt zich de geestelijk
heid om de gezondheid, otn het leven
van leeken personen Kostelijker voor
haar, is de gezondheid, het leven van
luie raollebroers en blozende nonne-
kens
Voor meer dan honderd jongens,
veelal niet zinnend dan op jok en
spel zooals Van Beers in zijn Confi
teor zegt, wordt één leeken onderwijzer,
door ons gewij waterd gemeentebestuur
voldoende geacht om ze te bewaken en
hen het aanvankelijk onderwijs te ge
ven. Maar om een vijftigtal knapen,
waaronder een zeker getal jongelingen,
van 15 tot 18 jaren oud, onder het on-
middelijk toezicht staande van bijzon
dere meesters die hen eenen stiel aanlee-
ren, een gedeelte van den dag te
bewaken, heeft het bestuur der stedelij
ke Godshuizen, onder voorzitterschap
van pater Paul Béthuse, noodig geoor
deeld wee broeders in het Weezenhuis
aan te stellen
Eene wereldlijke onderwijzeres is
voldoende, zegt ouze geestelijkheid, om
in eene onzer scholen het onderwijs te
geven aan 125 leerlingen en er, daaren
boven, den dienst eener meid te ver
richten Maar diezelfde geestelijk
heid die, bij slotsom, meester is over het
beheer onzer Hospiciën, plaatst in onze
gestichteu voor arme ouderlingen met
halve dozijnen nonnen om, onder haar
bestuur, een veertigtal oude sukkelaars
te oefenen in het stoppen van koussen,
in het vermaken van oude jassen en
broeken en het huichelend prevelen van
onafmeetbare paternosters en litaniën
Alles voor paters en nonnen, wier
blozende kaken en logge bewegingen
getuigenis geven van bun onbekommerd
leven Voor de arme wereldlijken, eene
drooge korst brood, voor geest en li
chaam doodenden arbeid, gedurigen
kommer en angst.
Eene schande dien 't hoogst tijd is te
doen ophouden
Een Contribuabel.
Wij vinden het volgende pareltje in De Den
derbode van 9 Januari
Aalst Nachtverblijf.
«Ondanks de wet op de landlooperij stiptelijk
wordt nageleefd, werd alhier, gedurende het
verloopen jaar 1889, aan 1309 rekende behoef
tige vreemdelingen op zoek naar werk voeding
en nachtverblijf verleend.»
Heel schoon en heel menschlievend, vriend
Denderbloodje,maar weet ge dan niet, Stimme-
ken, dat in Brussel, Antwerpen, Gent, Leuvan,
euz. nachtverblijven bestaan waar de reizende
werklieden op zoek naar werk, voedsel en
slapen kosteloos verkrijgen en verschillige
kleedingstukken geschonken door milddadige
personen aan hen uitgedeeld worden, ze
daar drie tot vier nachten mogen verblijven
terwijl men hier in onze stad maar voor een
enkele nacht per jaar verblijf bekomt.
Weet Slimmeken ook niet dat de inwoners
van Gent, Brussel, Antwerpen, enz., wanneer
zij zich hier in het nachtverblijf aanbieden
geweigerd worden, om lat, zoo men zegt, hunne
stad of gemeente voor hen niet wil betalen.
Zo* Slimmeken ons niet kunnen zeggen,
hoeveel dit menschlievend werk vaard >or 1309
behoeftige werklieden voedsel ca nachtverblijf
verkregen hebben, wel aan do stad opgebracht
heeft
Hopbellen
Wat dunkt Vier van den nieuwen bisschop,
Mgr, Stilleman-- welke zich zoo stillekens zal
doen inhalen. Wij geven monseigneur hierin
volkomen gelijk eenvoud n nederigheid zijn
passend aan degenen, welke zich als opvolgers
der arme apostels uitg en. Wat meer is, al
die prachtige inhalingen en die rijke feestma
len dienen maar om geest en maag te ontstel
len Niet waar, Pier
Zoo,, zoo, Vier twijfelt aan het nut der
proeftuinen, der landbouw-voordrachten en
der opzoekingen voor landbouw-ondericht
Waarom voegt Vier er niet bij hoeveel
-duizenden franken die vriendjes-bevoordeeli-
ging gekost heeft. Arme boeren I
Het Land houdt mordicus staan dat de
landbouwers duizenden bij de nieuwe vleesch-
wet gewonnen hebben. De groote veekweekers
dat is mogelijk Durnont, Tiberghien, Meeus,
de Bethune en andere, maar de kleine boer-
kens, her nik
Vier durft zeggen dat die wet het vleesch
niet opslaat komt eens naar de Kastanje-
vesten, jongen, men zal het u daar zeggen.
lieer Opsteller
In uw nummer van zondag laatst hebt
ge Denderbode eens ferm in zijn kot
gesteken met in eeD doorslaand artikel
te doen ui schijnen hoe de klerikalen
en vooral de geestelijken een gansch
leger spioenen ten hunnen dienste heb
ben om te weten of men in de liberale
huisgezinnen een stoeltje herplaatst of
een voetje verzet heeft.
Dat bestaaten zal immer bestaan,
daar zij op de colleges niets anders ge
leerd hebben dan elkander te bespieden.
Om bij Denderbode allen twijfel weg te
nemen en hem voor goed hierover den
mond te stoppen, gaan wij letterlijk de
woorden aanhalen, waarmede een door en
dooi katholiek studentenblad DeVlaam-
sche vlagge 12* jaar bl. 6. dit walgelijk
bespiedingsstelsel in de kolleges afschil
dert
Sten bespiedt de studenten van 'a morgends
v tot 'h avonds. Een woord, een oogslag, een
boek, een «tap, en zij staan op het kwaa
kladje.. Wij kennen een kollegie,waar, als er
i) een nieuwe professor binnenkomtde Over-
ste hem roept eu hem zegt, dat hij al zijne
Collegas niet en mag betrouwen, noch er
mede vriend zijn dat eenigen slechten geest
hebben, en als hij, de jonge proesfsor, iets
kwame te hooren, dat. hij het zoud moeten
bekend maken. Aan de oude professors zegt
die Overste, datjouge, nieuwe heeren soms
kwaden geest hebben, dat zij, de oude, wel
zouden doen van te waken, en hoorden zij
iets, van den nieuwen professor, dat zij het
zouden bekend maken.
Uit iedere klasse zijn leerlingen bij den
Overste geroepen, en gevraagd naar hetgeen
er in de klasse gedaan en gezeid wordt.
Uit iedere speelplaats worden leerlingen
n uitgehoord naar hetgene de bewaker wel
doen en zeggen mag.
Op hunne beurt worden de profesors en
bewakers ondervraagd naar de gezindheid
van die en die leerlingen.
Wij vragen eens of zulk een leven van we-
ji derzijdsch bespieden wel dragelijk is Wij
d vragen eens, wat er van het bespieden der
meesters door de kinders te denken en te
s> zeggeu staat Wij vragen eens, hoefer kan
ruste zijn of worden iu zulke onrusten al-
gemeen mistrouwen
Welnu, Slimmekenhoe smaakt u die
pil?
Zoo worden de leerlingen in de kol
leges tot bespieders, verraders en ver-
klikkers opgeleid.
Daarmee is het dat zij tot schijnheili
gen, huichelaars en Jesnieten opgroeien;
daarmee is het dat zij in het donker
werken, hunnen vijand onverwacht be
springen en verraderlijk den genadeslag
toebrengen.
Yalschheid straalt uit hunne oogen,
valschheid spreekt hunnen mond, valsch
klopt hun hart en valsch is hun gan-
sche handel en wandel.
Iri zulk een broeinest van geslepen
veinzerij en onbeschaamd bedrog kweekt
men de Pourbaix's, de Coussaert's en de
Laloi's tot schande van 't Vaderland,
tot oneer der Maatschappij. Uw lezer.
X.
Iddergem.
Tist. Een gelukkig jaar, vriend Domien.
Domien. Wel, Tist jongen, wie we daar
hebben? Van 's gelijken en veel victorie met de
naaste kiezing.
Tist. Ja, Domien, dat hoop ik. Wat ben
ik blijde u te zien, het is reeds zoolang geleden.
Domien. Juist van den laatsten keer,
man. Weet ge nog hoe we toen gelachen heb
ben en hoe is 't nu met Jan Kak
Tist. God dank nog 't zelfde. Groot en
dom en opgezwollen als een kalkoenschc haan.
Hij is immers nog onze meester of liever de
dienaar van den grrrooten Mijnheer. Een
goede sul, die we nog een poosje willen ophou
den, want ge weet toch wel welke schooue en
nuttige werken ze nu gaan uitvoeren Neen
Wel gansch Iddergem verlichten, behalve
hetgeen donker mag blijven. De lantaarns zijn
er, dus weg met de duisternis
Domien. Ja, vriend, ge zijt gelukkiger
dan wij, dat is heel aangenaam en gemakkelijk
des avonds. Ik zou hetzelfde bij ons ook wen-
schen.
Tist. Maar bij u is dat niet noodig, daar
moet zooveel 's nachts niet geloopen worden
en hier i3 maneschijn onvoldoende. Een beetje
licht, wil ik wel, kan goed zijn vooral wanneer
men zijne laatste studiën doet.
Domien. Tist jongen, wat komt er u over.
Ge raaskalt, go klapt hoog want nu versta ik
er niets meer van.
Tist. Te veel licht, te veel licht, daar,
kom laat ons wat op zij gaan. Het be ert al.
Zie, met maneschijn zien de Marollen niet
goed genoeg met hunne lodderoogen, daarom
branden dan hunne verlichtende lampen. De
Marolle is haar laatste jaar van bestaan inge
treden, het tijdstip der vlucht nadert en om
geen gevaar te loopen hunnen weg te verliezen
moet hunne baan verlicht zijn. Kijk maar
rond Hoogstraat en Vherendries veel
licht daar, maar verder duisternis. Immers,
moet het niet klaarst zijn waar de Jannen,
Mandussen,Zotten en andere boschuilen wonen?
Is dat niet zoo, en bewijst reeds dat goed
vooruitzicht geeue hooge geleerdheid en fijn
vernuft
Domien. Zeker, man, dit is weer al eene
proef daarvan.
Tist. Eu dit dan, wat zal dat nu zijn?
Elke mol maakt ziju hol en de Marol zoekt ook
haar hol. Men spreekt van onderaardsche
goten in de gemelde strat en wijk alleen. Nie
mand heeft het meer van doen dan Jan Kak,
Mandus en C', die langs daar een gat zullen
vinden om schampavie te spelen, terwijl de
Cougolanen met hun licht (dit is, lezer, Congo-
licht van den knappen onderwijzer in de
avondschool uitgestraald) op hunnen pijpekop
zullen trommelen. Hoe zal Mandus katoen
geren, Jan kak hebben en Jef daarbij met
zijnen paternoster, waarmeê hij een vierde
schepsel zal leiden, dat eens zijn verstand ver
wisselde tegen dat wan eenen blinden kaluin.
Domien, dat zal een ferme trein zijn.
Domien. Spijtig genoeg dat wij hem niet
lang zien, hij zal te rap uit het licht der
lantaarns de goten in zijn.
Tist. Des te beter, anders zouden we
er t1 dicht bij kunnen geraken en moest Jau u
treffen met zijne plakkers dan zou het zeker
ne melen zijn.
Domien. Ja, ja, en waar zijn. Nu, Tist,
ik verlaat u, tot later.
Tist. Goede reis, Domien.
Jefiin.
W eld adigheidsfe est
Wij vernemen dat er op Zondag 26
Januari in de Zaal Concordia met
de medewerking van verschillende libe
rale maatschappijen, een groot Welda
digheidsfeest zal plaats hebben.
Sterfgevallen.
M. de graaf de Liedekerke-Beaufort, kleri
kale volksvertegenwoordigers van Diuani, is te
Elzene (Brussel) overleden.
M. de Bruges de Ge.pinnes, katholieke sena
tor van Namen, is overle len. Er zullen dus
eerlang twee kiezingen in de provincie Namen
plaats hebben.
Kieskronijk.
Wij vernemen dat de liberalen in het arron
dissement Dinant den strijd zullen aangaan.
Zij zouden den heer de Selys Longchamps
voorstellen. De kandidaat der katholieken zou
den heer de Montpellier d' Enrievoye provinci
aal raadslid zijn.
Stad en omliggende.
Lokaal Concordia, Aalst,
Werkmanskring
VOORUITGANG DOOR 'T WERK
ter bevordering van
de opvoeding en het onderwijs van het volk.
Programma van het avondfeest
van Zondag 12 Januari 1890,
opgeluisterd door het muziek van den Cercle
Symphoniquevan Aalst, onder de leiding
van M. Vanderlindenen met de medewerking
der Leden van de verschillige afdeelingen der
Maatschappij
Eerste deel.
1. Openingstuk, uitgevoerd door den Cercle
Symphonique.
2. Maure et Captiveromance te zingen
door M. Leon Vandenberghe.
3. Gymnastische oefeningen, uitgevoerd
door 16 leerlingen der afdeeling, onder het
bestuur van M. Leon Vandenberghe.
4. Trientjes naamdag, luimige tweespraak.
5. Symphonie.
6. De zegepraal der wetenschap, voordracht
gegeven doorM. Van Eecke Felix, van Gent.
Tusschenpoos van 20 minuten.
Tweede deel.
1. Symphonie.
2. LI estpartiromance te zingen door M.
Leon Vandenberghe.
3* Ne cent voor St. Vietcr, kluchtlied te
zingen door M. Edouard Van Cauwenbergh.
4. Gymnastische oefeningen met den stok
door 16 leerlingen der afdeeling. Bestuurder
Lcon Vandenberghe.
5. Symphonie.
6° Vooroordeel.
tooneelspel in twee bedrijven.
Openings des bureels om 5 ure. Gordijn
om 5 1/2 ure stipt.
Er zijne geene voorbehoudene plaatsen.
De liberalen geen deel makende van den
Werkmanskring, zijn toegelaten mits een in
komgeld te betalen van 0,25 fr.
Wichelen. Maandag avond, tusschen 6
en 7 ure, is op de wijk Hulst de schuur en een
stal van Alois Van Caeneghem, met al den in
houd, de prooi der vlammen geworden. Een
varken en ean kalf zijn in den brand omgeko
men.
Dank aan den moed van al de Wichelaren
zijn de naburige huizen voor het vuur kunnen
gevrijwaard worden. De schade is zeer aan
zienlijk.
Vlaamsche Schouwburg, Laken
straat, Brussel.
Men kondigt de 4 laatste opvoeringen aan
van het groot succes DE BASTAARD VAN
WEZÉMAAL.
De personen, welke dit schoone drama nog
niet gezien hebben, moeten zich dus haasten.
De vertooningen hebben plaats Zondag,
Maandag, Woensdag en Donderdag, ten
7 1/2 ure, en eindigen 1/4 voor 11 uren.
Brand van den Beursschouwburg te Brus
sel. Brussel, 7 Januari, 6 ure 's morgens.
De Beursschouwburg vau Brussel is dezen
nacht totaal vernield door de vlam nen. De
brand is tnsschen 2 1/2 en 3 ure ontstaan in de
zaal der machienen.
Het Hotel Central, palende aan den schouw
burg, is nog niet aangetast door het vuur. De
bewoners van dit hotel en van de huizen, den
schouwburg omsluitende, hebben zich zonder
ongevallen kunnen redden.
In het Hotel Central hadden de redders
slechts den tijd om in hunne armen de dame
en hare kinderen weg te dragen.
De brand breidt zich uit. Men vreest voor al
de achter bon schouwburg gelegen huizon.
Men meldt geene ongevallen van personen.
Al de overheden zijn ter plaats.
Van den schouwburg blijven slechts de vier
muren meer recht.
7 ure.
Het Hötel Central is gansch behouden. De
brand van de gebouwen achter den schouwburg
is ook tegengehouden.
Er is hoegenaamd geen gevaar voor de groote
magazijnen der Beurs.
3 stoompompen zijn nog in werking, om de
vlammen uit te dooven. Een peloton gendar
men komt den ordedienst versterken. De om
streken van den schouwburg liggen vol met
stukken van den koruis des scho wburg3 welke
op eene lengte van 15 meters afgevallen is.
De overheden zijn tevreden over den spoed
waarmee het vuur werd beperkt. Het wordt
bevestigt dat er geene ongevallen van personen
te betreureu zijn.
9 nre.
Eene onzer stadsgenoten, Mej. Irma Thery,
was aau den Beursschouwburg verbonden. Zij
heeft een telegram gezonden om hare ouders
gerust te stellen.
Het alarm werd ongelukkiglijk maar zeer
laat gegeven en de schouwburg stond reeds
geheel iu brand, wanneer de pompiers, zeer
aangesneld, aankwamen. Een inwoner der
Vischverkooporsstraat, opgestaan om zijnen
zieken vader te gaan zien, (die in eene kamer
te bed lag, welke het daglicht uit de straat
krijgt) om te weteu of hij niets noodig had,
ging eens aau het venster zien. Hij werd ge-
troiien door het zicht, dat de keldergaten hevig
verlicht waren en er rook uit sloeg.
Maar het brand daar binnen riep hij uit.
ilij keek naar het uur. Het was kwart na drie.
Ilij kleedde zich haastig en hep aan i e p >ort
van den schouwbur: bellen, langs waar de
artisten ingaan en waarneven zich de woning
van den concierge bevindt. Deze sliep vast.
Op het herhaalde en luide hellen werd hij
eensklaps wakker, stond op en op den trap
komende, om te gaan opendoen, sloeg de rook
hem al tegen.
Zijn eerste werk was nu zijne oude moeder,
zijne vrouw en kinderen te redden. De dienst
vaardige gebuur droeg deze laatste iu zijne
armen weg.
De concierge en zijn gezin, nauwelijks ge
kleed, werden in eene naburige herberg opge
nomen, waarvan de eigenaar, door het gerucht
der aankomst van de pompiers gewekt, de deur
geopend had.
Terwijl de redders zich vermenigvuldigden
en de stoomspuiten duizende liters water in
den minuut op den brand wierpen, liep een
man als zinneloos iu de Vischverkoopersstraat.
Ilij slaakte wanhopige kreten. Het was de heer
De Luyck, de eigenaar van den schouwburg en
der naburige gebouwen.
Ik ben ten onder gebrachtriep hij hui
lend uit.
Maar was uw schouwburg niet tegen
brand verzekerd?... vroeg men hem.
Ja wel, maar er is voor 400,000 fr. mate
rieel, decors, kostumen en bijhoorigheden. die
de maatschappijen niet hebben willen verzeke
ren. En dit alles is onherstelbaar verloren
De eenige bekommernis vau al de geburen,
die zich door den brand bedreigd zagen, was
om haastig en met den schrik op het lijf, de
waardijen te reddca, die men onder de hand
kon krijgen.
Velen liepen half gekleed de straat op. In de
Paul Devauxstraat is eén heer Ilellebaut, die
ernstig ziek te bed lag, door zijne vrouw gered.
De zieke viel in bezwijming.
In een ander huis werd eene arme oude
vrouw door hare kiuderen gered.
De heer Ed. Allard, handelsreiziger, na in
verschillende huizen de bewoners wakker ge
maakt te hebben, heeft uit N° 16 der Paul
Devauxstraat, Madame De Jaifve en Madame
Sanson, de moeder van den gekenden photo-
graaf, gered.
Een deel van het dak der werkplaats van
den heer Sanson is afgebrand.
Eene geheele familie vader, moeder en zes
kinderen zijn n chtverblijf komen vragen iu de
politie-peitïianence.
Men denkt dat het een color if ere ia, rader
het tooneel geplaatst, die den brand peeft ge
sticht. Anderen vertellen dat het de beweeg
krachtgever mofeuris var» het toestel, dut
dient om de electrieiteit voort te brengen voor
de verlichting.
Behalve het niet verzei. erd materieel van den
schouwburg zijn al de kostumen en kleederen
der artisten, die zich in hunne logiën bevonden
verbrand. De brand is niet enkel eeue ramp
voor den heer De Luyck, maar ook een zeer
groot verlies voor geheel het personeel van den
schouwburg, dat zeer talrijk is.
Zonder goede spijsverteering geene gezond
heid Opoot, (Luxemburg), 10 Februari
1886. Ik verklaar dat ik na het gebruiken
der Zwitsersche pillen Hertzog vau Parijs, ee
ne groote verlichting gevoeld heb de spijsver
teering geschiedt zeer goed.
(Ilandteeken gewett.) Combrexelles Ale
xander.
Nachtelijk drama on de Waterloo!aan
De genaamde X., een Signor va a Spa insche
afkomst, zeer rijk, was smoor verliefd op 'ene
toouee!kunstenares van een onzer Fransohe
schouwburgeu. Vau de liefde tot de jaloersch-
heid is maar een stap, en onze Spaansche jong
heer was zeer van jaloerschheid behebt.
Dikwijls hadden zonderlinge tooneeltje*
plaats tusschen de twee geliefden. Zaterdag
avond was de Signor weer zijne lieve M tdonna
aan den schouwburg gaan afhalen en na in
eenige drinkhuizen te hebben aangelegd, itwa
men zij rond een uur 's morgens op W aterloo-
laan aau. Nabij de Naimschepoort ontstond er
weer twist tusschen de tortelduifjes en de Span
jaard dreigde de kunstenares te doo len.
De freu'e slaakte angstkreten en vluchtte
heen.
De agenten der eerste afdeeling kwamen
toegesneld en zagen dat de signor zich achter
een boom verschuilde. Zij naderden, toen eene
losbranding zich hooren deed.
De heer B., zoo heet de zelfmoordenaar,
had zich door het hoofd geschoten. Door de
zorgen der politie werd het lijk naar het doo-
denhuis gebracht.
Nadere bijzotulerheden: Een agent had ge
zien dat de twee geliefden in do Troousiraa -
twisten. Ilij naderde het koppel toen ie jou
ge I9jarige tooneelspeelster veaklaarde, uit de
jongeliug haar overal volgde. )e agont ver
zocht den sig.ior hoen to gaan en vergezelde de
deerne tot op de hoogte der Pepinstraat. Daar
gaf de jongeling een briefen zeliinoordde zich
dan een tiental passen verder.
De tooneelspeelster verklaarde dat zij met
den signor liefdesbetrekkingen onde.kouden
had, doch dat zij sedert lang zijne vraag om
malkakde. w oer te voretaan, had van de hand
gewezen.