Rond de Wereld
-£$\y
De Liefde
eener Dochter
De Boerendag van Schaarbeke
De St Dorothea-Gilde van Aalst
Dreigend Sim;.
De Dageraad
zoo erg toe dat zij in haar bed moest blij
ven. Dan had hij nog zijne goesting niet,
's anderdagn 's morgens stond hij daar te
rug in dezelfde herberg, mishandelde er
den dient Stant Sterck, en beet hem ge
weldig in denduira. Als depolitie aankwam
sloeg de wildeman heel den café in mor
zelingen vaneen. Hij riskeert eene echt
Oost-Indische pijp tabak te rooken te krij
gen.
Dezelfden avond werd er op de wijk
Overimpe, nen herbergier Cesar De Decker
alzoo door twee rekels in zijn eigen huis
afgerammeld, zoodanig dat heel zijn hoofd
eene wonde is. Waar gaan wij toch naar
toe 't Is wel dat die twee schavuiten ge
kend zijn. Men kan ze bij den Oosteman
zetten.
Zoo nen derden met de kaart
En is toch geen twintig waard.
Dinsdag noen was 't in Aalst ook
weeral aan 't brand kleppen. Tegenwoor
dig lappen ze 't hem daar zich voor den di
ner. Het vuur was ontstaan op de tweede
stage van het huis Delafortrie-Daens, in de
Molenstraat. Die kamer diende als werk
huis voor het vervaardigen van gewatteer
de spreiën. Na eene spoedige en moedige
werkingder stedelijke brandweer was het
gevaar rond twee uren geheel geweken.
St-GILLES-bij-Dendennonde waar onze
vriend en stadgenoot Emiel Bogaert zoo
veel goed verrichte, bijzonderlijk voor de
ijzerenwegbedienden, heeft nu ook zijn
pompierskorps.'t Is M. Ramlot die er als
tweede kapiteinbevelhebber aan 't hoofd
van staat.
DENDERBELLE laat ons de tijding
dat een ventje van 8 jaar zich op het ijs
waagde en verdronk, 't Is 'ne Lichtmis
avond die door de ongelukkige ouders zal
onthouden worden. Wat kunnen ze doen
dan met O. L. Vrouwken kerkgang nieu
wen moed scheppen en denken: een slecht
jaar is geen slechte eeuw.
De afgevaardigden van ons blad naar
de penskermis van BAMBRUGGE deden
ons bij hunne terugkomst het water in den
mond komen wat hooren wij allemaal
alzoo eene zende. En zeggen dat wij ter-
wijlig in de kapitale in den ottomatiek een
Sandwich au fromage zaten binnen te
keien. Wat verschil van differentie. Chale-
kenzag ons optrekken. Hij ging naar NHer-
zele ter markte. En met den E. H. profes
sor Cobbaut is 't goed. Zondag ontving
hij het bezoek van Lobeliaken der familie
van 't nieuwskruid. Misschien deze week
steekt Siegfried ook nog eens over, naar
de lustverandah van zijnen geachten en
eerwaarden vriend.
Wij zouden het alzoo vergeten, 't Zie
kenfonds: Burgers en Werklieden derstad
Aalst, gevestigd in 'l Paviljoen, vierde
Zondag 11. zijn zilveren jubelfeest, 't Was
een féte intime, waartoe slechts de leden
en eereleden genoodigd waren, ter groote
feestzaal van den Katholieken Werkmans
kring. Er wierden verscheidene heildron
ken ingesteld en redevoeringen uitgespro
ken, door den heer Voorzitter Willems, M.
Baron Lodewijk de Bethune Eerevoorzitter
en ook door den vriend Hallaert Isidoor.
Deze laatste aanspraak viel nog in den
smaak der aanwezigen, zeiden ons ver-
schillige convieven. Wij betreuren ze niet
gehoord te hebben. Dageraad wenscht
aan de jubileerende maatschappij proficiat
en nog vele jaren bloei en groei tot wel
zijn harer leden. Een bijzondereheilwensch
aan den heer voorzitter Willems en zijn
ijverig bestuur. Ad muitos annos. 't Is toch
spijtig dat de stad, dat niet heeft willen
ver. taan van die 1000 fr. toelage. l'Espoir
fait vivre zegt de franschman, en de fran-
gaise voegt er bijLa longue attente fait
mourir, wat op zijn aalstersch beteekent
't is beter hebben als goedvinden.
Wij hadden er voor gevreesd als
Tistje ons de grove bandieterij van
Oultre kwam aankondigen, 't Parket
is er reeds afgestapt. De laatste bench
ten seinen ons dat het met den baas*
Louis Van de Kalseyde nen slechten
afloop zal hebben hij ligt op sterven.
Hen inwoner van Aspelaere en nen an
deren van Oultre zijn na het onderzoek
aangehouden.
Nu begint het toch over zijn hout
te gaan. t'Aalst heeft er ne voermans
knecht 't peerd van zijn meester ver
kocht. hij ging met de opbrengst op
zijn lappen en eindigde met 's ander
daags in de doos te geraken.
Lieve lezers 'k ga de sleutel op 't
slot zetten, met u allen nen godvruch-
tigen vastenavond te wenschen, en u
het verdienstelijk 40 uren gebed aan
te bevelen. Leest er allen nen goeden
vaderons voor de bekeering der zon
daren, en een tientjen a. u. b. voor de
geestelijke en zedelijke welvaart van
dezen die zich noemt uwen vriend
SlEGFRlEk/\
6. Mengelwerk van De Dageraad
Hij boog zich diep en eerbiedig voor
haar.
Soutwark sprak ook in warme woorden
zijnen dank uit en Bragg dankte in de En-
gelschetaa! voor het behoud zijner kostba
re ooren.
Tot bewondering van lord Queensborn
en Soutwark scheen zij 't engelsch even
goed te verstaan als 't Grieksch.
Rinaldini zag donker naar dit tooneel.In
zijne oogen broeidden een geheimzinnig
vuur, een zeldzamen gloed van ijverzucht
en woede.
Mijne belofte heb ik vervuld sprak hij
of zal 't gedaan hebben, als deze mannen
vrij zijn. Zij zijn gered, maar gij mylady,
wie zal u redden
Wat meent gij vroeg zij rustig.
Ik meen, dat 't geheim onzer schuil
plaats in uw bezit is ik meen, dat't leven
en de zekerheid van deze twee dozijn man
nen op de tong eener vrouw ligt; ik meen,
dat mijn leven, 't leven dat gij eens gered
hebt, in uwe macht. Soldaten doorkruisen
om ons't land een prijs is op mijn hoofd
gezet. Uit al deze gronden durf ik u niet
vrij laten gaan.
Dat is een woord viel hem den lui
tenant in de rede. Zij magniet weg. opdat
zij niet verraden kan waar ons hol is.
De donkere gezichten der roovers hel
derden op.
Over 't wezen van 't meisje vloog eene
schaduw van ontroering, maar niet van
vrees.
Gij kunt niet denken, dat ik u verra
den zal, zeide zij. Wat zou bet u baten mij
Uit Frankrijk komen nu toch
betere tijdingen het water zakt en de
banen en wegen worden weer vrij....
Doch, indien er nu maar geen besmet
telijke ziekten uit voortkomen!... Er
wordt erg voor gevreesd en de voor
zorgen worden genomen... 't Is best,
want die frar^che mistluinen heeren en
die modepopkes, dat 'n kan tegen niet
veel, en we zouden hier soms nog van
de brokkelingen kunnen krijgen.
De prokureur der fransche repu
bliek heeft zijn advies laten kennen, in
het proces der onderwijzers tegen de
geestelijkheid; die personnage vindt
dat het onderwijzend personneel in
zijne eer is gekrenkt,' omdat de bis
schoppen de ouders op hunne hoede
stelden tegen de onzijdige scholen....
Och erremen zou-je niet zeggen dè
kruiken-roer-me-nietEr was daar
geen laster aan of omtrent, maar men
kan in alles den donkeren kant alleen
vooruitschuiven.
Nettina! in China meende
men zoo algauw een P. rlement in te
richten zooals in andere landen. Maar,
hola peerd, de karre breektDe prins
regent heeft laten weten dat ze daar
moeten mee wachten tot in 't jaar 1916.
Hm, hm als de Chineezen tegen 't
wachten kunnen, is 't niets, maar... er
hangt daar 'ne groote maarrrr aan....
In den tijd was er t'Aalst 'ne vent die
met een tonneken rondging, en als
men achter hem riep: 1816 dierf hij
zwierig met zijn schup naar uw hoofd
smijten... 't En is nu niet zeker dat er
in China ook zoo geen vieze gasten
loopen.
In Spanje broeit men op aardige
nesten!... De goddeloozen hebben daar
in de kamer bloc gevormd, om de ka
tholieken den duivel aan te doen, en
nu liggen die kadéen zoodanig in ruzie
onder elkander, dat men vreest .'oor
eene nieuwe ministerieele krisis... Zoo
zou 't in ons land ook gaan, indien de
katholieken moesten van 't bewind ge
raken: de godsdiensthaters helpen hier
ook malkander, doch moesten zij aan
't bewind komen, 't zou wel zijn ik
spiinghooger als gij sa-sij vechten
voor de grootste brokken.
hier gevangen te houden Is dat uwe dank
baarheid Rinaldini Wilt gij mij bestendig
gevangen houden omdat ik u geheim ken
Ik kende u meer grootmoedigheid toe.
Gij spreekt koen, mylady.
Omdat ik den man'dicn ik in zijne
ziekte hielp oppassen, toen hij daar voor
mij lag, hulpeloos als een kind, niet vree
zen kan. Gij zult mij geen leed doen. Gij
zult mij niet dooden.
Ik zou u maar in den weg loopen als gij
mij gevangen hield en mij met u nemen
wildet op uwe tochten van 't eene hol naar
't andere. De zaak kan eenvoudigoverlegd
worden.
Hoe dat
Gij weet, dat ik aan een algoeden
God geloof, die over ons allen waakt, over
gerechten en ongerechten, sprak 't meisje
op plechtigen toon, met hare blauwe oogen
hemelwaarts gericht. Ik wil bij mijn geloof
tot hem, en zoo waar ik hoop zijne genade
deelachtig te worden, zweeren, dat ik uw
geheim bewaren wil, zelfs voor mijn va
der. Zoo hebt gij niets van mij te vreezen,
indien gij mij vrij laat gaan.
't Meisje heeft gelijk, sprak de luite
nant norsch, wij kunnen haar niet immer
gevangen houden. Wij zonden gedwongen
zijn haar te dooden.
De aanvoerder verschrok.
Te dooden herhaalde hij ontsteld.
Hij wierp een onteerende blik op 't fris-
sche, lieve gelaat van 't meisje. Eer.ige zij
ner lieden begonnen te morren, en om den
dood van't meisje te vragen. De trotsch en
eerzucht des hoofdmans ontwaakte door
dezen eisch.
Zij zal niet sterven, riep hij, terwijl
zijn gebiedende blik vernietigend over de
bende vloog. Ik vertrouwde haareens mijn
leven, en zij heeft mij niet verraden, ik wil
haar weer vertrouwen. Zij zal niet wagen
den eed te breken dien ik haar ga voorzeg
gen.
Kniel neder, Mylady.
Zij gehoorzaamde, de roode gloed van
Op O. L. Vr. Lichtmis stak de vlagge
door het dak van den Schaapstal om
te toonen dat de leden van den Boerenbond
St Eligius kermis hielden, doch tevens luid
den de klokken van StJozefskerk en kwa
men van 2 uren in 't ronde, 100 kloeke
Vlaamsche boeren er de Mis hooren, om
als 't ware ons christen gezegde te staven:
Eerst ter kerk en dan aan tafel en om
er den Heer te danken voor den zegen in
't verloopen jaar geschonken, en nieuwe
gunsten voor de toekomst af te smeeken.
Uit aller hart steeg mede een vurig ge
bed naar Gods Troon, voor de genezing
van onzen geliefden proost, E. H. Cobbaut,
wiens vriendelijke verschijning men werk
tuigelijk verwachtte, al wist men ook dat
hij als slachtoffer zijner toewijding aan den
Boerenstand, op zijn ziekbed nitgestrekt
lag.
't Was na de mis vooral dat het kleine
leger zijnen gezelligen aanvoerder te
recht zijnen Honderdman ontbeerde en
in alle richtingen verdoolde, om zich ech
ter spoedig weer te vereenigen,en met mes
en vork dapper slagte leveren aan de keu
rige spijzen, door baas en bazin en hunne
gedienstige helpsters zoo overvloedig aan
gebracht.
Smakelijke rondekens en welriekende
sigaren, door onzen gevierder^voorzitter,
Alb. Van der Eist geschonken, en waar ook
den naam van onzen betreurden proost bij
vermeld wierd, hielden de mannen in fees
telijke stemming, toen plots onze hoogge
waardeerde Eere-voorzitter, de groote
beschermer onzer boeren en werklieden,
wiens naam in aller harten geschreven
staat en van aller lippen klinkt, baron L. de
Bethune zijne intrede deed.
Toen eerst ging het spel op den wagen,
en overbodig is het wel, de vreugde te
schetsen die uit aller oogen straalde en
zich in gulle bewoordingen lucht gaf.
't Weze enkel gezegd dat onze Volks
geliefde Eerevoorzitter, 't nuttige bij 't aan
gename voegende, in eene meesterlijke
redevoering de landbouwers tot vooruit
gang in hun bedrijf aanwakkerde, hun
aanraadde zich vooral op de winstgevende
groenselteelt toe te leggen, in navolging
en tot mededinging der boeren uit de om
streken der groette steden, en de lessen
der Tuinbouwschool, welke eerlang zal
geopend worden, te volgen
De groote aandacht en warme toejui
ching, aan de schoone rede geschonken,
deden zien dat het een zaadje te meer is in
.vruchtbaren bodem gevallen.
Ten slotte, en als ware de Schaapstal
eene doos met verrassingen, kwam de heer
Notaris Meert van Erpe ons met zijne te
genwoordigheid vereeren.
Onze onvermoeide voorzitter stelde hem
aan de vergadering voor, en gewis was de
mare densympathieken jongen Heer reeds
vooruitgesneld, want uit honderd borsten
gelijk steeg de kreet opLeve de heer No
taris Meertwaarbij de heer Meert en
vergeten wij het *;iet M. Baron de Be
thune, de genegi .heid hen bewezen, met
een ferme stoop bier beantwoordden.
Een snelschriff,waarin deleden van den
Boerenbond hunne genegenheid en den
wensch tot spoedige genezing uitdrukten,
is aan den E. H. Cobbaut gezonden.
God geve dat die wenschen weldra in
vervulling mochten gaan
Deze zoo bloeiende bond, meer gekend
onder den naam van Vooruitziende Hove
niers, vierde maandag II. haar jaarlijksch
feest. Na ten lokale In den Toren op de
Damkaai te zijn vergaderd, en in machtige
drommen kerkwaarts te zijn getogen, naar
de plechtige Mis ter eere van hunne schuts
heilige, had er een gezellige samenkomst
plaats bij den heer Louis Van Hauwe, Bo
termarkt, na dewelke al de vrienden zich
't vuur viel op haar engelachtig wezen, en
de eerlijkheid en trouw, die daarop uitge
drukt lagen, stelden Rinaldini volkomen ge
rust.
Hij gaf haar den eed op, en zij herhaalde
de woorden met klare vaste stem.
En nu, zeide hij, a's 't meisje weer
opgestaan was, wil ik u vertrouwen. Moge
de Hemel u vernietigen, als gij u valsch
mocht toonen. Gij kunt gaan.
Maar zij wilde zich niet verwijderen, dan
nadat de gevangenen de oogen verbonden
en zij naar buiten gebracht waren. Zij volg
de hen van nabij. Op eene platte rois niet
ver van den ingang van 't hol, hielden zij
weder halten lord Queensborn wiens oogen
vastgebliuddoekt waren, strekte zijne hand
uit, toen 't meisje hem en zijn geleiders
vaarwel zegde.
Hare zachte, kleine har.d viel licht in de
zijne.
Mag ik u om uwen naam verzoeken?
vroeg de jonge graaf. Wij zullen elkander
wederzien, en...
De roe vers lieten hem niet uitspreken,
maar trokken hem met zich voort, en wel
met zulke haast dat hem 't meisje niet kon
antwoorden. Zij blikte de Engelschen na
haar blik rustte lang op lord Queensborn,
wiens mannelijke, edele gestalte een die
pen indruk op haar had gemaakt. Toen hij
met zijne geleiders in een dicht boschje
verdween, werd zij uit hare droomerige
aanschouwing wakker, en zag om zich
heen. De zon neeg ten ondergang, weldra
zou 't avond zijn.
Ik moest lang te huis zijn, dacht zij.
Mijn goede vader zal zich ongerust om
mij maken.
Zij zuchtte diep en ijlde weg, terwijl zij
van rots tot rots klauterde snel als eene
ree.
Toen eenige oogenblikken later Rinal
dini uit het hol trad, hopende haar nog te
vinden was zij reeds verdwenen.
Zij is weg, mompelde hij. Dan moet
ik haar aan haarhuis opzoeken. Ik vertrouw
verecnigden aan eenen smakelijken disch,
in het Landbouwershuis, ter Keizerlijke
Plaats.
Aan de eeretafel namen plaats de E. H.
Pastoor Deken Roelandt, M. Baron Lod.
de Bethune, omringd door voorzitter Ed.
Muylaert, sekretaris Placied De Winter en
de talrijke bestuurleden van den bloem-
koolbond.
Nadat het grootste gedeelte van het
beest, door onze hoveniers zelf geslagen,
was opgepeuzeld (want er was nog een
partijken gereserveerd voor 's anderdaags)
sprak de vlijtige sekretaris der inrichting,
vriend Placied De Winter de volgende
schoone redevoering uit
Mijnheeren en Gildebroeders,
Als sekretaris van den Hoveniersbond, aanzie
ik hei ais een plicht, den Eerw.en achtbare Hee
ren te bedanken voor hunne welwillendheid
waarmede zij aan onzen oproep hebben be
antwoord en voor de eer welke zij ons vandaag
aandoen, met ons feest met hunne tegenwoordig
heid te yereeren. Hunne tegenwoordigheid, Ge
achte Gildebroeders,is niet alleen een bewijs van
eer, maar tevens een blijk van genegenheid en
verkleefdheid voor onze nederige landbouwers
en hoveniers. De tegenwoordigheid van oi zen
Eerw. Heer Deken bewijst ons hoezeer de pi ies-
ters bekommerd zijn met de belangen der land
bouwers; overal zien wij ze aan 't hoofd van boe
renbonden, melkerijen,enz.en tezamen meunze
tijdelijke, zorgen zij ook voor onze geestelijke
belangenzij leeren ons onze harten verheffen
tot Hem die de gever is van alle goedzij leeren
ons de Christelijke liefde om elkander te bemin
nen en bij te staan en in menige moeilijke om
standigheden weten zij vrede en rust te herstel
len.Wanneer wij den Eerw.Heer Deken uitnoo-
digden ons feest te willen bijwonen, antwoordde
Hij ons Ja, voor u wil ik iets doen dat ik voor
menige andere nietzou doen; waarom: omdat hij
overtuigd is dat het de landbouwers en hoveniers
zijn welke het meest geecht zijn aan de eer
van hunnen Godsdiensten de roem van het Va
derland.
Al de werken en voordeelen opsommen welke
de achtbare Heer Baron de Bethune sedert ee
nige jaren aan de landbouwers en hoveniers ver
schaft heeft, ware mij onmogelijk, zien wij hem
bijna dagelüksch van de eene vergadering naarde
andere trekken om er de leden met zijn weispre
kend en krachtdadig woord op de h- ogte te brtn-
gen van hunne noodwendigheden en er zijne hulp
in hunne moeilijke amstandigheden aan te bie
den.
En hier vrienden ga ik gebruik maken van
zijne tegenwoordigheid om een klein vraagsken
te doen, want wie niet vraagt krijgt niets. Wij
hebben dees jaar het geluk gehad die verschil
lende tentoonstellingen ie bewonderen van ko
nijnen, kiekens, tabak en honden, door de zor
gen van den achtbaren Heer Baron de Bcihune
en der. Eerw. Heer Cobbaut ingericht, en ik
vroeg mij af of wij hoveniers en landbouwers,
vereenigd in een zoo machtigen en bloeienden
bond ook geene tentoonstelling konden geven.
Doch tentoonstellingen kosten geld, en hier
doe ik eenen oproep tot den Heer Baron de
Bethune, als gemeenteraadslid, dat hij de vraag
welke wij zullen indienen tot het bekomen eener
subsiede krachtdadig zou voorstaan, er worden
zooveel subsieden gegeven aan maatschappijen
welke niet het minste nut opleveren, terwijl wij
werken tot voorspoed en welvaart onzer leden.
Ik doe tot Hem nog denzelfden oprot p als
Provinciaal raadslid, dat Hij daarook onze zaak
zou verdedigen. Vertrouwen hebbende in het
welgelukken zijner pogingen, hopen wij dit jaar
eene schoone tentoonstelling te kunnen geven.
Ik moet nog uwe aandacht trekken op eene
zaak, namelijk dat de heer Baron de Bethune
van den heer Minister van Landbouw de gunst
heeft bekomen hier in onze stad eene tuinbouw
school in te richten, waarin al de vakken betref
fende den tuin-en landbouw zullen onderwezen
worden, en ik hoop dat de heer Baron de Bethune
zijnen invloed zal gebruiken om een onderwij
zend personeel te benoemen, niet van die man
nen welke den tuin- en landbouw slechts ken
nen op papier, en waarin de landbouwers niet
het minste vertrouwen stellen, maar mannen
welke zich door werken en jarenlange onder
vinding op de hoogte van hunne taak hebben
weten te brengen. Gij van uwen kant vrienden,
moet zorgen die lessen regelmatig bij te wonen
om er al net nut uitte trekken welkeer aan vast
is.
Het is niet genoeg alles te leeren kweeken, er
moeten ook uitwegen gezocht worden om de
producten aan den man te brengen, ik van mij
nen kant beloof al te doen wat in mijne m ;cht
is om koopersvoor onze gekweekte groenten aan
te schaffen. Ik hoop dat ik op de medewerking
van allen die er het hunne kunnen toe bijdra
gen zal mogen rekenen.
Om te sluiten Geachte Gildebroeders, richrik
mijne blikken op eene ledige plaats die hier zou
moeten ingenomen zijn door een moedige wer
ker en ieverige priester, onzen achtbaren heer
Proost, den E. II. Cobbaut. Iedereen kent de
reden zijner afwezigheid en ieder van ons is
overtuigd dat die hardnekkige en onvermoèibare
werker, gevallen is, slachtoffer zijner zelfsopolie-
ri"g-
haar, maar mijne mannen zullen dat niet
doen. Zij hebben gelijl:ons leven hangt
af van de woorden ?ener vrouw, 't Meisje
moet aan ons vcibonden worden op eene
wijze dat zij het niet waagt ons te verra
den. Onze belangen moeten de hare wor
den. Wij staan onuer de vervolging der
wet, daar moet zij ook onder gebracht
worden. Bij den duivel is zij niet schoon
Is er eene andere vrouw, is er een man in
de gansche wereld, die zulk een waagstuk
zou uitvoeren, als zij gedaan heeft. Uit
zijne oogen sprak bewondering. Rinaldini
zijn buit ontrukken, is niets minder, dan
een hongerigen leeuw zijne prooi uit de
kaken scheuren. Waarchtig zij heeft de ziel
eener leeuwin in het zwakke lichaam eener
maagd en daarbij de schoonheid eener go
din. Zij zou eene heerlijke bruid voor een
roovershoofdman zijn. Ik bemin haar van
het begin af aan, maar zij scheen zoo hoog
boven mij als eene ster. Nu, nu moet en
zal zij de mijne worden Ik wil haar bin
nen een of twee dagen bezoeken en haar
met haar lot bekend makenweigert zij,
dan zal ik haar weten te dwingen.
IV.
Als leeraar van het Bisschoppelijk gesticht,
besteede hij zijne ledige uren, niet om zich eeni
ge rust te gunnen, maar om te werken voor de
ontelbare bonden, waarvan hij om zoo te zeggen
de stichter is, zoowel voor de nederige geiten
bonden als voor de r-ootste b er. b >.iden, ja
meermaals offerde hij tiet grootste f'erl fijner
nachtrust op aan het edel werk welke hij be
stuurde.
Honen wij dat onze goede Moeder Maria, de
gebeden van de leden welke gisteren in bede
vaart naar Lede zijn geweest, zal verhooren en
dat wij weldra onzen achtbaren heer Proost in
volle gezondheid zullen mogen begroeten, en
dat wij samen met al deze die hier tegenwoor
dig zijn, nog vele jaren in vrede en eendracht
zullen mogen leven tot voorspoed van ons allen,
tot glorie van God eD Kerk en tot eer en roem
van ons Vaderland
Daarop nam de achtbare heer Baron L.
de Bethune hel woord, om den onvermoei-
baren schrijver geluk te wenschen met zijne
doeltreffende rede en hem te bedanken
voor al wat hij gedurende het jaar voor^
den bond gedaan heeft. Hij bedankt insge
lijks den E. H. Deken, omdat hij de verga
dering de eer heeft aangedaan met hier in
het Landbouwershuis tusschen ons allen te
willen komen plaats nemen. Verders her
innert hij het spijtig geval van den goeden
Proost E. H. Cobbaut, die hij weldra gansch
genezen hoopt terug te zien op zijne oude
plaats;hij brengt hulde aan AAimster Schol-
laert, die zoo goed is geweest hier eene
tuinbouwschool te laten tot stand komen.
De eerste lessen zullen reeds den 2en of
3en zondag van Februari aanvang nemen.
Er zal ook eenen bijzonderen cursus ge
geven worden over de wijze waarop de
voortbrengsels hoeven aan den man ge
bracht te worden, en afzonderlijke lessen,
met het oog op de stichting eener fabriek,
waar men de legumen zou opleggen welke
bijtijds hunnen kooper niet zouden ont
waren.
Om te eindigen bedankt de eerzame
spreker M. Muylaert, Voorzitter der maat
schappij en gansch het bestuur. Hij belooft
daarenboven te voldoen aan den wensch,
uitgedrukt door M. De Winter, met niet
alleenlijk eene toelage van de stad en de
provincie te vragen voor de tentoonstelling
der hoveniers, maar zich zelf te richten tot
den heer Minister van Landbouw, om er
een ernstige aanmoediging voor te beko
men.
De E. H. Deken doet uitschijnen, alhoe
wel hij daar zijne plaats niet inneemt,
maar wél deze van den E. H. Cobbaut, dat
hij geen oogenblik heeft getwijfeld, wan
neer men hem vroeg deze plaats te komen
bezitten, aldus willende eenen blijk geven
van genegenheid vanwege de geestelijk
heid aan de goede hoveniers, de getrouw-
ste mannen aan hunnen H. Godsdienst.
Door de uitvoering van hun bedrijf zelve,
zijn ze beter dan iemand in de gelegenheid
gesteld Gods grootheid te bewonderen,
want gansch den akkerbouw berust op de
weergesteltenis, waardoor hunne vruchten
moeten rijpen, of vernield worden, namate
de machtige hand des Allerhoogste ze be
stuurt. De Eerw. Redenaar eindigt met een
aanmoedigend en heilwenschend woord
tot al de leden.
De H. Muylaert vergenoegt zich, al de
aanwezigen te bedanken voor hunne óp-
passendheid op de vergaderingen, en bij
zonderlijk de 46 leden die zondag 11. met
hem de Bedevaart naar Lede deden, voor
de genezing van E. H. Cobbaut. Hij stuurt
een bijzonder dankwoord aan de bijzonder
uitgenoodigde burgers, die in den groot
sten eenvoud, soms van niemand gekend,
door hunne schriften en bijdragen aan
weekbladen den bond zooveel dienst be
wijzen.
Intusschen wordt er een snelbericht op
het bureel neergelegd. Het wordt geopend
en gelezen door den Voorzitter en kwam
van E.H. Cobbaut. Wij deelen er ten slotte
den inhoud van mede
Zit thuis te wachten
Naar nieuws en dubbel krachten,
Met hert en ziel verkleefd
Aan bond die boeren beter leven geeft.
Blijft vereenigd, Eendracht
maakt macht.
Dank voor de bede
Aan O. L. Vr. van Lede.
(Get.) Cobbaut.
Het bestuur gelastte zich met een ant
woord aan den E. H. Proost.
Nog lang vermaakte men zich ondereen
en 's anderdaags werd in volle vroolijkheid
den traditioneelen spadag gevierd.
Aan de zuidelijke kust der golf van Le-
pauts, niet zeer ver van Corinthe en eenig-
zins van den straatweg verwijderd, lag een
eenzaam, niet zeer groot huis. 't Was lang
en breed met eene groote veranda en een
binnenhof aan drie zijden door hooge heu
vels en aan de vierde door de zee ingeslo
ten.
De eenige weg tot dit huis voerde van
de straat af door een diep dal hij werd
echter zelden gebruikt door de bewoners
dezer kluis, die slecht over zee met de stad
verkeerden.
Schoon aangelegde parken van olijven,
oranjebloemen en vijgen, en uitgebreide
wijngaarden,dierijkelijkopbrachten omga
ven het hu's.
Eene halve mijl verder lagen de kleine
zindelijke arbeiderswoningen en vormden
achter een woud van vruchtboompn een
klein dorp. behoorende aan den grondeige
naar.
De eigenaar van dit verborgen paradijs
was een vreemdeling, een Amerikaan, En-
gelschman, Schot of Ier, dat wist niemand.
Vijftien jaar voor 't begin onzer vertelling
was hij daar gekomen en bracht een meisje
van vijf jaren mede.
Hij had den grond van een griekschen
boer gekocht, had nieuwe beplantingen
aangelegd, de woning naar zijn smaak ge
bouwd en met groote kosten ingerichthij
had zich geheel van dewereld afgezonderd
en een kluizenaarsleven geleid.Maaruiterst
zelden kwam hij naar Athene of Corinthe.
Daarbij, behalve metzijne werklieden, met
niemandomgang had, kreeghij ook geen
bezoek, geene brieven, las geene buiten-
landsche dagbladen en van het eene jaar
tot het andere, onderbrak niet het kleinste
voorval de eentonigheid van dit leven dat
soms onvcrdragelijk moet worden.
Hij had zijn grond onder den naam van
mijnheer Strange gekocht, maar zijne arbei
ders en dienstboden veranderden dezenon-
gewonen naam in Stasos.
LEEST EN VERSPREID