Vaderlandsche Geschiedenis
Uit de vier Winden
SCHRIKKELIJKE VERWOESTING
De Dageraad
Vierde Veldtocht (3e vervolg).
Belegering van Cicero's kamp.
Taaie weerstand der Romeinen.
Ambiorix bleef bij zijne groote zege
praal niet stil staan, want Cesar's taktiek
had hem geleerd hoe men eene overwin
ning moet benuttigen. Zonder toeven rent
hij dan, aan het hoofd zijner ruiterij naar
het land der Atuatikers en strooit er de
mare zijner viktorie.
Den volgenden dag bereikt hij de bodem
der Nervieërs-streek en doet er insgelijks
dejhoop inde harten oplaaien.
Allen die wapens dragen kunnen, volgen
met geestdrift den dapperen Ambiorix, de
verlosser van het vaderland.
Hij heeft hun zijn plan ontvouwt: hij
wil één voor één de winterkwartieren der
Romeinen verdelgen, en om te toonen dat
het geen woorden in den wind zijn, rukt
hij aanstonds op naar het kamp van Ci
cero.
Hier begon hetzelfde spel de romein-
sche soldaten zij kenden niets van Sa-
binus nederlaag, uitgegaan om hout te
hakken, sneuvelen onder den aanval.
Vervolgens liepen de begeesterde belgen
storm op Cicero's kwartier. Het wankelde
onder 't geweld, en 't hadde gewis over
rompeld geweest, indien de nacht niet aan
gekomen ware.
's Morgens stonden de aanvallers ver
wonderd te kijken, toen ze 't kamp gansch
versterkt zagen. 'tWas als eene onverwin-
bare vesting geworden.
De herhaalde aanvallen van Ambiorix
waren ijdel, en zoo duurde het dagen lang.
Intusschen minderde steeds de manschap
van Cicero, terwijl de belegeraars voortdu
rend in getal aangroeiden door de toe
snellende benden.
Dan verzon Ambiorix dezelfde list, die
Sabinus in de klem had gelokt.
Maar bij Cicero lukte dat niet. Niettegen
staande het gevaar dat hem bedreigde, ant
woordde de koene hoofdman aan het
voorstel van den koning der Eburonen
Van een gewapenden vijand neem ik
raad noch vriendschap aan. Legde wapens
neer en wendt u tot Cesar.
Ten einde raad, begonnen nu cje belgen
ook een kamp op te timmeren, zooals zij
Jat van den veroveraar afgekeken hadden.
Het was van zoo'n degelijken bouw,
dat Cesar nadien er zijne verwondering
over neerschreef in zijn memorie-boek.
Eene week was thans sinds de belege
ring heengesneld. De toestand van Cicero
was akelig. Omsingeld van vijanden, kon
hij geen enkel nood - bericht sturen tot
de zijnen... Zijne soldaten, die waarlijk
gesmolten waren als sneeuw onder de zon,
huisden in hutten, met riet gedekt voor de
koude.
Daar viel de belgen een naar gedacht te
binnen zij besloten het vuur aan die wo
ningen te steken.
Zij gooiden met hunne slingeraars bran
dende turf over de vesten, en daar de
wind juist in gunstige richting blies, gele
ken die hutten weldra aan groote toortsen,
wier vlammen knetterend ineen kronkelden
lijk reuzigc.bloedroode slangen, omwalmd
met stik-rook.
Terzelvertijd, met ongehoorde woede
werd een nieuwe stormloop beproefd. Wat
deden de mannen van Cicero
Zij lieten branden wat brandde en met
die bruisende vuur-zee achter hen, die hun
ruggen schroeide en te midden der snor
rende spiessen en pijlen, die als een hagel
bui rond hen vielen, stonden ze daar som
ber en vastberaden, vechtende als hel
den. Zooveel moed gedijde, en die uiterste
aanval werd nogmaals afgeslagen.
Daar was in het romeinsch kamp een ge
naamde Vertico, een Nerviër-slaaf, die de
zijnen had verraden.
Cicero wendde zich tot hem, en, verleid
door het goud, beloofde de slaaf den over
handigden brief naar Cesar te dragen. (1)
De boodschap zat verborgen in een uit
geboorde werpspies en ontsnapte aldus
aan het oog der belegeraars.
Vertico geraakte met levensgevaar over
de baan en bereikte eindelijk Semarobriva,
waar de veroveraar legerde, onbewust tot
hiertoe van de ellende zijner legioenen.
Junior.
(i) Sedert den eersten dag der belegering had
Cicero alles in het werk gesteld om Cesar te
verwittigen. Het bleef vruchteloos, tot hij er ten
langen laatste aan dacht den weggeloopen Ner
vier, de slaaf Vertico tot die moeilijke taak
te bezigen.
Aan eikendeen den
hertelijken goeden dag,
en dat hij voor elk voor
spoedig wezen mag....
Maar 't is 't weer dat
zou moeten beter ma
nieren krijgen!.... Tót
over eenige dagen lie
pen we nog tot over
onze knoeseljen in den
sneeuw, en nu dien ge-
durigen klisj-klasj van regen; 't is om er
disparaat van te worden Maar alla, na
regen komt zonneschijn, en als de lucht
eens gezuiverd is van al die aardige vla
gen, dan krijgen wij de lieve zomersche
dagen. Even als 'ne mensch die zijnen
Paschen gehouden heeft, nadat de cons
ciëntie gezuiverd is, waant men zich in
den derden hemel
Goed nieuws voor
de paardenfokkers Er
zijn tegenwoordig in ons
land Oostenrijksche agen
ten op ronde, om zadel-
peerden op te koopen.
Langs de kanten van Me-
chelen hebben z'er dees week verscheide
opgekocht aan 1800 tot 3000 fr.
Nemna! Donderdag morgend heeft
langs de Antwerpsche dokken eene gewel
dige windhoos gewoed. Verscheidene der
wegvarende schepen moesten terugkeeren,
daar ze erg beschadigd waren; zelfs is een
binnenschip gezonken... 't Is stillekes waar
't nooit en waait, maar de wind kan te nijg
zijn, zegde Pummels, omdat zijn vrouw
hem soms eens tusschen de deur neep.
Hoe dat 'ne mensch toch aan zijn
dood geraaktZekere Boel, vanThielrode,
'ne vent van rond de 60 jaar, ging naar
zijn werk; er komt hem 'ne wagen tegen,
bespannen met drij peerden. Een klein
meisken komt uit een huis buitengeloopen
vlak op Boel, die struikelt, onder den wa
gen geraakt en zoo erg overreden wordt,
dat hij nog denzelfden dag bezweken is.
Het meisken ligt ook ziek, van den uitge-
stanen schrik.... Sterven is elks erven, maar
't is toch droef, als men alzoo uit de we
reld wordt gerukt.
Maar 't is te Knesselare dat het er
gespannen heeft, verleden donderdag, 't
Was daar volle gaz, voor een vrouwken
die honderd jaar geworden was. Roza De
Neve is haar naam. 's Morgends werd ze
in een rijtuig naar de kerk ge
voerd, voorafgegaan door 't mu
ziek. Binst de mis zat ze nog
ferm te lezen in haren kerkboek.
Na de mis, optocht naar 't ge
meentehuis, alwaar aan 't oudje
veel prachtige geschenken aan
geboden werden. Daags te vo
ren was het moederken zooda-
I nig opgeruimd, dat ze niet wilde slapen
gaan... Zij heeft bijna nooit haar dorp ver
laten; daarin schilt ze oneindig veel met
onzen Koning, die bijna nooit thuis is...
Maar, wat wilt ge zooveel hoofden, zoo
veel zinnen, zei-Uilenspiegel, en hij goot
'ne zak puiten uit, thalven van de plesj.
In Parijs duurt de werkstaking der
post- en telegraafbedienden immer voort
en te Brussel hebben de ridders van de
zweep, alias de koetsiers, dees week nog
al hun perten gespeeld. Er waren avonden,
dat er bij 't eindigen der vertooningen in
de theaters, geen enkel huurrijtuig te zien
was, zoodat de fijn uffrakes en de miska-
dijnskes mochten te voet naar huis dagge
ren, in den natten regen... 't Is goed om er
Koza L>e
werd ze
een appelflauwte van op te doen. Zelfde
vertoog aan de staties, bij 't aankomen van
de treins... En intusschen ston-
den die gailjaars op afstand, 't
spel af te zien en onder elkan
der te giebelen en te michelen.
Wees maar zeker, dat er tus
schen die heeren met blinken
den hoed en groote holleblok
ken, vieze pattékes loopen Ge
moet ze maar niet vies bezien, of ze geven
u al rap van de mètteko
Wat is dat daar in Rome, met die
bommenWoensdag morgend vonden
vier schoolknapen, nabij een hotel aan den
uitkant der stad, twee doozen. Een der
gastjes, niet slimmer zijn, wierp eene doos
tegen den grond, doch 't was eene bom;
deze ontplofte en twee der kinderen wer
den afgrijselijk verminkt.... Op een ander
plaats, twee landloopers, die den nacht
overgebracht hadden in 't hotel onder den
blooten hemel, vonden in eene holte van
den muur van 't hospitaal, een pak liggen.
De passanten meinden zeker dat ze den
vond hadden en stapten op met hunnen
buit, gelijk twee mannen die een erfdeel
getrokken hadden.... Maar eensklaps,boef
het pak ontploft en de twee patacons lig
gen daar te spartelen gelijk een kieken
zonder kop. Ze waren alle twee erg ge
blesseerd... Er moeten daarin Italië leelijke
schavuiten nestelen Ze zien nu wat z'er
meê gewonnen hebben, met den Paus van
zijn Staten te berooven... Die wat zoekt,
mag wat hebben, en die zijn kastrolle ver
brand, moet maar op de blijnen zitten.
Te Doornijk in de statie zijn dieven
ingebroken, en hebben er al de pakken,
die gereed lagen om te verzenden, open
getrokken en doorsnuffeld. Een pak met
400 paar schoenen hebben ze meegeno
men. Daar zullen ze toch wel een paar in
vinden, naar hun goeste, al waren ze nog
zoo fier over hun voetjes.
-- 't ls nu zaterdag morgend en de dag
stelt hét goed in 6 ure, schoone blauwe
lucht, men zou er van eten. -Mochte het
volledeeren, bijzonderlijk voor den grooten
Dag van morgen, de Eerste Communie.
Dat is den hartewensch van uwen verkleef
den Melchior.
van den Alkool op het verstand, op de
zeden, op het lichaam.
Onder den naam van alkool mogen wij
verstaan al die dranken waarvan wij kun
nen dronken worden door ze in te groote
hoeveelheid te gebruiken. Al die dranken
zijn sterke dranken doch versterken geens
zins ons lichaam, integendeel zij verzwak
ken het buitenmate. De alkool brengt stoor
nis in geheel het lichaamgestel, hij veroor
zaakt verzweringen in maag, ingewanden,
lever, hart, longen en hersenen Eerst doet
hij de handen beven en doet de helderheid
onzer stem verdwijnen. Later verergeren
de kwalen, de eetlust verdwijnt waarop dan
ook weldra vermagering volgt, onze krach
ten vallen af, zintuigen verzwakken, ja, de
vallende ziekte kan er haren oorsprong
vinden, waarna weldra eene vroegtijdige
dood een einde zal stellen aan de schrikke
lijke smarten vdn den dronkaard.
Geeft de alkool de genadeslag aan ons
lichaam, nog erger is de verwoesting die
het menschelijk verstand onder zijne vree-
selijke slagen lijdt. Drink alkool en weldra
zal uw geheugen verflauwen, uw verstand
zal uwen wil naar het kwade richten, ein
delijk zult gij geenen wil meer hebben en
men zal van u zeggen 't is een vod.
Lager en lager zal de alkool u doen vallen,
hij zal van u maken een onrechtveerdi-
gaard, een diefniet hem komt de deer
lijke drift in hevigheid op om u tol de wal
gelijkste buitensporigheden gereed te ma
ken.
De alkoolverbruiker of gemeenlijk ge
zegd de geneverdrinker, kent welhaast zijne
plichten niet meer. De kerk vergeet hij, een
betrouwen op God, daar denkt hij nimmer
aan en naarmate het laatste vonksken goed
in zijne ziele verkwijnt, komt de boosheid
zich voor goed in zijn binnens te vestigen.
Och arme wat heeft die onschuldige gade
te lijden Wie zal de mate der wonde be
schrijven die haren beul misschien dage
lijks opnieuw openrijtEn gij, arme klei
nen, wat zal er van u geworden indien
geene liefdadige hand u toereikt Nooit
een liefdeblik voor de moeder 1 Nooit eene
liefkozing voor die kleine bloeikens De
dronkaard leeft enkel voor den drank.
Waarde lezer, deze zijn nog maar enkele
gedachten nopens dien geesel die heden
daags alle standen der samenleving durft
aanvallen De jenever, verre van daar eene
weldaad te zijn voor het menschdom, is
een vijand die wij moeten bestrijden uit al
onze krachten.
Eene deftige herberg waar werkman en
burger,- arm en rijk zich vereenigen en
onder het drinken van een glas bier zich
verbroederen, moet men voorwaar prijzen.
Doch let op dat uw maat nooit boordevol
geraakt of wellicht zal uwe tong babbelen
als een papegaai, zullen uwe daden veel
spijt na zich slepen en bij later overdenken
het schaamterood op uw wezen teekenen.
Prent in uw geheugen de volgende waar
heden en menigmaal zullen zij u redden uit
de handen-van den vijand.
De mensch is het eenige wezen der
schepping, dat door overdaad zijn leven
verkort.
De drank maakt op onze dagen meer
slachtoffers dan pest, oorlog en hongers
nood. De matige.
Maatschappij DIE WINT DIE LACHT
gevestigd bij Toontje De Groot, Arbeidstr,
Aalst.
Uitslag der PrijSkaiqpeo
Prijskamp voor 't zwaarste gewicht
Oude Konijnen.
Rijers
i. Cammu Adolf en De Keghel Alfred 3. Van
Vaerenbergh Albert; 4. Verhulst Theophiel
5. Corthals Alfons6. De Backer Frans; 7.
Amant Emmanuel.
Moeren
1. DeBrouwerLodewijk2. De Keghel Alfred;
3. De Groodt Antoon Cammu Adolf 55. Tanc-
kere Gustaaf 6. Scheelinck Jozef7 Buis Pros
per 8. Corthals Alfons.
Jonge Konijnen,
Rijers
1. De Keghel Alfred2. Van VaerenbergJaak
3. Keymeuler. Johannes 4. Cammu Adolf 6,
Temmerman Jaak 6. Verhulst Theophiel; 7*
D' Haeseleer Jozef.
Moeren
1. Van VaerenbergJaak; 2. Scheerlinck Jozef;
3. Temmerman Jaak 4. De Keghel Alfred 5.
Van Vaerenberg Albert 6 Keymeulen Johan
nes 7 Cammu Adolf .S. Verhulst Theophiel.
Prijskamp voor 't ras. Oude konijnen
Rijers.
1. Verhulst Theophiel 2. Van Vaerenberg
Moeren.
1. Scheerlinck Jozef2. De Rop Jozef.
g. Jonge Konijnen
Rijers.
1. Van Vaerenberg Jaak 2. Keymeulen Joan.
Moeren.
1. Temmerman Jaak 2. Scheerlinck Jozef,
Keuring
1. Corthals Alfons 2. Van Vaerenberg Alb.
Verbetering in den
Nijverheidstoestand
Volgens statistieken, medegedeeld door
het ministerie van geldwezen, werden in
de maand Januari 11. 1,568,292 tonkoop
waren ingevoerd, hetzij 44,933 ton meer
dan in Januari 1908. Het verschil verte
genwoordigt eene waarde van 12 millioen
887,000 fr.
Binst dezelfde maand voerde oaze nij
verheid uit1,102,917 ton, hetzij 156,942
meer dan in Januari van verleden jaar, of
6,558,000 fr.
De scheepsvaart moclii zich insgelijks
verheugen in eene verbetering.
Zal het blijven
LEEST EN VERSPREIDT