DE LINDHAMERHOEVE
11de Jaar.
Liberale Bctooging le Mechelen
"Wijkclub der Zoutstraatpoort
Een zeer gewichtig feit.
Ons Gouvernement.
Goed geoordeeld.
LIBERAAL WEEKBLAD VOOR
Abonnementsprijs J „uiten j voorop betaalbaar
TRIJS TER NUMMER 10 CENTIEMEN.
Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore
van het blad, 32, Vrijheidstraat, 32 AALST.
Nee spe nee metu
HET ARRONDISSEMENT AALST
Gewone, 15 centiemen
Prijs der Annoncen j Eeklamen 76 centlemen
per drukregel.
Vonnissen op de derde bladzijdefrank.
Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt
Handschriften worden niet terug gezonden.
AALST, 16 MEI.
Al wie kan en vrijzinnig is moet Zondag
17 Mei naar Mechelen waar eene groote
betooging zal plaats grijpen.
Aalst moet er talrijk vertegenwoordigd
zijn om hulde te brengen aan de Mechel-
sche liberalen, die tweemaal het klerika-
lismus verpletterden.
Naar Mechelen Naar Mechelen.
Het Zonneken.
De liberalen onzer stad, die niet naar
Mechelen gaan zallen het zich ten plicht
rekenen Zondag namiddag de inhuldiging
van het Vaandel van den Wijkclub der
Zoutstraatpoort bij te wonen.
Het is de eerste liberale wijkclub welke
ingericht is en het feest der inhuldiging
van het Vaandel moet grootsch zijn.
Liberalen van Aalst naar Mechelen of
naar de Zoutstraatpoort I!
De tijd, waarin wij leven, is getuige
van een feit, waarop nauwelijks gelet
wordt en dat nochtans een overgroot be
lang heeft. Men mag zelfs zeggen, dat
het belang ervan dit der oorlogen, dei-
om wontelingen, der politieke en maat
schappelijke hervormingen overtreft.
Wij bedoelen de voortdurende vermin
dering van den interest, dien de kapita
len opleveren.
Voor het optreden der democratie en
de bevestiging van den openbaren vrede
kan geen enkel maatschappelijk ver
schijnsel zulken machtigen invloed oefe
nen, als de trapsgewijze vermindering
van den huurprijs der kapitalen. Zij
beteekent de langzaam toenemende ver
zwakking der macht van het kapitaal
en de toekomstige oppermacht van den
arbeid.
Een boerenverhaal
DOOR KAPITEIN VAN ACKER.
Tegenwoordig is de gemiddelde inte
rest van drie tot drie en half ten hon
derd. Indien de zaken blijven gaan als
nu, zal hij binnen vijftig jaar maar twee
en binnen eene eeuw maar één meer
zijn. Dan zal men een kapitaal van een
millioen moeten bezitten, om een inko
men van 10,000 fr. te hebben
Het is zeer te betreuren, dat sommi
gen verblinde hardloopers dit feit wei
geren te erkennen, welk nochtans in het
oog vallend is. Zij gelooven, dat het
volstrekt noodzakelijk is, alles het on
derst boven te keeren, om de ontvoog
ding der arbeiders te verzekeren. Die
ontvoogding geschiedt langzamerhand
onder onze oogeu en de tegenwoordige
inrichting der Maatschappij, verre van
ze hinderlijk te zijn, verzekert er de
verwezelijking van.
Laten wij de vrijheid handelen, laten
wij de economische wetten hunne wer
king onbelemmerd uitoefenen dan zal,
op vreedzame wijze, de verzoening tus-
schen de klassen der samenleving plaats
grijpen en de werklieden zullen van lie
verlede tot den rang van deftige, ge
leerde, ordelievende burgers verheven
worden.
Het is slechts sinds een twintigtal ja
ren, dat de overvloed der kapitalen
zich laat gevoelen. Welnu, de verbete
ring, die de toestand der werkende klas
sen sedert dien ondergaan heeft, is tref
fend.
De hervorming begint slechts wij
mogen dus met volle vertrouwen nieu
we vorderingen, nieuwe verbeteringen
verwachten.
Die verbeteringen zullen zich eerder
voordoen dan men wel denkt.
Het is onze plicht, dit aan de werklie
den te doen begrijpen, en hen de dwaas
heid te doen inzien van degene, die de
omverwerping der maatschappelijke
orde als het eenige redmiddel aanprij
zen.
Een doorluchtige Staatsgeleerde, de ken
merken opzoekende welke een goed Gouverne
ment moet aanbieden, bracht ze tot drij hoe
danigheden Een Gouvernement, zegde hij,
moet ouwankelbaar, recht en vruchtbaar we
zen.
Laat ons dien toetssteen op de groote politie-
cers toe passen waarmede het algemeen
stemrecht der dorpen ons begiftigd heeft.
Met M. Beernaert hebben wij een ministerie
gehad dat vrijhandelaar was om met M. de
Burlet beschermend te worden.
Onze minister vaD financiën is anti-alkoho-
list, maar om de stemmen der dorpskiezers
niet te verliezen, maakt hij wetten welke de
Academie van medecijneu veroordeelt en
waarvan het onvermijdelijk gevolg inoet we
zen van het maken en het verbruiken van den
alcohol aan te moedigen.
In militaire zakeD, zijn onze bestuurders
beurtelings voor den persoonlijken dienst met
de heeren Yisart en de Hauleülle, met de ge
neraals Pontus en Brassine, of voor bet vrijwil-
ligersschap met de heeren Coremaus en Woeste.
Eu in afwachting dat deze heeren overeenko
men, staat liet ministerie daar met de armen
gekruisd, laat het nationaal gevaar aan
groeien, omdat met dit te willen afweren, het
zich aan het kiesgevaar zou blootstellen.
In huishoudkundige zaken, bestrijden onze
ministers het socialism, maar doen wetten
stemmen die koren op den socialen molen zul
len brengen.
In politieke zaken, zijn onze katholieke
Staatsmannen de eenen tegen, de andere voor
uitbreiding van stemrecht geweest en M.
Schollaert die bijgedragen heeftom M. Beer
naert, op de kwestie der evenredige vertegen
woordiging omver te werpen, heeft niet geaar
zeld die evenredige vertegenwoordiging op
onze gemeenteverkiezingen toe te p issen.
Men ziet het, onze bestuurders verwezent-
lijken het ideaal der oprechtheid, dei stand
vastigheid en der rechtschapenheid.
Indien M. Eeman in de waarheid
wil blijven zal 't portret niet vleiend
zijn.
Wat ook de partij zij waartoe onze
jongelieden behooren, zij onderscheiden
zich door eene volkomeue nietigheid.
Het is geene leering die hnnne politieke
overtuiging bepaalt, maar wel de vader
lijke overlevering.
De jongelieden denken niet meerwer
ken niet en lezen niet meer. Zij stellen
geen het, minste belang in de tegenwoor
dige gedachtenbeweging.
De geestdrift is weg, juist alsof er
geen enkele rechtveerdige zaak meer te
verdedigen viel, alsof de wetenschap
geen enkel veld te veroveren had, als
of voortaan alle edelmoedigheid vreemd
zal moeten blijven aan de menschelijka
daden.
Nooit toonde de jeugd zich zwakker,
onverschilliger, oppervlakkiger op ver
standelijk gebied.
Het is uit oorzaak van het betreu
renswaardig verstandelijk verval, waar
van wij getuigen zijn, dat dagbladen als
1' Independant, de midden klasse vleien
en aldus tegen haar samenzweren, vee
leer dan haar de steunen.
Het zijn nochtans de gedachten niet
van een kaneelmarchand die de juiste
uitdrukkingen zijn der hedendaagsche
princiepen en het is gevaarlijk alles te
verkiezen wat hoofdzakelijk praktisch
is, op den oogenblik dat hot socialisme
stormerderhand onze instellingen aan
valt en een leger in slagorde stelt van
oorlogsraardige vurige troepen die niets
beter vragen dan zich te onderivijzen.
Lang reeds wenschten wij dezen al
armkreet te slaken.
i Wij ontmoetten maar al te veel jon
gelieden die trots het voorbeeld van va
derlijke werkzaamheid zich voor te be
reiden om te genieten in de werkeloos
heid pn in 't plezier, der fortuin die ze
zekeren dag zullen erven.
Waarom studeer en en sociale werken
stichten
Ontslaan het goud en de adeltitels u
van alle verstandelijke verplichting
Eea abonnement op een koersblad
staat veel beter dan de lezing van hoog
verstandelijke strekking.
n Wij keeren terug tot de tijden der
oudheid, wanneer de slaven alleen zich
bezighielden met geestenwerk.
n En weldra zullen onze ijdele, opge-
blazeu huwbare jongelieden spotten met
nen die werken over staathuishoudkun
de en kunst verkiezen boven het rijden
per velo en 't nemen van inlichtingen
over den winner van den grooten prijs
van Tarijs.
Alwie geen zouteloos oomplimenten
(18* Vebvolg).
Zij bemerkte niet, dat in den donkeren hoek
aan den voet van den trap, waar hare kamer
lag, iemand stond, die zich tegen den muur
drukte, als om iets af te spieden. Nauwelijks
was zij den trap opgegaan, als de man te
voorschijn kwam en zich zoo plaatste dat zij
niet terug kon.
«Wie is daar vroeg zij verschrikt. Gij 1
Diktus 1
Stil Zoo luid niet 1 antwoordde Diktus
met gesmoorde stem... Luister, ik moet u al
leen spreken.
«Wat wij tot elkander te zeggen hebben
mag de gansche wereld hooren riep Trees
overluid wat wilt gij van mij Als gij mij
wilt wegjagen, doe het maar ia tegenwoordig
heid van al de knechten.
Spreek toch stil, fluisterde Diktus. Ik
denk er niet aan u weg te zenden ik zou eer
willen dat gij hier recht gelukkig waart. Als
ik anders spreek, is het voor de rust m huis.
Maar indien gij wijs wilt zijn, zal ik wel maken
dat mijns vrouw niets meer tegen u hebbe.
Zoo 1 8 stamelde Treze welke bijna van
schaamte en gramschap niet meer spreken kon
Diktus voelde zich hierdoor aangemoedigc
en ging voort
Zeker Gij zoudt mijne vrouw wat moe
ten i nvolgen en zoo wat toegeven en dan kon
den wij.
Heb ik u wel verstaan riep Trees in
gramschap uitbeistend. Is het u niet genoeg
mij uit den huizo te jagen ?Moet gij mij nog
schande aandoen.
Gij wilt dus uwen eigen zin volgen vroeg
Diktus.
«Laat mij door, zegde Trees, of ik toon u
metterdaad wat gij met woorden niet gelooven
wilt.
En dit zeggende stoutte zij hem met zulk ge
weld van zich af, dat hij zou gevallen zijn, in
dien Sep, die onbemerkt in liuis gekomen was,
hem niet tegengehouden had. Terwijl was Tree3
in hare kamer gevlucht en had den grendel
voor hare deur geschoven.
Ik moet het zeggen, sprak Sep met eenen
groven spotlach, het is toch zeldzaam dat ik
altijd ten gepaste tijde kom
Dat zal ze mij betalen gromde Diktus.
Daar ben ik bijzei Sep. Ik heb u reeds ge
zegd, dat Treze mij eea doorn in het oog is.
En als gij haar iets kunt aandoen, ben ik u
behulpzaam, gelijk ik u altijd in alles gehol
pen heb. Er is misschien eene goede gelegen
heid daarvoor Iu Rozenheim heb ik verno
men dat dezelfde spelspelers weer daar zijn
ge weet wel die... Misschien is daar iets te
doen...
Luister Sep, antwoordde Diktus, tracht
iets uit te vinden, dat zij Willem vergeeteq
kunt gij maken dat zij tot mij komt en mij bid
den moet... dan kunt gij van mij krijgen wat
gij wilt...
«Ja, beloven kunt gij goed, antwoordde Sep.
Beloven kost niets maar beloften houden,
dat gaat wat taaier. Doch ik zal zien wat ik
kan. Maar daarvoor kwam ik niet bij u. Schiet
iu 't zak, ik heb geld noodig n
Weeral geld 1 morde Diktus. Gij hebt
nooit genoeg... Ik kan u heden biet helpen. De
boerin is naar bet kinderfeest, en zij heeft den
sleutel van de kas meê.
Zoo, zoo 1 zei de andere, die deed alsof hij
te huis ware, uit de kas de jeneverflesch nam
en zich een borrel inschonk. Daarmee ben ik
niet geholpen, gij moet maar zien dat gij geldt
vindt of voegde hij er met eenen zijblik bij,
terwijl hij het glas aan den mond zette of
ik zal bij de boerin moeten gaan, om te zien of
zij er mij geen geven kan. n
Watriep Diktus met de vuist op de ta
fel slaaude. Gij zijt overal de eerste gij trekt
mij meê en daarna dreigt gij mij te verraden
Het is uwe schuld alleen, dat het met mij zoo
ver gekomen is. Gij zij het die voor mij groote
sommen deedt spelen en dan de Joden in mijn
huis hebt gebracht, die mij hebbeu opgeëten
met hunne wissels. Gij zegdet en gij beroemdet
er u op, dat gij de lindebron zoo vatten zoudt
dat zij nooit meer droog zou worden, en eerst
na uw delven en graven is zij geheel wegge
bleven wij nebben nu geen waier meer en
daarmee heeft de Lindhaniorboef de helft van
hare waarde verloren 1
Hel en duivel I antwoordde de bronruimer,
zal alios milne schuld zijn Ik zal u tot het
spel verlokt hebben alsot gij niet reeds ge
speeld hadt gelijk een landknecht als wjj na
der met elkander kennis kregen. En had ik de
Joden in uw huis niet gebracht, waar zoudt
gij het geld gehaald hebben dat gij noodig
hadt om voort te doen 1 en wat de bron betreft,
ik heb gezegd dat ik alles goed zou maken
maar daarvoor is geld noodig, en...n
Ja, geld en altijd geld, zei Diktus spijtig.
Ik wil echter met u geen woorden hebben| met
een paar dagen is het toch gedaan. De Jood
heeft mij een oostenrijksch lot verkocht, mor
gen is het trekking, misschien valt mij bet
hooge lot, dan ben ik in eens geholpen.
Zoo 1 Gij hebt eau lot laat eens zien
vroeg Sep.
De Jood houdt het in bewaring, zei Diktus
verlegen. Ik moest het hem geven tot pand
voor den laatsten wissel.
Ha Dan is het lot in goede handen. Ver
geet intussohen niet de klachten af te weren,
die tegen u zijn ingediend, anders wordt uw
huis nog boven uwen kop verkooht.
Wat is daaraan gelegen Wij hebben nog
acbt dagen tijd, dan heb ik misschien een lot
gewonnen, of we zullen trachten elders geld te
visschen.
«Dat heet ik spreken, zegde Sep. Kom, in de
afspanning zijn ossenkoopmans met zware gor
dels vol oucaten Wat denkt gij
Dat is onze zaak...
Beide sloegen deu weg in naar de afspanning,
Wordt voortgezet),