KROT. Misbruik. EEN RAKKER Nummer 33 Zondag 14 Augusti 1898. v LIBERAAL WEEKBLAD VOOR 40 duizend franken. Vlaamsche Kermis. Herziening der Kiezerslijsten. Twee Plagen. 13de Jaar. Abonnementsprijs 4 tr. voor de stad ï00r b,taa|baar 4 fr. 60 voor den buiten PRIJS PER NUMMER 10 CENTIEMEN. Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantoie van het blad, 82, Vrijheidstraat, 32 AALST. HET ARRONDISSEMENT AALST Gewone, 15 centiemen Prijs der Annoncen Reklamen 76 centiemen Vonnissen op de derde bladzijdefrank per drukregel. Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt Handschriften worden niet terng gezonden. Nee spe nee metu. AALST 13 AUGUSTI. Waar zijn ze naartoe Waar zijn ze verzwonden Waar kan men ze terug vinden Wie zal ons op hun spoor bren gen Waar zouden ze toch verborgen zijn Wie Wie Wat Wel de 40,000 franken van liet krot ver slag-. In het stadsverslag van 1895 komen voor ongeveer 40,000 franken dwalin gen voor De 19 dompers van den gemeenteraad, de groote congofinancier inbegrepen, weten op onze vragen niet te antwoor den Zijn het misgrepen of is het bedrog Antwoord eens collectie kleppers De champetters mochten kiezen tus- scben het sluiten van hunnen winkel en het aftreden als agenten der stad Aalst. Die maatregel werd genomen, omdat de agenten van hunnen invloed geen misbruik zouden maken ten voordeele van hunnen winkel. Maar de bedienden van het Landhuis en erger nog de bedienden van het arm bestuur houden herberg, magazijn en winkel. Bij hen is bet misbruik van invloed nochtans meer mogelijk dan bij de agenten. 't Is schande Maar 't is zooals het Vlaamsch spreekwoord zegtDe groote vi8schen eten de kleine. Het komiteit der Vlaamsche Kermis is gpsticht en reeds vele vrienden heb ben hunne medewerking aangezegd. Ge lijk in 1893 zal niemands overtuiging op eenigerwijze gekrenkt worden. We mogen van nu af verzekeren dat de Kermis iets puiks zal wezen en er ge noeglijke uurtjes zullen beleefd worden. De programma's zullen eerlang uitge deeld worden, want de Kermis heeft plaats den V en 2° Zondag van Septem ber. De voorloopige werkzaamheden voor het herzien der kiezerslijsten welke den 9 September aanstaande ter inzage van hot publiek moeten neergelegd wor den zijn begonnen. Aan 't werk mannen die belang hebt bij de herziening, die waarde hecht aan rechtvaardigheid en rechtzinnigheid. Van uwen ijver zal veel afhangen en we vertrouwen op u. Uwe taak is zeer moeilijk misschien, maar door samenwerking overwint men alle moeilijkheden. Neemt inlichtingen, laat u niet verschalken en bestudeert rijpelijk de onderrichtingen welke gij zult ontvangen. In onze stad is eene grondige herzie ning der lijsten broodnoodig en hoe juister de verschafte inlichtingen zijn hoe vollediger de herziening der kie zerslijsten zal wezen. In onze stad zoowel als in andere groote en kleine steden en zelfs op den buiten woeden twee plagen, waarvan de uitroeiing den toestand der werkende huisgezinnen veel verbeteren zou. Het vroegtijdig van school blijven en het niet-afgeven van het weekloon te huis Aan 't Werk. De ouders (er zijner helaas velen) houden hanne kinderen al vroeg van school, om ze op stiel te doen. Ter Folklorische dorptafereeltjes door Pol LINDEMA. Mag zonder toelating niet overgedrukt worden. (2* Vervolg). De kleine meisjes stoppen hunne blozende gezichtjes in hunne handen De jongens scha teren het uit en lachten dat de kerk davert. Uit mijne oogen tiert de pastor, uit mij ne oogen en zonder Nard den tijd te la ten zijne broek weer op te doen rijdt hij met den vlegel langs de sakristij de kerk uit Twee miniten daarna zit Nard op den kerk hofmuur, neemt eene fljfel uit den zak en be gint te fluiten. Hij is maar reizekens aan 't be gin van zijn stuk of eeu harde klomp aarde vliegt hem op het lijf. O gasten, dat doet hom plezier. Juist op mijn nagelbuik, (1) zegt Nar dos Eene poos kijkt hij met zijne zwarte, schemsrhe kijkers zoekend rond. 't Is deu dikken uit De Kroon die geworpen heeft, bestuit de vlegel. Ik heb het wel niet gezien maar 't is toch hij. Van in zijnen hof, over de haag heeft hij mij dien doef gegeven I Hij staat op en gaat zich wat verder recht over De Kroon op den muur zetten en speelt or weder lustig voort. Gustje komt buiten gesprongen, (1) navelbuik. school leerden de kinderen verstandig worden, ze ontwikkelden er hunnen jeest, ze werden er oppassend en deden ir kundigheden op welke hen later in iet werkelijk leven te pas zouden ko men. Op twaalfjarigen, ja, meestal op elfja rigen ouderdom blijft de leerling weg. Hij heeft zijn eerste communie gedaan, lij is nu gelijk vader en moeder zegt nen groote mensch geworden en wordt bij den eeuen of anderen baas op stiel gedaan. Twaalf jaren Het kind vergeet al ras al wat het geleerd heeft. Verder dient hij tot kindermeid, boodschaplooper, schoenenpoetser. Hij vaagt het werk huis schoon, raapt den afval bijeen, schilt pataten en krijgt oorvegen van de groote knechten als hij al hunne beve len niet volbrengt. Hij is het offer waar op ieder zijne gramschap uitwerkt of de speelbal der gezellen die hem voor den zot houden. Als de jongen (of het meisje) 15 jaren oud is heeft hij nog niets van deu stiel geleerd. Door de plagerijen is zijne in borst schier slecht geworden door het dienen tot kindermeid werd hij lui en vadsig rekenen, schrijven, ja, zelfs lezen zijn hem yreemd geworden. Hij heeft nog niets verdiend, soms aan de ouders nog geld gekost, jaren lang wint hij eenige centiemen ter week en zijn ambacht leert hij nooit goed, hij is en blijft een knoeier. Op 't Fabriek. De kinderen, welke door de ouders niet voorbestemd zijn om een stiel te leeren maar zoo spoedig mogelijk naar 't fabriek zullen trekken, gaan gewoon lijk niet of weinig ter school. De ouders dragen er geen zorg voor, laten hunne kinderen voortdurend op straat of in dien dezen naar school gaan mogen ze voor de minste onnoozelheid te huis blijven. Nauwelijks zijn ze twaalf jaren oud en geheel ongeletterd of ze worden uaar 't fabriek gestuurd en herschapen in werktuigen. Ze brengen wekelijks eeni ge centen naar huis en die komen in 't gezin goed van pas. Op d9 fabriek nemen zij de plaats in der groote lieden en zullen na vier jaren op hunne beurt plaats moeten maken voor andere kin deren, want aan groote menschen kan men geen kinderloon betalen. Er zijn huizen waar kinderen tot diep in de 13 centiemen daags verdienen aan een on gezond werk. Daaruit volgt, dat vele groote men schen werkeloos zijn, terwijl van een anderen kant talrijke kinderen op fa brieken en werkhuizen arbeiden ten koste van hunne gezondheid, ten kostö van hunne zedelijkheid. Het achter houden. Als de kinderen eerst op 't fabriek werken brengen ze hun karig weekloon binnen, omdat ze moeten en benauwd ziju van vader, die de pree noodig heeft en bet kroost afranselen zou als er een cent aan 't loon ontbrak. Maar de kleine heeft slechts op straat geloopen of meer haagjes gekapt dan naar school gegaan, hij heeft enkel slechte voorbeelden voor oogen gehad en vader en moeder en den onderwijzer bedrogen, zijD karakter is misvormd, zijne zedelijkheid nul. Wat hij als straatlooper deed zal hij als kleine werkman ook doen. Hij zoekt isten en lagen om van zijn loon iets ta runnen achterhouden en op zij te sfce- jen om ermee te zwieren .Vraagt aan da werklieden welke middeltjes er zooal worden in 't werk gesteld en ge zult mooie dingen vernemen. Op Logies. Doch het ergste moet nog volgen. Als de jonge werkman 15 of 16 jaren oud is verkeert hij. Hij heeft zijn lief. Hij heeft meer geld noodig en dat zal hij weer afpeuteren van zijn loon ten nadeela van ouders en kleinere broertjes en zus tertjes. Daarover ontstaat er gekijt en getwist, er wordt gevloekt en geslagen. De snotneus, die meent al eeu groot mensch te zijn wordt het te huis moe en verlaat ziju gezin om op logist te gaan. Eene fljfel bezitten dat was Gustjes droom van alle nacbten. En Nard bezat er eene, hij speelde erop. Ik ga eens lonken zei bet knaapje en ging bij den muur staan. Dag, schelen 1 zei Nard. Gustje was eenoogig. Terwijl de schooljon gens speelden onder de linden, wierp de booze Gust Pijpensteel, hem met een steen, en weg was het schoon, vriendelijk oog. Daarom hiet de loeder hem schelen. Gij zijt iets vergeten zegt hij tot het jongsken. Watte, he Gij hebt uw een oog niet meegebracht, spot Nard. Mag ik eens spelen Ja kom op. Ik kan niet. Wacht ik zal er afkomen, trek, eens iets of wat Gustje trok Nard liet zich vallen, maar wierp in zijn val het onnoozel schaap met het hoofd op de kasseisteenen Nard gaf Gustje nog eene muilpeer en vluchtte dan weg. Droef schreide de kleine. Wat is 'ter vroeg de bazin van in het deurgat. Hij kwam mij van den muur trekken, riep Nard uit de verte en ik ben op hem geval len 1.... En zijne hielen vagend aan de bedreigingen van de bazin uit De Kroon, trok hij heen. 3. Nards lessen. Des anderen daags in den namiddag trok Nard met stok in de hand gansch alleen door den lindendreef. De knaapjes waren ginder verre in de Elsenbosschen aan 't stoeien en ra votten en tot verover 't dorpje klonk bijwijlen hun hartelijk gejuich. Slechts drie jongetjes speelden stil en blijde daar aan de holen, op den kant van den dreef. Als ze Nard zagen scharrelden zij in haast hunne marbels bijeen en wilden weg, maar de rakker riep dreigend met zijn stok als ge gaat loupen smijt ik u den kop af. Zet u daar op de holen beveelt Nard!.... De knaapjes zetten zich. Wij gaan school houden alia zit stil ge moet niet veel doen. Zegt altijd als ik u iets zeg Ik ook. Hebdet verstaan Ik ging naar de markt De knaapjes zegden gelijk Ik ook Ik kocht eene koe. Ik ook. Ik gaf ze veel eten. Ik ook. Zij gaf melk. Ik ook Ah gij geeft melk spot Nard Wat zijt ge dan, bellegeiten. Kent gij uwen cate chismus Geen der kinderen sprak een woord. Wacht wij zullen eens zien. Susken Wat is 't geloof V Eene deugd en Zwijgt, brulde Nard, gij en hebt uw les niet geleerd Luistert 't zal 't u zeggen. Wat is 't geloof Een vuile stoof Wat is de Hoop Ge weet niet Een pot siroop. Wat is de deugd 1 Iets da ge wel meugt. Wat is de Liefde Zeg eens Susken wie is er uw lief Niks, sprak de kleine 1 Waone- ken van den kuiper be, spotte Nard gie on- noozele teppea en ze vrijt ook met Rik, die daar neven u zit en Rik zegt tegen Wanne- ken dat gij ne schelen otter zijt, dat ge naar verleden week ziet in plaats van voor udat gij alle nachten in uw bed 't Is niet waar, tiert Susken. Rik zegt het en daarom is Wannekea kwaad op u Rik zegt ook dat gij Zondag in a broek iots hebt gedaan en dat gij stookt, stonktYsche, vuile doef 1 Susken is recht gesprongen en grijpt Riks ken bij het haar en de twee knaapjes vechten tot Riksken sohreiend henenloopt met ge scheurde vest en heel zijn gezicht door krabt Schimpend roept Nard zijn duim omhoog stekend en de hand op en neer wippend As da menneken 'n duimke ziet Dén za da manneke lachen Ik ben kwaad op u Susken, ge hebl ta nijg gekrabt 1 -- Hij moet dat van mij met zeggen. Zwijg Gij hebt ongelijk 1 Ge ziji ne loeder Pas op zelle 1 Susken zwijgt. Als go nu nog eens scheef ziet geef ik tt een wafel op uw toot Zingt eens te zamen Het liedje ran den koekoek. Als ge u mispreekt wordt ge g«- atratt' Wordt voortgentt.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1898 | | pagina 1