GRIETJE Opgepast 1 Opgepast 1! Zondag 14 October 1894 S Kiezers Vergeet vooreerst uwen Kiesbrief niet. Vergeet ook niet dat de stemming volkomen geheim is. Al de Kiesbulletijns hebben denzelfden vorm, zijn hetzelfde gevouwen en van hetzelfde zegel voorzien. In het kiesgangsken kan of mag niemand zien voor wien gij stemt. Uw pastoor, uw kasteelheer, uw patroon kunnen daar niets, maar in 't geheel niets van weten. De ïleeren van het Kiesbu- reel ook niets, Niets, Niets Gij vouwt uw bulletijn zelf toe met het zegel van buiten fMi gij steekt hem zelf in de bus. Vindt gij er plekken, ken bare teekens op van binnen of van buiten, hebt gij slecht gestemd of hem op de eene of andere wijze bedorven, vraagt dan een andere. De Kiesbulletijns van al de gemeenten van het Kanion worden te Aalst op het hoofd bureel onder een gemengeld en dan eerst nagezien Niemand kan dus weten voor wien gij gestemd hebt. Wij hebben vernomen dat er veel missingen zijn van kiezers die stemmen te veel of te kort hebben, van kiezers die geen kiesbrief ontvangen hebben, enz., enz. Dat zij bij hun bureel rekla- meeren en dat alle vrijzinnige vrienden een oog in 't zeil houden, want men mag zich aan konkelfoezerij verwachten. Allen opgepast dus 9de Jaar. Nummer 41 ml LIBERAAL WEEKBLAD VOOR Abonnementsprijs 4 b. voor do stad b„al|blir 4 fr. 60 voor den buiten PRIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN Mm abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore van het blad, 1-0, Vooruitgangstraat 10, AALST. Nee spe nee metu HET ARRONDISSEMENT AALST 4 Gewone, 15 centiemen Pr,|s der ftnnencen (l R9kl3man 76 centl8men Vonnissen op de derde bladzijdefrank. per drukregel. Voor d'anüonCen buiten da Vlaanderen, zich te wedden tot den AGENCE HAY AS, Madelenastraat 32, Brussel. AALST, 13 OCTOBER. 16. Nieuwe zedenschets. Ja loch 1 Zij zou geerne genoeg trouwen mtt mijnheer Roos, natuurlijk, maar verloofd sijd ze niet. Trouwen met hem, dat g'doof ik ook. Ja, maar ik geloof niet dat het h< m lus ten zalzoo een doortrapt., bcdriege ijk ge- ▼eined klein ding 1 Ze zo* blijde genoeg zijn als -ze mijnheer Bos krijgen kon en 'k ben zeker dat zij meent hem te kunnen krijgen, want zij is zoojaloersch mogelijk op Grietje niet waar •Grietje Ik heb het nooit de moeite weerd gevonden •r acht op te geven. zegde Grietje befaamc en on verschil ig. "Wel, ze moest bersten van nijd en spijt want zij speelde de minzame met mijnheer Bos, inde hoop mijnheer Roos in hare netten te vangen. Zij zou wel verdienen beide te ver liezen. Hoe zoo dat vroeg ik. Heeft zij de ■elfde kans niet meer mijnheer Roos te krijgen omdat mijnheer Bos met Grietje verloofd is Dat versta ik niet. Er volgde eene poos zwijgens. Niemand •cheen hierop te kunnen antwoorden, ofwel niemand misschien wilde zeggen wat hij dacht. Deze stilzwijgendheid kwam mij belangwek kend voor. Aan de vrienden van Onderwijs. Men durft de onbeschaamdheid zoo verre drijven van uwe stemmen voor de ijst Woeste te komen vragen Kan men u grooter hoon in het aangezicht wer den, bloediger kaakslag toebrengen Stemmen voor Woeste, deu afbreker en verdelger van onze officieele scho len, den vervolger en tyran van onze plichtvervullende en bekwame onder wijzers, neen, dat NOOIT Herinnert u den schaoloorlog in 1884 door Woeste verklaard honderden bewaar-, dag- en avondscholen gesloten of afgeschaft, duizenden trouwvolle eu goede onderwijzers en onderwijzeressen vervolgd, gebroodroofd en op straat ge worpen 1 Qu'ils s'en aïllent was de oorlogs kreet van den Verwoester En zij zijn vertrokken, helaas I ja, voor ALTIJD vertrokken. Talrijke slachtoffers zijn gevallen, door wanhoop, hartzeer en gebrek weg gemaaid, want, zoo als de Verwoesters iadden uitgeroepen Er moest geween en tandengeknars zijn Herinnert u Van de Vyvere van Aalst, jjefise van Ciergnon en zooveel anderen, wier dood nog niet gewroken is en wier assche op 14 October van voldoe ning trillen moet wanneer den jubelkreet door het land zal dreuuen dat de Ver woesters gestraft zijn Aalstenaars, h rinnert u dat het aan Woeste te danken is dat de afdeeling van uw Atheneum hier werd afge schaft. Herinnert u, kiezers, dat Woeste, bij de jaarlijksche bespreking van het oudget van onderwijs de afschaffing van deze of gene middelbare school vraagt en de eene na de andere haren (kiodslag krijgt Herinnert u, vrienden, dat Woeste gezworen heeft van op de puinhoopen van 't lager onderwijs de ruïnen van 't middelbaar onderwijs te werpen Herinnert u, dat Woeste hier op elke kiesvergadering tegen de officieele lage re en middelbare scholeu gebanbliksemd heeft Vergeet vooral niet dat hij maandag laatst nog, in den Katholieken Werk- manskring den oorlog aan ons officieel onderwijs verklaard en uitgeroepen heeft dat daar niets goe l wordt voort gebracht n Voorden doodvijand van de scholen, die gi| zoo lief hebt, die gij zoo hoog schat, waar gij goede opvoeding en nut tige kennissen hebt verkregen, en waar uwe kinderen hetzelfde bekomen, voor den ondergang van die scholen komt men uwe stem vragen. Gaat gij die geven Neen, duizend maal neen Weg met die school verwoesters Weg met die dompers, vijanden van ge zonde kennis en wetenschap Ons officieel onderwijs gaat voor al les Weg met Woeste en gansche zijne lijst Werklieden en bedienden van den Staat Gij allen die werkt op het machien, in den Atelier, ter Statie, of op het spoor, hetzij met de baad of met het hoofd Gij allen die behoort tot de besturen vau Telegrafen of Posterijentot dat van het Tolwezen ot van de Accijnsen Gij hebt nu allen stemrecht, gij moogt de vertegenwoordigers kiezen die over uw loon, uwe werkuren, uwen rusttijd, uwe verhooging van jaarwedde, uwe lotsverbetering, uw pensioen en uwe verzekering van den ouden dag zullen uitspraak doen. Wie heeft u dat kiesrecht doen be komen de liberalen met de Werklie» lenpartij Wie is daar altijd de onverzoenlijke en hardnekkige vijand van geweest M. Woeste en zijne kliek. Wie heeft tot op den onvergefelijker» dag vau 18 April 1893, wanneer de Vulksleeuw in de straten brulde en menscheubloed de steenen roodverfde, wie heeft dan tot op den laatsteu oogen* blik zich tegen alle uitbreiding van stemrecht verzet Altijd tlie noodlottige, koppige Woeste met zij no trawanten. Wanneer de liberale kamerleden Ber gé, Ricliahl en zijne Vrienden een wets ontwerp neerlegden om uwen toestand te verbeteren door regelmatige verhoo ging van jaarwedde, om uwe vrijheid en onafhankelijkheid als werklie len of bedienden van den Staat te bekomen, dan riep uw Meester Van den Peere. boom uit Non Possumus dat kan niet zijndat mag niet zijn, dat zal niet zijn !t en dan huilde Woeste tegen die rechtsmis- kenning en tegen die lotsverbetering van U allen, nog al harder dan uw Mees ter. Wanneer het liberaal Kamerlid, M. Lemonnier negentig duizend arme franks* kens voor de jaarwedde-verhooging vau de kleine beambten vroeg, dan gaven M. Woeste en de Minister hem spot- Waart pij niet verwonderd als mijnheer Roos ons werd voorgesteld vioeg Cecilia. Ja, ik denk dat wij allen verwoeden! wa ren. Mijnheer Bos had ons doen denken dat zijn handelsmaat een man was gelijk hij zelf. m Dat is de waarheid I zegde Grietje op gekrenkten toon. Ik denk dat wij ons bedrogen hebben zegde de voorzichtige Johanna. Omdat mijn heer Boseen talkblaas eene soort, van keer- senmaker is, zoo dachten wij dat zijn handels- maat aan hem moest gelijken, alhoewel hij ons zei dat mijnheer Roos zijn werkelooze handels- maat was. Ik heb altijd gedacht dat een werkelooze handelsmaat iemand zijn moest die te ou l is om nog iets te verrichten zegde Cecilia. Johanna heeft gelijk zegde ik mijn heer Bos heeft nooit gezeiddat zijn handels maat zoo oud was als hij. Uitgenomen in het bijzonder geval dat ze beide oude jonggezellen waren on beide bezield met denzelf len geest van ijver/.uclit hetgeen \alsch is... zegde Grietje snibbig. Dat is een spijtig woord, Grietje zei Johanna. Mijnaeer Roos kan huizen en peerden koop n zonder de geringste gedachte zijnen bande.smaat in de schadüwe te stellen maar toch, mijnheer Bos kan denken dat zuL.s zijne bewtegredeus zijn zo nier ere nig kwaad in te zien. V\at betrefr zijn gezegde we zijn beide ou ie j nggezellen d t is eene scheri3 waaraan wij ons zelv solui dig ra ikeu als we zeggen dat wij oude spinsters zijn, zou ter dat wij er één woord van gelooven Vindt gij het niet aardig dat mijnheer Bos nooit aan mijnheer Roos gezegd heeft, dat Grietje liet oi igiuaal was van het portret waar op hij verliefd was gemakt vroeg Cecilia. Waarom zou hij dat aan inijnneer Roos moeten zeggen Hebben vroeg Johanna. En waarom zou hij dat uiet gezei 1 heb ben vroeg Grietje. Ik geve B.»s geen ongelijk zoo sprak Pottei. Een man is uiet verplicht, van alle daken uit te roepen, dat bij met een schoon meisje gaat trouwen, die daar en >iaar kan ga- zien worden. Ik durf zeggen, Bos voorzag de gevolgen der voorst Hing van zoo eonen knappen jongen als die Roos.onaangename gevolgen ook voor hem, en ik ben zelfs verwon derd dat bij zoo toegevend was en zoo opge ruimd en vr. olijk, kon zijn met Roos die altijd rond Grietje draujde en hem op .len achtergrond dreef. Een prettig iets voor 1 os ze^de Pot ter tot mij d mr te blijven zitten en te moe ten zien dat zijn handelsmaat eenen gehee'.en avond met zijne aanstaande aan den praat is Hadde hij verstaal gehid, dat wa.e niet gebeurd zegde Cec-liaeeuigzin3 scherp. Ik wenscate eenen anderen draai a in het ge sprek te geven iniar hit wis te laat. Ik had den storm doen I sbirsten eu kou hem niet nie r afdrijven. Grietje kwam van haren tnu'ieksto-l, legde de mii iekstuaken op de piano en verliet schie lijk de kam r. Er volg ie eene g oote stilzwijgendheid. Johanna en Cecilia bezagen elkander Pot ter keek so uber d.>or het venster. Dan, bet hoofd omkeerende, zegde ij Luister Holman Grietje hoeft eene zeer hooge gedachte van u en zal waarschijnelijk veeleer uwen raad vragen dan deu mijne. Z<>udt ge niet kunnen maken dat zij dien Roos uit haar hoofd steekt eu haar de dwaasheid niet kunnen doen begpijpen van Mijnheer Bos te krenken Neen zegde ik dat kan ik niet doen en *t is uiet noodig dat ik haar zou pogen te overtuigen, 't zij vooreen 't zij voor het ander. Grietje is een goed m asje, en hoe onbedacht zaam" zij ook in vele dingen zijn moge, zij zal geenen misslag beaaan, bij gebrek aan overwe ging, in een gevat gelijk dit. Indien zij niets overheeft voorinijn eer Roos, zal zij hem niet meer zira eu met mijnheer Bos trouwen maar indien eene ware liefde voor Roos in haar tiert is on'staan, dan zal zij met Bos niet trouwen en God beware mij, een woord te spreken om haar anders te doen handelen. Tussche.i twee stoelen zit men in de asch bromde Potter en dan, vaarwel het prinslij Ir leven Ik zal zelf m-t Grietje spreken. (joed dacht ik. Indien gij haar spreekt op dezen toon, dan zult gij haar in het voornemen bevestigen om te doeu wat billijk eu goed is. Ik zag dat h t voor Grietje eene moeielijkö zaak z u worden. Zij moest beslissen of zij be minde of niet, eu d ui kiez m tusscben zelfop offering en famili belang doili ik had volle vertrouwen dut bare goede b< gius'deu haar over de valstrikken vau vaLche begrippen zoudeu doen zegepralen. Wordt voortgezet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1894 | | pagina 1