DE LINDHAMERHOEVE
11de Jaar.
Nummer 3
Zondag 19 Januari 1896.
Politiek.
Een zwansonderzoek.
De Duivelsbrug.
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
Abonnementsprijs ™or de ®tad voorop betaalbaar
4 fr. 50 voor den buiten r
PRIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN.
Mén abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore
van het blad, 32, Vrijheidstraat, 32 AALST.
HET ARRONDISSEMENT AALST
Gewone, 16 centiemen a-nL-anal
Prijs der Annoncen Eeklamen 76 centi6men l>er drllkrea"'
Vonnissen op de derde bladzijde1 frank.
Voor d'annoncen buiten de Vlaanderen, zich te wePden tot den AGENCE HAYA8,
Madelenastraat 32, Brussel.
Nee spe nee metu.
AALST, 18 JANUARI.
Kan men daar altijd over spreken Neen,
toegestemd.
Mag men wel ooit eene gelegenheid missen
om nuttige propaganda te maken, mag men
zwijgen wanneer spreken winnen is Ook
neen, niet waar
A ltijd en overal en in alles de politiek men
gen, immer hatelijk en op broodroof uit zijn,
dat doen alleen de klerikalen. Maar tusschen
deze handelwijze afkeuren, en onvoorwaarde-
lijK eene krachtige propaganda van alle dagen
veroordeelen, is een hemelsbreed verschil.
Het voorbeeld der Kliekers moet ons eene
heilzame les zijn, aan die voortdurende ruste-
looze werking van eiken dag, elk uur en elk lid
hunner foppeisbende, hebben zij hunne macht
te danken.
De klerikalen verstooten en broodrooven, als
zij kunnen, alwie zich tegen hunne inzichten
verzet, en ondersteunen alleen hun volk. Zij
lasteren, liegen en bedriegen zonder ophouden,
overal waar zij er gelegenheid toe vinden.
Waarin moet onze politiek bestaan
Moeten wij ook onze vrienden de
voorkeur geven in alles
Wie het tegendeel zou beweren, ware zeker
niet goed bij zijne zinnen.
Moeten wij de klerikalen benadeeligen in
hunnen handel of op ivellce manier oóh Geens
zins, dat ware niet vrijgezind, nuaar paapsch
bandelen.
Maar wat wij, wat alle onafhankelijken al
tijd doen moeten, isonze vrienden bij staan
zooveel het in onze macht is. Bij onze
vrienden naar den winkel, om brood, om
vleesch, om kolen en alles wat wij bij hen ver
krijgen kunnen.
Zagen wij in de katholieke schandebladen
geene openlijke escommunicatie neer
schrijven tegen de herbergiers die van de Kliek
niet waren
Onze plicht, eene plicht van broeder
lijkheid en rechtvaardigheid is het aan
de benadeeligden onze hand toe te steken.
Want, zoo de bokken zonder omwegen, open
baarlijk durven br odrooven, wat steken ze dan
niet uit in 't geniep
Wat nog moet gedaan worden is de liberale
vlaamsche bladen ondersteunen door het ver
spreiden derzelve, door aan de redactie ervan
alle kuiperijen, broodrooverijen en schandaden
der Kliek naar waarheid bekend te maken
Zoo en zoo alleen zal het mogelijk worden
de leugenpers op hare plaats te zetten en de
klerikale verdrukkers te kortvleugelen.
Dat is politiek, en dat moet het worden,
voor ons aller zelfsbehoud, voor het behoud
van onzen voorspoed en onze vrijheid.
Vooruit voor vrijheid en algemeen welzijn
Een boerenverhaal
DOOR KAPITEIN VAN ACKER.
(5° Vervolg).
Koes, Kastor, hier riep zij den hond
toe, die op het eerste geluid van hare stem
gedwee terugkeerde. Kom maar op, mijnheer,
zegde zij de hond zal u geen kwaad doen, hij
is zoo zacht als een lam.
Ik dank u voor zulke zachte lammeren -
zei de vreemdeling terwijl hij voorzichtig
nader kwam en zich dan met blijkbaar beha
gen op de bank zette. Het is goed dat gij zoo
rap bij de hand waart, zoo sprak hij voort,
anders zou dat lammekön mij zijne tanden
doen gevoelen hebben.... Heere God wat is
het heet 1 Mijne tong plstkt aan 't verhemelte
wat zou ik niet geven voor eene kanne bier
Dat kan ik u waarlijk niet bezorgen, sprak
hst meisje maar eene kom koffie kan ik u
geven,
Koffie Op de Lindhamerhoef Die koffie
groeit zeker wel in den moestuin, en heet met
zijnen rechten naam... suikerij
Waarom niet antwoordde Treze. De suike
rij verkoopen wij in dë stad de boer is niet
wel te pas en de dokter heeft hem voorgeschre
ven koffie te drinken bij zijn ontbijt. Indien hi
voor den baas van de Lindhamerhoef goec
genoeg is, zal mijnheer hem ook wel meugen.»
Het onderzoek over de kiezingen van
Aalst door de Bestendige Deputatie van
Oost-Vlaanderen is eene echte zwans
geweest, en de heeren leden van de
Jeputatie moeten oprechte pince-sans-
rire of droge zwansers zijn om niet in
schaterlach te zijn losgeborsten toen ze
met hun fameus onderzoek aan den
^ang waren.
Wat zullen ze b. v. gemeesmuild heb-
jen bij het lezen van het bijeenroe-
Dingskaartje, waarop de naam gedrukt
stond van M. R. Eeman zelf lid der
Deputatie en waarbij de kiezers 's zon
dags morgends op eeue bepaalde plaats
werden bijeen gevraagd (was dat om
mis te hooren) om vandaar naar de
stembus te gaan. Misschien wistM. R.
Eeman niets van het besluit van den
jurgemeester waarbij, stoeten en sa
menscholingen volstrekt verboden wa
ren. We kennen anders M. Eeman te
wel om te durven veronderstellen, dat
hij niet van naaldeken tot draadje de
wettelijkheid zoude eerbiedigen en in
acht nemen.
Het onderzoek was eene echte zwans
partij waarop slechts geroepen werden
de getuigen, welke de betrokken partij
gaarne deed hooren, over feiten welke
tusschen honderde niet door de klagers,
maar door de ouderzoekers werden aan
gewezen.
En het onderzoek had plaats te Gent,
en Je eerste getuigen ontvingen reis
kosten en de onzen ontvingen niets, en
het verhoor werd niet publiek gedaau..
Niet, dat we veel meer verwachtten,
och neen, al zulke handelwijzen zijn ge
woonten geworden in het klerikale
kamp en het zou ons verbazen indien,
men ons nog eenmaal recht liet weder
varen. Wat is recht vroeg de leeraar
van die wetenschap aan een leerling.
Deze kon niet antwoorden maar be
merkte den gewrongen stok van den
professor in den hoek en riep triomfan
telijk erop wijzende 't staat daar in
den hoek, menheer
Nu, nu, maak u maar niet kwaad jonk
vrouw, zei de vreemdeling, ik wil geen woord
meer zeggen. Maar, hoe is het eigenlijk, ging
hij voort terwijl hij Treze bekeek. Ik heb toch
nooit gehoord dat de Lindhamerboer eene zoo
mooie dochter had.
Die heeft hij ook nietik ben zijne dochter
niet.
Niet Dus waarschijnlijk een nichtje, die
het huishouden doet.
Ik doe het huishouden, maar ik ben hier
geen nichtje,
Dus zijt gij hier dienstmeid
Ook al niet, zegde zij. Ik ben in dit huis
opgebracht. De boerin zaliger heeft mij opge
nomen als ik nog een heel klein meisje vras
maar in welke omstandigheid, dat is mij nog
nooit gezegd.
De man bezag Trees maar hij had geen tijd
tot nadenken want uit den huize werd eeu
slepende stap en eene roepende mansstem
hoorbaar.
De baas komt 1 Mijnheer wenscht hem ze
ker te spreken Vroeg Trees, en keerde zich
naar de huisdeur, om den boer te groeten. De
boer, eene hooge en krachtige gestalte, kwam
uit het bewustzijn van een rijk bestaan en een
onbepaald gezag. Dit gevoel lag ook in de
sterke, doch niet onaangename trekken van
zijn gelaat en in gansch zijne houding scherp
afgeteekend. Slechts de zwakheid van zijne
oogen deed hierop inbreuk en noodzaakte hem
wat behoedzamer voor te komen, dan hij het
anders zou wel gedaan hebben. Den groet van
't meisje beantwoordde hij met een lichten
Hier is 't zoo, te Mechelen anders.
Hier waren het liberalen, die rekla-
meerden, men heeft hen wat honden-
zeep aan den buik gewreven en daar
mee konden ze reizen.
Te Mechelen hebben de katholieken
eene klacht ingediend, hoewel de libe
rale meerderheid daar 300 stemmen
was, terwijl de kliek hier slechts 37
stemmekens bekwam boven het ver-
eischte getal.
Oh te Mechelen wordt het^enkwest
ernstig gedaan. Niet dat we daar iets
egen hebben, integendeel, maar
willen doen zien boe schandelijk men
lier tegen de liberalen gehandeld (heeft
in vergelijking met hetgene thans te
Mechelen gebeurt.
Voor Aalst had het enkwest plaats te
Gent.
Voor Mechelen heeft hot plaats te
Mechelen zelf.
Voor Aalst werd het alleen door kle
rikalen geleid.
Te Mechelen in tegerwoordigheid van
drie afgevaardigden der liberalen en
drie der klerikalen.
Voor Aalst werden alle vragen naar
ernstig onderzoek verworpen.
Te Mechelen laten de klerikalen 5
punten hunner aanklacht weg en voe
gen er 12 nieuwe bij
Slechts in een punt komt het onder
zoek overeen. Voor Aalst werden alleen
de verklaringen in aanmerking geno
men van de getuigen door het gemeen
tebestuur gevraagd.
Te Mechelen worden ook alleen kleri
kalen als getuigen opgeroepen.
Neen het onderzoek
heeft zelfs den schijn van ernstigheid
niet gehad, en zoo er geweifeld werd na
het onderzoek, gebeurde zulks niet om
der waarheid en rechtvaardigheid wil
le, maar enkel om de grap langer te
doen duren.
Wij hebben het recht te zeggen, dat
de groote meerderheid van ons gemeen -
tebestuur slechts door middelen onder
alle oogpunten af te keuren, aan het
bewind is geraakt en men alle politiek
eeregevoel moet afgelegd hebben om op
zulke wijze de macht in handen te wil
len krijgen en te willen behouden.
We zullen zien. Het heden doet soms
het verleden uitwisschen, en we zullen
wellicht de gelegenheid hebben om bo
ven de ingangpoort van ons landhuis de
volgende woorden in gulden letteren
het opschrift te zien schitteren
In den eerlijken Handel.
De kliek heeft ons rotte visch opge
duwd in plaats van ons gezonde zalm
aan te bieden, zij heeft het sluipen (stijl
Denderbo le) verkozen, boven eenen
open, eerlijken strijd.
Hadden we iu open kamp verloren
we zouden voor de uitspraak der meer
derheid hebben gebogen en gezegd
Het volk wil het. Doch dit kunnen dit
mogen we niet, omdat eene eerlijke
partij, niet zwicht voor onrecht en niet
wil onderdoen voor de politieke euvel
daden eener coterie.
In haar eigen onrecht zal de koterie
stikken gelijk weleer, de macht des
adels in hare eigene buitensporigheden.
Iu den jare 1576 kwamen de geuzen uit de
bosschen tusschen Oudenaarde en Aalst, trok
ken te Erembodegem over den Dender en ver
joegen de bloedgierige Spanjaarden uit de stad
Twee dagen nadien echter waren ze gedwon
gen langs de Pontstraatpoort de vlucht te ne
men omdat nieuwe rooversbenden van Gent
zich bij de vroegere Spaansche horde hadden
gevoegd. Bij tiet uittrekken echter vernielden
zij de brug, door ze te doen springen met
schietpoeder.
Toen gebeurde het dat de Spaansche aan
voerder den bouwmeester Zeeberg deed roepen
en hein zegde Als de brug niet hersteld is eer
twee dagen verloopen zijn legt ge er den kop
bij.
Zeeberg ging naar buis en zat te peinzen over
ziju geval, met het hoofd opde handen gesteund,
Hij voelde de ongelukkige, dat zijn kop niet
meer vast op bet lijf stond. Hij wandelde gram
moedig zijne kamer op en neer en joeg zijnö
vrouw weg die nieuwsgierig kwam vragen
waarom bij zoo tot zich zelve schold en bul
derde. Weg wijf, schreeuw.!e hij, wat ik moet
volvoeren, dat kan alleen de Satan
Verschrikt liep de vrouw weg. Dadelijk ver
scheen voor Zeeberg een zwarte heer met gloei
ende oogen, uie met holle stem zeide Zeeberg
hoofdknik en scheen niette veel aebt te geven
op de melding, dat reeds een vreemde beer
gekomen was om hem te spreken. Ook den
gast knikte hij toe, doch uit bijzondere beleefd
heid, lichtte hij een weinig de tipmuts <5p wel
ke zijnen kaffiu schedel dekte dan zette bij
zich op de bank.
Hoe staat het? vroeg hij, om eerst dit af
te doen wat bem het gewichtigste scheen. Hoe
ziet het er uit in huis en hof? Is 't werkvolk op
den akker
Alles is iu orde, bans, antwoordde Trees,
en daar pas heb ik het ontbijt naar de pikkers
gezonden.
De boer knikte te vreden.
Waar zijn de jongens vroeg hij dan. Zijn
zij ook op 't veld. Trees aarzelde doch zij
wilde de waarheid niet verzwijgen.
Ik geloot wel, dat Diktus bij het werkvolk
is.
Ja, ja sprak de baas en knikte weer, als of
hij voorop geweten had dat het zoo was. Dik
tus zegt ge. Eu Willem
Ik weet niet goed zei Trees. Hij zal nog
wel op zijne kamer zijn.
Dat verwondert mij niet, zegde hij weder,
wij zullen daar later over spreken. Breng mij
het ontbijt, en voor mijnbeer ook, indien hij
aanvaarden wil wat men hem in een boeren
huis kan voorzetten Wat verschaft mij dan
zoo vroeg de eer van uw bezoek vroeg hij den
vreemdeling. Wel zijn mijn oogen niet al te
goed doch ik geloof niet de eer te hebben u
te kennen....»
Niet riep deze, een kopje koffie aanne
mend, hem door Trees aangeboden. En toch
kent mij alleman. Hebt gij het dan vergeten
Verleden jaar hebben wij elkander gezien
ginds in de gouw, als die groote hofsteé ver
kocht werd. Ik ben de heer Onderberger, de
agent...
Zoo, zoo, agentzei de boer koeltjes. En
mijnheer ffi et Onderberger Dan is de heer
wel dezelfde, die indertijd het groot bosch bij
't Stingel gekocht en doen uitroeien heeft
Waarlijk riep de agent vergenoegd. Ik
wist wel dat gij mij kennen moest. Ik heb de
hoornen doen vellen en het hout doen af hou
wen. Daar heb ik goede zaken meegemaakt,
het heeft mij vier maal zooveel opgebracht als
het mij gekost had.
Ja, als het alzoo is, dan ken ik u zeer
goed zei de boer terwijl hij de muts van het
een oor naar het ander schoof. Maar dan moet
ik u eerst vragen wat gij bij mij wilt ik toch
heb geene bosscheu te verkoopen.
Wie weet, wie weet 1 lachte Onderberger.
Gij hebt misschien iets anders... Hoe staat
het, Lindhamerboer Ik ken iemand, die
geeme uwe hofsteé koopen zou hoeveel vraagt
gij er voor
De oude boer werd bij deze woorden driftig.
Hij wou opspringen en met grove woorden
antwoordden doch hij onderdrukte doze op-
bruisching.
En 't is daarom dat mijnheer zoo vroeg
naar hier gekomen is, zegde hij met een spot
lachje. Keer terug vanwaar gij gekomen zijt
de Lindhamerhoef is niet te koopen.
Wordt voortgezet).