ONS HUIS OpgepastOpgepast 9de Jaar. Nummer 21 Zondag 2? Mei 1894. i mT-m De kiezerslijsten worden thans in Concordia en An Comte d'Egmont nagezien. Wij raden dringend alle "vrijzinnigen aan te komen zien of zij en hunne politieke vrien den en kennissen met het rechthebbende getal stemmen er op voorkomen en of geene tegenstrevers zonder recht in geschreven zijn. Wanneer elkeen onzer zich die kleine moeite wil geven zal de lastige taak der nazie- ners merkelijk verlicht wor gden. Op post dus Des zondaags van 10 ure tot 1 en in de week van 9 ?ure 's morgends tot 10 ure avonds. LIBERAAL WEEKBLAD VOOR 4 fr. voor de stad Abonnementsprijs jr gQ voor ,jen buiten voorop betaalbaar PRIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN. Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore van het blad, 10, Vooruitgangstraat 10, AALST. •'\V HET ARRONDISSEMENT AALST Gewone, 15 centiemen rlrnbranok Prijs der Annoncen E,ekiamen 75 centiemen Vonnissen op de derde bladzijde1 frank. Voor d'aunoncen buiten de Vlaanderen, zich te wenden tot den AGENCE HAVAS, Madelenastraat 32, Brussel. Tïfio RTV6 nee metü. AALST, 26 MEI. De werklieden en de klerikale opperbazen. Nu dat de onlangs gestemde wetten alle Belgen, 25 jaar oud, als kiezers uit geroepen hebben, ziet men de klerikale kiesdravers de werklieden vleien, dee rnen, flikflooien dat ei geen einde aan te vinden is. Zij zouden deze wel opeten uit enkele vriendschap en genegenheid. Meest al de klaarziende werklieden zijn zelfs gansch onthutst over zooveel kiescheid en welwillendheid ten hunnen opzichte aan den dag gelegd, en kunnen het maar niet klein krijgen dat de hoe danigheid van kiezer hun zoo schielijk nieuwe vriendschap kan verschatten van personen die hen vroeger met minach» ting aanzagen. Die werklieden weten wel dat dit alles geveindsheid en bedrog is, om hen des te gemakkelijker te kuu- nen foppen en bedriegen, ten profijte van den kadodderswinkei. De werklieden vergeten niet Dat de klerikalen de eeuwenoude vijanden van den werkman zijn geweest en het heden nog zijn Dat zij van het stelsel alleman sol daat door de liberalen voorgesteldniet willen om uitsluitelijk den kleinen man te verplichten kanonnenvleesch te wor den en het scldatenpakje op te vatten Dat daar waar de fanatieken meester zijn alle wereldlijke vermaken, die teriug en nering bijbrengen, verboden zijn er er slechts sussenvergaderiugen gedoogd worden Dat de arme man eene mis krijgt bij zijn afsterven, dan alléén als men ze be- aalt Dat de klerikalen vijandig zijn aan de geleerdheid der volksklassen, ten einde deze in de domheid te laten en hun zoo veel te beter en te gemakkelijker onder den domper te houden Dat rijke fanatieken zelden eenen cen tiem overlaten voor gaet- weezen of ziekenhuizen, terwijl rijke liberalen bij hun overlijden dikwijls groote sommen aan die gestichten vermaken. Dat de pagadders alléén op zich zei ven denkeu en om den hemel te winnen schatten aan kerken en kloosters geven voor missen die zelfs niet meer kunnen gelezen worden, zoo talrijk zijn ze. Dat de millioearijke kast eel heeren hunne hoveniers en werklieden naar de stad zenden om er melk, kaas, boter, eieren, fruit, groenten enz. te verkoopen en zou het bestaan van den kleinen land man te ondermijnen. Dat vele kloosterlingen de stbddoe- ners en andere werkers onderkruipen met te breien, stoppen, wasschen,'strij ken, kantmakeu enz. Dat de liberalen maatschappijen eu instellingen stichten om de kinderen der armen te kleeden, te bewaren en te spij zen en ook om er verlatene kinderen op te nemen Dat do landen door de achteruitkrui pers bestuurd het langst den slavenhan del in eer hielden, zooals Spanje en Bra zilië, waar die afschuwelijke plaag nog weinige jaren bestond Dat, in de middeleeuwen, de kloos ters de drie vierden der landen bezaten eu dat de arme boeren dan nog ver plicht waren hun tienden en andere las ten te betalen t Dat onze tegenstrevers heden uog op komen tegen de menschlievende instel lingen die uit de fransctie revolutie ge sproten ziju Dat het alléén aan de liberalen te dan ken is dat het Staatsbestuur het kies recht aan den kleinen man heeft moeten verleenen, Dit alles is genoeg om te bewijzrn dat al de opslorpende klerikalerij. altijd en nog tegenwoordig, den werkman het hoofd doet buigen en hem altijd bena deeld heeft in zijne zedelijke en stoffe lijke interesten en dat het liberalism op zijn vaandel de gouden kenspreuk draagt Recht eu gelijkheid voor allen kenspreuk die aan de misdeelden der fortuin de vrijheden geschonken heeft welke zij thans genieten. Wij twijfelen geenszins of de wer kende klas zal beseffen dat liaar geluk en voorspoed afhangt van de liberale partij. van werkloon en van 13 december 1889 op den arbeid van vrouwen, minderjarigen en kin deren, in de nijverheidsgestichten, kenbaar te maken, opdat dezelve strengelijk kunnen ge straft worden. Sedert deze wetten Uitgevaardigd ziju, wer den er maar drie overtredingen aangeklaagd. Dit gering getal overtredingen, fn een arron dissement waar de üij verheidsgestichten zeef talrijk zijn, is wel een bewijs dat het toezicht der bevoegde overheden vesl ta wenschen heeft gelaten, en dat M. Willerdaers gélijk heeft den ijver dezer overheden tot het doen eerbiedigen van voormelde wetten, wat aan te prikkelen. Als nu de procureurs des konings bij de an* dere rechtbanken het voorbeeld van M. Wille- i maers volgen eu de hand er aa ihoiidgn dat de j weit lijke voorschriften stipt nageleefd worden mag men de hoop koesteren dat eindelijk een einde zal gesteld worden aan de schandalige uitzuigerij der werklieden door hardvochtige werkgevers, die zich niet tevreden stellen met de werklieden een hongerloon te betalen, maar dezen nog dwingen zich bij hen van eetwaren eu andere benoodigheden te voorzien waarop zij tot vijf-en twintig per hond rd meer verdie nen dan de gewone winkeliers en daarenboven nog goederen leveren van veel geringere hoeda nigheid. De vraag is echter of overal zulke maatrege len zullen genomen word&n en of het alweer niet bij woorden blijven zal. 20 NOVELLE. Naar het Duitsch door Kapitein Van Ackee En hoe gaat het met mijnheer Is hij ziek vroeg Marie. Wij hebben hem sedert weken niet gezien de bestuurder bezorgt, alles gelijk vroeger doch men zegt dat mijnheer Willem ziek is. Marie nam plaats, en het rijtui c reed aan. Voor Marie scheen de reis niet te willen eindigen. Velden en dorpen lagen ingesneeuwd; de ruiteu van het rijtuig waren aangeslagen door de vorst zien kon zij niets, en toch had zij iets noodig om hare pijuelijke gedachten af te leiden. o, Ware Mellijn bij mij 1 dacht zij met een teeder gevoel voor den afwezende. Eindelijk, eindelijk kwam men aan een groot met muren omringd pachthof. Marie hoorde eenen hond aanslaan. Daar kwam Willem voor en opende haastig het portier. De eerst# blik, dien Marie op den jongen man wierp, toonde haar hoe zeer hij veranderd was doch er bleef haar niet veel tijds om op merkingen temaken. Willem blikte het rijtuig in, en hij werd beurtelings rood en bleek. Als verschrikt deed hij eenen stap achteruit. Zijne keel was als toegesnoerd. Angstig zocht hij naar woorden. Een goede maatregel. Zouden de schandalige wetsovertredingen dooi de werk •■taking der st'-enb ikkerijen van Boom en omstreken aan *t licht gebracht, en den om zendbrief van minister Begerem aan de «be voegde overlieden, reeds vruchien dragen M.Willeniaers, procureur des konings, beeft de ernsiige aandac it van de burgemeesters, commi8s irièsen van policie, bevelhebbers der gend irmerie en officieren der gerechterlijke policie van het arrondissement Brussei geroepen op de dringende noodzakelijkheid om met ijver eu waakzaamheid de inbreuken op de bepalin gen der wet van 16 Augusti 1887 op het betalen Alles voor dea Congo Reeds vroeger deden wij voorzien dat de Regeering andermaal op onze beurs zou komen kloppen om ons nieuwe millioenen te vragen voor den spoorweg in Congo die er reeds 25 heeft verslonden, eu er 100 zal noodig hebben eer hij zal voltrokken zijn. Ons vermoeden was gegrond. Volgens be richten uit Brussel is de Regeering van plan een nieuw crediet van 10 millioenen aan de Ka mer te vragen, als bijdrage van den Staat voor de voltrekking van bedoelden spoorweg. De Onbeschaamdheid ware al te overdreven 1 Wel hoe er ziju in België allerlei werken van openbaar nut uit te voeren, voor dewelke de Staat geen centiem wil uitgeven, en die er nochtans zoo noodig zijn als brood, en men zou ons nogmaals tien millioen afpersen voor eene onderneming die misschien groot voordeel aan enkele particulieren kan bezorgen, maar dia van zeer twijfelachtig nut voor het land is 1 Waarom die millioenen niet besteed ter verbetering onzer wegenis, onzer vaarten, onzer havens, onzer spoorwegen, onzer open bare diensten Ja, waarom Omdat de vrienden van het ministerie persoonlijke belangen iaden Congo Waar is... Waarom is... mijn onkel niet medegekomen vroeg hij eindelijk terwijl hij Marie binnenleidde. Op hit oogenblik dat wij naar het station wilden rijden, ontving bij eene telegram, die hem dwong achter te blijven zegde Marie. Gij badt dus van 't begin af aan besloten mede te komen i, vroeg Willem verwonderd. ja antwoordde Marie. fladt gij slechts uwen onkel verwacht Zijn brief sprak slechts van zijne komst. Doch hoe vriendelijk van u, nu alleen gekomen te zijn om naar mij te komen zien voegde hij er eenigzins aarzelend bij. '—Mellijn wilde het en wilde deze reis niet uitstellen. Hij is ongerust over u en uwen toe stand eu dewijl uw onkel ook de volgende dagen niet komen kon, zoo zond hij tinte. Ik heb volmacht om u mee te breDgen naar Ber- lijn. Mijn onkel is zeer goed zegde Willem maar met al dat ben ik niet ingericht om eene dame te ontvangen. Daar ging hij voort eene deur openende dat is hier mijne woon- werk- en eetzaal. Gij m«et denken, dat geene vreemde da me, maar eeue tante u bezoekt zegde Marie. Zij trad rap de kamer in en begon hare reis- kleeren af te leggen. Zij was zeldzaam te moe de maar ze dwong zich om eene vroolijke be daardheid te toonen. Zooals Willem ge/egd had, 't was hier de woon- en werkkamer van eenen heer. Eene boekenkas, eene schrijftafel, eene sofa, ten wapenbord en dergelijke dingen duidden de bestemming van de kamer aan. De tafel was gedekt voor twee personen het was klaar, Willem had slechts op Mellijn ge rekend. Willem was hij het venster gegaan. Marie wachtte een oogenblik maar Willem bleef door het venster kijken. Zij zag het immer duidelijker, de dag zou haar eene moeielijke taak opleggen, die eenen klaren kop eu veel voorzichtigheid eiacbtc. Doch haar besluit stond .ast in dezen ver wikkelden toestand moest orde en klaarheid gebracht worden. Zij ducht aan haren man en alles zou goed komen, zoo hoopte zij. Mijnheer neefzegde zij luide tante heeft honger. Ik zou ceerne diueeren eu ter- zelf jertijd zou ik inlichtingen willen nemen over uwe gezondheid. Verschoouiug 1 sprak Willem. Hij verliet het venster en trok aan een bei- snoer. Een dienstbode kwam binnen. Ga zien of bet eten gereed is beval bij. Laat mij eens de kamer zien; die voor mijnen man bestemd was bad Marie. Ik zou nog iets aan mijn toilet willen veranderen voor bet dinó. De dienstbode wachtte, Willem stond een oogenblik verlegen. Gij moogt gaan x zegde hij dan tot den dienstbode. Ik moet zegde hij dan tot Maria ik moet u over zoo veel dingen verscbooning vragen, dat ik niet weet waarmee beginnen, x Gij hebt geene kamer voor niet waar vroeg Marie rap. Ik bad gedacht, mij onkel zal wel met mijn klein kamertje te vrede zijn zegde Wil lem. Er zijn weinig bebagelijke Kamers in d. ze armoedig ingerichte woning maar ik zal spoedig eene kamer voorüdoen gereed maken.» Hebt iij geene dienstmeid of eene huis* hou Is ter hier vroeg Marie. Ik zou iu hare kamer mijn toilet kunnen maken. Er is hier t ene oude vrouw, die voor het huishouden zorgt,, anders niemand. Hoe ouder hoe beter schertste Marie. Kom, breng mij bij haar Willem leidde Jffariè boor eenen gang, deed de deur van een kamertje open, bad haar bin nen te treden ea beloofde naar de oude vrouw- te zenden. Hot kamertje was eenvoudig, mai-r net. Marie was voor den spiegel gaan staan om baar wat in orde te brengen, als de deur openging en eene oude vrouw binnenkwam. Wel lieve hemel, madame, gij hier in mijn kamertje riep de oude vrouw. Waarmee kan ik u dienen Ik hebniet veel noodig zegde Marie een oogslag in den spiegel eu een weinigje wa ter, is alles wat ia verlang. Seffens, seffens Dit is nu een groote eer voor mij praatte de oude, terwijl zij het ver laagde aanbracht en eene groote vreugd is het Voor mij uheer zijue taute hier te hebben. Eu zijne tante moet hij wel geerne zien, want het portret op zijne schrijftafel dat het portret van tante is, dat ziet men seffens was nooit zonder bloemen zoolang er bloemen in den tuiu waren Nu, nu, zoo eene schoone jonge tante, wie zott ze ook niet geerne zien V Wordt voortg.) V t

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1894 | | pagina 1