JAN KREKEL. Zondag 22 Juli 1900 Nummer 29 15de Jaar. Herziening der Kiezerslijsten. Bemint Elkander. Algemeen Stemrecht. Tot overweging. HET ARRONDISSEMENT AALST Gewone, 15 centiemen Reklamen 75 centiemen per drukregel Annoncen voorop betaalbaar Vonnissen op de derde bladzijde Men maakt melding van elk werk waarvan een exemplaar aan het blad gezonden wordt Handschriften worden niet terug gezonden. nee inetu. LIBERAAL WEEKBLAD VOOR 4 fr. voor de stad Abonnementsprijs J 4 fr 6Q ï0<Jr a<m buiten PROS PER NUMMER 10 CENTIEMEN. Men abonneert zich op alle postkantoren voor den buiten voor de stad, ten kantore van het blad, 32, Vrijheidstraat, 32 AALST. Nee spe AALST 21 JULI. De Liberalen die voor 1 Juli 1899 te Aalst zijn gevestigd en voor 1 Mei 1901 ten volle 25 of 30 jaren zullen bereikt hebben en op de kiezerslijsten niet staan, worden bericht dat zij zich mogen aan geven in den Graaf van Egmontlokaal der Liberale Associatie alle werkdagen van 12 1/2 tot 1 1/2 uren waar men het noodige zal doen om hunne inschrijving te bekomen. P. ANNE. Ik 8!ond bij het kiekenhok. De morgend was zoo zoel en frisch, alles ademde zooveel vrede dat ik in stille mijmering verzonk. Hoe rustig stonden daar de hennen bij elkan der, of krabbelden in de asch van het hok, of kakelden vroolijk tegen elkander, als hadden ze veel te vertellen, van al het schooue der na tuur. Och, daoht ik, waarom kunnen de menschen niet zoo wreedzaam leven, wat zoude samen leving aangenaam worden, hoe zou ellende en smart verdwijnen, hoe zou er genoegen en ge luk heerschen op aarde. Terwijl ik zoo nadacht was mijn kleine jon gen in den tuin gekomen en riep het hok na derend tik, tik, tik, tik. Guitachtig stak hij door de traliën een groot stuk korst, en plot- seliugs was 't volop revolutie in de zoo rusti ge hennenmaatschappij. Wild liepen de hen nen elkander na om de broodkoorst te bemach tigen, pikten elkander ten bloede en sloegen met de vleugelen in den onbezonnen strijd voor het betwiste stuk brood. The struggle for life is de oorzaak van den oorlog tusscben de dieren... en tusschen de menschen. Ja, tusschen de menschen de strijd voor het bestaan, dat is arbeiden, zwoegen en he laas 1 al te vaak ook bedriegen vervolgen, ver moorden. De hebzucht is de groote oorzaak van vele oorlogen geweest en h et verstand dat den meusch boven de dieren verheft hoeft die oor zaak tot broederoorlog tusschen de volkeren niet weggenomen. Integendeel Integendeel Ja, zeker Hebzucht heeft dikwijls de toorts des oorlogs ontstoken, maar de ontwikkeling der geesten, de verschillende richting in denkeu en gelooven, de hoogmoed, het fanatism, dat alles bij de dieren onbekend, heeft onder de menschen nieuwe oorzaken tot wreede en langdurige moorderijen doen ont staan. Maar strikt genomen kunnen die toch terug worden gebracht tot de algemeene oorzaak the struggle for life op maatschappelijk ge bied en op geestes gebied. De oorlog voor het goed, de oorlog voor vrij heid, land en taal, da oorlog voor God en gods dienst, de rassen en klassenoorlog, dat alles is weeral de strijd voor de korst, in letterlij ken of figuurlijken zin. En zonder noodzakelijkheid. Ter verontschuldiging van de dieren kan men aannemen hun gemis aan redeneering, hun volledig gebrek aan overweging en oor deel. Neem de korst weg en het zal weer rus tig worden in het hoenderhok. Maar de mensch heeft geene verschooning in te brengen. Het verstand dat hij gebruiken moest om de algemeene welstand te vermeer deren, om te kampen tegen de natuurlijke hinderpalen aan vooruitgang en beschaving, dat verstaud wordt aangewend om in de koe len bloede nuttelooze moorderijen voor te be- ïeiden. Altijd zonder noodzakelijkheid. Was de Cubaansche oorlog onvermijdelijk was de Trausvaalsche oorlog onvermijdelijk was de Filippijnsche oorlog onvermijdelijk Wat bewijst dat alles Dat niet de rede de we reld regeert, maar dat ondanks den vooruit gang van kunsten en wetenschappen nog en altijd de macht boven het recht gaat. Daarom is d3 studie der moordtuigen ook nog winstgevender dan de studie der bescha vingsmiddelen daarom wordt de uitvinder van nieuwe kanonnen, nieuw poeder, nieuwe kogels hooger geroemd en moer betaald, dan de uitvinder van nieuwe werktuigen daarom wordt de officieels moorden .ar hooger gepre zen dan de weldoener. Geweld gaat boven recht en rede. Zal de XXe eeuw dat zien veranderen Zal in den loop van het nieuwe jaarhonderd die schande van de menschheid worden wegge nomen? Het is wenscbelijk en het is moge lijk. De aanhangers van Rede en Vrede wor den van jaar tot jaar talrijkeren het is te hopen dat eerlang hun invloed grooter zal wezen, dan de macht dergenen die klassen- en volkenbaat prediken of legioenen menschen als ellendig vee ter slachtbank leiden. Al ons pogen moet strekken naar de zege praal der Rede en Let doen verdwijnen van geweldenarij en onrecht daarom Oorlog aan den oorlog. Vandoben. Zal bet komen Zeker het Algemeen Stemrecht zal er komen, eer zelfs dan men in 't klerikale kamp denkt. Want al ziju de klerikalen meerderheid in de Kamers ze moeten huigen voor den volkswil. De klerikalen moeten buigen. Ik heb er reeds op gewezen, hoe die overmachtige partij, op politiek gebied wetten heeft gestemd tegen haren wil De vroolijke door POL LINDEMA Mag zonder toelating niet overgedrukt worden 15" Vervolg. 6. SCHEIDING. Niet kort daarop, mijnheer, wel drie kwaart uur later... Het schijnt niet zoo. Om het even ook. Theodoor Daarling was iets dronken hij kan zich niet nedergezet of nedergelegd hebbenin alle geval gij hebt hem ingehaald, gij hebt ruzie gekregen, gij had de overhand, daar gij niet bedronken waart... Zeg ons recht uit wat is er tussschen u gebeurd Ik zei het reeds. Ik vond hem op mijne baan liggen men had hem overvallen in de duisternis. Wie Ik weet het niet. Er zijn bloedvlekken op uw hemd, bloed en dank slechte wetten, wel is waar, maar die toch bewijzen dat de klerikale reus geen bloed in 't lijf heeft en alleen regeert door dubbelzinnigheid envalsch- heid, dat slechts eene Rodin's ziel, zijn anders krachteloos lijf nog recht houdt. Maar 't Algemeen Stemrecht, vraagt ge- De klerikalen waren eenparig tegen het Algemeen Stemrecht. Eindelijk wa ren ze blij het te mogen toestaanna het verminkt te hebben erbarmelijker dan men eerst vermoeden kon. Daarin ligt de groote fout. Halve wetten zijn slechter dan geene wetten, omdat ze geen einde stellen aan de toestanden die ze verhelpen moesten, en kwesties welke ze oplossen moesten onopgelost laten. Het Algemeen Stem recht is aan het orde van den dag ge bleven en het zal den lande niet bevre digen zoolang het niet in zijn geheel aan al de Belgen is toegekend. De beste wetten zijn de klaarste en de eenvoudigste. Art. 47 der grondwet zou luiden als volgt «Hebben stemrecht, al de Belgen op 21 of 25 jarigen ouder dom. De voorwaarden van verblijf of ouwaardigheid worden door eene bezon- dere wet bepaald Dia tekst zal door iedereen begrepen worden en er zal in eens een einde zijn gesteld aan bedrie gerijen, als die voor welke platbroek Betbuue zonder vriendjes hulp, op het baakskeu van 't assisenhof zou gezeteu hebben. De kwestie zal dus waarschijnlijk dit jaar nog te berde komen Zuiver Alge meen Stemrecht en Evenredige Verte- woordiging zijnde eeuige hervormingen welke de openbare opinie voldoening kunnen schenken. Het stelsel der politieke gelijkheid is daarenboven het eenige dat rechtvaar dig is, het eenige waarbij de Liberale partij zich aansluiten mag. Reeds ette lijke jaren zijn deze hervormingen in het programma geschreven, der liberale partij van Aalsten men mag zeggen, dat de liberale Kringen van geheel Vlaanderen dit voorbeeld hebben ge volgd. Op 't banket dat veertien dagen geleden te Gent plaats had om de liberale geko zenen van Oost-Vlaanderen te vieren en waaraan meer dan 900 liberalen van alle steden en dorpen der provincie ueel nemen, was de heer Liefmans liberaal volksvertegenwoordiger van Oudenaar de de tolk van Vlaamsch liberalism en drukte krachtdadig op de noodzakelijk heid der hervormingen, die elk recht geaard man verdedigen moet. De toe juichingen waarmede zijne woorden begroet werden bewezen hem, dat da heele vergadering het met hem eena was. Men treft nog lieden aan, die in 't Zui ver Algemeeu Stemrecht een gevaar zien voor het land. Welk gevaar Niets is gevaarlijker voor de rust van een land dan onrechtvaardigheid en bedrog daaruit vloeit misnoegen en verbitte ring, en niet zelden volgt oproer en revolutie op de koppigheid waarmede men onrechtvaardige wetten wil in voege houden. Onze mtening is, dat do eerstkomend» Gemeente-en Provinciale kiezingen zul len plaats hebben met de integrale toepassing der Evenredige Vertegen woordiging met Algemeen Stemrecht, eu c!e herziening der grondwet eeu ein de zal stelleu aan de verwardste en dwaasste kieswetgeving welke ooit heeft bestaan. Ja, het Zuiver Algemeen Stemrecht, met de Evenredige Vertegenwoordiging zal er komen en nog wel in 't kort. Liberaal demokratisch Banket te Gent. Prof. Paul Fredericq, die het banket voor zat wees op de groote zegepraal die, bij de laatste verkieziugen, rechtvaardigheid en eer lijkheidde lang verdrukten hadden be haald, en sprak tot de uitgenoodigde senators en volksvertegenwoordigers als volgt Allen zijt Gij beproefde soldaten van het, liberale leger, allen zijt Gij in de dagen van tegenspoed rondom ons vaandel geschaard gebleven, en, nu de wind weer in de liberals zeilen waait, groeten wij U als do beste stuur mannen. Wij weteD, dat Gij te Brussel in minderheid zult zijn tegenover eeu vijandig clericaal mi nisterie. Maar het Parlement is een openbaar spreek gestoelte, waar geheel het land naar luistert. Daar zal uwe welsprekende stem weerklin ken om de hervormingen te eischen, waar ge heel het land te vergeefs naar smacht. Wij verwachten van U, dat Gij manmoedig zult ijveren voor de vrijmaking van ons land uit de banden der priesterheerschappij. Wij verwachten van U, dat Gij uit al uw® krachten zult trachten naar het bekomen van het verpliehtend onderwijs, van de gelijkheid van armen cn rijken in de keizern, van eene rechtvaardiger verdeeling der belastingenvan eene eerlijke kieshervorming. vlekken op uwe kleederen, hoe legt gij dat uit Door vroeg te drinken. Ik haalde aan de beek water in mijnen schoen ik ondersteun de hem het hoofd met mijnen linken arm ter wijl hij dronk. Kon het anders of er moest bloed aan mijne kleederen kleven. Niet slecht gevonden grijnsde de ma gistraat. Niet gevonden, maar de zuivere waarheid, mijnheer 1 Dat zullen we zien Die buil daarop uw voorhoofd hebt ge mogelijk op dezelfde wijze verkregen Angstig betaste Karei zijn voorhoofd. Hii verbleekte. Ik ben in het loopen gevallen, zuchtte de arme jongeling. Waar liept gij?., om het water moge lijk? Inderdaad Gij waart wel goed spotte de rechter. Jam mer dat de vermoorde u niet meer bedanken kan voor uwe bezorgdheid. Dia scherts is zeer flauw, mijnheer Evenmin als verdediugsstelsel, jongeling, en iemand die op eenzame wegen personen overvalt Gij liegt, brulde Karei, gij liegt, lafaard, en als een moker viel zijne vuist op do tafel voor den neus van den griffier die verschrikt achteruitsprong. Vat aan mannen, beval de magistraat der gendarmen, vat aan en zet hem de duimschroe ven op, hij zal er een weinig mede bedaren. Wanna eu Reine zijn huilend voor Karei, gesprongen en weren de gendarmen af. O jam mert Lucia Hoeren, Laat mij mijn Karei, laat mij mijn kind aan mijn hart, aan mijn moederhart Acht armen omsloten den boerenjongen, sloten in eeuen ringmuur van teederheid eu liefde zonder weerga. Maar ruw stieten da gendarmen hen af eu vielen Karei aan. Ineens gaat de kamerdeur open en Krekel stapt bleek maar beraden de keuken in. Laat af, zegt de jongen, Karei is onplich- tig ik ben de moordenaar Gij Krekel, gij vraagt Karei dwalend. Ja, ik mort Jan. Ik heb Door opgewacht en ik heb hem den kop ingeslagen Waarom deed gij dat Waarom Ah, ah, ah, Maar hij vervolg de u hij zou u ongetwijfeld gedood hebben lijk hij Jan Van den Abeele doodde. Welnu ik had wat te veel gedronken ik kreeg zou in eens het gedacht in mij hem van kant te hel pen, en daarom... 't Is verschrikkelijk Ja, ik weet het nu ook, als het te laat is... Liat hem. los, beval Krekel hier zijn mijne duimen, zet er de vijzen maar op. Op eeneu wenk der magistraten werd Karei do vrijheid wedergegeven en Krekel, gebonden. Stille tranen vloeiden voor den armen jon gen, die do genegenheid tot misdaad dreef, uit geliefde oogen. Nog eens liet hij voor het vertrek, met onuitsprekelijke teederheid zijna blikken cwalen over allen die hij zoozeer be minde, over alles wat hem zoo nauw aau 't harte lag. Hij zou nooit meer wederkeeren wel licht. - 't was uit voor altijd met zijn zonnig, vreugdevol leven. Ah Vaarwel dierbare Moeikenshove, vaar wel geliefden, vaarwel vaarwel... En als ze wegtrokken met hem hing Krekels hoofd op zijne borst. Lucia slaakte een kreet, een kreet waarin ze lei al de liefde en de genegendheid dia er in haar hart voor de arme weezetoelde. (Wordt voortgezet).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Dendergalm | 1900 | | pagina 1