Een goei historie. Correspondencie. Kip-Kap. Onze Froebelsehool. Lijster-ballade. We lezen in Le XX9 Siècle hot Bru=selsch orgaan van M. Woeste Een goei historie van den laalsten Carlistenoorlog, verteld door Maizeroy Zekeren nacht voor de loopgraven van Bilbao stonden twee soldaten op schildwacht en sloe gen elkander gade. De eene droeg het uniform van het landsleger, de andere het witte kapje der Carlisten. Wanneer de laatste ronde voorbij was, riep de eerste tot den Carlist. Hela 1 kameraad van welke streek zijt ge? Van 't Gebergte, hier dicht bij en gij Ik ben van een dorp in Arragon. Maar zeg mij wien dient ge dan De Koning, don Carlos en gij De Republiek. De Republiek Wie mag dat zijn, kame raad Dat weet ik niet al te best, maar ik denk, dat het eene Dieuwe koningin is, die te Madrid woont. Eu de carlist riep uit Waarom trouwt don Carlos er niet mede, men zou niet in oorlog zijn. Het katholiek blad maakt daarover de vol gende opmerking Hoevelen onzer socialis tische werklieden, die de republiek vragen we ten er niet meer van, dan de brave landssol- daat van Arragon. Hot katholiek blad bekent dus, dat het volksonderwijs in ons land zeer verwaarloosd is en de onwetendheid het meest te vinden is iu de katholiekste landen, zooals in Spanje. Indien het Onderwijs verplicht ware zouden ergeene Belgen zijn, zelfs al waren ze soci ilist die geeD onderscheid zouden weten tusschen koningdom en republiek. Overigens ware het antwoord uitgegaan van een beschaafd mensch, het hadde voor zeer pittig mogen gelden. De koningen zien dik wijls zoo nauw niet op een huwelijk dan dat zij de Republiek geen eeuwige trouw zouden zweren. Jaarlijks zien we vorsten vin gods dienst en vaderland veranderen zoo gemakke lijk als de landlangers van M. Woeste van kazak. Napoleon I liet op de vijffrankstukken zijne beeltenis slaan, waarop men leest, langs de eene zijde Napoleon Iempereur, langs de andere Republiqite Fran$aise. Ware don Carlos zoover kunnen geraken koning te zijn van de Spaansche Republiek, hij hadde met graagte aanvaard 't was hem slechts daarom te doen. Naris vaut bien wne messe. 't Is inderdaad een goei historie Drukpersprocessen. 1* M. L. De Nayer eischte van Het Land van Aalst 20000 fr. schadeloosstelling wegens een artikel waarin hij, Louis De Nayer zich schandelijk misnoemd waande, Menheer De Nayer verliest zijn proces en krijgt geen roode duit. 2" M. V. de Putte Clement, uitgever van Denderbode daazde ook Het Land van Aalst TOor de rechtbank, voor zekere commentarien door M. Daens gevoegd onder een artikeltje gekomen uit de drukkerij van M. Vaudeputte en waarin er spraak was van de bisschoppe lijke nota. De rechtbank heeft de dating onre gelmatig geoordeeld in beuren vorm, zonder in de zaak zelve uitspraak te doen. 3" M. Caudron van Moorsel tegen Hender- bode die den dokter een parochievrijer had geheeten. M. Van de Putte wint zijn proces en kraait daarover victorie, in zijn blad van zondag 29 november. We begrijpen eenigzins de vreugde van M. V. d, Putte. Die wint, die lacht. We gelooven nochtans dat M. d. Putte groen lacht. Wij heb ben van bet vonnis hooren spreken waarin Denderbode erg toegetakeld wordt. Dit vonnis is een tegenhanger van het vonnis van Brussel in de zaak van la Justice Sociale waarop Denderbode'geen roem draagt. Hij zal zich ook wel wachten hei vonnis af te kondigen. Dat is recht spijtig, het was eene sohoone gelegenheid om aan dc lezers te mel den wat de rechtbank van Dendermonde denkt over het groot orgaan van M. Woeste. Men weet dat het Aalstevsch gemeentebe stuur er iu uirmunt om kiezerslijsten op te maken, Denderbode zegt alle digen dat zijne vrienden er zoo ervaren in zijn en dat de libe ralen er niets van kennen Onlangs heeft het Comiteit van den Propa- gandaclub de kiezerslijsten van dit jaar nage zien en gevonden dat er vel' liberale stemmen waren afgelaten en vele katholieke stemmen zonder recht opgebracht, 't verschil is van 107 stemmen door onze Jvriendeii aangewonnen. Als men nadenkt dat het op de laatste ge- meentekiezing maar 38 stemmen scheelde. Als het gemeentebestuur alles weet en alles, kan, hoe komt het dat er ten zijnen voordeele een verschil van 107 stemmen bestond Men kan gemakkelijk raden met welk ver maak het Scliepencollegie do gegronde rekla- meo der liberalen heeft aangenomen. He Denderbode zal weer al zeggen dat de liberalen ezels zijn zooals hij vroeger beweerde dat op politiek gebied de bisschoppen verre onder zero staan Denderbode en zijne vrienden hebben al het verstand alleen. Zondagwerk. Zondag 29 November vierde de Wederlcomst heur Cecilia. De secretaris kon aan het banke geen deel nemen omdat hij moest gaan werken bij nen geus. neeD, bij de jesuieten. De zondag is de dag des Heeren, zeggen de klerikalen, dan mag niemand arbeiden, op straf van doodzonde maar als 't voor hunnen winkel is, bola kadée nan is zondagwerk eene deugd. Wat komedianten. Menheer Claus gemee- teraadslid van Schaar beek begon aldus zijue redevoering op het stadhuis In den noom der leden van rle bees ten S'icbieteit waarvan ik lid ben vroog tk dat het plochgeltj op de frooi'met zou ver in enderd werren.... Aan zwakke personen is het gebruik der Ijzerhoudende Pil van doktor Raphaël ten zeerste aanbevolen. Het is, schijnt het, een wonderbaar geneesmiddel tegen bloedar moede, zwakheid, uitputting, hartkloppingen enz. enz. Aalst 9 December 1896. Heer Uitgever Eeu laatste woerd. Ik houd er aan, in deze omstandigheid, uw medewerker te zijn en dit alleen om de waar heid te verdedigen in andere gevalleu houd ik er geenszins aan, daarin niet overeenkomen de met uwe redactie die mij, in strijd met de waarheid, wilde doen doorgaan als hoofdop steller, in sept. 1891, van't blad door u uit gegeven. Ik constateer nog eens dat gij mijne uitda ging niet durft aannemen, n. 1. al de artikels aan te duiden welke ik sinds 1 jan. 90, ter inlassching zou hebben ingezonden. Op uwe zinspelingen verneder ik mij niet te antwoorden uwe beledigingen raken mij ui t niet aan u, aan mijn geweten wél, ben ik reken- Bchap schuldig. Ten slotte ik bevestig 1° dat. het-artikel over magarine u gebracht werd niet door mij, zooals uw red icti 't an dermaal bevestigt, maar wel doorMrN.S., eeu uwei vrienden 2° dat die heer wist dat dit artikel eene reclaam was 3* dat hij voor mij de 50 nummers u ge vraagd heeft, omdat al de leden een 40 tal der Ver. van Ned. BoterfabriekaDten een nummer moesten hebben van al de belgische bladen, waariu er strijd gevoerd werd tegen de rechten op de kunstboter. Iudienik de overige bladen niet noem die, tegen betaling, de woordvoerders zijn gewei st van hoogergenoerade Ned. Ver., is tiet omdat niet alle uitgevers zooals gij willen bek- nd staan als hebbende, voor fr. 2.50, hunne ko lommen open ter verdediging van individieëlo belangen. Oprechte groeten, J. R. DE SCHAEPDRYVER. Al de plechtigheden bij den doop in zwang zijn als de apostelijke traditiën van hand tot hand overgeleverd en getuigen van den alou- den oorsprong dezer Maatshappij, immers de potsierlijke ceremoniën, welke zoo regelmatig met het doopen gepaaid ga n zijn enkel de ontaarde nabootsingen van hetgeue eeuwenen eeuwen geleden, iu den bloeitijd van bet rid derschap bestond. Reeds vr >eg ontstonden in ons land de ge meenten, waarheen de slaven en lijfeigenen vluchtten om hunne vrijheid te bekomen, im mers al wie een jaar en eeu dag in eene stad verbleef werd daardoor vrijman en had volle burgerrecht. De steden hadden zich dikwijls tegen de roofzuchtige kasteelheeren, plunderende ben den eu moordlustige vjianden te verdedigen en vormden weldra gemeentemilicies, die zich oefenden in den wapenhandel. Elke afdeeling bestond uit burgers, die den zelfden stiel uit oefenden en de zelfde wapens hanteerden. Die wapens waren steeds in overeenstemming met het ambacht. De beenhouwers hadden bijlen de wevers knodsen enz. Wanneer nu later de steden machtig en groot werden eu ook edellieden rn rijken zich binnen de stadsmuren kwamen vestigen, In een luiden schaterlach Schoot de drinkster die naarboven Gluurde waar de wolken schoven, Die zij dreigend dalen zag Moest de hemel nu beneên Tuimlen, 't maakt mij niet verlegen 'k Hield hem met mijn pootjes tegen, 'k Droeg hem op miju lijfje alleen. Doch daar rolt een wingerdblad Voor haar oog in zacht gewemel 't Vooglijn denkt dat het den hemel Op zijn buik geladen had. Sluimerend dan in zaalgen roes, Droomde zij van purpervruchten, Van des drinkers zielsgenuchten, Wanend iedre bes een kroes. Ziende na dien tooverdroom Als de zonnegloed haar wekte, Dat geen hemel haar bedekte, Maar slechts 't bladje van een boom Nam de lijster 't vroom besluit Nimmer overdaad te plegen, Zich te laven aan Gods regen En djt zong zjj overluid, Een klepper. Verleden week besprak M. Anne de kiesrekla- men door hem ingedieud, voor het gemeente bestuur ODzer stad. Tusschen de personen wier afschrabbing door de liberalen gevraagd wordt, komt M. Brassiue bevelhebber der Pupillenschool voor. M. Bethune kon niet begrijpen hoe wij, li- baralen tegen zoo een hooggeplaatst ambte naar als M. Brassine dierven reklameeren, zijns dnnkens, moest men uit eerbied M. Bras sine op de kiezerslijsten hebben gelaten. M. Anne toonde aan dat M. Brassiue slechts den 4 oogst 1895 op het bevolkingsregister van Aalst is geschreven dat hij dus niet lang ge noeg de stad bewoont en niet meer recht heeft om op de kiezerslijst te staan, dan de eenvou digste twijnder die zich 't in zelfde geval zou bevinden en nochtans werd hij behouden. Meestal de reklamen der liberalen zijn als gegrond aanvaard en ze zijn talrijk. Ge ziet deed M. Bethune opmerken, dat we breed zijn. Heu 1 breed, morgen brengens, omdat er niets aan te rêtêtetten viel niet waar. Wat breede kleppers he Meester Raymond trad af als Opsteller van Dendergalm, na de zaak Van deD Bosaerde. Hij vernedert zich niet meer, zegt hij dit zou hem ook zeer moeilijk zijn. .Hij bracht ons het art. van 17 Maart 1895 niet persoonlijk, zegt hij dat verandert nieis aan d feiten. Hij zegt M. N. S. die hut art. bracht wist dat het eene reclaam was. Als dit waar is heeft M. N. S. verwaarloosd ons dit te zeggen. Hij heeft 50 nummers gehad en die als me dewerker slecnts 2,50 fr. betaald. Voor bet artikel beeft hij geen duit gegeven, ware het eene reklaam geweest, hij hadde er 75 franken moeten voor betalen. Meester Raymond, advokaut, zou dan last hebber zijn geweest eener handelsvereeniging van boter marchands. Meeter Raymond zou dan misbruik hebben gemaakt van de kolommen van ons blad ten ba te van iudividueele belangen. Meester Raymond, is de laatste Aalstenaar, die de vermetelheid zou mogen hebben beledi gende brieven te zenden aan onzen uitgever maar de kerel heeft toepet. Onze uitgever is niet uit te konpen, noch voor 2,50 fr. noch voor 200 fr. noch voor 5000 fr. Meester Raymond mag zich gelukkig achten als hij hetzelfde kan zeggen. Wij hebben Meester Raymond voorgesteld als de tijpe van den politieken windhaan en die blijft hij. Wij hebben ons reeds te lang met zijn per soon bezig gehouden, we dagen hem echter uit eens aan onze lezers te vertellen in welke finan- cieele en politieke omstandigheden hij ophield uitgever en opsteller van Dendergalm te zijn. De Redactie. Mijnheer Raymond De Schaepdryver be schuldigt mij, de kolommen van mijn blad voor 2,50 fr. open te hebben ter verdediging van itrdividueele belangen, waarvan hij de vertegenwoordiger is. Ik behoud mij het reebt voor hem over die beschuldiging rekenschap te vragen. Doch ik verklaar, dat advokaat De Schaepdryver de waarheid te kort doet. De Uitgever R VAN BRANTEGHEM. M. Daneels Gent Onmogelijk, Mijnheer. Wij kunnen uwen brief niet inlasschen Hij betreft persoonlijkheden en de onveranderlijke regel van ons blad is zich niette mengen in fei ten van het privatt leven, zelfs wanneer het onze fanatiekste tegenstrevers geldt. Zekere kliekbladen zouden niet nalaten eene daad als die welke gij ons vertelt tegen de liberalen uit te buiten, indien de gelegenheid er hen toe gegeven werd. We laten hun die specialiteit over e i hebben geenszins lust, huune procédés na te volgen. Het bloedgebrek het is te zeggen de armoede aan bloed die altijd met zwakheid, hartklop pingen, draaiingen, hoofdpijn, enz. gepaard is, wordt in weinige dagen genezen door de Pil van Dr Raphaël. fr. 1,75 in de goede apothe ken. H"t feest ten voordeele van onze Froebel sehool had verleden zondag een talrijk publiek naar den Stadsschouwburg gelokt. In de eerste plaats verdient de Sympbonie Door Eendracht Groot den dank van al de vrijzinni e vrienden. De wakkere Voorzitter Mijnheer Corneille Van Branteghera bestuurde ze f h-t orkest. De Symplioniekring mag op ons aller er -enteuis aanspraak maken, immer is hij beieid zijne medewerking te verleenen, als er een werk van liefdadigheid of propagan da ondersteund moet worden ook beeft de Sympnonie, de sympathie van al de liberalen van Aalst verworven, en M. Corneille Van Branteghem, die de ziel is van dien kring wordt door allen hooggeacht en bemind. Het eerste deel neeft het publiek in verruk king gebracht, de ijver, de juistheid, de ernst waarmed de leerlingen der Froebelsehool de fé rie Cendrillou, opvoerden was verbazend, kereltjes een voet hoog en meisjes lief om te steh n zongen, en dansten zoo perfekt, dat de aanwezig' n uitroepen van bewondering niet kouden onderruaken. De kleine acteurs en ac- tricen hebben eer gedaan aan hunne school, eer aan de juffrouwen die den kindertuin besturen. Ook de andere nummers hebben veel bijval verworven noemen wij tusschen destukken die het meest succès genu ten Air varié pour vio loncello door een lid der Sympbonie de lie deren gezongen door Mejufïer Helaudt, Mül- ler en Sabbe, de alleeuspraken en komische zangen. M. Van Poucke werd zeer toegejuicht in zij ne Variations sur l'Air Allemand. In een woord het feest is wel geslaagd, en niette genstaande sommige weerhaakjes, heeft ieder eene genoe lijken avond gesleten maar het spreekwoord zegt het is volstrekt onmogelijk God en alleman te vreden te stellen on het spreekwoord heeft geen ongelijk. De eene is wat moeilijker in zake van kunst dan de ande re, de volmaakthpi l is niet van deze wereld. Wemogen M. Ach Minnaert niet vergeten die ai de stukken op merkwaardige wijze heeft begeleid en veel tot de opluistering van het feest heeft bijgedragen. Kort, het feest heeft aan onze verwachting beantwoord, bet is schitterend geweest en wij danken al de artisten die er hunne medewer king aan verleend hebben. Het koninklijk Gilde van Sint Sebastiaan moosten dezen zich in een ambacht laten op schrijven of van de openbare zaken verstoken blijven. Maar het gebeurde dat die heeren welke natuurlijk geen bedrijf uitoefenden een afzonderlijk gilde vormde om toch ook tot da verdediging der gemeente bij te drageD, en de ze gilden kozen den boog tot wapen Het is ook licht te begrijpen, dat dezo gil den tot de rijkste behoorden even als later de rederijkkamers (kamers van Rethorika), dat de troepen die zij ingeval van oorlog leverden immer de best uitgeruste en prachtigste waren en dat de ffesten en prijskampen die zij ga ven in rijkdom alle denkbeeld overtroffen. De leden dier gilden waren het puik der in weelde levende burgerij, ze noemden zich zeiven De Ridders van den edelen handboog, ze aanschouwden zich als van adel en stelden zich vaak boven den wezenlijken adel, door hunne ridderlijke manieren en hunnen weel de rigen rijkdom, Het zal dan ook niemand verwonderen, dat niet de eerste de beste als lid van het gilde werd aanvaard, en dat de kandidaat boog schutter zooveel waarborgen van knapheid, deugden rijkdom moest opleveren als de edel- kDaap om tot ridder geslagen te worden. Ook werden de ceremoniën welke men bij het verheffen tot ridder van ten edelknaap aanwendde, door de gilden nagevolgd, en het zijn die ceremoniën welke in het gilde van Sint Seb.tstiaen tot ons zijn gekomen, maar in de potsierlijke vormen, die wij hebben be schreven. Als een jonker tot ridder werd geslagen, vergaderde den edeldom van 't omliggende. Voorafgaandelijk hadde jonker een proeftijd moeten doen, in den eenen of anderen oorlog, die in de middeleeuwen nooit ontbrak, had hij zich dapper gedragen, dit of dat heldenfeit be dreven enz. Op den dag der plechtigheid wordt den jon ker een wit kleed aangetrokken, twee gelei ders brengen hem voor de schare edelvrouwen, graven en hertogen, twee knapen dragen ach ter hem het zwaard en het schild. De jonker zweert tronw aan de H. Kerk, belooft de Trou wen en de weezen te verdedigen en blindelings de voorschritteu van het ridderschap te volgen. Dan naderde een der adelijkste heeren nam het zwaard en tikte er mede in den hals van den knielenden jonker, terwijl hij hem tot Rid der van dit.... of dat benoemde. Nu gordde men den nieuwen ridder de wapens aan en de plechtigheid was voltrokken. Dan was het feest, er werd gedronken en toernooi gehou den soms dagen aaneen. Hervindt ge in 't doopsel van Jaak Vlin ders de parodie niet van die ridderlijke cere monie het blindelings kampen door de geva ren, de kleedim de wapendragers, de onder vraging, den eed, liet feest dat erop volgt, de proeftijd en tot eenige jaren geleden den lap- naam bij het doopsel gegeven. Ook bij de boogschuttersgilden werd het be paald aannemen van een lid aan strenge voor- waardeu onderworpen, die lang in acht werden genomen. Baronnen, graven hertogen, ja ko ningen en keizers versmaadden de boogschut ters niet eu dongen dikwijlsnaar de eer, als lid van 't gilde opgenomen te worden. Het koninklijk gilde van Sint Sebastiaan van Aalst is een der oudste.wellicbt de oudste maat schappij in dien aard van geheel Belgie. Zij moet gesticht zijn voor 891 aangezien het bijna zeker is dat de leden deel namen aan den slag van Leuven waar de Noormannen door Arnold van Duitschland werden verslagen. In het zonnig wijngaardbosch Hield de lijsW haar gezangen Waar de bolle druiven hangen, Vleide en kustte tros bij tros. Na elk lied, na iedren zoen, Koos het dier een ander rankje, Laafde zich aan 't frissche drankje Zoo als puike lijsters doen. Hoeveel maal het vrool'jk lied Uit haar keeltjen bad geklonkeD, Hoeveel maal zij had gedronken, Wist op 't eind de zangster niet. Maar draaide 't al in 't rond, Voor haar oogen werd bet bijster, Want op eens viel de arme lijster Schandelijk neder op den grond.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1896 | | pagina 2