GRIETJE TIENDE VERJARING Nummer 58 Zondag 23 September 1894. 9de Jaar. LIBERAAL WEEKBLAD VOOR Abonnementsprijs""oor j »"™P "taalbaar PRIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN. Men afH>nne®rt zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, .en kantore raa het blad, 10, Vaoruitgaugstmat 10, AALST. Nee spe nee metti HET ARRONDISSEMENT AALST - Gewone, 16 centiemen ,1-,,1,-onal Pmis der Annoncen EetUmm 75 cantl6men P" drukrea!l1' Vonnissen op de derde bladzijde, 1 frank. Voor d'annoncen buiten do Vlaanderen, zich te wenden tot den AGENCE HAVAS, Madelenastraat 32, Brussel, AALST, 22 SEPTEMBER. Schoolstraat AALST. Concordia. der stichting van den Vrijzinnigen Werkmanskring VOORUITGANG DOOR 'T WERK ter bevordering aan het onderwijs en de opvoeding van 't wik. OPENING DER WINTERFEESTEN 1894-95. Uitstap, Concert, Tooneelvertooning, Bal. Zondag 30 September. Aardige belastingen 1 Een der eerste vraagpunten, welke in de nieuwe Kamer zouden dienen behan deld te worden, zoowel omdat hetzelve zonder veel moeite kan opgelost wor den, als omdat eene goede oplossing er van erg onrecht zou do a verdwijnen, is wel zeker de herziening van het be lastingstelsel. Ons belastingwezen is verouderd. Het dagteekent van het begin dezer eeuw, toen de grondeigendom alles was en de roerende goederen voor weinig telden. Handel en nijverheid waren pas herbo ren en het land bleef de voornaamste en de zekerste bron van inkomen. Het was dus het land, dat men eerst vooral belastteen, natuurlijk, het was de eigenaar niet, die de belasting be - taalde, het was de landbouwer want de pachten werden telkens in evenredigheid verhoogd. Zoo komt het dat er tegenwoordig ge meenten zijn, waar de boeren aan grond lasten 27 frank per hectaar moeten stor ten, terwijl er elders schatrijke kapita listen zijn, die millioenen in staatpapie- ren en in aandeelen bezitten en daarvoor ■geenen cent belasting betalen 1 Voegen wij er bij dat het kadaster, waarop de verdeeling der grondbelasting berust, insgelijks verouderd is. De •waarde van het land heeft, vooral sedert een twintigtal jaren, in de verschillende gewesten van België groote veranderin gen ondergaan, zoodat eene herziening van het kadaster dringend noodig is ge worden om aan die schreeuwende on- recatvaardigheden een einde te stellen. Edoch, het land alleen, hoe zwaar be last ook, kon weldra aan den Staat do noo lige middelen niet versctiaffe om dezes uitgaven te dekken. Dan was het dat men de onrechtstreeksche of ver- bruikingsbelastingen invoerde, 't is te zeggen de tolrechten, de accijnsen en al de overige taksen, die, somwijlen voorwerpen van weelde, maar meestal onontbeerlijke eet- en drinkwaren grondstoffen en andere onmisbare levensbehoeften treffen. In schijn zijn die lasten zoo drukkend niet want, voor het volk, dat ten slotte alles moot dragen, zijn de ware belastingen degene, welke men in han den van den ontvanger in klinkende munt gaat betalen. Maar werkman, boer en burger mogen niet vergeten dat, wanneer zij een glas bier ofeen druppeltje drinken, eenpijpje rooken, een klontje suiker met liunne koffie gebruiken, een jas, eene broek ofeen hemd koopen, ja een stuk vleesch eten, zij telkens eenig centiemen belas ting betalen. Immers, op al die voorwer ken zijn er rechten en, indien deze niet jestonclen-, zouden vleesch, bier, suiker coffie, tabak, enz., merkelijk goedkoo- per zijn. De tolrechten, die op vele grondstof fen geheven zijn, alhoewel deze in Bel gië in ontoereikende hoeveelheid wor den gewonen of gevonden, hebben nog een ander nadeelig gevolg. De fabrikan ten, gezien den hoogen prijs der grond stoffen, welke zij noodig hebben, zijn verplicht hunne waren duurder te ver- koopen, in welk geval het niet de vreemde invoerder is, die de tolrechten wezenlijk betaalt, maar wel de Belgische verbruiker en indien het niet mogelijk is den prijs der fabrikaten te verhoogen 12. Nieuwe zedenschets De goede meisjes vonden voor vader altijd aene verschooning waar ik geene vinden kon. Neen dacht ik hij heeft a liever alleen te laten weenen dan te pogen u te troosten hij kan niet werken als gij lijdt ma ir hij wil idet werken om u de geringste smert te sparen. En dan, als ik dacht hoe de/.e ramp had kun oen afgeweerd worden, ware Potter Goedaard een paar weken vlijtig aan zijn werk gebleven, ■hoe hij eene scboone somme geld vo >r Grietje's tweede portret had kunnen winnen, hoe hij boa xijn afscheid had kunnen geven, zijne schulde betalen en met zijne kinderen voor eene week naar Blankenbergb had kunnen gaan voor hare geaondheid, als ik op dit alles dacht, was ik zoo ver bilt rd, dat, ware het in mijne uiacht geweest, ik Potter tot eeuwigdurenden dwang arbeid zou kunneu veroordeelen hebben. Nochtans zegde ik niets en poogde mijne ge waarwordingen te verbergen want het was niet noodig het verdriet van de muisjes nog te ver- grooten, en ik zag dat het best voor mij was de zaak licht op te nemen. De laatste weken had ik eerlijk mijn best ge daan om de plannen van Bos te verijdelen ik had inlichtingen genomen over zijn karakter, zijnen rijkdom ea zijn verleden doch niemand bed een kwaad woord van hem te zeggen door vlijt en volharding was hij tot fortuin gekomen. Dui, oieta hebbende kunnen vinden dat hem dan poogt zich de nij veraar schadeloos te stellen door het karig loon van zijne werklieden te verminderen. I)us zijn het weeral de arrasten, die inderdaad den last dragen. Eindelijk zijn er lasten, bepaaldelijk de patenten, die rechtstreeks op den arbeid drukken. Zulke lasten zijn eene economische ketterij want, verre van den arbeid te belemmeren, zou de Staat hem moeten aanmoedigen. Overigens is er hier nogmaals eene onrechtvaardig- ïeid voor groote huizen is het patent recht eene kleinigheid voor eenen winkelier, die met moeite de twee eind es aaueenknoopt, is het dikwijls eene zware opoffering. Dit alles dient veranderd te worden. Belastingen, rechten en acciinsen, die op den landbouw, op den handel en op de nijveiheid wegen, die het voedsel des volks of voorwerp *n dio liet niet missen kan, doen opslaan, moeten verdwijnen en vervangen worden door de eenige recht veerdige belasting i de belasting op het inkomen. liet is billijk en redelijk dat eenieder, in evenredigheid van hetgeen hij wint of ontvangt, zijn aandeel van de open bare lasten drage. Maar het ware noch billijk,noch rede lijk te beslissen dat iedereen zooveel ten honderd van zijn inkomen aan den Staat zal afstaan, onverschillig wat het cijter van het inkomen wezen moge. Een fa milievader, bijvoorbeeld, een beambte met eene jaarwedde van 2,000 fr., kan moeilijker 40 frank vinden dan een andere familievader met een inkomen van 20,000 fr. er 400 zou betalen. Deze laatste immers betaalt uit hetgeen hij fe veel heeft om in weelde te leven, terwijl de andere, om 40 frank uit te geven, verplicht is zich opofferingen te getroos ten. Daarom moet de belasting op het in komen eene klimmende belasting zijn, anders gezegd, het getal ingevorderde percenten moet stijgen, naarmate het inkomen grooter wordt. Wie juist genoeg verdient om te leven moet natuurlijk GEENE belasting betalen. Dus dienen kleine inkomsten benedoneeo zeker cijfer verschooud te blijven. Zij die meer dan het strikt noodzakelijke winnen, zouden in een zeker getal klas sen, volgens hun inkomen, verdeeld worden de laagste klas zou b» v. 1. t, h. betalen, de tweede 2 t. h., de derdo 3 t» h. enz., tot de personen, die 100,000 frank of 200,000 per jaar ontvangen en van wie men zonder onrechtvaardigheid 30 of 40 t. h, zou kunnen eischen. Schoon Sommeken. Klerikale nieuwsbladen vertellen aan hunne lezers en lezen ssen dat de kleine oorlog van over 3 weken waar 17,000 man zijpende nat ge regend werden, 300,000 fr. gekost heeft aan de kas van de iaStenbutalers. Een schoon sommeken om onze werkmans* kinders en landbouwerszonen binnen te roepen en uit liun werk of uit hunnen dienst te trekken. Fr. 300,000 die zoo nuttig anders zouden kuuuen gebezigd geweest zijn. Legt ze m" daar 1 Dank u, heeren katholieke ministers Gij verstaat er u waarlijk goed aan om den landbouw en do werkende klas te be schermen lil tegenging, zoo was het redelijk te zeggen wat ik in zijn voordeel had vernomen, daarvoor was het thans 't gepaste oogenblik. Mijnheel Bos is een uitmuntend man xegde ik. Hij is rechtzinnig, openhertig en milddadig. Gij weet niet wat goede werken hij al doet, want hij spreekt nooit over zijne mildda digheid bij hem komt weldoen uit deu natuur voort, alhoewel hij hard gewrocht heeft en nog werkt voor alles wat hij aan de arme meuschen geeft. Dat is het bewijs van een goed karakter.» Ja, Ja onderbrak Johanna niemand kan kwaad van hem spreki-n, en het best is dat wij zelve geen kwaad van hem denken. Indien Grietje hem maar beminde maar zij bemint hem 'niet zij offert haar op voor ons... Gij moet haar niet laten zien dat gij dit denkt. Wat mij betreft zegde ik, sprekende als of ik meende wat ik zegde, ik ben niet zeker dat zij eene opoffering gedaau heeft, in dien zij iemand anders beminde, dan ware het erger maar zij bemint niemand, en ik denk niet dat zij ooit iemand beminnen zal. Had zij eenen ambacatsmau bemind zoo ging ik Voort de bewijsredens aanhalende die Grietje zelve gemaakt had ze zou hem in en grond gehol pen hebben met hare geesten voor weel le en pracht en wat geluk zou er voor hen geweest zijn Neen, 't is klaar, zij moet trouwen voor 't geld Iedereen kan zien dat zij geboren is om eene groote dame te zijn en indien zij inet eenen prins moet trouwen, wel, men moet haar gelukwenscLea er eenen gevonden te hebh. n met een goed hert en eene dikke beurs. liet ware belachelijk dit als een ongeluk te aanzien. Kom, Cecilia,hebt gij reeds gedacht wat er u bost zal staan als bruidsjuffer 'i Ja antwoordde zij ik heb daarop ge- Samenspraak afgeluisterd op eens mee* ,ing gehouden door onze klerikale kan* didaten Van Wambeke en Cie, in eene nabutige gemeente. Papa Van Wambeke heeft het woord en uoet de aanhoorders opmerken dat HU de gemeente en heel de bevolking immer toegenegen was, en dat alles wat men hem vroeg, altijd bereidwillig werd toegestaan een bewijs er van, zegt hij, dat het bijna aan mij alleen te danken is dat ge destijds eene statie verkregen hebt. Een loer tot M. De Saedeleer Mijn heer, is d'heer Van Wambeke verdwaald of komt hij hier met de boeren den zot houden M. De Saedeleer Waarom vriend De boer Hoort ge dan niet wat hij zegt dacht, maar ik zie niet wat het kan baten schooue kleeren aan te (loon als wij ai weenen de naar de trouwfeeste gaan. Maar gij zult niet weenen zoo dwaas zult rij niet zi n. Neen zegde Johanna we moeten het langs de bfste zijde aanschouwen, En zon d den wij maar we konden niet ver geten dat er eene donk( re keerrijdo was. Ik ben nooit al te minzaan geweest jegens mijnheer Bos, en hij was fijn genoeg om dat te zien, doch die deed hem niets een m m wien alles gelukt kan gem ikkelijk grootmoedig zijn Hij ring zeer bedaard zij i eigen weg, niet, meer achtgevende op mijne mngelijite tegenkanting dan als of hij een os ware geweest en ik een kikvorsch op zijn p id. Nochtans, om de meis jes meer op hun gemak te zetten poogde ik aan Bos te behagen, en als gevolg daarvan, als het huisgezin door hem werd uitgeuoodigd eenige dagen op zijn buitengoed over te brengen, werd ik verzacht mede te komen. Kom zegde hij zijne hand op mijnen schouder leggende als ik aarzelde om te ant woorden kom Als gij denkt dat het Grietje plezier zal doen, zoo wel als mijdau zuit gij niet kunnen weigeren. Ditmaal to >nde bij veel meer kieschbeid dan ik had verwacht. Het scheen mij ook dat Lij Grietje met meer eerbied behandelde, thans dat zij had toegestemd zijne vrouw te worden. Hij kon zh n dat Grietje geene liefde voor h-m ba l hij wist dat zij hem nam voor zijn gel Zij moest hem zulks ge/eid hebben, want, zij was te eerliji< om hare beweegredens te verber gen of hem hierover ia twijfel te laten en hij was wijs genoeg om te begrijpen dat hij haren eerbied moest winnen en allengskeus hare ge negenheid aansporen om tot de liefde te komen die hen beide .elukkig moest maken. Hiermee steeg hij in onze achting eu versterkte ons in de gedachte, dat, alles wel ingezien, dit huwelijk toch geene ramp w as. Men was afgesproken da' het bezoek de vol gende week zou plaats grijpen men zou in tijds uit Antwerpen vertrekken om nog vóór hei uur van het diué te Schelle aan te ko men. Dit gaf volop werk aan de drie jonge meisjes om hare toiletten in gereedheid te bren gen men maakte ook alle. lei gissingen over de personen die men op het buitengoed zou kuuuen ontmoetendoch wat haar net meest bezighield was vader Goedaard. Hij kon on mogelijk met zijnen leelijken ouden frak en zijne ve sletene broek nevens welgekle'ede lie den aan taf d zitten ma tr hoe Icon men hem overhalen zijn kosiuum te verwisselen tegen een ander dat meer overeenkwam met de ge woonten der samenleving welke hij voorgaf zoo zeer te verachten Potter loste dit vraag stuk zelf op, me; zekeren namiddag te huis te komen met een nieuw kostuum aan, dat hij bij eenen Uleei'verkooper ge uur l had Hoe "iudt ge mij, meisjes? vroeg hij terwijl hij met de zelfvoldoening vaneen kind voor den spiegel stond. De meisjes waren verheugd. Zij maakten hem witte halsdoeken, besp oe' len hem met lavender water en vleiden hem zoodanig, dat hibijna nog ijdeler.werd op zijne verschijning ah een d ftig man, dan vroeger op zijn ver* waarlo >Sd künstenaarspak Mi|ne zaken lieten mij niet toe deu douder- dag met de Goedaards te vertrekken, maar den vrijdag m'orgend kwam een rijtuigjo van den heer Bos mij afhalen. (Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1894 | | pagina 1